Door onze half dichtgeknepen ogen
zien we niet hoe mijn loop-
pas vertraagt, hoe jij uitgehold raakt
hoe we als gelijken naast elkaar liggen
en er geen verschil meer te zien valt
tussen wie geladen en wie leeg
wie de trekker zal overhalen.
In onze wachttorens wordt alles kleiner.
Jij staat voor hechting en ik achter
vrijheid, tussen ons niets meer dan
bomen door het bos waarin wij
steeds minder sporen nalaten. Mijn geur
trekt weg en ook jou vind ik minder
terug.