Paul Smeyers

Gebruikersnaam Paul Smeyers

Teksten

Tip

TUNNEL DER LIEFDE

De dikke, van een beulskap voorziene man, trok het geld ruw uit de handen van Ryan. Zijn armen waren zwaar misvormd en wat de rest van het in een singlet gestoken lichaam tentoon stelde, leek Ryan ook al niet erg gezond. Zwerende en etterende puisten, donkergroene vlekken en vooral veel littekens tekenende zijn lichaam. Terwijl hij iets onverstaanbaars mompelde, overhandigde hij op zijn beurt de 2 tickets aan de 20-jarige student en zijn vriendin Shelley, die een rilling van afschuw niet kon verhullen. “Wat een creep”, fluisterde ze Ryan toe. “Trouwens, waarom noemen ze dit een ‘Tunnel der liefde’, terwijl het feitelijk gewoon een spookhuis is ?”, vroeg ze voor de tweede maal die dag. “Goh Shell, dat heb ik je al verteld. Luister jij feitelijk wel naar mij ? In Amerika noemen ze een spookhuis een ‘Tunnel of Love’, omdat het meisje dan meestal uit angst haar vriend stevig vast neemt en rekent op zijn liefde om haar te beschermen tegen alle aanwezige monsters en duivels. En omdat deze attractie rechtstreeks uit New York komt, hebben ze het dus ‘The extreme Tunnel of Love’ genoemd.” “Oh, mijn held”, lachte ze hem toe, “en wil jij mij nu beschermen, alsjeblieft ? Ik zal je vanavond uitgebreid bedanken.” Inmiddels liet ze haar wimpers snel op en neer gaan, als een puber die haar eerste vriendje probeerde te verleiden. Shelley en Ryan, beiden voorzien van een Amerikaanse naam, maar Vlaamser dan stoofvlees met frieten, waren speciaal vanuit Brasschaat afgereisd naar de kust, om dit gloednieuwe spektakel mee te maken. Het had slechts voor 1 dag zijn kraam opgeslagen in Blankenberge.  “Natuurlijk liefje ! Doe ik dat niet altijd ?”                      Dat kon Shelley, eveneens 20 jaar oud en studente psychologie, enkel beamen. Haar grote liefde, tandarts in spé Ryan, was er altijd voor haar. Ze waren nu zowat anderhalf jaar samen en ze kon zich – of beter : wou zich – niet één dag voorstellen zonder hem minstens één keer te hebben gezien of gehoord ! En deze trip was ongetwijfeld een buitenkans geweest voor beiden : een weekend in Blankenberge, inclusief een bezoek aan de ‘Storms Expo’ en 2 tickets voor deze ‘Extreme Tunnel of Love’ ! De enigszins gevreesde reactie van Shelley’s moeder was volledig onterecht geweest en Ryan’s ouders hadden met veel plezier het benodigde bedrag ter beschikking gesteld. Na de onverwachte dood van zijn oma Rita, langs vaders kant, had hij een tijd lang gebalanceerd op de rand van een depressie. Ze was door een tram gevat bij het oversteken van de baan. Maar daar was plots Shelley, die hem er had uitgetrokken, tot groot geluk van zijn ouders. Ze was gebleven en het moet gezegd : Karel en Annick hadden hun zoon nog nooit zo gelukkig gezien als sinds die tijd ! En daar zouden ze Shelley eeuwig dankbaar voor blijven. Maar ze waren beiden op de hoogte : ook Shelley had haar demonen. Op 15-jarige leeftijd was ze op vreselijke wijze verkracht geweest door Michel Van Tienen, haar eerste en toenmalige vriendje. En toen haar aanbeden vader, Marc, was overleden aan kanker (op het einde mocht ze hem zelfs niet meer bezoeken, hoe graag ze het ook had gewild), was haar moeder Tanya redelijk snel opnieuw in het huwelijk getreden met haar huidige stiefvader Dirk, hoewel er over de man zelf niet één slecht woord gezegd kon worden ! Maar het was duidelijk dat ze beiden pas echt opnieuw het geluk hadden gevonden in elkaars armen. En nu, na een heerlijke eerste nacht en dag, stonden ze samen te staren naar de meer dan indrukwekkende attractie. Het bestond uit 3 verdiepingen en was gans in het zwart geschilderd, met enkel in bloedrode letters het bekende opschrift : ‘Extreme Tunnel of Love’. Het deed vreemd aan : verder was er helemaal niets te zien. Geen heksen, vampiers, draken, levende doden…en toch was het jonge koppel als betoverd door het bouwsel, waar slechts één levensechte gier van zowat 3 meter hoog naast de ingang stond en hen met zijn linker poot (en één luidruchtige kreet) het enige aanwezige karretje aanwees. Het klopte dus, wat de in het Nederlands vertaalde brochure had vermeld : “Slechts één koppel per rit ! Duur : ongeveer 45 minuten ! 5 ritten per dag : wees er op tijd bij en reserveer voor deze extreme  belevenis !” Dat verklaarde ook meteen de torenhoge inkomprijs : € 150,- per koppel ! Nog nooit was Ryan zijn vader zo dankbaar geweest voor diens vrijgevigheid als nu. Inmiddels had Shelley vastgesteld dat het – eveneens zwarte – wagentje niet op de gebruikelijke rails liep. Ze overwoog elektriciteit, hoewel niet één enkel aansluitingspunt zichtbaar was. Maar hoe belangrijk kon dat zijn ? Ze gloeide helemaal : het was pas zaterdagavond, dus hadden ze nog een fijne dag voor de boeg morgen. En later vanavond gingen ze nog eten in een Thais restaurant in de buurt, om daarna opnieuw van elkaars lichaam te kunnen genieten in hun kamer van het erg gezellige en comfortabele hotel. Ze kon zich niet herinneren zich ooit zo gelukkig, zo gewild, zo nodig…zo verliefd te hebben gevoeld ! Met haar stralende glimlach, waar Ryan zo verliefd op was geworden, stapte ze als eerste in het karretje, gevolgd door de man van haar leven, die meteen zijn rechterarm om haar heen sloeg. Vreemd…hun aangekochte tickets werden niet opgehaald en verscheurd, zoals gebruikelijk. Na enkele seconden zette de wagen zich in beweging en verdwenen Ryan en Shelley in het zwartste donker dat ze ooit hadden gezien. Shelley legde haar linkerhand op Ryan’s rechterdij…iets waar hijzelf schijnbaar geen enkel probleem mee had. Shelley zelf hield wel van spookhuizen, maar deze had toch wel een enorm vreemde uitstraling. Het was dan ook vooral Ryan’s wens geweest om dit te doen. Maar hoe dan ook : ze waren vertrokken…in de ‘Extreme Tunnel of Love’ ! En de verwelkoming was er alvast één die kon tellen. Als vanuit het niets kwam, in de lichten van hun wagen, een klein zwart konijntje hen tegemoet gehuppeld. “Oh, hoe lief”, zei Shelley nog, net voor het konijn begon te groeien om al snel de grootte aan te nemen van een Vlaamse reus…en bleef groeien tot ver boven de 2 meter om op dat moment zijn bijtgraag gebit te tonen aan het verbijsterde koppel. Het beet vol overtuiging en gemeen naar Ryan, maar miste hem op een haar, dankzij de ketting die nu pas zichtbaar werd en waar het beest blijkbaar aan vast hing ! Het inmiddels enorme beest trok, rukte en bleef uithalen, maar kwam geen centimeter dichter bij zijn doel, terwijl het karretje uitdagend traag verder reed. “Godverdomme !”, riep Ryan uit. “Dat heb ik nog nooit gezien !”. En terwijl Shelley minstens even bang was geweest, lachte ze hem toe. “Wie ging wie nu weer beschermen, lieverd ?”. Het leek echter een overbodige vraag, daar geen van beiden meteen zin had om de andere te beschermen tegen de heks die, vanuit het donkerte, naderde op…wacht even…dat was absoluut geen bezem waar ze op zat…het was alweer een flink uit de kluiten gewassen vleermuis ! En hoewel onmogelijk, twijfelde Ryan noch Shelley dat dit beest werkelijk leefde ! De vleermuis zette zijn duikvlucht in op het koppel en krijste daarbij als bezeten. Daarbij toonde het een bek vol vlijmscherpe tanden. En met de heks van dienst was het al niet veel beter gesteld. Gekleed in lompen, één hangende borst ontbloot, waren haar lachende en rottende tanden in niets vergelijkbaar met haar vervoermiddel ! Haar felrode ogen werden zichtbaar en Ryan was ervan overtuigd dat ze recht op hen kwam ingevlogen ! Natuurlijk – het was toch maar een spookhuis – trok het beest net op tijd terug op, maar Shelley krijste en riep dat het haar lange, blonde haren had geraakt ! Ryan draaide zich onmiddellijk om en zag het vreemde koppel nog net verdwijnen in een zijpad van hun eigen te volgen weg. Veel vreemder nog vond hij het feit dat hij niet één ijzeren paal, touw of ander middel kon zien waarmee deze akelige wezens in de hoogte werden gehouden ! Ook haar ijzige lach  was Ryan wel erg natuurgetrouw overgekomen. Tenslotte was hij ervan overtuigd dat hij het wijf hun beider namen had horen krijsen, maar besloot dat momenteel voor zichzelf te houden ! Er restte hem trouwens geen tijd voor eender wat : vanuit een verborgen deur langs zijn kant, kwam een man buiten gestapt met een hockeymasker op en gewapend met een baseball-bat. Hij haalde met volle kracht uit naar Ryans gelaat, maar miste hem op een haar na. Ryan was er wel van overtuigd dat hij de wind, veroorzaakt door de dodelijke  slag, had gevoeld. “Gaat dat verdomde karretje niet sneller ?”, riep hij uit. “Lieverd’, reageerde Shelley, “het is maar een illusie”.  Net op dat moment hapte een Duitse herder, gebouwd als een klein paard, naar Shelley’s arm, die de longen uit haar lijf gilde. Het beest bleef uithalen, maar ze slaagde erin om de geviseerde lichaamsdelen steeds net buiten zijn bereik te houden, ook al rook ze de walgelijke stank uit de bek van het dier. “Klotebeest !”, riep ze uit, tot plezier van Ryan, die zich eventjes niet het enige slachtoffer van deze nachtmerrie voelde. Het wagentje trok het verliefde koppel tot op de volgende verdieping. Eens daar gearriveerd, kwam de ‘Alien’ dichter dan enig ander personage tot dan toe. Zeker toen hij zijn smoel uitschoof en de vervaarlijk uitziende tanden, begeleid door een hoop speeksel, uitstak tot op zowat 2 centimeter van Shelley’s gelaat. Ze krijste als nooit ervoor sinds het begin van deze rit ! “Dit is godverdomme écht !”, gilde ze uit. “Oh”, lachte Ryan haar toe, “was dat dan geen illusie ? Het is enkel de mooiste en meest gruwelijke vorm van onesie die ik heb ooit heb mogen aanschouwen !”. Het voorziene koosnaampje bleef echter in zijn keel steken op het moment dat, schijnbaar uit het niets, een naakte en gans over zijn lichaam verbrande man, op de voorkant van hun wagen sprong en uithaalde met een erg groot en vlijmscherp mes ! Nu was dit personage blijkbaar iets minder goed afgestemd dan zijn voorgangers, want het mes ging vlotjes door Ryans hemd. De scheur op zijn linkerarm, werd meteen lichtroze. De verbazing en woede kwamen pas boven, toen de man meteen opnieuw in het niets verdwenen leek. “Wel godverdomme, ik eis hier zo meteen een schadevergoeding ! Zijn die lui hier gek of zo ?”. En op dat moment viel hun wagen plots volledig stil. Links van hen bevond zich een deur met als opschrift : “Last Exit”, terwijl ze voor zich een lichtbak zagen, die bloedrode letters uitspuwde : “Go to Extreme…if you dare !”. De letters vervaagden en werden vervangen door cijfers : 30…29…28… Ryan en Shelley bekeken elkaar en voelden zich plots weer veilig in elkaars aanwezigheid. “Gaan we door, Shell ?”. Ze glimlachte hem toe en twijfelde geen moment. “Zeker weten, baby…dit maken we slechts éénmaal mee !”. Ze kuste hem vol op de mond en beiden voelden hoe, na de 30 seconden bedenktijd, hun wagen opnieuw in beweging kwam…naar de laatste verdieping ! En daar aangekomen…stopte het karretje. Ze stonden op een soort rotonde…een ronde zaal, waar helemaal niets te zien was, behalve de 3 gesloten deuren die erop uitkwamen. Ryan en Shelley keken elkaar opnieuw, nu enigszins verbaasd, aan. “Euh…wat nu?”, vroeg Shelley. “Ach”, antwoordde Ryan, “we zijn nu zover. Laten we dit maar meespelen.” Zijn woorden waren nog niet koud, of de eerste deur ging open. En de hem zo bekende stem kwam hen tegemoet. “Ryan…Ryan…kom je eindelijk afscheid van me nemen ?”. En voor Shelley kon reageren, sprong Ryan uit de wagen en liep de kamer binnen. De koude sloeg hem in het gelaat. Het leek er wel te vriezen ! En daar stond ze : oma Rita, volledig uit elkaar gereten, zoals ze een tweetal jaar eerder onder de tram was bevrijd. Het was een verschrikkelijk beeld : de helft van haar eens zo mooie gelaat was verdwenen…de hersenen lagen bloot. Eén oog was afwezig, terwijl het andere uit de daarvoor bedoelde kas hing te bungelen. Haar gescheurde kledij was volledig met bloed bedekt en zo strompelde ze langzaam naar haar kleinzoon. “Waarom was je er toen niet voor mij, Ryan ? Waarom heb je oma in de steek gelaten ? Kom hier, dat ik je eindelijk nog eens kan vasthouden…”. Ze naderde en Ryan ving een flauwe geur op van haar gebruikelijke parfum dat ze vroeger altijd droeg. Maar het was ditmaal vermengd met de geur van bloed…van de dood ! Terwijl zijn overleden oma op zo’n 2 meter afstand haar armen naar Ryan uitstrekte, deinsde hij achteruit…tot hij opnieuw in de ronde zaal buiten de kamer stond. Meteen sloeg hij met al zijn kracht de deur toe. Nog steeds ongelovig  voor wat hij zonet had ervaren, bleef hij achteruit wankelen tot bij hun wagen. Hij stamelde “Shell, we moeten hier weg ! En wel nu meteen voor ik krankzinnig word !”. Hij draaide zich om en moest meteen vaststellen dat er niemand meer aanwezig was. Waar was Shelley gebleven, verdomme ? Op dat moment kwam een geluid uit deur nummer twee hem tegemoet. Hij kon het niet thuisbrengen, hoewel het hem enigszins bekend in de oren klonk. “Shell, ben jij daar ?”, riep hij, maar hoewel het geluid aanhield, kwam er niet echt een duidelijk antwoord. Ryan liep erheen en opende de deur. Hoe oud hij ook zou worden, zou dit beeld – meer nog dan dat van oma Rita – hem blijven achtervolgen. Shelley lag vastgebonden op een ijzeren tafel en werd, voor de tweede maal in haar jonge leven, verkracht. En hoewel Ryan er niet zeker van was, was hij ervan overtuigd dat de dader opnieuw Michel Van Tienen was, die zijn lusten op haar botvierde. Minstens even erg was de aanwezigheid van Shelley’s aan kanker overleden vader die, volledig in staat van ontbinding, het gebeuren luidop lachend bekeek en schijnbaar applaudisseerde voor de beestigheden die Michel op haar verrichtte ! Ryan wou er net heen lopen, maar zag toen hoe Michel en Shelley hem zelf beiden grijnzend aankeken. Zelfs toen Michel voor zijn ogen met een Stanleymes Shelley’s keel oversneed, bleef ze rustig, bijna genietend naar Ryan staren. En net voor haar dood intrad, keek ze Michel glimlachend aan en sprak haar laatste woorden : “Heerlijk Michel…Hier heb ik 5 jaar op moeten wachten…”. Michel glimlachte naar haar, inmiddels haar overvloedige bloed opvangend in een champagneglas, waarna hij het meteen, nog warm en wel, aan zijn mond zette en het als een cocktail in één teug naar binnen goot ! Ryan kotste  alles uit wat zich in zijn lichaam bevond, liep de kamer uit en haastte zich naar de laatste deur, waar zou – nee, moest – blijken dat alles een zieke grap was geweest van een wel erg ‘Extreme’ spookhuis ! De derde deur stond open en voor hij er binnen liep, vroeg Ryan zich af of er verschillende soorten donkerte bestonden. Zo ja, was dit de overtreffende trap ! Dit leek op de hel. En toch…toch moest hier ergens de redding en oplossing voor dit alles te vinden zijn. Of was ook Ryan nu in de muizenval getrapt ? Voet per voet schuifelde Ryan heel stil vooruit om plots tegen iets aan te lopen. Meteen ging er een rood licht aan, wat de dikke man met de beulskap, die hun de ingangstickets had bezorgd, een nog akeliger aanzien gaf. Angst nagelde Ryans voeten aan de grond. Hij kwam zelfs niet in beweging toen de beul hem vastnam bij de keel met zijn linkerhand, terwijl hij met zijn rechterhand, dat een klein mesje vasthield, Ryans mond openwrong en in één korte beweging zijn tong verwijderde. En net voor hij het bewustzijn verloor, kon Ryan nog enkel denken aan Shelley…Shell…She…….   2 maanden later te Antwerpen De magere en schijnbaar jonge kerel met de beulskap op zijn hoofd, griste het geld uit de handen van Astrid die, samen met haar vriend Eddy, er alles voor over had deze éénmalige attractie mee te kunnen maken. Eddy was immers enkele maanden eerder zijn moeder verloren aan een hersenbloeding. En wat haarzelf betrof, werd het eindelijk tijd komaf te maken met de herinneringen aan haar pedofiele vader, waarvan zijzelf het grootste slachtoffer was geweest. Dus een beetje vertier in deze ‘Extreme Tunnel of Love’ was hen wel gegund, vonden ze ! Even leek het haar alsof de jonge kerel achter de kassa haar iets wilde vertellen, maar veel meer dan wat onverstaanbaar gemompel kwam er niet uit zijn onzichtbare mond. Was het misschien de vreemde blik in zijn ogen achter de zwarte kap ? Ach, in ieder geval, vond Astrid, was dit hun weekend en werd het tijd om afscheid te nemen van hun eigen demonen. Ze namen plaats in het enige aanwezige karretje…   

