Soms blijf ik graag
in iets hangen.
Noem het melancholie,
het keren van het tij,
ik ben het slik
dat achterblijft.
Daar in het zand begraven,
mijn tenen gekruld als weerhaken,
haal ik de gedachte aan jou terug.
De zee, de meeuwen, alles
lijkt te krijsen of misschien
ben ik het wel die er niet in slaagt
de stilte te overstemmen.