Enkel wat scherp is steekt
boven het sneeuwtapijt uit
jij ondermeer. De afstand tussen ons
wordt groter, ik kan niet langer
uitmaken of je mij nog nadert.
Je mond en loop hijgen
je laadt een laatste keer
in jouw hoofd gaat alles
genadeloos neer.
Ik blijf roerloos staan
je woorden geraken niet ver
genoeg
ze treffen niets meer.