Met een Sinterklaasgevoel in mijn buik stap ik vanuit de prille lentezon het Felixpakhuis binnen. Mijn bril, die ik normaal enkel opzet om auto te rijden, stevig op mijn neus om maar niets te missen. Ik bekijk het plafond van de lichtstraat en in mijn verbeelding zie ik mannen in wit linnen broeken en ontbloot bovenlijf zakken graan met een gerafeld koord naar boven trekken. Ik houd mijn ogen op de korte zwarte richel waar een andere arbeider de vracht komt aannemen.
‘Stop, pas op’ roept een fotograaf die bijna met zijn lens tegen mijn hoofd botst. Vroeger kon je nog hopen dat zijn filmrolletje op was. In dit digitale tijdperk vrees ik dat mijn dromerig geklungel netjes vereeuwigd werd. Met rode kaken voeg ik me snel tussen de rij wachtende mensen aan het onthaal. Twee mannen naast me discussiëren heftig over het al dan aanwezig zijn van literaire waarde in een gekende bestseller. Ze overtreffen elkaar met citaten uit Proust en Madame de Bovary. Ik kijk er naar en ik geniet.
De eerste workshop start met een kennismakingsronde. Ik luister met vlinders in de buik naar de verhalen van gelijkgestemde zielen. De oefening om zelf enige zinnen op papier te zetten valt tegen. Ik mis de rust van mijn keukentafel om mijn creativiteit te laten vloeien.
De lunch is heerlijk. Met de tips uit de workshop van Kristien in gedachten formuleer ik het nu even anders: ik zet mijn tanden in een stuk bruin brood bedekt met een vers afgesneden stuk zachtroze achterham. Met de punt van mijn tong haal ik de klodder mosterd uit mijn mondhoek. Een beker aspergeroomsoep verwarmt mijn handen terwijl ik aanschuif voor de schalen gevuld met sla, tomaten en gebakken boterhammen met kaas.
We mogen het de lezer niet te moeilijk maken. In deze nieuwe tijd moet alles direct duidelijk zijn. Ik vraag me af of we hiermee de kracht van de lezer niet onderschatten. Zoveel mensen, zoveel smaken.
De rest van het buffet gaat aan mij voorbij helemaal in beslag genomen door de verhalen van al die interessante schrijvers om me heen.
‘Honderden mensen die met schrijven bezig zijn,’ zegt een bezorgde vrouw naast me die verwachtingsvol de uren aftelt tot haar pitch met een uitgever. ‘Als die allemaal een boek gaan uitgeven..’
‘Honderden mensen die ook graag duizend boeken lezen in hun leven!’ antwoord ik haar. Ze glimlacht naar me: ‘dat is waar..’
Wie bepaalt wat goed is in dit vak? Is het de docent die vol lof is over de klaterende volzinnen van die ene student of de lezer in de groep die smalend stelt dat ‘een mooie winterdag niet uit elkaar kan scheuren door een ongeval’.
Ik praat met de schrijfster die me haar tekst toelicht. Voor haar scheurde die knal haar leven letterlijk uit elkaar. Ik zie het in haar ogen als ze haar herinnering met me deelt. Ze dacht dat hij dood was. Hoe krijg je dat op papier..
Aan het einde van de dag steek ik mijn bril weer in mijn zak en stap de kaai op de echte wereld tegemoet. Ik heb nog een lange weg te gaan maar ik geniet met volle teugen van iedere kleine stap.