Weet je nog
dat jij mij voor het eerst zag
en je dacht:
als ik nou eens?
En ik dacht wel
dat jij me had gezien
maar wilde het spel misschien
nog even meespelen.
We gingen uiteen,
die avond, nooit meer als voorheen.
Want ik wist dat jij was voor mij
wat je zei dat ik voor jou kon zijn.
En ik geloofde dat het waar was,
dat voelde ik meteen.
Dat ik niet langer maar alleen
ik was, maar ook wij.
Samen gingen we op weg.
Waar jij ging, daar was mijn schaduw.
Of soms was ik de zon
en jij mijn parasol.
We vulden elkaar aan
als water bij de wijn.
Jij zette de punten op mijn i's
en ik de vraagtekens bij jouw zinnen.
Weet je nog
hoe jij me voor het eerst zag
en wat je dacht
of ben je het vergeten?
En zijn we nu geworden
wat we altijd vreesden:
elkaars pantoffels,
vertrouwd maar versleten?