STOERDER DAN DE ANDEREN

11 okt 2015 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket

Daar lig ik dan. Helemaal alleen in een spierwitte kamer, die op zich al niet goeds voorspelt. En de keiharde brancard onder mijn koude kont, geeft me niet meteen een beter gevoel. De stilte die er hangt, is even overweldigend als alarmerend.

Ik draai mijn hoofd weg van de tafel, waarop de marteltuigen reeds netjes naast elkaar liggen te blinken. Man, ik hoop dat zo meteen de plaatselijke verdoving haar werk zal verrichten.

Verdomme, hoelang hier ik hier nu al, enkel gekleed in een wit T-shirt van mezelf met vanaf mijn navel een handdoek van dezelfde kleur, reikend tot aan mijn enkels ?

Ha, leuk, denk ik nog even om mezelf gerust te stellen, natuurlijk maakte uroloog Dr. Steurs een grapje, eerder die morgen in de lift, toen we hem per toeval tegenkwamen. Misschien was zijn timing niet perfect, maar een mop moet altijd kunnen.

“En Paul, lekker geslapen vannacht?”

Ik kijk hem, vanzelfsprekend hondsmoe aan en antwoord : “Euh…gaat nogal, maar veel belangrijker voor mij is momenteel of uzelf een goede nachtrust hebt gehad ?”

Nee, van enig gebrek aan humor kon je deze jonge dokter niet betichten.

“Paul man, je moest eens weten. Ben lekker gaan eten met het vrouwtje en tsja, je kent dat hé : een beetje blijven plakken aan de bar. Eerlijk gezegd voel ik mij op dit moment niet zo lekker. Goh…en moet je dit zien”, mij inmiddels een wel zeer trillende rechterhand voor de verschrikte ogen houdend.

Mijn toenmalige echtgenote scheen zijn humor, in tegenstelling tot ikzelf, wel te appreciëren. Maar eerlijk is eerlijk : had ik – als man van de wereld – haar niet zelf voorgesteld om de ingreep te ondergaan ?

“Tot zo”, riep hij nog vrolijk, “want jij bent de eerste vandaag !”, waarop we de lift verlieten. Ik meldde me aan en werd meteen opgevangen door verpleegster ‘Hulk’, duidelijk zonet de grens bereikend van de bekende transformatie.

Ik nam afscheid van mijn vrouw, alsof het de laatste keer was dat ik haar nog zou zien, wat in werkelijkheid pas 16 jaar later zou plaatsvinden.

De ‘Hulk’ bracht me naar de kerker des onheils waar ik me momenteel bevond en zei dat ik me nu wel kon ontkleden. Was het écht zo of enkel in haar ogen, maar het was wel duidelijk : ik twijfelde net iets te lang.

“Ik heb er écht al wel meer gezien, hoor…en ze zijn allemaal hetzelfde.” zei ze, vlak voor het laatste kledingstuk van belang werd uitgetrokken. Ze bekeek rustig haar onderwerp van interesse en wierp me toen een ‘Iron Lady’ blik toe.

“Heeft men u niet gevraagd zichzelf te scheren de avond voor de sterilisatie?”

Opnieuw keek ik haar enigszins schuldig aan. Ik begreep dat er maar 2 alternatieven waren : liegen (“Nee zuster, zullen ze vergeten zijn”) of de waarheid vertellen (“Ja hoor zuster en we hebben echt ons best gedaan, maar het is een beetje uit de hand gelopen”), maar geen van beiden leek me erg aanvaardbaar. Gelukkig hoefde ik de keuze niet te maken, want zonder een antwoord af te wachten, zei ze nijdig “Ik ben zo terug !” en verliet de kamer des hels. Nu klonk die “zo” van haar mij geneigd om te antwoorden dat ze gerust haar tijd mocht nemen wat mij betrof. Maar nee hoor, geen 2 minuten later stond ze alweer over mij gebogen.

Die eerste glimlach van haar sinds onze eerste ontmoeting, schonk me nu niet meteen een doel voor enige feestvreugde…het ouderwetse, maar glimmende scheermes in haar rechterhand nog veel minder! De handdoek werd verwijderd en toen ging ze tekeer alsof zijzelf de operatie eventjes ging uitvoeren. Maar goed, slechts 3 minuten later was ‘de haag’ – haar woorden – gesnoeid. Ze maakte van de gelegenheid meteen gebruik om mijn piemel, inmiddels in zijn schulp gekropen, maar toch nog goed voor zowat 9 fiere centimeters (“That’s my boy” !), aan mijn buik vast te tapen. Met nog wat gemompel verliet ze de kamer. Ik lichtte mijn hoofd een beetje op en keek recht in het oog van de eikel. Erg vrolijk oogde die ook al niet. Het leek wel of hij me waarschuwde : “Met de werknemers doe je wat je wilt, maar van de CEO blijf je af, oké ?”

Maar dat was verdomme nu wel al zowat een kwartier geleden ! Ik was toch de eerste patiënt van de dag ? Of hing Dr. Steurs momenteel, gebogen over een toilet, zijn lekker etentje met bijhorende drank, langs een wel heel verkeerde plaats, terug te sturen ?

Maar eindelijk, nog zo’n 10 minuten later, ging de deur open en kwam de uroloog, met zijn eeuwige glimlach, de kamer binnen. Hopend dat deze slachtpartij nu eindelijk kon beginnen, had hij toch nog een kleine verrassing voor mij !

“Paul man, ik heb goed en slecht nieuws” en geloof me, dat tweede deel van die zin wil je écht niet horen, enkele minuten voor je edele delen onder handen worden genomen !

“Kijk”, ging hij verder, “ik heb geprobeerd om kaartjes te verkopen om de voorstelling bij te wonen. Maar helaas, heb ik er maar 5 aan de man kunnen brengen.” De duidelijke verbazing op mijn gelaat achtte hij het moment om nog een stapje verder te gaan. “Luister”, zei hij intiem, alsof we de beste vrienden waren, “het betreft 5 stagiaires. Je vindt dat toch niet erg, hé ? Ze moeten het tenslotte ook allemaal ergens leren, niet ?”

Ja…euh…neen…Godverdomme, natuurlijk begrijp ik dat…waarom nu net bij mij ? Er bleef echter geen enkele tijd over voor enige aarzeling want, alsof ze achter de deur op dit precieze moment hadden staan wachten, kwamen 2 jonge kerels en – ja hoor – 3 even jonge meisjes de kamer binnen. Ze verschansten zich meteen achter Dr. Steurs, alsof het daar enkel veilig was.

Het was zover : de handdoek verdween opnieuw en even vroeg ik me af of ik mijn piemel en teelballen al ooit had tentoon gesteld aan 6 personen tegelijk. Ja oké, in het leger of na het sporten onder de douches, maar dat waren wel mannen onder elkaar (vanzelfsprekend ook steeds stiekem vergelijkend).

En dan nu eventjes tegen de lezende heren : mannen, laat jullie niets wijsmaken ! Die ‘plaatselijke verdoving’ doet je verlangen naar een pijnlijke, niet verdoofde wortelkanaalbehandeling, uitgevoerd door Dr. Lecter zelve !

Maar dan, plots, voel je niets meer vanaf je navel…horen, ruiken en zien des te meer !

De gedetailleerde uitleg van de uroloog (die je niet wilt horen), eventjes later de mooie, kotsende stagiaire (dat je  niet wilt ruiken), gevolgd door 2 van de 5 ‘deelnemers’ – urologen in spé, verdomme – die de kamer ‘moesten’ verlaten (wat je niet wilt zien) ! Maar geen nood…meteen kwam er een poetsvrouw – wegens hoogdringendheid – de kamer opnieuw doen glanzen. Ach…hoe meer, hoe beter zeker ?

Toch kon ik nog net mijn hoofd opnieuw een beetje oplichten om de uroloog aan te staren en hem te vragen : “Euh…Dokter Steurs, wat bent u daar beneden aan het uitvoeren ?”

De op zijn gezicht gekleefde glimlach stelde me enigszins gerust.

“Ach ja, zulke dingen gebeuren nu eenmaal als ‘ze’ het voor de eerste keer meemaken.”

Inmiddels werd er geknipt, gelast, genaaid dat het een lieve lust was. Ongeveer 20 minuten later verlieten de laatste stagiaires de kamer en kreeg ik nog wat raad mee van de  dokter. Hij overhandigde mij ook een soort sportslip, die ik de komende weken moest dragen. Over de draadjes hoefde ik me geen zorgen te maken : die verdwenen vanzelf (ik herinner mij de verdomde opluchting die deze zin teweeg bracht). Het was wél belangrijk dat ik op gepaste tijden een staal sperma moest inleveren, tot alle leven eruit verdwenen was. “En inmiddels : veilig vrijen met het vrouwtje, hé Paul”, alsof dàt onder de gegeven omstandigheden het enige was dat op mijn lever lag !

Het witte T-shirt, inmiddels doorweekt, werd verwijderd en meteen weggegooid…die kregen we nooit meer fris en helder, alle Omo’s, Dixan’s of Persil’s ten spijt !  

We verlieten de operatiezaal, waar mijn echtgenote reeds zat te wachten en ik haar opnieuw vastnam, alsof ik net een hart-, long- en niertransplantatie had overleefd. We werden nog even uitgenodigd in de spreekkamer van de jonge uroloog, waar hij zich meteen – hoe wist hij dat ? – tot mijn vrouwtje wendde om haar uit te leggen hoe ze de verzorging op haar moest nemen.

En toen – eindelijk – verlieten we het hospitaal en meteen was het allemaal meer dan de moeite geweest. Ze stopte, gaf me een kus en schonk me één van haar prachtige glimlachjes.

En toen…toen zei ze wat elke man op dat moment wil horen : “Ventje, ik ben echt fier op jou en ja hoor…je bent stoerder dan de anderen !

En even – heel even – voelde ik mij ook zo !

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

11 okt 2015 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket