Ik was zo blij met het spaarvarken dat ik van mijn vader had gekregen voor mjn verjaardag. Hij zei me er voorzichtig mee te zijn want het was breekbaar. En hij toonde mij hoe je er achteraf de centjes kunt uithalen door het rubberen lipje onderaan weg te halen. Ik had al flink wat centjes gespaard, van mijn oma gekregen of verdiend bij de oude Lena. Soms deed ik een boodschap voor haar of zette de vuilniszak buiten.
Maar gisteren had vader weer één van die dagen. Ik hoorde hem schreeuwen en hij liep ook mijn kamer binnen. Hij gooide het spaarvarken op de grond. Tussen de gebroken stukken raapte hij de muntstukken op en griste ook het enige briefje mee dat er in zat. Ik probeerde niet te gaan huilen want dan zou hij weer zeggen dat ik zwak was. En ik ben niet zwak. Het doet me niets, heus. Ik vraag wel aan mama of ze het kan lijmen.