Het is die lauwe warmte van de herfstzon op je rug, die gammele piknibank onder je kont en het kuilen van je voeten in het zand. Het is die pittige gemberthee, de speculooskoekpap, het gejoel, gekeuvel, geschommel, geklim. Het zijn de ganzen die vertrekken, dat zachte klopje op je been. 'Kijk, omie, die volgels vliegen in een Ve.'.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.