Paul Smeyers
0 2

FRANKY

Franky kon zich nog precies herinneren waar en hoe hij op het idee was gekomen. Het was in 2008, het rampjaar bij uitstek in zijn persoonlijke top-10. Diane had hem na 18 jaar verlaten voor dezelfde reden dat hij enkele maanden later tevens ontslagen zou worden bij een havenbedrijf in Antwerpen : zijn drankzucht. Slechts enkele weken voor zijn ontslag, was hij nog uitgenodigd op een feest van het bedrijf dat zijn 25e jaar vierde en waarvan de cijfers nog steeds elk jaar stegen. En het moet gezegd : ze hadden kosten noch moeite gespaard ! Hun hele magazijn en enorme buitenparking leek wel één groot pretpark voor jong en oud. Springkastelen, ritjes op scooters met 3 wielen op een parcours, kleiduifschieten, en nog zoveel meer. En wat meer was : je kon geen tien stappen zetten voor je aan het volgende drankstalletje kwam, alles gratis natuurlijk. Maar voor veel uitgenodigde klanten (en het personeel natuurlijk) was de container ongetwijfeld de plaats waar ze hun meeste tijd doorbrachten. Het was een knalrode 40 foot container, omgebouwd tot een heuse bar. En het leuke eraan was : daar kon je enkel terecht voor cocktails die allen de naam droegen van machines die werden gebruikt op hun werf of magazijn. Zo kon je onder andere een 20’er bestellen of een 40’er (de grootte van de containers), een kraan, een grijper, een bobcat, een reacher, een heftruck, enzovoort. En de inhoud ervan bleef steeds geheim, zodat niemand wist wat ze precies dronken. Over één ding waren ze het wel eens : ze waren allemaal even verrukkelijk ! Vanzelfsprekend werd elke klant (niet de werknemers in dit geval) veilig thuis gebracht – indien gewenst – door de aanwezige colonne van ‘Responsible Young Drivers’. Ondanks het feit dat Franky na het vertrek van Diane een steeds grotere afnemer werd van zowat alle alcohol verkrijgbaar in grootwarenhuizen, was hij er van overtuigd dat hij sowieso wel veilig zou thuis geraken. Helaas voor Franky (en aardig wat andere personeelsleden én klanten !) stond het feest op die zaterdagmiddag ‘geseind’. Het leverde hem precies een afstand op van 250 meter, een boete van € 1500,- en een maand rijverbod. En enkele weken en verwittigingen van zijn ploegbaas later, viel het finale verdict. Gelukkig werd hij wel netjes uitbetaald (anciënniteit inbegrepen), zodat hij toch weer enkele weken verder kon, op zoek naar een nieuwe baan. En op een avond enkele dagen na zijn ontslag, onder het genot van een ‘single malt’ (dat kon er nu wel even af !), begon zijn idee te rijpen. Hij zou natuurlijk wel zijn bank moeten aanspreken, maar dit idee moest hen toch kunnen overtuigen ! De volgende ochtend zat Franky al vroeg achter zijn Dell laptop, surfend van site naar site. Naast hem lagen er reeds talloze papieren, vol geschreven met sites, telefoonnummers, e-mailadressen en namen. Hij zou zijn dag volledig spenderen aan het klaarmaken van een dossier met foto’s, daar hij de volgende dag reeds een afspraak had met de filiaalhouder van zijn bank. Gelukkig had Pierre Verdonck tijd in de voormiddag, want Franky wilde niet het risico lopen dat zijn drankadem roet in het eten zou gooien. Oh, hij wist precies wat hij wilde…het was als een droom die zou uitkomen. Maar Pierre stond niet bekend als de makkelijkste man om leningen toe te staan in deze tijden. Toen zijn dossier eindelijk klaar was, schonk hij zich een flinke whisky in en toastte op de uitslag van morgen ! De volgende dag, rond het middaguur, verliet Franky zijn filiaal met de glimlach van een kind dat zonet een speelgoedwinkel had mogen plunderen ! Hij voelde zich groots : hij zou een zelfstandige worden ! Niet enkel had hij de goedkeuring op zak, maar het enthousiasme van Pierre Verdonck was minstens even belangrijk : eindelijk had hij iemand kunnen overtuigen van zijn ideeën en gevoelens. Dat moest als vanzelfsprekend gevierd worden in café “Het schutterke”, waar hij vriend aan huis was. Terwijl hij de deur van het café nog sloot, riep hij luidkeels : “Tournée Générale !”, wat hem de gebruikelijke grapjes opleverde van “De lotto gewonnen, Franky ?”, “Ha, ga je eindelijk eens opnieuw aan de slag ?”, “Nieuwe vriendin, maat ?”. Natuurlijk kon Franky zijn mond niet houden tegen de 4 mannen die samen met hem aan de toog hingen. En man, wat voelde hij zich goed toen hij enkele uren later, met gelukwensen overladen, het café verliet. Het voelde ook enigszins aan als een vrijgezellenavond, daar hij van plan was om een rem te zetten op zijn dranklust ! En morgen…morgen zou hij pas echt aan het werk gaan !   Surfend op de sites, had hij zijn oog laten vallen op het nieuwe model van de Peugeot Boxer met een interieurvolume van 17 m3 ! Natuurlijk moest de garage zelf enkele aanpassingen doen, maar voor het interieur zou hij zelf zorgen, samen met zijn vriend Filip. En terwijl hij daarop wachtte, werd het tijd om de drankkaart samen te stellen. Vanzelfsprekend kon die steeds uitgebreid worden, maar er moest begonnen worden met een basis. En ook daarvoor had Franky een idee, zo simpel dat het opnieuw leuk werd. Zijn cocktails zouden namen krijgen…eigennamen dus. En dat niet alleen : hij zou denken aan jong en oud. Het idee was als volgt : de jongensnamen waren mét alcohol, de meisjesnamen zonder. En om te vermijden dat zijn cliënteel een kat in een zak zou kopen, had hij het volgende bedacht : het percentage alcohol zou oplopen, naarmate het alfabet. Bijvoorbeeld zou je wel enkele “Adams” naar binnen kunnen kieperen zonder problemen, maar één “Zapato” zou voldoende zijn om André Hazes opnieuw uit het dodenrijk te laten opstaan ! En, net als op het feest, moesten de ingrediënten onbekend blijven ! Franky kon niet wachten tot zijn wagen geleverd werd (ongeveer 2 maanden had men hem gezegd) en hij aan de slag kon gaan. Pierre Verdonck had hem geholpen met het noodzakelijke papierwerk en wat of hoe hij iets moest aanpakken om met de wet in orde te zijn. Peugeot hield woord en de grote Boxer werd inderdaad geleverd binnen de afgesproken tijd. De interne installatiewerken met Filip duurden ook minder lang dan verwacht. De Boxer was, zoals gevraagd, pekzwart met op de zijkant, in sierlijke vuurrode letters : FRANKY. Peter (‘De kale’) was een artist op de computer en zorgde al snel voor de nodige flyers en naamkaartjes met alle nodige informatie. De dagen gingen voorbij en inmiddels was Franky begonnen met het maken – en vanzelfsprekend – voorproeven van zijn cocktails en voorzag ze daarna van een naam, daarin bijgestaan door Filip en Peter. Ze hadden inmiddels ook 40 precies dezelfde flessen aangekocht, die perfect pasten in de ijzeren houders die Filip had gemonteerd. Franky vond het geen zicht hebben dat de etiketten van de flessen moesten worden gescheurd, waarna de meeste mensen de betreffende inhoud toch zouden herkennen aan de vorm ervan. Trouwens, dat leek ook de beste oplossing, zodat niemand zou weten uit wat zijn ‘speciale ingrediënten’ bestonden ! Dat wisten zelfs zijn makkers niet, die elke cocktail nuttigden en over ieder uitgeschonken glas meer dan enthousiast waren ! Natuurlijk waren er cocktails bij die enigszins proefden naar hun bekende originele broertjes, zoals een  ‘Michael’ (Manhattan), een ‘Olivier’ (Bloody Mary), of een ‘Xander’ (White Russian) of de ‘Zapato’ (Zombie). Maar geen van allen smaakten precies als hun bekendere evenknieën, daar zorgden de ‘speciale ingrediënten’ wel voor. Het waren net de cocktails zonder alcohol die het moeilijkst te maken waren of een naam te geven. Maar zolang Franky voldoende  (op voorhand gepeld) fruit bij had, slaagde hij er steeds in kinderen of – meestal - vrouwelijke klanten te voorzien van het gewenste. Vanzelfsprekend werd er altijd gedronken uit originele glazen, steeds voorzien van een ‘F’. En alles was ingeladen en had zijn vaste plaats : de 7-delige shaker, de rietjes, de mixer, de stamper, de zeef, enzovoort. De verschillende soorten glazen hadden allemaal hun plaats zonder de mogelijkheid te vallen of breken en zowat 30 van de 40 aangekochte flessen waren vol… ‘Franky’ kon van start gaan ! Het was inmiddels midden december geworden, dus stilaan gingen de kerstmarkten open : de gelegenheid om er meteen in te vliegen ! Franky zorgde ervoor dat er steeds voldoende oesters aanwezig waren, daar hij er telkens één gratis serveerde bij het gevraagde drankje. En het liep meteen als een trein ! Peter vermeldde dagelijks op de site waar ‘Franky’ te vinden was en de flyers hadden hun naam niet gestolen : ze vlogen de deur uit ! Want ook dat was een optie : bij een bedrijfs- of familiefeest kon je ‘Franky’ de boel laten opluisteren. Zelf dronk hij nog wel eens een borreltje, maar enkel wanneer de camionette opnieuw in zijn garage stond en de voorbereidingen voor de volgende dag klaar waren ! En hoewel zijn prijzen niet aan de lage kant waren (variërend tussen ongeveer € 5,- voor een alcoholvrije drank tot € 25,- voor een ‘Zapato’), liep het storm en kon Franky de afbetalingen tot Pierre’s genoegen makkelijk aan. Hij gebruikte dan ook enkel goede merken en leverde prima service, glimlach altijd inclusief. Het enige dat hem soms zorgen baarde, waren de speciale ingrediënten. Er was niet zo makkelijk aan te komen en net die gaven zijn cocktails die extra ‘touch’, zo geliefd bij alle klanten ! Het gebeurde  tijdens een familiefeest in Knokke. Er leken aardig wat genodigden te zijn en de cocktails vlogen zijn camionette uit ! De familie die het evenement organiseerde, Van Hove-Maras, zou alle kosten op zich nemen. En plots stond ze daar : Eva, een nichtje van de familie naar eigen zeggen. Ze bestelde een ‘Quentin”, wat een behoorlijk zware cocktail was ! Maar toen Franky hem serveerde, bleef ze bij hem staan. Eva was ongeveer 1.65 m., erg slank en ogen om in te verzuipen ! Ze had kort zwart haar met blonde meches. En doordat ze zoveel lachte, kreeg Franky regelmatig een blik op haar prachtig gebit met spierwitte tanden. Hij moest het toegeven : ze was prachtig ! “Ben jij van hier in de buurt ?”, vroeg ze. “Niet echt, ik ben afkomstig uit het Antwerpse.” “Werkelijk ?” Eva straalde ! “Ik woon zelf in Berchem en ben naar hier gekomen met de trein. Kan jij me straks een lift geven ?”  Thans was het de beurt aan Franky om zich te verheugen. “Ja, natuurlijk…maar hou het wel stil hier, want anders kan ik in problemen komen met de verzekering. Omdat ik single ben, ben ik niet verzekerd voor verwondingen aan derden in mijn wagen.” “Komt in orde”, lachte Eva hem toe en keerde opnieuw naar het feestgedruis. Er waren inmiddels alweer 2 bestellingen geplaatst, maar toch bleef hij even kijken naar de erotische bewegingen van Eva’s heupen, benen en kont ! “Ja, zegt U maar”, sprak hij tenslotte en het werk was alweer in volle gang !   Franky had het precies allemaal netjes bijgehouden en was zelf verbaasd over het bedrag dat hij die dag had verdiend : € 3.150,- en dat op één dag ! De heer des huizes kwam zelf met hem afrekenen en gaf er nog een fikse bonus bij van € 150,- vanwege ‘de geweldige service en de fantastische cocktails’ ! Terwijl Franky de boel aan het opkuisen was, kwam Eva, tot zijn groot plezier, nog even langs. “Hey, ik ga stilaan afscheid nemen van iedereen en wacht dan op je achter de hoek. Is dat oké ?” Franky vond het meer dan ‘oké’. Hij zei Eva dat hij nog een tiental minuten werk had en dan zou vertrekken. Een kwartiertje later zag hij inderdaad Eva hem staan op te wachten achter de hoek. Ze stapte meteen in en, begeleid door ’S &M’ van Metallica, zetten ze het uurtje rijden naar Antwerpen in. “Hoe kom jij toch aan de recepten voor die geweldige drankjes ?” Nu was Franky niet gek op het woord ‘drankje’ als het verwees naar zijn verkoopwaar : het waren cocktails, niet meer, maar zeker niet minder. Hij besloot het er echter bij te laten. Het was inmiddels al een tijdje geleden dat hij nog in contact was geweest met zo’n mooie vrouw als Eva en wou de stemming niet doen omslaan. “Ach ja, het is een kwestie van blijven proberen, proeven, toevoegen, enzovoort. Je kan het wat vergelijken met een chef in een restaurant, steeds op zoek naar nieuwe en verfrissende gerechten.” “Nou, wat mij betreft heb je je eerste Michelin-ster binnen dan”, lachte ze. Wat zijn nou bijvoorbeeld de ingrediënten van zo’n ‘Quentin’ ?” “Ha ha, nice try”, reageerde Franky. “maar dat blijft het geheim van de chef, natuurlijk !” “Is er dan niemand die weet wat er precies in de cocktails zit, behalve jij ?” “Nee”, zei Franky. “We hebben ze wel uitgeprobeerd met enkele maten, maar wat juist de ingrediënten zijn per cocktail, zit enkel in mijn hoofd.” “Dus als er iets met jou moest gebeuren, is het afgelopen met ‘Franky’…letterlijk en figuurlijk ?” “Mja”, moest hij toeven, “maar dat zal nog niet voor meteen zijn. Nou ja, dat hoop ik toch !” Ze hadden de Expressweg genomen tussen Knokke en Antwerpen en reden nu net de ring op. “Hey luister eens, Eva. Ik woon op de Linkeroever, wat nu de eerste afslag is. Heb je zin om er nog eentje mee te gaan drinken bij mij thuis ? En die zijn vanzelfsprekend voor rekening van de baas !” Eva twijfelde even. Ten slotte kende ze Franky nog maar net. Aan de andere kant, er zat niemand op haar te wachten, hij zag er leuk uit en zijn drankjes waren formidabel. “Goh ja, waarom niet ?” Franky lachte en nam de afrit om daarna de laatste straten te nemen tot aan het strand van St.Anneke waar hij aan de overkant een huis had. Toen hij zijn camionette parkeerde, keek Eva vol verbazing naar het huis. “Nou nou, die business schijnt enorm op te leveren. Geen zin in een partner ?” Franky lachte alweer, stapte uit, maar negeerde de vraag. “Oké, moet nog even alles wegzetten en dan kom ik eraan. Door die deur kom je in de hall en op de eerste verdieping is de woonkamer. Ga maar al door.” “Hoezo, alles wegzetten ? En mijn cocktail dan”, vroeg Eva, gespeeld sip kijkend. “Maar mevrouw, voor speciale klanten heb ik speciale drankjes. Nee serieus, heb dezelfde flessen ook boven staan, dus je zal niets tekort komen”, antwoordde hij knipogend. En inderdaad…ze kwam niets tekort ! Na nog 2 ‘Quentins’ zaten ze reeds te kussen in de woonkamer en de derde werd meegenomen naar de slaapkamer… 3 uur later schrok Eva plots wakker. Franky was verdwenen uit bed. “Franky !”, riep ze, maar haar roep bleef onbeantwoord. Ze stapte naakt uit bed en trippelde als een muis zo stil door de ganse eerste verdieping…maar geen sein van Franky. Eva liep de trap af en riep nogmaals zijn naam, met hetzelfde resultaat…of beter : het gebrek eraan ! Toen hoorde ze plots een geluid achter een deur. Ze opende de deur en zag een trap die ongetwijfeld leidde naar de kelder. “Franky !”, riep ze nogmaals en nu had ze meer geluk. “Ja hier, kom maar”, reageerde hij. Voorzichtig liep ze de trap af en vroeg zich af of ze niet beter een T-shirt van hem had aangetrokken. Ze zette haar voet van de onderste trap op de grond en zag, vlak voor haar, alweer een deur. Ze opende ze en liep naar binnen. Haar ogen werden schoteltjes : dit had ze nog nooit gezien ! Voor haar stond een soort van eettafel, gans in hout. Maar je kon het evengoed vergelijken met een enorm grote vleesplank, vanwege de diepe geulen aan de zijkanten en het grote gat in de linkerhoek om het sap weg te laten lopen of op te vangen. Ze hoorde iets achter haar en Eva draaide zich net op tijd rond haar as, om daar Franky te zien staan, ook naakt, behalve dan een wel erg vuile (bebloede ?) slagersvoorschoot rond zijn lichaam. Haar hersenen registreerden echter iets te laat het kapmes dat naar beneden suisde en haar mooie hoofdje in tweeën spleet. Franky nam haar voorzichtig op en legde haar meteen op de zelfgemaakte slagerstafel. Het bloed liep via de geulen naar het gat, waar het werd opgevangen in 2 grote emmers. Later zou het nog gezeefd en gezuiverd worden. En natuurlijk flink gekruid ! Want die samenstelling maakte zijn cocktails als…verslavend ! Inmiddels ging Franky verder met het opensnijden van Eva’s lichaam, om de voornaamste organen zoals maag en nieren te verwijderen. Ook de hersenen werden zoveel mogelijk verwijderd. Franky stond ervan versteld welk een verfijnde hapjes hij zijn cliënteel reeds had kunnen voorzetten, gemaakt van deze organen. Ook het hart was natuurlijk bruikbaar. Onder het werk door, bedacht Franky hoe makkelijk het feitelijk allemaal ging. Eerst de ploegbaas die hem had ontslagen op de werf en als vermist was opgegeven (Franky had zelfs nooit bezoek of een telefoontje van de politie gekregen) en nu Eva, die alleen woonde op haar appartementje in Berchem en wiens ouders waren omgekomen bij een onfortuinlijk vliegtuigongeval. Ook zij zou niet meteen gemist worden en zo ja…niemand zou haar ooit kunnen linken aan de eigenaar van de cocktailbar. Toch prettig wat je zo allemaal te weten kan komen op een autotocht van één uurtje. Ach, de ploegbaas was niet eens moeilijker geweest. Hij had hem gewoon opgewacht in een stille straat achter de hoek van het café, waar die elke donderdagavond ging kaarten. Franky had een platte band gefaket en om wat hulp gevraagd. Een snelle slag met een hamer en hop…de camionette in. Je zou er trouwens verbaasd over zijn, hoe makkelijk is het om ‘s nachts een plastic zak te begraven, diep in het bos van St.Anneke ! Ach, natuurlijk zouden ze hem ooit wel op het spoor raken, maar dan, bedacht Franky, was hij al lang verdwenen met de noorderzon…naar het zuiden weliswaar ! Franky ging aan de slag met het bloed, daar dit toch steeds het belangrijkste ingrediënt bleef van elke cocktail die hij maakte…alleen kwam hij er veel langer mee toe, daar er niet teveel aan mocht toegevoegd worden. Het gaf gewoon elke cocktail zijn eigen stevige punch mee ! Zowat 4 liter bloed van Eva werd ingevroren…1 liter hield hij reeds opzij in zijn eigen fles in de ijskast. Zo, wat zijn cocktails – met bijbehorende hapjes van het huis – betrof, kon hij er nu weer ongeveer een maand of 3 tegen. Tegen die tijd zou het zomer zijn en wachtte hem zon, zee, strand…en verloren gelopen kinderen of verdwaalde toeristen. Ja ja, ‘Franky’ was een lang en voorspoedig leven beschoren !      

Paul Smeyers
0 0

BLOEDBROEDERS

“Je zal het godverdomme altijd zien”, mompelde Eric Van Gool, die net zijn toch al zo hectische leven een 10-minuten durende break had toegestaan op het toilet, toen er werd aangebeld. Eric keek naar zijn rechterzijde, waar de papierhouder hing, om pas op dat moment vast te stellen dat het kartonnen rolletje zijn dagen in eenzaamheid sleet. De verwensingen aan gans het gezin – hijzelf uitgezonderd – bleven niet uit. Gelukkig was er zijn vaste begeleider op het toilet in de vorm van het weekblad Humo, waaruit hij meteen enkele pagina’s scheurde. Helaas, besefte hij, zoals altijd ‘net iets te laat’, dat glanzend papier een enigszins ander gevolg heeft bij het vegen der kont dan hun gebruikelijke merk. En terwijl zijn hand (met papier) halverwege zijn rug eindigde, weerklonk de bel van de voordeur opnieuw. Snel trok hij zijn slip en broek omhoog en trok door, om tot zijn verbazing te moeten vaststellen dat het weekblad zich niet zomaar liet verwijderen in het kolkende water. Snel trok hij nog één keer opnieuw door en haastte zich meteen naar de geduldige persoon aan de deur. Roger Sanderse, zijn Nederlandse buurman stapte onmiddellijk de hall binnen, zijn pruik een beetje scheefgezakt door het heersende winderige weer sinds enkele dagen. Het viel Eric meteen op, maar hij besloot er niets van te zeggen. Was hijzelf trouwens ook niet enigszins winderig wegens ‘onafgehandelde zaken’ ? “Hey buurman”, begon Sanderse, “flink windje buiten, niet ?”. Gezien zijn voor de hand liggende reactie iets té intiem leek om met Roger te delen (“binnen ook”), kon hij de stelling enkel beamen. Roger stapte ongevraagd verder de hall in om intussen te melden dat het er naar ‘poep’ rook. Toen Eric hem voorging naar de woonkamer, werd hij gevolgd door de bulderlach, eigen aan Sanderse, waar hij zo’n hekel aan had. “Nou nou Eric, ik hoop maar dat het niets te maken heeft met die streep op je rug, want daarvan lijkt de afkomst me wel erg duidelijk ! Maar goed, alle gekheid op een likstokje, heb jij toevallig een lekker flesje melk in huis ?”. Eric vroeg zich af wat de woorden ‘toevallig’ en ‘lekker’ in deze vraag te betekenen hadden, maar begaf zich naar de keuken, inmiddels een achteloos weggeworpen T-shirt van Johnny van de trapleuning nemend om het aan te trekken. Hij troostte zichzelf met de gedachte dat het er evengoed één had kunnen zijn van Kenzo. Opnieuw in de woonkamer gekomen met ‘het lekker flesje melk’, veranderde de gelaatsuitdrukking van buurman Sanderse als bij donderslag. Eric voelde meteen (toen nog figuurlijke) nattigheid en keerde terug de hall in om zich te begeven naar de manshoge spiegel. Zijn ogen puilden zowat uit hun kassen toen hij het zopas aangetrokken T-shirt zag : onder de tekst “Hey guys, I had sex with this beauty”, wat niet eens zo erg was, ware het niet dat de daaronder weergegeven (naakte) foto er één was van Emma Sanderse, de 16-jarige dochter des huizes ! “Euh…luister Roger, dit shirt is niet van mij natuurlijk. Hij is van mijn zoon, Johnny hoor”, stamelde Eric, alsof dàt het teken moest zijn voor Roger om een vreugdedansje in te zetten ! Trouwens, daar zou niet eens tijd voor zijn geweest, want precies op dat moment weerklonk het geluid van een sleutel in het slot en een zich openende deur. Johnny kwam binnen, keek zijn vader even lachend aan en vroeg : “Hey pa, jij ook ?”. Inmiddels kwam vader Sanderse vloekend de woonkamer uit. “Wel godverdorie, ik moet er meteen van gaan poepen !”, schreeuwde de niet langer erg vrolijk kijkende Nederlander uit op weg naar het toilet. Johnny schrok wel even van deze plotse situatiewijziging, maar voegde er al meteen een welgemeend “Awel, ik krijg ook wel zin” aan toe.  De zo gekende bulderlach bleef deze keer uit ! Terug in de keuken bekeek Eric zijn oudste zoon. “Godverdomme, John,” (een teken dat het hem menens was) “hoe kom jij in hemelsnaam aan dat T-shirt ?”. “Die kan je gewoon laten maken, pa. De tekst is vooraf gedrukt en al wat je moet doen is een foto bezorgen van de gelukkige…et voilà.”  “Et voilà…et voilà”, riep Eric nu helemaal over zijn toeren uit, “en hoe kom jij aan die foto van euh… allez, het buurmeisje ?” Johnny keek zijn vader ietwat schaapachtig aan. “Allez pa, zeg…wat denk je nu zelf ?”. “Maar ik dacht dat jij op oudere vrouwen viel ! Emma is verdomme pas 16 !”. De verdediging liet niet lang op zich wachten ! “Jij moet toch zelf ook reeds hebben gezien dat ze er veel ouder uitziet dan dat ??” Inmiddels was blijkbaar Roger’s toiletbezoek teneinde, te horen aan zijn fel gebrulde : “Hey buurman, het papier is op !!”. Verdomme, helemaal vergeten natuurlijk. “Euh Roger, gebruik maar enkele pagina’s van het magazine dat daar ligt !” Er werd wat gemompeld, maar bleef verder stil, tot plots een enorme schreeuw weerklonk. Eric haastte zich naar het toilet. “Roger, wat is er aan de hand ?” “Aan de hand ? Niks verdomme, aan mijn kont !”, want vanzelfsprekend hielden maar weinig mensen rekening met het gevaar op nietjes bij een toiletbezoek. Inmiddels werd er doorgetrokken, maar zelfs dat verliep niet in de gebruikelijke stilte ! De reden hiervoor was niet ver te zoeken, daar buurman Sanderse met luide stem verkondigde dat dat papier niet verdween op de gebruikelijke manier. Alsof Eric daar nog op gewezen moest worden : hij stond inmiddels met zijn beide blote voeten in het gekleurde water, begeleid door enkele ferme (en vers) gedraaide drollen, onder de iets te hoog opgehangen deur, hem tegemoet zwemmen. Roger verliet het toilet en raakte Eric, die toch al niet zo stevig in zijn schoenen…nou ja, op zijn blote voeten stond, in de zij met de geopende deur, waardoor hij uitschoof en zo volledig in de aanwezige smurrie viel. Hij probeerde zich terug recht te zetten, daarmee met zijn linkerhand in een ongetwijfeld Nederlandse drol pakkend (hij was nog warm !). Nu was Eric’s maag al niet van de sterkste, maar dit overschreed de limiet van het voedsel verterende orgaan, waardoor de reeds erbarmelijke staat van de hall verder werd bevuild met een flinke hoop onverwachte kots. En terwijl de eerste  hondenpootjes duidelijk op de trap waarneembaar waren, kon Eric zich onmogelijk voorstellen dat er iemand op de wereld bestond, die er nog erger aan toe was dan hijzelf. Kon dit nog erger ? Ja, hoor…dat kon ! Inmiddels stond Brenda, Eric’s echtgenote, al zowat 15 minuten te wachten voor het huis van Nick, de vriend van hun andere 16-jarige zoon, Kenzo. Had hij niet beloofd haar buiten te treffen rond 16.00 u. ? Vloekend stapte Brenda uit haar auto, stak de straat over en belde aan. Het bleef echter doodstil in het huis. Brenda naam haar GSM en tikte het nummer van Kenzo in, dat helaas meteen op voicemail sprong. Brenda liep langs het huis heen en was opgelucht te kunnen vaststellen dat de verandadeur, die uitkwam in de keuken, wel geopend was. Ze liep voorzichtig binnen en riep, voor zover haar hese stem het toeliet (het gevolg van een spelletje ’50 shades’, helaas onderbroken door hun Cockerspaniël Rakker én beide zonen) : “Hello ! Is hier iemand?”. Terwijl haar vraag onbeantwoord bleef, nam ze toch een geluid waar op de eerste verdieping van het huis. Het luchtte haar duidelijk op. “Ach, waarschijnlijk videospelletjes aan het spelen en de tijd natuurlijk vergeten”, vergoelijkte ze haar jongste spruit. Terwijl ze de  trap beklom, klonk het geluid nu duidelijker. Het was een nummer dat ze de laatste weken verschillende keren had mogen (moeten !) aanhoren : “Writing’s on the wall” van ene Sam Smith. Het verbaasde haar niet echt : beide jongens waren fervente fans van Bond…James Bond. Eens bovengekomen op de eerste verdieping, liep ze meteen af op de deur die ongetwijfeld toegang gaf tot de bron van de muziek. Ze klopte netjes aan, maar bij alweer een gebrek aan enige reactie, ging ze de kamer binnen. De gekwelde schreeuw van Eric Van Gool klonk ei zo na op hetzelfde moment als de door merg en been gaande gil van zijn echtgenote. Het hoeft geen betoog dat de aanleidingen veel verder uit elkaar lagen ! Bij Eric was het meteen duidelijk wat de aanleiding was tot zijn schreeuw : Rakker had eindelijk de plaats des onheils bereikt en liet zich onmiddellijk vallen om ruggelings door de smurrie te wroeten. Eric probeerde hem weg te duwen, wat hem een beet opleverde tussen duim en wijsvinger van zijn toch al zo gemartelde linkerhand. Buurman Sanderse, niet van een kleintje vervaard, probeerde Rakker vast te pakken, waardoor zijn pruik nog schever op zijn hoofd terecht kwam. Dat was vanzelfsprekend het teken voor Rakker om het kleinood in zijn bek te nemen, het even te laten vallen in de inmiddels kletsnatte hall, om er dan opnieuw mee te verdwijnen naar hoger gelegen verdiepingen. Sanderse riep luidkeels : “Mijn haar ! Mijn haar !”, wat Eric een overdreven reactie vond, gezien de werkelijke afkomst ervan. En geen écht haar op zijn hoofd dat eraan dacht om het opnieuw af te pakken van de hond ! Roger Sanderse had inmiddels wel het water afgesloten, maar toch bleef zowat de ganse katern van  televisieprogramma’s voor volgende week, uit de pot stromen. Mompelend over het verlies van zijn hoofdbedekking, begon Roger Eric te helpen met de opruimingswerken. En ook Eric liet zich uit in verdekte termen.  Waar bleven Brenda en Kenzo ?  