Roos en de Makelaar in Ontroerende Goederen. Aflevering 1: Het paard voor de wagen.

Roos
23 nov 2013 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket

Na twee gebroken harten in één maand tijd, beslis ik dat het moment rijp is om de spreekwoordelijke koe, eh stier, bij de horens te vatten. Net geen drie jaar heb ik geïnvesteerd in geduldig wachten op mannelijke exemplaren die telkenmale niet wisten of ze wel voor me konden kiezen. Twijfel en treuzel alom. Een emotionele achtbaan.  Een wachtbaan. Allebei waren ze me ontzettend dierbaar: heel diep, en waar. Maar nu wil ik zelf aan zet zijn. Pro-actief.  M’n paarden niet langer achter de wagen spannen, maar met volle teugels vooruit. Dus schrijf ik me in bij een relatiebemiddelingsbureau: een makelaar in ontroerende goederen.

"Tja, waarom wachten op je geluk als je het ook een duw kan geven?”, beaamt een dierbare vriendin. “Eh, da’s toch één groot hoerenkot?” reageert mijn vader laconiek.  “Een heel moedige beslissing, stel je me in een volgend leven aan je nieuwe partner voor?”, zegt de ex die prima kan doen alsof het ’m niet raakt.

Vanuit de auto doe ik snel een telefoon. Ik verdraag geen uitstel meer. Maak een afspraak met een punctuele secretaresse. Haar lieve, opgewekte, tegemoetkomende stem geeft me moed. Ik geef het op mijn beurt niet graag toe, maar de ex heeft toch een beetje gelijk: dit vraagt durf. Ik leg m’n breekbare hart voortaan in professionele handen: een zorgvuldig opgebouwde database, aangevuld met de expertise van een handvol consulenten, én een punctuele secretaresse. 

Een tweetal weken later word ik uitgenodigd op een eerste intake gesprek met de Makelaarster. Ruim een half uur te vroeg parkeer ik m’n auto voor de deur. Ik kom altijd te laat op afspraken. Het weze glashelder duidelijk: mijn paard staat ruimschoots voor de wagen. 

De koppelaarster verbaast me positief: een oprechte, persoonlijke aanpak.  Deze dame is beslist geen lege, commerciële, romantische regelneef. Haar bureau belooft een klare, eerlijke kijk op waar het in de liefde vaak om draait: hoe het klikt, smelt, botst, en altijd anders uitdraait dan je oorspronkelijk had verwacht. Ze start het gesprek heel nonchalant, alsof we in een bar zitten, of ergens op een reünie van oud-studenten. We blijken studiegenoten te zijn en de eerste twintig minuten van onze ontmoeting gaan naar het ophalen van herinneringen aan de universitaire dagen van weleer. Je weet wel: gemijmer over bevlogen, excentrieke professoren, en nostalgie naar de hel die mondelinge examens waren. 

Ik voel me volstrekt niet op een mondeling examen. En de koppelaarster praat honderduit. Een ongeduldige stem in me zegt: “eh, waar is die checklist die moet worden afgewerkt?” “Mijn desiderata, mijn kenmerken, mijn profiel, mijn do’s and don’ts?” Maar mijn gesprekspartner lijkt mijn verborgen ongeduld te negeren, en praat rustig door over faits divers alsof we elkaar al jaren kennen. En eigenlijk voelt het ook wat zo. Als een vlotte en vanzelfsprekende match.  

De checklist wordt afgewerkt, het contract overlopen en ondertekend. De nuchtere feiten worden niet onder tafel gemoffeld, maar openlijk besproken. “Dit avontuur kost je een rondreis naar Thailand met een gerenommeerd reisbureau”, spreekt een duivels stemmetje in me. “Maar je reist lekker wel een jaar lang voor die prijs, krijgt elke maand een man aangeboden, én als je even wat pauze kan inlassen, dan mag dat”, fluistert de sussende engel. Ik sluit een compromis met mezelf en beloof aan Mefisto dat mijn perfecte match-to-be me vast en zeker meeneemt op een te gekke reis naar Thailand. Dat zou Sera-fijn zijn.

 

Het bureau heeft 2200 klanten, en 50%  vindt een geschikte partner, zo leer ik. Mijn kansen zijn dus 1 op 2. Statistieken op de website van het bureau vertellen me dat 45 een scharnierleeftijd is. Vanaf die leeftijd stijgt het aantal vrouwen in verhouding tot het aantal mannen. Ik heb dus nog net twee jaar de tijd om het kritieke kantelmoment voor te zijn. Alle hens aan dek. Juu paard. Hup Ro(o)s.

Ik protesteer licht tegen de nuchtere, realistische opmerking dat ik er rekening mee dien te houden dat mannen gaan voor jongere vrouwen, en ik dus beter een compromis sluit door ook oudere mannen in m’n wish-list op te nemen. De levenslustige, dynamische spring-in-het-veld in me wil het liever nog graag jong en eh lekker. Maar ik zwijg wijs. Vijf jaar ouder met speelse pretlichtjes in de ogen en een sportief lichaam: het moet kunnen, nee?

Aan het eind van het gesprek wordt me gevraagd een foto door te sturen. Niet voor publicatie. Enkel voor intern gebruik. Het lucht op om dat te horen. Ik geloof in deze visie: aantrekking heeft voor meer dan 70% met lichaamstaal te maken. Hoe iemand beweegt, spreekt, wat iemand via zijn lichaamstaal vertelt over zichzelf is veel bepalender en dat kan je niet zien op een foto. Opnieuw bonuspunten voor deze aanpak.

Ziezo. Ik begin aan dit avontuur met gemengde gevoelens. You can’t hurry love zongen The Supremes. Misschien forceer ik wat eigenlijk spontaan zou moeten gaan. Maar soit. Love’s a crazy horse. I can but give leeway to its force.

Roos

Wordt vervolgd:  Aflevering 2. De profielschets. Over promotie, branding en The Big Five.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Roos
23 nov 2013 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket