De trein komt met piepende remmen tot stilstand en alle passagiers springen er uit. Ze
wurmen langs elkaar heen en terwijl ze de uitgang zoeken van het station roepen ze allemaal
om ter luidst. Ze roepen wat voor hen belangrijk is. De reden dat ze vandaag naar hier zijn gereisd. Ze schreeuwen om mijn aandacht, maar ik probeer ze te negeren. Ik wil rust. Net wanneer het station weer bijna leeg is hoor ik opnieuw het alarmerende gefluit van de trein. Deze zoveelste stroom aan voorbijgangers maakt me duizelig. Laat ze nu stil zijn. Stop de gedachtentrein! Ik heb hoofdpijn.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.