En waar was Johnny (onwetend over het vroegtijdig vertrek van zijn zoon na het aanschouwen van het rampgebied) ? Inmiddels kwam Rakker, nog voorzien van een klein plukje haar aan zijn bek, opnieuw de staat van de hall opmeten, daarbij vanzelfsprekend enkele keren door het moeras lopend. “Godverdomme, smerig kutbeest ! Ik maak je kapot ! Ik zaag je in kleine stukjes en voeder je aan de meeuwen !”, schreeuwde Eric, nu nog meer opgewonden van woede. Helaas stonden zowel alle ramen bij het gezin Van Gool (voor de stank) als die bij de andere buren, de familie Leysen (voor wat frisse lucht) helemaal open, zodat Eric’s woorden duidelijk de verschrikte buren bereikten, wat deze niet meteen gerust stelden over de mentale gezondheid van buurman Van Gool. Mevrouw Leysen hoopte maar dat hun jongste zoon niet alweer het slachtoffer was van deze tirade, na het winnen van een of ander spel. Want na de reactie op een spelletje badminton, enkele dagen geleden, had de man zich als een notoir slechte verliezer getoond ! Bij Brenda lag het enigszins anders. Want, wat haar betrof, was haar zoontje het slachtoffer van een verschrikkelijke misdaad, inclusief moord en verminking ! Haar gil weerklonk tot 3 huizen verder. De daders hadden zeker dezelfde ingang gebruikt als zijzelf ! Verder gillend en, inmiddels ook huilend, greep ze naar haar GSM om de politie, brandweer, ziekenhuis en alle andere mogelijke diensten hiervan op de hoogte te brengen. Tot ze plots zag dat er nog enige beweging in Kenzo’s hoofd leek te zitten ! Dat maakte echter in Brenda’s verstoorde brein de zaken er niet beter op : zolang Kenzo’s benen zich naast zijn eigen hoofd bevonden, was er van enig spoedig herstel zeker geen sprake ! En wat hadden die smeerlappen verdomme in zijn mond gestoken ? Veel meer kon ze niet zien, daar de rest van het bed was verborgen onder een donsdeken. Maar die grote bult in het midden deed niet meteen het beste verhopen ! Was dat het lijkje van zijn vriend Nick ? Ze ging voorzichtig de kamer in en zag tot haar ontzetting dat er tevens langs de andere kant van het bed 2 wijd open benen lagen… Brenda slaakte nog net één gil, voordat bij haar het licht helemaal uitging… Het was stil…Bijna muisstil zelfs tijdens het avondeten bij de familie Van Gool. Iedereen was boos en weigerde tegen elke andere aanwezige één woord te uiten. Niemand begreep waarom alle anderen geen enkel begrip konden opbrengen voor hun eigen situatie. Toen Brenda, nog flauw op de benen, maar woedend op Kenzo thuis was gekomen, blonk de hall weer als een spiegel. Zij was ervan overtuigd dat Eric met zijn verhaal alweer flink had overdreven ! Zelfs het aantal beten (Rakker was echt toe geweest aan een bad !) in zijn armen, kon haar niet overtuigen. En haar ‘kleine jongen’ naakt aantreffen onder het omgekeerde lichaam van Nick, had haar humeur zeker geen goed gedaan ! Eric begreep langs zijn kant dan weer niet waarom zijn vrouw zo boos was : hij had meteen met haar willen wisselen wat het doorbrengen van hun middag betrof. Kenzo was erg ontevreden over het onderbreken van zijn vreugdevolle praktijken, die zonder enig ‘happy end’ vroegtijdig waren stop gezet. Zeker nu hem een week huisarrest boven het hoofd hing ! Dezelfde straf was ook Johnny toegewezen door Eric, vanwege zijn voortijdig vertrek ten huize Van Gool ! Gelukkig werd de stilte onderbroken door de deurbel. Eric stond op en liep naar de deur (hij had inmiddels wel andere kleren aangetrokken en het T-shirt met de afbeelding van Emma laten ‘verdwijnen’). Tot zijn grote verbazing stond de volledig haarloze buurman Sanderse op de stoep. “Hey buurman”, begon hij, “heeft u toevallig dat lekker flesje melk nog in huis ?”.

Paul Smeyers
0 0

ONAFHANKELIJKHEIDSDAG 2

Mevrouw ‘B’, Ik neem aan dat je enigszins verbaasd bent over deze korte aanhef. ‘Geachte’ zou echter duiden op enige vorm van respect, ‘Beste’ op een teken van genegenheid en ‘Liefste’ lijkt me onder de gegeven omstandigheden compleet van de pot gerukt. Dus heb ik maar besloten om met een kort, doch krachtig begin aan te vangen. Daar het me eindelijk is gelukt enkele weken geleden afscheid te nemen van je overleden echtgenoot, lijkt het me niet meer dan billijk nu ook jou deze twijfelachtige eer te bewijzen. ‘Waarom ?’, zal je je wel afvragen. ‘Waarom nu…20 jaar na onze laatste ontmoeting ?’. Wel, omdat jij ons allemaal zal overleven, zelfs met een voorsprong van een kleine 30 jaar op mij. Maar dan wel zoals een vampier, niet levend op bloed, maar op heel mijn jeugdigheid die je dag na dag uit mij gezogen hebt. En die, mevrouw ‘B’, leveren je minstens 17 additionele jaren op. Natuurlijk vragen je giftige lippen zich momenteel af wat ik met jouw man besproken heb. Laat ik het simpel houden : het was voornamelijk een éénrichtingsgesprek over zijn vaderschap…of misschien beter en eerlijker : het complete gebrek eraan ! Over alles wat een ouder moet doen om zijn kind te beschermen tegen ‘Het Kwaad’. Ja, inderdaad…’Het Kwaad’ dat jij in alle opzichten, gedurende mijn ganse jeugd…en later, hebt belichaamd.  Jouw Jos heeft nooit de vereiste ballen gehad om ertegen in te gaan…bij mij zijn ze helaas te laat ingezakt… en toen kreeg jij ze in je klauwen !  En toch, mevrouw ‘B’…toch blijf ik het vreemd vinden. Want wanneer een vader één van zijn kinderen misbruikt, gaat hij – zelfs in dit land – terecht nog steeds naar de gevangenis. Echter, wanneer een vrouw – uit gelukkigere monden een ‘moeder’ genoemd – haar eigen puberale zoon aan dezelfde terreur onderwerpt, zowel mentaal als fysiek, gaat ieders leven in volledige rust en stilte verder…in ieder geval wat de verantwoordelijken betreft. Zij mogen meteen door naar ‘Start’ en “het geld” incasseren. En dat terwijl het in veel gevallen met de slachtoffers, na een tijd van bezinning, recht naar de ondergang gaat. Ik vermoed dan ook dat het spel daarom ‘MONOpoly’ heet. Maar wat zit ik alweer te zeuren ? Misschien ligt de fout gewoon bij mij. Heb ik eenvoudig de pech gehad om jouw bepaalde planning (verpleegster blijven, één zoon en een manslaaf) op de mij zo eigen manier in het honderd te schoppen. Het was natuurlijk ook een tijd van een totaal  gebrek aan interesse van ongewenste buitenstaanders. Wat ik me soms wel afvraag, de enkele keren dat mijn zwaar beschadigd brein me de tijd terug induwt, is of je wraak op een kind dat er niet eens wilde zijn, of, wat dat betreft, ‘mocht’ zijn, nu echt zoet heeft gesmaakt ? Was het allemaal de moeite waard ? Leef je nu, op je 85e levensjaar, nog steeds verder met de haatdragende glimlach die niemand beter kent dan ik ? Of blijft er toch nog iets over van enige angst, dat de waarheid ooit aan het licht gebracht zal worden ? Weet je wat ik nog steeds het vreemdste van alles vind ? Dat ik tijdens ons onderhoud, 2 jaar na zijn overlijden, nog steeds niet de moed had om alles aan jouw Jos te vertellen ! Ik troost me enigszins met het feit dat de enkele mensen die het nog steeds goed met me voorhebben, het ganse verhaal evenmin kennen. Want eerlijk…hoe krijg je de verschrikkingen uit je jeugd, volledig uitgevoerd door hun eigen ‘oma’, ‘tante’, of – in dit specifieke geval – andere ‘familieleden’, uitgelegd aan die mensen ? Aan je kinderen ? Je kleinkinderen ? Of aan je beide ex-vrouwen ? Aan vrienden, die je me zo veel mogelijk probeerde te ontzeggen ? Of, wat dat betreft, aan godverdomme wie dan ook ? Dus, om even terug te komen op mijn initiële vraag : “Waarom heb ik Jos niet meteen alles verteld ?”. Heel eerlijk : omdat ikzelf het weinige eergevoel dat je me hebt gelaten, nog dagelijks probeer te koesteren ! Helaas, veel is het niet ! Maar mag ik daar zo meteen op terugkomen ? Want – ja hoor, zelfs dàt is je gelukt – soms red ik mezelf met de gedachte dat veel mensen het nog moeilijker hebben gehad : hoe laag kan je godverdomme vallen ? Goh, ik ben zelfs in een inrichting terecht gekomen…maar voor je een doodspolonaise in gang zet : dat was helaas niet enkel door jou toedoen ! Maar je had daar wel de grootste invloed op mij : 6 maanden heb ik door jou opnieuw in angst leren leven ! Niet de schrik dat het afkicken van drank en drugs een onmogelijke zaak zou blijken, want dat heb ik – cum laude – behaald ! Ook niet de geweldige medepatiënten of de dagelijkse sessies met psychiaters en psychologen… Neen, mevrouw ‘B’, het was de onmiskenbare geur van ether…de geur van angst die ik dagelijks mocht opsnuiven als je thuis kwam van je werk in het hospitaal. Een geur, opgeslagen in elke vezel van mijn lichaam, iedere gram die mijn ziel weegt, alle nog werkende bestanddelen in mijn zwaar beschadigd brein. En waar ik pas echt misselijk van werd : je steeds voorgewende ziektes met slechts één enkel doel : de oh zo belangrijke aandacht ! Je hebt nooit geleden aan enige ziekte… je wàs de ziekte, steeds kwaadaardige bacillen verspreidend over de zwakkeren, waar echter niet één medicijn tegenop kon !  Want weet je, mevrouw ‘B’ : een kind mag thuis geen angst kennen : hun ‘thuis’ moet ten allen tijde een beschermde burcht zijn, waar liefde en geborgenheid geen loze woorden zijn, geen opvangcentrum voor zwakkere zielen ! En daar is zelfs je echtgenoot het slachtoffer van geworden : hij mocht zijn eigen laatste maanden doorbrengen in een OCMW hospitaal, terwijl hij thuis nog makkelijk op te vangen was. Was het je vrijheid ? De buurman waar je schijnbaar zo goed mee overweg kan ? Je laatste wraakzuchtige stuiptrekkingen ? Of gewoon de vulgariteit die je altijd in je zieke geest hebt mee gedragen ?   Goh, wat hield ik vroeger veel van sprookjes ! Wat kunnen ze mooi zijn, indien geschreven door Andersen, Perrault, Burton,… Waarom werd het mijne nu precies geschreven door Jacob en Wilhelm Grimm, hun hand geleid door de jouwe, bekeken met je kille blik ! Helaas…mijn spoken en demonen zijn echt, ingegeven door teveel sterke drank, teveel zware drugs en één zieke geest ! Of laat ik dat even terugnemen : het zou je – met veel plezier – té veel eer aandoen ! En hoewel ik enorm mijn best heb gedaan, blijkt dat té veel liefde geven en krijgen ook niet de oplossing is. Ik heb je andere zoon, omringd door zijn engelen, ten onder zien gaan. Trouwens, aan een teveel medelijden kan je ook ten onder gaan. Nee, dan liever mijn lot…Oké, wel in alle eenzaamheid maar wel nog steeds vechtend tegen alle mogelijke infiltranten. En ook al zijn jouw kille, meedogenloze ogen voor eeuwig gebrand op mijn netvlies…Ik heb het geluk gehad om jaren later te mogen kijken in mooie, liefdevolle blikken, waarvan ik nog steeds hoop dat deze het uiteindelijke gevecht  zullen winnen, ook al staan ze inmiddels niet meer aan mijn zijde. Een ‘gebed voor jouw kut’ zal ik nooit kunnen uitspreken. Dat kunnen anderen veel beter en overtuigender ! Je was een kutvrouw, een kutmoeder… en toch…toch zal ik nooit kunnen neerschrijven aan welke onbeschrijfelijke vernederingen je me hebt bloot gesteld… Maar ik wil je laatste gil horen wanneer je verneemt dat ik nog steeds “Alive and Kicking” ben… Weet je, toen jouw Jos een tweetal weken geleden verdween van het terras, opgelost in de menigte, heb ik er nog één gedronken op zijn korte aanwezigheid ! Ditmaal, mevrouw ’B’, drink ik er één op de mijne ! Moge de komende jaren medelijden hebben met jou…Ik heb het niet ! Ik zal vanzelfsprekend niet aanwezig zijn op je naderende begrafenis : mijn uiteindelijke vrijheid zal me daar vertegenwoordigen  ! En tenslotte, mevrouw ‘B’, laat in hemelsnaam uw schamele bezittingen over aan uw andere zoon… Wat ik ooit heb gemist, kan met niks meer goed gemaakt worden ! Vanzelfsprekend is deze brief niet af… Hij zal nooit afgemaakt worden. Eindelijk een besluit dat ik zelf heb genomen. Laat het misschien mijn laatste glimp van medelijden zijn voor je vermoeide ogen, die meer hebben gezien dan ieder weldenkende ouder zich kan voorstellen. Ik verwacht wel één kleine wederdienst : sluit ze…voor eeuwig !

