Die nacht, Semare
dat we de stilte verdronken
in't café van de kattenkoning,
onze blikken dansend lieten afglijden naar elkaar
om ze weer te laten vermalen door de menigte.
Die nacht, Semare
dat je lach in een zwanenmeer zwom,
ik onze kus in de broekzak van m'n hart stak
en je 's ochtens vroeg wat er van beleg was,
die nacht Semare,
is voor altijd de onze.