Het meiske zat al jaren op de bus van de vrouw. Ze deelde haar reis met de non, de slet, de moeder, de heks, de dochter en vele anderen. Helemaal voorin zag ze vandaag een mooie tere vrouw zitten. Ze droeg een roze jurk en zilveren muiltjes. Er zat veel verdriet in haar ogen. ‘Hallo, ik ben het meiske,’ zei het meiske, ‘wie ben jij?’ Moeizaam tilde de vrouw haar hoofd op, ze leek verzwakt. ‘Ik ben het prinsesje,’ antwoordde ze met gebroken stem. ‘Ik geloof in de liefde, en in een prins.’ Dat was de dag dat het prinsesje stierf.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.