Falen als entertainment
Herschrijven met rode pen: De kunst van het falen
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik hou mijn tegenslagen het liefst voor mezelf. Slechts af en toe deel ik m’n mislukkingen met mijn lief of beste vriendin. Ik was dan ook stomverbaasd dat er zoiets bestond als de Fuck Up Nights, waarbij persoonlijke fiasco’s met een publiek, met de hele wereld, zelfs met collega’s en schoonouders gedeeld worden. Zelf vind ik het nog erger dan ‘uit bed praten’, maar de organisatoren denken er duidelijk anders over. Zij willen ‘falen’ – ik krijg het woord amper over m’n lippen – ‘uit de taboesfeer’ halen. Alsof we het nodig hebben om onze diepste gêne met anderen te delen…
Het verbaast me weliswaar niet dat het concept bedacht is in Mexico Stad, wellicht tijdens een lange tequila-avond. Ik denk zelfs precies te weten hoe het die nacht in z’n werk ging. De bedenkers van de Fuck Up Nights, een bedronken trio, zocht een manier om hun eigen failures aan de aandacht te onttrekken. Om hun eigen dronkenschap te camoufleren, spoorden ze andere tooggangers aan om hun dronken fratsen aan het hele café, de hele barrio, te vertellen. En uiteraard voelde dat extreem goed. Wie houdt er niet van zijn eigen onaangename excessen te verdoezelen onder de miseria van andere tequila-drinkers? Ik snap dus wel enigszins dat het trio de volgende ochtend tijdens het uitkateren een heus business plan bedacht. Ze verhuisden het concept van de Mexicaanse bar naar elitaire cultuurcentra. Uiteraard, want ik denk niet dat arme tequila-drinkers willen betalen om naar andermans fiasco’s te luisteren. In culturele centra, daarentegen, wordt het tegenwoordig als kunst beschouwd om een avond lang ‘avant-gardistische’ miserie te aanhoren. Kortom: in culturele centra viel er geld te rapen. De tequila’s werden vervangen door frisse pinten en hup, de eerste Fuck Up Night was een feit.
Ik moet toegeven dat ook ik erbij was… Veel te nieuwsgierig was ik om dit bizarre evenement aan me te laten voorbij gaan. Al snel had ik door dat de drie initiatiefnemers zelf the fuck gingen vertellen over hun mislukkingen. Ze hadden drie andere losers gevonden – die ze eufemistisch fuckupreneurs noemden – om in hún plaats hun meest gênante tegenslagen uit de doeken te doen. Na eenentwintig lange minuten kenden we de ergste mislukkingen van drie wildvreemden. Maar nog erger was dat we achteraf extra vragen konden stellen. Die drie losers hadden net hun meest smaakloze ontboezemingen verteld, en we konden nóg meer te weten komen. Als hongerige leeuwen graaiden de toeschouwers naar de meest sappige details en grootste stommiteiten. De drie fuckupreneurs stonden figuurlijk in hun blootje en de toeschouwers genoten met volle teugen. Ik keek ernaar en zweeg, bang dat het losgeslagen publiek de mislukkingen kon aflezen aan m’n ogen.
Natuurlijk werden deze Fuck Up Nights een groot succes. Hoewel gladiatorengevechten reeds lang als mensonterend bestempeld worden, is het nog steeds niet illegaal om losers figuurlijk voor publiek te verscheuren. Intussen vinden deze avonden zelfs al plaats in 100 steden over de hele wereld, onder de dekmantel dat de organisatoren ‘een lans willen breken voor falen’. Omdat het ‘leerrijk is en doodnormaal’. Of het daarentegen zo normaal is om losers –excuseer: fuckupreneurs – met spreekwoordelijke lansen te doorboren, laten ze natuurlijk buiten beschouwing. Integendeel, ze creëren er zelfs een podium voor. Hoe dan ook, van Fuck Up Nights naar de afkorting F.U.N. – of FUN – het blijkt slechts een korte lijdensweg.