De maan en de zon hebben ruzie. Ze willen met mekaar vechten maar de maan kan de zon niet aanraken omdat ze te warm is en de zon kan de maan niet aanraken omdat ze te koud is. Woedend keert de zon de wereld haar rug toe en regen valt met bakken uit de hemel omdat ze van kwaadheid huilt. Vanachter haar rug zendt ze venijnige bliksemschichten naar de maan. De maan, daarentegen, wacht koppig af tot de zon gaat slapen. Dan stuurt ze kleine pestkopsterretjes vol kriebelzaad, waarmee ze de zon bestrooien, die niet kan slapen omdat ze zich de hele nacht moet krabben. En zo gaat het een hele tijd door. Tot de bewoners van de planeten rondom er genoeg van hebben dat het steeds regent en bliksemt en dat er maankriebelzaad naar beneden dwarrelt zodat iedereen steeds jeuk heeft. Vanop alle planeten sturen ze dan ruimteschepen naar de zon en de maan vol heerlijke zachte knuffels en natte kusjes, die onmiddellijk de maan en de zon overladen waarna die twee zo vrolijk en blij worden dat ze hun ruzie meteen bijleggen.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.