Laat mij jouw pleonasme zijn
Slechts een onbeduidende overbodigheid
Zinloos aanhangsel van je verhalen
Donkere nachten
Een sprong in het duister
Eindeloze val
In dit bodemloos bestaan
Natte regen
Veel te lang verbeten
Rijkelijk vloeiend
Over mijn dorre huid
Laat mij je pleonasme zijn
Met mijn imperfectie
Jouw expressie onderlijnen
Lees over me heen
In nederige nutteloosheid
Wegsmeltend in je schijn
Daar wij -zij het pleonastisch-
Onomstotelijk een geheel zijn