Paul Smeyers
6 0

DROOG ONWEER

“Godverdomme, laat los rotbeest !”, ofwel : de eerste woorden die Eric Van Gool riep, toen hij de deur van het huis waar hij met zijn gezin woonde, nog maar net achter zich had dicht getrokken. Het was zaterdag en dus kwam hij net terug van de plaatselijke bibliotheek met zijn 2 vangsten voor deze week : “De sneeuwman” van Jo Nesbo en iets over kussen van de één of andere “Griet”. De cover zag er alvast vrolijk uit en dat viel mee, want Eric had wel eens zin om flink te lachen ! De aanwezige tafel met ‘erotische literatuur’ had hij dit maal links laten liggen. Het voorval na ’50 tinten grijs’ lag nog net iets te vers in zijn geheugen. Nadat hij het boek uitgelezen had op slechts 2 dagen (moest een record zijn !), schoof hij het vol lof – en hoop – door naar zijn echtgenote Brenda, die er blijkbaar ook niet vies van was. Dus hadden ze op een zaterdagavond, na het nuttigen van 2 flessen Cava, besloten om ook eens ‘zo’n spelletje’ te spelen. Het plots ingegeven ‘Bondage’ moment, bracht wel een probleem met zich mee : wegens het gebrek aan touwen of voldoende propere keukenhanddoeken, besloot Eric gebruik te maken van “Tesa”-verpakkingstape om Brenda’s armen en benen, beiden gespreid, vast te maken aan de 4 hoekstijlen van het bed. Maar toen Brenda haar gespeelde, maar oh zo geile woorden “Help me alsjeblieft ! Wat gaat u met mij doen ?” had uitgesproken, kwam onverwacht de 6-jarige Cocker Spaniël van het gezin, Rakker, die toch al een onverklaarbare hekel had aan het hoofd van het gezin, meteen in actie ter bescherming van zijn bazin in nood. Hij sprong op het bed en deelde meteen een goed gemikte en welgemeende beet uit in Eric’s linkerdij, wat deze meteen uit zijn evenwicht – en het bed – bracht, gevolgd door Rukker (zoals Eric het dier steevast noemde), die zijn aanval verlegde naar Eric’s edele delen. Vanop haar hopeloze positie, gilde Brenda : “Rakker af ! Af, verdomme !!”. Ze kon niet precies zien wat er zich afspeelde naast het bed, maar de kreten van Eric lieten niet meteen het beste verhopen. Tevens werd de Duitse grondigheid nog maar eens bewezen door de sterkte van hun tape. Plots zwaaide de deur van hun slaapkamer open en stormden beide zonen binnen om hun ouders – duidelijk in gevaar – bij te staan in hun ongelijke strijd. Bij het zien van hun naakte moeder, vastgebonden op bed, viel de 16-jarige Kenzo meteen in katzwijm. Tot daar zijn bijdrage aan het reddingsplan. De 2 jaar oudere Johnny nam een heel andere positie in, daar er duidelijk aan de andere kant van het bed – buiten zijn gezichtsveld – een ware veldslag aan de gang was ! Hij kroop stil over zijn naakte moeder (“Sorry, mama”), maar voor deze iets kon zeggen, deelde Johnny meteen een rake rechtse uit aan het eerste menselijk wezen dat hij onder ogen kreeg. Zelfs Rakker scheen nu tevreden met het resultaat, daar hij zijn eigen aanval staakte. Het hoeft geen betoog dat het de volgende ochtend aan de ontbijttafel – en dat op een zondag – erg stil bleef…uitgenomen de in Eric’s ogen gemene lachjes tussen hun beider zonen. En nu, nog steeds in het bezit van zijn 2 boeken (en 3  aperitief-gewijs tot zich genomen Duvels, die trouwens dringend moesten versproeid worden !), had Rakker hem flink te pakken in de rechterkuit. De hond was een verjaardagsgeschenk geweest voor Kenzo, toen hij 10 jaar werd. De meningen over Rakker in het gezin waren nogal verdeeld. Vanzelfsprekend haatte Eric het beest (hoe zou je zelf zijn als je om 02.00 u. ’s nachts werd gewekt door middel van een flinke en – vooral – onverwachte beet in je linkerhand die half uit bed hing ?) en hield Brenda minstens evenveel van het dier dan van haar echtgenoot (soms zelfs meer, vond Eric !). Johnny keek niet naar de hond om, terwijl ‘aanbidding’ een understatement was, wat Kenzo betrof. Hij liet hem telkens uit, zorgde voor de uitgebalanceerde maaltijden en veel van zijn vrije tijd ging naar het spelen met Rakker (volgens Johnny voornamelijk omdat Kenzo dan aan de piemel van de hond kon zitten, iets wat Rakker trouwens helemaal niet erg vond). De enige reden dat Rakker zijn nachten doorbracht, grommend, dromend en ruftend (en heel soms bijtend) in de ouderlijke slaapkamer, was dan ook enkel het feit dat Kenzo zelf iets teveel problemen had met de nachtelijke ‘uitingen’ van zijn verder zo lieve hond ! Nadat Eric eindelijk “Hallo !” had kunnen roepen en meteen naar het toilet was gerend om zijn Duvels de vrije loop te laten, moest hij nog even denken aan het voorval van de vorige week. Tijdens een wedstrijdje badminton in de tuin met Kenzo (gekleed in een gouden, aanspannend short met bijpassend topje !), had deze zonet met een verschroeiende smash een einde gemaakt aan het spel. Toen Eric de ‘shuttle’ wilde oprapen, was Rakker helaas net iets eerder bij het pluimpje en hield het fier in zijn bek. De vraag zou echter eeuwig blijven of het de hond werkelijk te doen was om het gewonnen speelgoed. Want op het moment dat Eric het wilde terugvorderen, liet Rakker het meteen los om in de plaats daarvan Eric 3 flinke knauwen in diens rechterarm toe te dienen. “Jaaa, ik heb gewonnen !”, schreeuwde Kenzo uit, meteen gevolgd door Eric’s aan Rakker geadresseerde  “Godverdommese rottige klootzak !”, iets wat de buren, die achter de 2 meter hoge haag net buiten hun lunch gebruikten, een toch wel erg felle reactie vonden van de zopas verloren vader tegen zijn zoon ! “Ik maak je verdomme zelf kapot, hopeloze zak !”, riep Eric verder, wat diezelfde buren meteen deed beslissen om nooit een spelletje badminton aan te gaan met buurman Van Gool ! Het verklaarde ook meteen Eric’s verbazing toen hij gisterenavond thuis kwam van zijn werk en buurvrouw Leysen ‘toevallig’ net buiten kwam om hem meteen te vragen : “En…hoe gaat het nog met uw jongste zoon de laatste tijd ?”. “Eh…vanochtend nog prima”, had hij gestameld. “Oh, dat doet mijn zo’n plezier om dat te horen ! Laten we maar hopen dat alles zo blijft, niet ?”, reageerde Liesbeth Leysen. Eric schonk haar een glimlach en liep hoofdschuddend naar zijn eigen voordeur. ”Vroege dementie”, mompelde hij, inmiddels de voordeur openend en meteen zijn tweede beet van de dag in ontvangst nemend. ’s Ochtends echter, was drie kwart van het gezin Van Gool het erover eens dat hij die eerste zelf had gezocht. Wie laat er tenslotte aan de ontbijttafel zijn arm naar beneden hangen ? Dat was vragen om moeilijkheden ! Want natuurlijk was Rakker even komen kijken of er iets lekkers in de hand zat en, bij duidelijk gebrek daaraan, meteen wraak had genomen op diezelfde hand ! Natuurlijk had Eric, net zoals ieder weldenkend mens, het woord ‘asiel’ al eens ten berde gebracht, maar het bleek al snel dat hem dat een levenslange boven het hoofd hangende vendetta zou opleveren. De sfeer op deze zaterdagmiddag tijdens de lunch zat er alweer flink in. Kenzo en Johnny spraken niet tegen elkaar, blijkbaar het gevolg van een 10 minuten durend spel (“Fifa 2015”) op hun Playstation. Inmiddels hield Brenda haar wekelijks betoog over de zoveelste ‘ziekte’ die hun Poolse poetsvrouw had ingeroepen om nog maar eens een keertje afwezig te blijven. Het bleef een raadsel of ook daar Rakker een rol in speelde : Romana Stoizynska sprak, noch begreep één woord Nederlands, behalve dan het flink ingestudeerde : “Ikke ziek…Ikke niet kom”, wat ze blijkbaar wel onder de flink gebouwde knie had ! Nu had, eerlijk gezegd, Eric niet echt een probleem met de heersende stilte of zijn klagende echtgenote. Hij wist immers dat elk woord, elke zin kon afdwalen naar dat andere hete hangijzer : het op zondag voorziene bezoek aan zijn 72-jarige en inmiddels flink dementerende vader in “Huize Levensgeluk”. Het “Huize” stond er wel…Het “Levensgeluk” werd echter volledig in bezit genomen door Eric’s moeder die, sinds  ze haar echtgenoot daar zowat 3 jaar geleden had gedropt, niet één dag in de week nog thuis te vinden was. Brenda haatte deze bezoekjes, daar de reactie van Karel Van Gool op het verstoren van zijn rust en privacy, onvoorspelbaar kon genoemd worden, variërend van ‘kinderlijk geluk’ tot enorme woedeaanvallen. Hier dient wel meteen aan toegevoegd te worden dat schoonvader en-dochter nooit ‘dik aan’ waren geweest. Twee maanden geleden, net voor zijn 72e verjaardag, was de apotheose bereikt. Brenda had de oude man al enkele malen gevraagd wat hij graag zou willen om dit te vieren. Daar ‘grommen’ en ‘scheten’ als antwoord onvoldoende bleken (vanwege niet verkrijgbaar in de winkels), besloot ze het over een andere boeg te gooien. Ze ging recht voor Karel staan en vroeg met een – toegegeven – erg lieve glimlach : “Pap, is er dan niets dat je hier mist en graag zou hebben ?”. En daar hoefde ‘Pap’ niet lang over na te denken. Plots, alsof zijn stembanden eindelijk toelating hadden gekregen zich te mengen in het gesprek, antwoordde de oude knar : “Ja, zenne !” en greep, voor iemand kon reageren, met beide handen schoondochter lief’s borsten stevig vast ! Sinds dat voorval hield Brenda zich steeds aan de minimum perimeter van zowat 3 meter van die andere “rakker” (gelukkig had deze weliswaar niet gebeten !) en werd er bij aankomst en vertrek niet langer gezoend ! “Hij heeft me gemolesteerd, Eric !”