De lente is mijn favoriete seizoen. Voor veel mensen heeft dat te maken met ontluikende bloesems, lammetjes in de wei en meisjes die hun kuiten ontbloten. Voor mij is de lente de tijd dat de bouwwerven terug in gang schieten. Ik vertraag wanneer ik er voorbij wandel, geniet discreet door het raam van de verbouwingen van onze buren. Het zijn niet de ontblote en gespierde mannenlijven die mijn hart sneller doen slaan. Mijn interesse is van een ander, hoger niveau.
Hoe groot mijn bewondering voor metershoge kranen die met de precisie van een chef kok betonblokken op mekaar stapelen alsof het witloofblaadjes en een peterselietakje op een bordje nouvelle cuisine zijn. Hoe groot mijn nieuwsgierigheid naar de aanpak, de vordering of vertraging en het getoonde vakmanschap. Hoe prikkelt het mijn fantasie terwijl ik bedenk wat er achter die gevel later allemaal zal gebeuren. Overspel, wereldvernieuwende uitvindingen, onvoorwaardelijke of passionele liefde, grappige situaties met honden en katten. Maar vooral, hoe brengt het me terug naar mijn kindertijd.
Als dochter van een schrijnwerker kon ik heel mijn jeugd genieten van permanente vorming over hoe dingen gemaakt worden, gemaakt moeten worden. Een wiebelende tafel, een scheef scharnier, een dak dat vraagt om problemen… het dagelijks leven zat vol met leerkansen. Een diploma heeft het me niet opgeleverd, maar wel een zeer grote, technische maturiteit. In minder dan geen tijd werd het klassieke rollenpatroon in ons huwelijk omgegooid en mijn echtgenoot heeft mij als zijn meerdere erkend op gebied van klussen in huis. En mijn vader is fier op me, hij zegt dat ik het goed doe.
Voorlopig ben ik te jong om me volledig te wijden aan mijn liefde voor bouwwerven. Later, als ik net als mijn vader nu, met een rollator door het dorp schuifel, als ik geen last meer heb van de drang om sociaal aanvaard gedrag te vertonen en me niet meer afvraag wat andere mensen van me denken (omdat ze per definitie jonger zijn dan mij en dus maar moeten leren zwijgen), dan zal ik mijn hoogdagen beleven. Dan zal ik stilstaan bij een werf en kijken. Kijken met bewondering, met nieuwsgierigheid en met veel fantasie. Ik zal in gedachten knipogen naar mijn vader en zeggen of ze het goed doen.