Je raaf is moe. Zingt lager, gewond en kleiner dan voorheen.
Dan ooit tevoren eigenlijk. Zweeft niet meer te velden en wildgroeiende bossen.
Verwelkt in het hoekje van te ruime kamers. ' k wil niet meer.
Moet vechten zie je. Tegen m'n maniakaal brein dat me toefluistert, dat jij, witte raaf
gekomen uit verleden een toorn ontaarde. Jij introvert schaap in wolfskleren was.
Vertrouwen schonk en milde dagen, binnendrong...sloop
het hart stal.
Plunderde...
Een pact met mijn duivel sloot, lachend meehuilt om de zwaktes, de tranen, de verwoestende pijn;
Nimmer meer te zijn.
Je kwam afmaken, jij duister mens
waarmee je begon en nu stellen raven niets meer voor.
'k wankelde mijn lief
maar jij...bracht me ten val. Naar aanleiding van dit merkwaardig gebeuren
speelde je een cruciale rol in de beterschap
het herbloeien, ik wou enkel je hand.
m'n gewicht te doods voor jouw tere vleugels
je brak onderweg...hiervoor bestaat er geen lijm...