Melsele, 18 april 2018
Beste Kay Lee,
Je liet lang op je wachten. Op enkele minuten na duurde de bevalling een etmaal. Dit weet ik van horen zeggen. Ik was er zelf niet bij. Deze uitputtingsslag werd moedig gedragen door je mama, mijn schoonzus.
In dezelfde periode dat jij bent geboren, hadden mijn man en ik ook een kinderwens. Je weet uiteraard dat we kinderloos zijn gebleven. Jij werd mijn “ersatz-kind” en ik je “suikertante”. Hoe groter je werd, hoe meer je me om je vinger kon winden.
Je lievelingswinkel was “Dreamland”, niet verwonderlijk natuurlijk een walhalla van kleuren, vormen, geluiden en grijpgrage handjes. De kloof kon niet groter zijn. Lieverdjes met omhooggetrokken mondhoeken en iets toegeknepen oogjes, minivoetjes in stevige tred naar de kassa. Speelgoed nog niet betaald, maar stevig omklemd. Enkel de kassierster mag het pakket overnemen. Stel je voor dat moeder het terug naar zijn oorspronkelijke plaats zou brengen. Jij bleef veilig bij me, want je wist maar al te goed dat ik je niets kon weigeren.
Ondertussen ben je al vijftien, bijna zelfs zestien. Je plant al volop je “sweet sixteen party”, samen met je hartsvriendin Charlotte. Vroeger waren we onafscheidelijk. Vaak nam ik een dag vakantie om samen met jou uitstapjes te maken. Ik mis ons en ik weet dat jij dat ook mist.
Het is vreemd, hoe meer de jaren verstreken, hoe stiller je werd, teruggetrokken, angstig zelfs. Samen weten we dat het verlies van twee bijzondere mensen die je je eerste tien levensjaren hebben gekoesterd, verzorgd en vooral hebben liefgehad, er hard heeft ingehakt. Mijn ouders, jouw bomma en bompa, zijn niet meer, maar het verlies dragen we samen nog elke dag.