. “Hij kan er niets aan doen, Bren. Hij weet gewoon niet beter.”, reageerde Eric, die trouwens vond dat een vriendelijke, familiale aanraking door zijn eigen vader van een eerder kleine A-Cup, niet meteen onder de noemer ‘molesteren’ te klasseren viel. Vanzelfsprekend had deze gebeurtenis al snel de oren van hun jongens bereikt. Vooral Kenzo zag het grappige van het voorval volledig in, hoewel ‘borsten’ hem hoegenaamd slechts een weinig konden boeien. Kenzo was namelijk, niet tot ieders verbazing, eerder dat jaar ‘uit de kast gekomen’, wat hem meteen de bijnaam “Kenzomo” had opgeleverd (was getekend : Johnny Van Gool)...een bijnaam die hij trouwens met veel eer en genoegen droeg ! Zelf ging de oudste zoon als “Johnny Pony” door het leven, maar dàt had een gans andere reden ! Elk gezinslid had zijn eigen GSM binnen handbereik liggen op de keukentafel. Vreemd toch, dat 4 handen meteen grepen naar hun eigen toestel op het moment dat een luidruchtig “Tsjakka !” de stilte verstoorde, daar ze allen wisten dat enkel Johnny deze toon had, wanneer er een bericht binnen liep. Hij bekeek het bericht, stond op van de tafel en mompelde : “Sorry, moet eventjes bellen.”. Bij het rechtstaan trapte hij echter op de staart van Rakker, zoals steeds tijdens de maaltijden verborgen onder tafel, wachtend op eventueel voedsel dat iemand op een verstrooid moment liet vallen. Om zich af te reageren op de korte pijn, leek een flinke beet hem de uitgelezen wraak. En daar zijn kop meestal in de richting van Eric lag (die dan ook het meeste voedsel morste, waarbij er geen haar op zijn hoofd aan dacht om het terug op te rapen, gezien de dreigende aanwezigheid van de verborgen vijand), was hij dan ook het uitverkoren slachtoffer, wat hem een beet in zijn voet opleverde. “Verdomde klotehond !”, brulde hij uit. “Plaag hem dan niet steeds zo en trouwens, je moet niet op je blote voeten door het huis lopen.”, verdedigde Brenda het dier. “Dat kutbeest loopt toch ook rond op zijn blote poten…Heb ik daar al eens in gebeten ? Het wordt trouwens hoog tijd dat dat dier respect leert opbrengen voor zijn baasjes. Dit is nog steeds ons huis !”, viel Eric uit. “Schatje”, reageerde Brenda, “hij valt enkel jou lastig. Misschien ligt het probleem wel bij jou. Trouwens, Rakker is maar een hond die niet beter weet en hij grijpt tenminste niet naar mijn borsten !”. Daar had je het… Gelukkig werden ze net onderbroken door Johnny, die lachend opnieuw de kamer binnen kwam. “Ho ho, Naomi heeft gevraagd of ik vanmiddag met haar ga zwemmen. Ik ga meteen mijn sportzak pakken !”. “Bren”, vroeg Eric even later, “wie is Naomi nu weer ?” “Ach Eric, gewoon een collega van mij in de winkel. Ze vroeg naar foto’s van onze kinderen en heeft schijnbaar diezelfde dag nog vriendschap gesloten met Johnny op Facebook.” Eric wist wel dat Johnny viel op enigszins ‘oudere vrouwen’…Naomi bleek een 32-jarige vrijgezel te zijn. “En tsja…”, ging Brenda glimlachend verder, “waarom hij altijd het liefst afspreekt met vrouwen in het zwembad, hoef ik je zeker niet te vertellen, hé schat ?”. Terwijl Kenzo in lachen uitbarstte, keek Eric wat verveeld rond. Daar hij niet meteen reageerde, zag Kenzo zijn kans schoon. “Allez pa, daar komt onze ‘Johnny Pony’ wel het best tot zijn recht, hé !”. Eric zuchtte diep en begon inmiddels de tafel af te ruimen. Het ergste was dat hij het natuurlijk wel wist, maar welke vader wil daar nu in hemelsnaam steeds aan herinnerd worden ? Hij keek zijn jongste zoon even aan. “Hey Kenzo, mama gaat vanmiddag winkelen en je broer gaat dus zwemmen. Wat denk je ? Zelf popcorn maken en filmpje gaan huren ?” “Sorry paps, maar ik heb al afgesproken met Nicky !”. Eric liep naar de keuken, steeds meer uit zijn humeur. Verdomme, die gast heet Nick…Waarom dan altijd dat ‘Nicky’-gedoe ? En dan is hij nog een jaar ouder dan Kenzo ook ! “We gaan naar de cinema”, riep Kenzo hem achterna. Eric hoorde Brenda vragen welke film er op het menu stond. “Zijzelf”, reageerde Johnny die net opnieuw in de keuken kwam. Het juiste antwoord luidde echter SPECTRE, die nieuwe James Bond. “SPECTRE ?”, vroeg Johnny ? “SPICTRE-eens-in, dan schuift ‘em beter, zeker ?”, wat opnieuw een lachsalvo bij beide jongens veroorzaakte. “Trouwens Kenzomo, is ‘Wat mannen willen’ niet meer iets voor jullie ?”, waarop de jongste meteen reageerde op een ietwat denigrerende toon : “Broertje, ik weet al lang wat mannen willen !”. Eric vroeg zich af waarom hij de enige van het gezin was, die duidelijk de humor hier niet van in zag ! Inmiddels laadde Eric de afwasmachine in en bedacht hoe hijzelf zijn vrije middag zou doorbrengen. Het idee om alleen thuis te blijven met “De hond van de Baskervilles”, leek hem meteen onaanvaardbaar. En hoe dan ook : van het grijpen naar zijn eigen echtgenote’s borstjes, zou vanmiddag alvast ook niks in huis komen ! En daar Brenda de beide kinderen zou afzetten voor ze zich zelf zou begeven naar het centrum om te gaan winkelen met haar beste vriendin Joke, mocht hij het gebruik van de wagen ook al vergeten ! Ach, waren ze niet, tot hun aller blijdschap, 4 jaar geleden verhuisd naar de Belgische kust ? Eric liep de woonkamer in en keek naar buiten, waar dijk, strand en zee hem verwelkomden. De zon scheen wel, maar er stond een verdomd strakke wind. Het zand zwierf poëtisch over de dijk, samen met de iets minder poëtische inhoud van een vuilniszak, vanzelfsprekend door een toerist buiten gezet op een verkeerde dag, tot groot jolijt van de vele aanwezige meeuwen. Een wandeling, besloot hij… Ja, een fikse wandeling : dàt zou hem goed doen…dacht hij ! Toen Brenda en de kinderen waren vertrokken naar hun respectievelijke bestemmingen, kleedde Eric zich warm aan voor de geplande wandeling. Bij het verlaten van het huis, bleek al snel dat Sabine het de vorige avond na het nieuws bij het rechte eind had : droog, maar een wind die weinig medelijden had met hen die hem wilden trotseren ! De beloofde uithalen van 80 km/uur bleven inderdaad niet uit, wat Eric deed besluiten zijn wandeling te limiteren tot aan zijn vaste stamkroeg sinds 4 jaar, “Het zachte zwijntje”. Maar om daar te geraken, zou hij zowat de ganse dijk moeten aflopen en de wind, gevuld met los zand, maakten het hem niet erg makkelijk. Om zo weinig mogelijk last te hebben van zanderige ogen, keek hij inmiddels voor zich heen met halfgesloten oogleden. Vanzelfsprekend had hij eveneens gekozen voor een pad dat zo dicht mogelijk langs de verschillende huizen en appartementen liep. Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen  En witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruinen  Wanneer de norse vloed beukt aan het zwart basalt  En over dijk en duin de grijze nevel valt  Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn  En natte westenwinden gieren van venijn  Dan vecht mijn land, mijn vlakke land ! Eric was tevreden dat hij het nummer opnieuw had opgezocht, daar dit de gelegenheid was om het een tweede leven in te zingen. Helaas was dat ‘vlakke land’ niet zo vlak als Brel wel beweerd had. Later zou Eric het nut – of beter : het gebrek eraan – van studio’s onder grondniveau nog vaak bespreken. Daar was echter op dat moment geen tijd voor ! Hij viel 6 trappen naar beneden om tenslotte op zijn beide knieën terecht te komen. En, als kers op de taart, sloeg zijn hoofd met een harde klap tegen de witgeschilderde voordeur. Eric bleef even zo zitten : hij moest terug tot zijn positieven komen en wachtte op de pijn die nu elk moment kon toeslaan ! Dit was natuurlijk wel gerekend buiten de erg onaardige weduwe Van Dievel, die, hoewel enigszins hardhorig,  de klop op haar deur duidelijk had gehoord en dan ook meteen deze opendeed. Tot haar grote schrik (of was het meer verbazing ?), viel een man, gezeten op zijn knieën haar hall binnen en bleef als uitgeteld met zijn hoofd op haar voetmat liggen. Even dacht de weduwe eraan om de politie of een ambulance te bellen, maar erg gevaarlijk zag de man er niet meteen uit. Dus besloot de niet zo met medelijden vervulde weduwe de man aan zijn voeten haar portiek uit te trekken om haar deur opnieuw te kunnen sluiten tegen de stevige wind. Daarbij kwam echter Eric’s haar klem te zitten onder de betreffende deur en kreeg, bij het sluiten ervan, zijn hoofd opnieuw een dreun te verwerken. Voor Eric helemaal het bewustzijn verloor (echter slechts voor een 5-tal minuten), bedacht hij nog dat zijn hele leven één groot onweer was ! Weliswaar droog…maar ongetwijfeld een onweer ! Was het precies die gedachte waar de weergoden zich druk hadden om gemaakt ? Want toen Eric zich dus een 5-tal minuten later opnieuw levendig voelde, was de zon volledig verdwenen en had ze plaats gemaakt voor enkele wel erg donkere wolken, die nu recht boven hem samenpakten. En voor hij opnieuw recht stond, vielen de eerste dikke druppels reeds neer op zijn pijnlijke hoofd.  Eric besloot opnieuw huiswaarts te keren, een warme douche te nemen om zich daarna met één van zijn nieuwe boeken en een flink glas oude malt neer te vlijen in zijn makkelijke zetel. Van zingen kwam er nu niets meer in huis…van een snelle tred des te meer. En met het huis reeds in zicht, viste hij de sleutels uit zijn zak. Zeiknat strompelde hij met pijnlijke (en bloedende) knieën en een hoofdpijn die je niemand toewenst, de living binnen, waar het zalig rustig was ! De stilte werd enkel verbroken door Rakker, die meteen de aanval inzette en pas terug deinsde na een 3-tal – alweer goed gemikte – beten, waarvan één in Eric’s toch al zo pijnlijke linkerknie. En vlak voor hij de hete stralen van de douche trotseerde, dacht hij nog éénmaal : “Een onweer…Mijn leven is één groot onweer !”   

