Proefkonijnen

9 dec 2015 · 30 keer gelezen · 1 keer geliket

In het maandblad van de Gezinsbond lees ik een artikel over onvoorwaardelijk ouderschap. Alfie Kohn, de grote goeroe achter deze vooruitstrevende opvoedingsmethode, beschrijft het als volgt: “Door straffen, beloningen en complimenten verliezen kinderen hun intrinsieke motivatie om dingen te doen en te ontdekken. Het alternatief houdt in dat je je kind liefhebt en aanvaardt om wie het is, en niet om wat het doet.”

Ik heb er meteen mijn twijfels over maar besluit het concept met open geest te onthalen. Toegegeven, de laatste zin spreekt me wel aan. Ik pleeg mezelf te zien als een liefhebbende en toegewijde moeder en kan me dan ook volledig verzoenen met het idee om mijn kinderen te aanvaarden als de fantastische, intelligente persoontjes die ze zijn.

Waar ik het moeilijker mee heb, is de complete verloochening van het concept straffen, belonen en vooral complimenten geven. Dé basispijler van mijn opvoeding. Of Lara nu de letters van haar naam op de chocopot ontwaart of kleine Lou is erin geslaagd één maaltijd lang geen enkel object op de keukenvloer te keilen: duimen omhoog en bejubelen maar.

Maar goed, ik ga ervan uit dat Alfie de boter toch ergens moet gehaald hebben en besluit zijn theorie te toetsen aan de twee praktijkvoorbeelden die nietsvermoedend door mijn woonkamer flaneren. Lara en Lou gaan volledig op in hun imaginair spel. Lara is de winkelier en Lou de winkelende moeder met kind. Om onverklaarbare redenen bestaan er in Lara’s fantasie geen winkelende vaders, al is dat net één van de huishoudelijke karweitjes die Wouter doorgaans wel gewillig voor zijn rekening neemt.

Mama Lou zeult baby Basiel – een knuffelhond met knielange flaporen – mee naar de winkel en bestelt een doosje ‘kokola’ en een fles ‘ketsup’. Winkelbediende Lara rekent beleefd af en geeft tweemaal zoveel wisselgeld terug. Vervolgens keren de rollen om en is het Lara’s beurt om zich over stoute Basiel te ontfermen, die het niet kan laten in het achterste van de winkelbediende te bijten en daarop ongenadig in de hoek wordt gezwierd. Lara en Lou zijn duidelijk geen voorstander van onvoorwaardelijk ouderschap.

 

Bijna prijs ik hen om hun mooie samenspel. Op het nippertje slik ik de woorden echter in. Geen complimenten, houdt ik mezelf streng voor. Het is niet méér dan normaal dat ze zonder ruzie maken spelen, daar hoeven ze geen schouderklopje voor te krijgen. Ik keer hen mijn rug toe en begin aan de voorbereidingen voor het avondeten. Ik ben nog maar net bezig met aardappelen schillen als een hartverscheurende kreet uit de woonkamer schalt. Gehaast droog ik mijn handen aan mijn keukenschort en storm in de richting van het onheil.

“Wat is er gebeurd?” De woorden zijn mijn gedachten te snel af en ik besef net te laat dat dit geen opvoedkundig verantwoorde vraag is. Lou draait de volumeknop van de waterlanders wagenwijd open en Lara wijst beschuldigend in zijn richting: “Hij is begonnen!”

De eeuwige discussie. Ik onderdrukt een vermoeide zucht en steek een wijze redevoering af over de nutteloosheid van die opmerking. Het gaat er niet om wie er begonnen is met ruzie maken. De kern van de zaak is dat ze samen moeten spelen en onder geen beding fysiek geweld plegen. Het lijkt me een correcte samenvatting van een degelijk principe, die ze op miraculeuze wijze braafjes slikken. Het incident is gauw vergeten en ze duiken meteen een nieuw rollenspel in: twee konijnen in een hol onder de keukentafel. Basiel wordt omgedoopt tot wolf, maar krijgt verder een vergelijkbare rol toebedeeld, waarbij hij in hun wippende staartjes hapt.

 

Ik spoel de aardappelen en schraap de wortelen met een dunschiller. Konijnen Lou en Lara krijgen beiden een wortel, die ze vrolijk knabbelend soldaat maken in hun leger. Mijmerend neurie ik een liedje over een rode paddenstoel en bijna begin ik me af te vragen of Alfie misschien niet van Mars dan wel van Venus afkomstig is, tot de harmonie tussen de konijnen plots ontspoort. Wat de exacte toedracht van de kibbeling deze keer is, ontgaat me opnieuw – al vermoed ik dat de grijpgrage handjes van kleine Lou er voor iets tussen zitten – maar wanneer ik zie hoe Lara haar broer een duw geeft, grijp ik in en zwier de konijnen zonder pardon de hoek in. De miskende blikken en dito tranen krijg ik er gratis bij.

De keukenwekker tikt – samen met de kooktijd voor de aardappelen en wortelen – de leeftijdsgebonden straftijd weg. Al moet ik eerlijkheidshalve bekennen dat ik het niet over mijn hart krijg om Lara vijf minuten en Lou slechts drie minuten in de hoek te laten staan. Ik roep hen dus gelijktijdig bij mij, hun schuldbewuste snoetjes met een zakdoek deppend en trek hen op schoot.

“Wat zeggen jullie nu tegen elkaar?”

“Sorry”, klinkt het simultaan, waarna de konijnen giechelend weg huppen.

 

Als Wouter even later thuiskomt, is het eten net klaar. Lara en Lou klauteren hongerig aan tafel. Van al dat gehuppel hebben ze trek gekregen.

“Goed gedaan!”, belonen Wouter en ik hen in koor, wanneer ze flink hun bordje hebben leeg gegeten. Ik geef hen beiden een snoep, die ze met rode wangen en een glimlach van oor tot oor opzuigen. Helemaal uit eigen beweging ruimen ze hun ronddolend speelgoed op en nestelen zich in de zetel voor de televisie. Het fleecedeken trekken ze op tot aan hun kin, terwijl hun wriemelende tenen er onderaan uit piepen.

Met een vertederde blik sla ik hen gade. Alfie en de kookwekker mogen dan algemeen aanvaarde theorieën zijn, mijn proefkonijnen hebben me vandaag met hun wipneusje op de feiten gedrukt: een konijn in een kippenhok, blijft een konijn.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

9 dec 2015 · 30 keer gelezen · 1 keer geliket