Ga je met de trein naar het werk? Dan schakelen jouw zintuigen wellicht ook een standje hoger als je denkt aan een overstap die je in zeven minuten moet halen. Als je vertraging hebt, is je hele ochtendschema naar de vaantjes. Elke morgen staan dan ook duizenden treinreizigers als gekooide aapjes ongeduldig heen en weer te springen voor de treindeuren openen. Want als de conducteur de deuren niet tijdig opent, stijgt de kans op een gemiste ochtendkoffie exponentieel.
Ook ik sta elke ochtend zenuwachtig heen en weer te trappelen tot de rijdende kooi ons bevrijdt. Intussen zie ik de troep ongeduldigen op het perron samendrommen. Allen verlangen ze naar een rustig zitplaatsje. Míjn gedachten dwalen daarentegen af naar de ochtendlijke koffie die me in het station te wachten staat. Eindelijk. De deuren schenken ons de vrijheid. Het liefst klauter ik over de meute heen, maar jammer genoeg geldt de wet van de sterkste enkel in de dierentuin. Ik slinger mezelf dan maar de trein uit richting trap. Behendig klim ik langs de balustrade naar beneden, richting espresso macchiato. In de koffiebar springen mijn ogen wispelturig van de display met de vertrekkende treinen, via mijn polshorloge naar de espressomachine en de rij wachtenden voor mij. Zeven minuten heb ik om het lekkers te bemachtigen. In gedachten slinger ik me als een grijpstaartaapje naar voren, van de linkerschouder voor me naar de rechterschouder van de bebaarde man die net een koffie krijgt aangereikt. Met m’n lange staart grijp ik de koffiebeker uit z’n rechterhand. Via de hanglampen slinger ik mezelf snel de koffiebar uit.
De felle verlichting brengt me weer naar de werkelijke situatie: nog drie wachtenden voor mij, nog vier minuten voor mijn trein vertrekt. Wispelturig verspring ik van de ene naar de andere voet. Een snel rekensommetje doet me twijfelen. Ik spring opzij en klauter tussen de mensenmassa het perron weer op. Ik hoor de conducteur fluiten en zet het op een lopen – even ben ik weer die grijpstaartaap en katapulteert mijn stevige staart mij net op tijd naar de laatste open wagon. Op een lege zitplaats ga ik uithijgen. Met een smachtende blik kijk ik naar de vrouw rechtover mij die net geniet van een koffie uit mijn favoriete bar.