Paul Smeyers
0 0

VERMIST

Het afscheid was onafwendbaar. In oktober van het jaar ervoor waren we nog 10 dagen op reis geweest naar Egypte. De plaats heette Sharm-el-Sheikh, maar ik voelde me armer met elke minuut die er verstreek. Deze reis zou het ultieme bewijs moeten vormen van de onware kronkels in mijn hoofd die al langer een geest in het huis van de liefde bespeurden. Het bewijs bleef uit. De aanklager had gewonnen. Toch zou het nog een maand duren eer ze me de waarheid vertelde. November, koud…een café in het Antwerpse : de eenrichtings-confrontatie…nog kouder. De nieuwe baan had haar meer opgeleverd dan maaltijdcheques, een laptop en een GSM. Hij werd niet vermeld in het bonuspakket. We zaten allen in dezelfde branche : een driehoek in de expeditie-wereld. Dat maakte dat ik hem ook toevallig kende, echter enkel via de telefoon. Joviaal, vriendelijk, behulpzaam…té behulpzaam. Stilaan verdween de driehoek en werd het een rechte lijn tussen twee punten. Het derde punt werd als overbodig erkend. Kerstmis in hel… Alleen in een café op Linkeroever. Zij vierde het elders. Nee, niet bij hem : hij was getrouwd. Vreemd, laat ik nu denken : zij ook. Ze trok naar het kerstfeest bij mijn eerste vrouw. Ha, leuke speling van het lot ! Hoewel…  Was zij ook niet aanwezig bij de bevalling van een nieuw zustertje voor onze twee kinderen ? Ik had vrouwen nummer één en twee afgezet aan het hospitaal om meteen terug te keren naar Wilrijk, waar mijn maat stond te wachten voor een potje snooker. Mooie tijden… Een boze verpleegster stond mij op te wachten in de gang buiten de kamer. Of ik het normaal vond om nu te gaan snookeren ? Sorry, ben slechts huisvriend van beide dames, die een koppel vormen. Verpleegster verlegen… Ik niet ! Nieuwjaar in stilte…Kinderen naar hun respectievelijke vriendin en vriend. Op het allerlaatste moment : uithaal-Chinees…weggooi-Chinees. Weggooi-echtgenoot. Televisie, muziek, lezen, vuurwerk : Oh en Ah ! Slapen : zij in wat ooit ‘onze’ kamer was, ik op mijn inmiddels vaste stek in de logeerkamer. Het begin van een nieuw jaar…het begin van de ultieme nachtmerrie. Op vrijdag bleef de dochter altijd slapen bij haar vriend. Inmiddels 23 jaar…wat knaagt er dan verdomme nog steeds zo ? Op 1 februari kon ze een studio betrekken in hartje Antwerpen. Kwam goed uit : afscheid nemen van ‘mijn’ dochter zou te moeilijk zijn. Goh, plots meteen weer ‘mijn’ dochter ! De zoon woonde samen : ‘missing in action’. Nog een probleem opgelost. Bezoekers winnen : 1-2 ! Vreemd hoe zo’n wedstrijd kan lopen…binnen enkele uren : 0-3 ! Ze wordt omstreeks 13.00 u opgepikt door de té behulpzame man met de bedrijfscamionette. Inmiddels : zowat 1000 cd’s en niet één nummer helpt haar een laatste, onverwachte twist aan het verhaal te geven. Wel tranen…véél tranen. Ze zei : “Van verdriet”. Verdriet…over 18 verloren jaren ? Ik zei : “Van geluk”…(Chicago : ‘If you leave me now’). En de klok zegt ‘tik…tik’. Koffietijd ! “Weet je nog…. ?” (Lionel Richie : ‘Three times a lady’). “Goh ja, da’s waar…was ik vergeten, ha ha !”. De amputatie van haar linker-middelvinger. Jaren later, de microchirurgische ingreep om de wijsvinger van dezelfde hand te redden. Zelfs kanker kon het niet van ons halen ! Onoverwinnelijk : samen oud worden. Haar grapje : “makkelijk voor jou : jij bent al oud !”. 6,5 jaar verschil… De té behulpzame man is jonger dan zij (Dionne Warwick : ‘I’ll never love this way again’). De ganse hall van het grote appartement staat vol…Geen probleem : binnen enkele uren is alles weg…klopt als een bloedend hart. “Zal ik alles al naar beneden…” “Nee, nog te vroeg, anders komen ze weer zeiken van de ‘bond der eigenaars”. Geen bond aanwezig voor mannen in nood ? Sorry, een vrouw is geen eigendom ! Geen koffie meer…tijd voor iets sterkers (Bruce Springsteen : ‘Man’s Job’). “Ik zal nooit meer naar een Springsteen-nummer kunnen luisteren zonder aan jou te denken !”. Nooit duurt precies 5 minuten : een wandeling van de voordeur tot de radio in de verlossende camionette. En de klok  zegt ‘tik…tik’. “Oh ja, mag ik dit ook meenemen ? Oh…en dit ?”. “Tuurlijk, neem maar…” Krijg ik in ruil mijn hart terug ? Of nee, laat maar…heb het toch niet meer nodig. Een fucking ingerichte studio om een té behulpzame man te ontvangen, indien tijd, vrijheid en zin. Afscheid nemen voor dummies : “Is hij beter ?” “Wat bedoel je, ‘beter’ ?” “Beter in bed…” Wil het weten…Wil het niet weten ! Speelt geen rol : antwoord blijft – gelukkig - uit. Die baan was wegens werkzaamheden toch al tijdje afgesloten (Barry Manilow : ‘Even now’). 18 jaar eerder kreeg ik telefoon van een man van het bedrijf waar ze werkte en waar ik werd aanzien als goede klant. “U kent mij niet, maar ik zou U graag uitnodigen op ons eindejaarsfeest. Eten, drinken en…Clouseau ! U kent wel mijn echtgenote…” GSM dicht…GSM open : “Je hebt nooit gezegd dat je getrouwd bent !”. “Jij hebt nooit gezegd dat jij 2 kinderen hebt !”. Hoe ? Verdomd straf… Zou dat interesse betekenen ? Speurwerk in die mate…En vooral : elkaar nog nooit gezien ! Dat was pas in februari 1990 (natuurlijk ben ik niet naar dat feest geweest !). Opnieuw in maart, april, mei…29 juni 1990 trok ze bij me in. Een wandeling door ‘Memory Lane’, blootvoets door losse kiezels : pijn ! “We hebben nog een goed uur te gaan. Zal ik de fles nu openen ?” Zo ben ik : afscheid in tranen en stijl ! Moët & Chandon : fris gekoeld. “Zullen we maar niet toasten ?”. Zo stom, natuurlijk wel. Altijd klaar om mij in scherpte te nemen : “Op 18 gelukkige en onvergetelijke jaren !”. Kan ik mee leven… (Bob Seger : ‘It’s you’). Ha ! Had in mei 1990 op haar bureau een boeket rozen laten bezorgen, met een kaartje : “Alle rozen zijn hopeloze gevallen als je ze mag geven aan de mooiste bloem van allen !”. Zonder naam… Heel het kantoor op zijn kop…echtgenoot op de eerste plaats : Wie, Waar, Wanneer ? Nu, 18 jaar later, zelf gepakt op snelheid, romantiek en… juist ja, dàt weet ik niet natuurlijk ! Zowat 9 jaar jonger dan ikzelf. “Nog een glaasje ?”. En de klok zegt ‘tik…tik’. 18 gelukkige en onvergetelijke jaren…maar zakelijk steeds bij de les. “Wil jij meteen scheiden ? Ik niet !”. Hoop strooit confetti rond in beschadigd brein. “Wat ga je doen met het appartement ? Houden of verkopen ?” Wil er godverdomme iemand die confetti opruimen daarboven ?! Ik heb nu nog steeds alle 17 Valentijnskaarten… Wie doet beter ? Zij heeft er maar 16 gekregen (heb er nog enkele kunnen redden voor de ‘grote opkuis’). De 17e verscheen op woensdag, 14 februari 1996 op de voorpagina van ‘De Morgen’ : “Je kwam terecht in een kant-en-klaar gezin “Het was niet altijd makkelijk “Maar alles kreeg weer zin “We zijn nu 5 jaar later “Nog altijd bij elkaar “En steeds meer van je houden “Dus is de tijd nu daar “om te vragen : “Wil je met me trouwen ?” Tranen van geluk…inleiding tot tranen van verdriet, gemis… Ze is vermist en niet één opsporingsbevel brengt haar terug. Een scheiding en een huwelijk verder…Ze straalt van geluk op haar site. De tijd heeft geen vat op haar. Net als de kanker : overwonnen. Ik word gewoon ouder en had gelijk in verband met dat hart : heb het niet meer nodig gehad sindsdien. Nog één keer geprobeerd : ze werd helaas onderworpen aan het verschrikkelijke, maar onontkoombare vergelijkingspatroon, dat ze nooit kon halen. Het ergste van alles : we wisten het beiden van bij het begin !  “Mag ik het laatste glas ?”, snikkend…alsof het er toch iets toe doet. Een onuitwisbare tijd… Het glas is uiteindelijk ook gesneuveld tijdens de ‘grote opkuis’, schitterend georganiseerd door mijn eerste echtgenote, terwijl ik met een trechter op mijn hoofd door lange gangen liep, niet wetend waarheen. Wat zei U ook alweer, geachte psychiater : iedereen verdient én krijgt die 2e kans… Bent U écht niet moeten terugkomen in september ? If I coulda woulda shoulda, that's what folks always say If I coulda woulda shoulda, and it’s always too late 12.30 u…en de klok zegt ‘tik…tik’. De laatste om het af te leren : ons ’guilty pleasure’ nummer (Guus Meeuwis : ‘Het is een nacht’). Gaat verloren in de voltooid verleden tijd… “Zullen we alles maar stilaan naar beneden brengen?” Wanneer alles beneden in de hall staat, klaar voor de camionette van de té behulpzame man, komt ze nog één keer mee naar boven. Ik krijg, wegens bewezen diensten, nog een laatste knuffel, die eindeloos lijkt te duren…Tranen vermengen tot een plas…een bad…een bloedbad ! “We hebben samen toch maar lekker ‘Mister Kanker’ verslagen”, snik ik, alsof dit irreële wonder een onbreekbare band had moeten vormen. Er wordt beneden aangebeld. Ze laat me los en zegt : “Ik ga dan maar.” Flink zijn… Even flink zijn… Ik had nog recht op 10 minuten liefde, verdomme ! Jammer, die was de té behulpzame man in een onbewaakt moment al komen ophalen enige maanden ervoor. Paste maar nét in zijn camionette ! Ik sluit de deur, ga terug aan tafel zitten en schenk mijn eerste whisky in…de eerste van een onafzienbare rij die nog zullen volgen en waarvan de allerlaatste gouden druppel pas 3 jaar later door mijn keelgat zal glijden. Ik blijf naar de deur staren. Hoewel haar sleutels op tafel liggen, hoop ik de verlossende klik toch te horen. Zelfs nadat beneden op de parking zowat 10 minuten later een camionette mijn hart uit mijn lijf sleurt, blijf ik kijken…blijf ik herhalen : “Ga niet weg. Ik goud van jou”, vanaf het begin in onze beider ogen de overtreffende trap van ‘houden van’. De laatste keer dat ik het tegen haar zelf had gezegd, kreeg ik het ergste antwoord  mogelijk : “Ik weet het” ! De muziek valt stil… En de klok zegt : ‘tik…tik’.

Paul Smeyers
6 0

WRAK OP DE SNELWEG

Als ik eerlijk tegenover mezelf ben en, als immer tegen jullie, kan ik niet anders dan het toegeven : de vent kon het gewoonweg niet weten ! Ik vertoon geen enkel teken van het Downsyndroom of zit niet de ganse tijd hardop te vloeken of schelden. Ik trek ook geen gekke bekken naar de mensen of praat niet de ganse tijd hardop tegen mezelf. En eraan toevoegen dat het niet op mijn voorhoofd staat geschreven, lijkt me helemaal overbodig. Ik had natuurlijk, net als de stoere flikken op televisie hun badge, mijn invaliditeitskaart voor zijn ogen kunnen laten flitsen en iets zeggen in de trant van : “Do you feel lucky today, punk ?”. Maar met de volledig verkeerde kaart in mijn hand en – vooral – het ontbreken van een .357 Magnum, had deze reactie tot een enigszins lachwekkende situatie geleid. En de Magnums die worden verkocht in de winkel naast mijn stamkroeg, hadden dit geenszins een ernstigere ‘touch’ gegeven. Dus toen ik mijn laptop opende bij Mady (ja, inderdaad : die Mady !), leek alles mij te verlopen als elke gewone  andere dag. Wachtend op alle shortcuts die mijn laptop rijk is, in beeld zouden verschijnen, keek mijn verder mij volledig onbekende buurman mij aan en zei met een perfect Antwerpse – en tekenen van een beschonken – tongval : “Gij zou al beter bij die andere onnozelaars in het Parlement gaan zitten !”. Kijk, als je, net als ik, reeds in het bezit bent van een kort lontje (steek het mijne aan en mijn ballen zijn al ontploft voor ik ‘Auh’ kan zeggen) en tevens de ongelukkige bezitter bent van de zwaarste vorm van ‘Borderline’, waar dan ook verkrijgbaar, dan weet je het wel. Zo’n even simpele als domme opmerking, die ieder ander weldenkend mens zou laten voor wat hij is, triggert bij mij meteen de hele reutemeteut, bestaande uit duivels en demonen, die normaal op medicinale wijze zoveel mogelijk in staat van rust worden gehouden. Laat ik voor het gemak dit even voorschotelen in beeldspraak, hierbij gebruik makend van wagens. Goed, je rijdt in een comfortabele en van alle slimme snufjes voorziene  Mercedes GLC en wordt op de snelweg, op weg naar alweer een nieuwe bestemming in je leven, onverwacht de weg afgesneden door een camion, waarvan de chauffeur de dichtstbijzijnde afrit duidelijk te laat in het vizier had gekregen. Misschien is een fel geroepen ‘klootzak !’ zijn deel en je vervolgt je weg naar het onbekende. Indien je een Seat Ibiza onder je kont hebt met bouwjaar 2004 en bij één van de hopeloze werken je wagen tot een halt moet brengen, omdat andere chauffeurs bij het woord ritsen enkel denken aan hun broek, word je misschien erg kwaad…en terecht. Een resem bekende en onbekende scheldwoorden en de onmisbare middelvinger achtervolgen de daders, die inmiddels al zowat 3 kilometer verder zijn…tot je met enige doodsverachting dan toch beslist dat het nu jouw beurt is. Wanneer je echter met (of als) een wrak je diezelfde snelweg op gaat, ben jij het niet, maar de andere chauffeurs die vloeken en tieren, woedend worden of – in sommige gevallen (jullie lezen er vast ook wel over in de plaatselijke kranten) – erger. Laten we ons terug begeven naar het café van Mady. Ik ben helaas niet de bezitter van een Mercedes GLC…zelfs niet van een 11 jaar oude Seat Ibiza. Nee, ik ben nu eenmaal dat wrak op de snelweg. En dat maakt, zoals de gebroeders Willy en Jos van ‘Vermaelen Projects’ ongetwijfeld zouden beamen, een wereld van verschil. Ik vervolg dus mijn weg niet vlotjes zoemend verder, zelfs niet met een welgemeende ‘klootzak’ uitend aan het adres van de aanwezige Antwerpenaar. Ik stop ook niet om de vent uit te schelden en hem mijn – nochtans prima onderhouden – middenvinger te tonen. Neen, dit wrak wil bewijzen dat hij, net als iedereen, nog steeds het recht heeft zich te begeven op deze snelweg die ‘leven’ heet. Dus, in plaats van de situatie even in te schatten om dan wijselijk te besluiten dat het raadzaam is de opmerking van “De lallende lul” (interesse, Studio Vandersteen ?) te laten voor de nietigheid die hij voorstelt, wordt mijn motor meteen getriggerd…om vanzelfsprekend meteen in “overdrive” te gaan. “Wat was dat ?” is – toegegeven – een overbodige vraag als je de opmerking meteen van de eerste keer hebt begrepen. En voor de man, mij wat verbaasd aankijkend, nog steeds hopend op een staande ovatie voor zijn geweldige grap (zelfs zijn ongetwijfeld Antwerpse tafelgenoten hadden hem in de steek gelaten, wegens niet één glimlach), sta ik gevaarlijk dicht, zijn comfortzone met de voeten tredend, over hem gebogen, kijk hem recht in de ogen en spreek de volgende historische woorden uit : “Dat moet je eens herhalen. Dat moet je écht nog eens een keer herhalen en deze onnozelaar geeft je een iets minder onnozele klop op je verbazend onnozele bakkes !”, dit vanzelfsprekend in nuchter, maar volledig perfect uitgesproken Antwerps dialect, dat mij nog steeds rijk is. Zijn 2 vrienden bekijken het café, alsof ze zich plots op een onbekende plaats bevinden en hun nieuwe omgeving in zich willen opnemen. En toch lijkt dat vreemd, daar de aangesproken vent het – gelukkig voor hem – niet in zijn hoofd lijkt te halen zijn eerder uitgesproken (on)zin opnieuw uit te braken en zich met een geheel ander onderwerp tot zijn niet-toehoorders keert. Mady serveert gewoon verder (zoals reeds vermeld in een vorig verhaal : ze kent mij) en de andere gesprekken komen terug op gang. Inmiddels geeft mijn ‘Asus’ al zijn geheimen prijs en kan ik aan de slag. Na enkele aanslagen, die het toetsenbord niet heeft verdiend, neemt de motor gas terug en kan dit wrak opnieuw zijn aanwezigheid op de veilige snelweg opeisen.  Eén dag later : zelfde plaats, ongeveer zelfde uur. Ik werk aan de voorbereiding van wat ooit op jullie scherm zal verschijnen als “Onafhankelijkheidsdag 2”. Wie deel 1 heeft gelezen, zal begrijpen dat hierbij elke letter, elk woord dient gewikt en gewogen te worden. Elke zin is een herinnering…elke herinnering meer dan ongewenst. Maar ik weet dat ik het moet doen…voor mezelf en duizenden andere kinderen en pubers, overlevend in dezelfde situatie in dit ‘voorbeeldige’ land. Met andere woorden : ik ben even van de wereld. Tot een vrouw van middelbare leeftijd, 2 tafels verder, mij aankijkt en ik nog nèt het woord “Paljas” hoor vallen. Ze blijft me verwachtingsvol aankijken, zonder natuurlijk te beseffen dat het sleuteltje van het wrak wordt omgedraaid en de inwoners van de slecht onderhouden cellen in mijn hoofd, zich beginnen te roeren. Maar hoe dan ook, het is een vrouw dus, weliswaar zonder zelfs maar een spoor van een glimlach, kijk ik haar aan en vraag : “Wat zei u juist, mevrouw ?”. “Oh sorry, ik wou enkel vragen of u al eens een “Paljas” hebt gedronken”, herhaalt ze (voor de leken onder jullie : een Belgisch bier van hoge gisting). Onmiddellijk springt de motor opnieuw af, de krakers van mijn hoofd begeven zich terug in hun comateuze slaap en ik antwoord met de vriendelijkste glimlach die ik op dat moment tevoorschijn kan toveren : “Nee sorry, nog nooit geprobeerd, mevrouw. Ik hou het bij pils”. Ze glimlacht even terug en keert zich opnieuw naar haar tafelgenoot…haar echtgenoot, neem ik aan. Zal ik het dan misschien toch maar op mijn voorhoofd laten tatoeëren ?

Paul Smeyers
12 1

ONAFHANKELIJKHEIDSDAG

Laat ik meteen met de deur in huis vallen in het bezit van de vraag ter waarde van € 1.000.000 : “Kan een kind ongewenst zijn ?”. Het antwoord is echter niet ver te zoeken. De “Van Dale” omschrijft ‘ongewenst’ immers als volgt : ‘1 Waarop men geen prijs stelt, niet welkom Een ….. kind’ Laat mij nu denken dat de schijterij ‘ongewenst’ is, wanneer je net het startschot hoort voor de marathon waaraan je deelneemt. Of een bezoek van je schoonmoeder, precies op het moment dat je op het punt staat haar dochter de beurt van haar leven te geven. Een been breken, de dag voor je op safari naar Zuid-Afrika vertrekt. Een kaasschotel bestellen voor 12 personen, net op die ene dag dat de winkel onverwacht een uurtje vroeger sluit wegens ‘persoonlijke omstandigheden’. Of 2 weken moeten wachten op dat bestelde boek waar je zo naar uitkijkt, om het precies 10 minuten later te dopen met je eerste biertje van die dag ! Maar een kind ? Ongewenst ? Ikzelf, fiere vader van een zoon en een dochter, vind dit een volledig overbodige vraag ! En toch…toch… Bijvoorbeeld mijn eigen moeder houdt er een volledig andere mening op na en heeft mij dat op redelijk vaak voorkomende tijdstippen laten weten…en voelen. Ach, misschien was het wel mijn eigen schuld, weet ik veel. Want haar planning lag ten slotte al vast : één kind…en dan nog liefst een zoon. En indien er (in alle onwaarschijnlijkheid) toch een tweede zou komen, dan moest het een meisje zijn. Dus laat ik niets meer betekenen dan een speling van het noodlot : mijn 3-jarige broer was al op de wereld los gelaten en ik had dan ook nog eens de pretentie om alweer met een piemel dit aardse leven binnen te stappen in plaats van als fiere bezitter van de verhoopte vagina. En jammer, maar helaas : dan weet je het wel ! Je broer profiteert van zijn selectie in het team en je vader – niet eens een slecht man – heeft het toch steeds zo druk met zijn werk…enige vrees voor de woede van zijn eigen vrouw is daar natuurlijk niet vreemd aan ! En dan kan je als een leeuw in een kooi nog zo hard draaien of brullen als je wilt…je eigen, kleine wereld is en blijft stokdoof voor jouw geweeklaag ! Na het – bijna – vlekkeloos doorlopen van mijn middelbare schooltijd, zat verder studeren er echter niet in : “Je broer heeft het ook niet gedaan en kijk eens waar hij staat !”. Het juiste woord was echter ‘zit’ : of als nachtwaker zonder enig doel, uitgezonderd het openen en sluiten van de plaatselijke slagboom, of in het café. Mijn pleidooi dat hij niet eens het middelbaar had afgemaakt, werd – zoals meestal – weggewuifd. Ik begon mijn ‘carrière’ in een taverne op de Groenplaats en  wachtte op de maanden dat ik het leger in moest…of beter : in mocht ! En eens afgezwaaid : vrijheid…blijheid ! Mijn tweede vrouw zou echter jaren later de plooitjes wel even glad strijken. Buiten mijn medeweten, nodigde ze mijn ouders en mijn broer, eveneens vergezeld van zijn tweede exemplaar, uit om Nieuwjaarsdag 1996 bij ons door te brengen. We hebben het dessert niet gehaald : na de hoofdmaaltijd (een reerug, waarvan ik nu spijt heb dat het dier hier had voor moeten sterven), nam ik de telefoon, bestelde een taxi en kieperde de vier – lang voor het arriveren van het betreffende voertuig – de koude nacht in ! En dat was het laatste wat ik nog ooit gezien heb van het olijke viertal. Gezien…niet gehoord : mijn broer heeft nog eenmaal woedend gebeld om te zeggen dat mijn zoon opa’s auto had geleend (voor alle duidelijkheid : het was mijn auto die ik hem gegeven had, nadat ik mijn eerste bedrijfswagen onder de kont geschoven kreeg), maar nooit had teruggebracht…Het scheen te kloppen : hij had hem verkocht aan een vriend van hem. Helaas haalde de stuiplach het van mijn eventuele boosheid, wat het gesprek niet ten goede kwam. En dat was het dan…dacht ik ! Niets of niemand kan mijn verbazing beschrijven, toen ik hem 2 weken geleden, na mijn dagelijkse boodschappen, op het terras van mijn stamkroeg zag zitten. 86 jaar, mager en nog steeds drager van de veel te grote uilenbril. De plaats zelf – Wenduine dus – was niet eens zo vreemd : tenslotte had ik hen tot mijn 16e jaar ‘mogen’ vergezellen op hun jaarlijkse vakantie naar dezelfde badplaats. 3 helse weken, no less ! De hel van vroeger is inmiddels wel mijn hemel op aarde geworden, waar ik in alle stilte en eenzaamheid mijn oude dag slijt. Eerlijkheidshalve moet ik het toegeven : de drang om hem voorbij te lopen en een plaats aan de toog te nemen was groot…heel groot. Helaas : mijn nog steeds smeulende woede haalde het met gemak. Met een blik die duidelijk deed blijken : ’t is van moetens, nam ik plaats tegenover de man die ik al 20 jaar niet meer had gezien…maar geen dag had gemist. Geen kus, geen handdruk, geen ‘Hey, dag pa !’. Een simpele ‘hallo’ leek me al meer dan wat van mij verwacht kon worden. ‘Dag jongen, ben blij je eindelijk nog eens te zien.’ ‘Het genoegen is volledig aan jouw kant en trouwens : lijkt me nogal een overbodige opmerking. Ik denk dat ik inmiddels wel rechtmatig eigenaar van het woord ‘man’ ben geworden.” Op mijn vraag, bracht Mady 2 biertjes en zette ze neer met een wat vreemde blik. Mady houdt niet van vreemdelingen in haar café. Nog vreemder was de stilte tussen ons. Zou er dan niks zijn, buiten de geweldige temperatuur van de maand oktober, waar we konden over spreken ? “Hoe is het met je vrouw?”, vroeg ik, elk woord flink gedoopt in het vat cynisme dat ik steeds bij me draag. Het was het beste wat ik uit mijn bek kreeg, ook al was ze iemand die gelukkigere mensen ‘moeder’ noemen. “Oh, die redt zich wel. Ze heeft veel hulp van de buurman.” “Fuck, die zak”, antwoordde  ik, hoewel ik vanzelfsprekend de kerel nog nooit ontmoet had. Het feit dat zij werd bijgestaan door die lul, was al ruim voldoende. “Ben je na al die jaren nog steeds zo rancuneus ? Moet dat nu echt ?” “Nee”, loog ik, “alleen is elk greintje van enige belangstelling volledig vergaan, samen met jou zo te zien.” Met dezelfde vreemde blik kwam Mady buiten en zette de biertjes neer. “Het spijt me, Paul.” Woorden waar ik jaren op had gewacht en die me nu, eenmaal uitgesproken, niets meer deden. “Wat precies, Jos ? Haar woede, haar stampen, de vernederingen, het gebrek aan enige liefde of geborgenheid ? Alles waar een kind nood aan heeft ?  Of het feit dat je er nooit was voor mij ? Dat ik jarenlang ben onderworpen aan haar haat en zogenaamde depressies ? Je moet wel iets specifieker zijn, vrees ik : er zijn te veel redenen om je spijt nu te betuigen !” Mijn vader liet zijn hoofd zakken alsof hij in slaap zou vallen. Prima…kon ik hem daar laten zitten. Hij was echter druk bezig zijn verdediging voor te bereiden. “Denk je dat ik het makkelijk had ?” “Ha, ik dacht al : waar blijft het belangrijkste woord van de familie-slagzin : IK ! En nee, dat zal wel niet, maar neem godverdomme je verantwoordelijk mee op voor mijn kutjeugd ! Alles wat jij hebt gedaan, is je gedragen als haar goed getrainde aapje : horen, zien maar – vooral – zwijgen. Trouwens, wie heeft jou uit de stront geholpen toen je een proces aan je broek had wegens het begluren van mensen met een verrekijker ? Goed dat ik een hoofdcommissaris als vriend had, vind je niet ? “Dat is niet eerlijk. Ik had mijn werk ook.” “Daar hebben we het weer : het excuus dat ik jarenlang heb moeten aanhoren om je eigen zwakheid te verbergen. Zal ik eens iets zeggen, man ? De laatste 20 jaar waren – wat jullie 3 betreft – de beste van mijn leven ! Ik heb me door de 2e scheiding gewerkt, heb de kinderen groot gebracht, 6 maanden in een inrichting verbleven en nog veel meer. Maar niet één keer gedacht : hoe zou het nu met hen zijn ?” “Maar kijk, jongen….” “Stop godverdomme met mij ‘jongen’ te noemen ! Ik ben noch een jongen, noch ‘jullie’ jongen.” Om mijn woorden kracht bij te zetten, sloeg ik op de terrastafel, waardoor mijn inmiddels bijna leeg glas omviel. Geen probleem…drinken we gewoon verder het zijne op (hij had het glas nog niet eens vastgenomen, wat daarvoor wel een vereiste was !). “Trouwens, hoe gaat het met je andere zoon ?” Het is vreemd en nog steeds vreet het aan me dat je na 20 jaar geen kwetsender woorden kan vinden, dan degene die je gebruikt. “Bof, niet slecht, denk ik. Je kent hem hé : werken en het vrouwtje.” De welgemeende schaterlach was er zelfs sneller dan ik dacht ! “Over zijn werk weet ik niks, behalve dat hij nog steeds slagbomen behandelt, zeker ? En zwijg me alsjeblieft over zijn ‘vrouwtje’. Hij is nooit geïnteresseerd geweest in een van zijn vrouwen ! Enkel zijn maîtresse was van tel…maar die komt nu eenmaal enkel in glazen van 33cl. !” “Kan ik je nog iets brengen, Paul ?”, vroeg Mady, mijn vader volledig negerend. “Graag schoonheid (wat ze trouwens is !). Breng er nog maar twee, alsjeblieft.” En weg was ze… “Maar ja, drank zit in de familie, hé man ? Alleen ben ik eruit geraakt. En hoe zit het met de geheimen van de familie ? Nog steeds zo belangrijk ?” “Ik weet niet waarover je…” “Oh, bijvoorbeeld die ‘inbraak’ bij ons thuis, waar plots alle juwelen van je vrouw waren verdwenen. En dat zonder enig teken van braak ! En nu ik er even over terug denk : heb in dat verband nooit politie bij ons thuis gezien ! Of, nu we het net zo leuk hebben : misschien kunnen we ook even praten over de 3 brandmerken die de heer Peter Stuyvesant me heeft bezorgd, weliswaar daarbij flink geholpen door een vrouwelijke hand ? Ha, nu schiet het me weer plots te binnen wat je toen zei : “Ach een ongelukje…dat geneest wel.” 3 fucking ongelukken, vent…en genezen doen ze wel, maar de littekens zijn nog steeds zichtbaar. Wil je even kijken, misschien ? Kreeg afgelopen zomer nog de vraag waar ik die had opgelopen…en jij was verdomme niet eens geïnteresseerd hoe ze daar waren gekomen, hoewel je dat goed genoeg wist, klote lafaard ! Te laf om je eigen zoon – nou ja, denk ik toch – te beschermen tegen zijn moeder, rotzak !” Het was natuurlijk niet te vermijden dat ik in al mijn woede de blikken van andere klanten en voorbijgangers trok. Mady wist wel beter : ze wist dat ik aan ‘Borderline’ leed en had mij – op mindere momenten – al meegemaakt in haar ‘place to be’. “En waarom niet, Jos ? Omdat jij goed genoeg wist dat ik soms diende als vervanger van een niet te vinden asbak voor dat wijf van jou. Maar optreden ? Ho maar ! Want wat er gebeurt in de familie, blijft in de familie…toch ? En eerlijk waar : knap gedaan ! Nog steeds geen hond die ervan weet heeft ! Wel, dat noem ik pas klasse ! Weet je wanneer mijn ‘Hel der ongewenste kinderen’ pas echt begon ? Toen jij het zo druk kreeg met je werk, dat je een secretaresse nodig had. Maar moest dat echt ‘Vrouwe Verpleegster’ zijn ? Zij, die haar job met alle liefde van de wereld deed ? Ik was verdomme 12 jaar, lul…en jij zette mij te kakken in haar klauwen vol frustratie. En het feit dat er ‘plotseling’ veel minder medicijnen in huis waren, deed haar ook al geen goed, hé ? Man, ik herinner me nog als gisteren dat ik – tegen al haar wetten in – op een dag een tweede douche nam. Ik kreeg er meteen een derde bij : een koude douche…en dat mag je gerust letterlijk nemen !” “Ach, dan was je zeker die dag erg proper.”, mompelde hij. “Gaan we ermee lachen, klootzak ? Ik was verdomme 14 of 15 jaar. Niet echt een leeftijd waarop je jezelf met plezier moet uitkleden voor je eigen moeder ! En maar staren… Maar ik heb nog een zak vol verhalen hoor. Waarover zullen we het nu eens hebben ? Een ‘ongelukje’ met gloeiende koffie ? Geld dat uit mijn spaarpot bleef verdwenen ? Oh, deze is ook wel leuk : iets over verplicht in je blote piemel de afwas moeten doen ? Of over de dode goudvis, verdwenen in het toilet ? Dat klopt : door mijzelf uitgescheten de volgende dag, godverdomme ! Goh, moet even denken…er is nog zo veel !” De biertjes werden bezorgden even – heel even – voelde ik de rechterhand van Mady op mijn linkerschouder. Ik voelde zelfs het korte, bemoedigende kneepje. “Kan je je trouwens nog herinneren hoeveel angst ik had van haar grote broer ? Ik vreesde altijd dat hij een lepel van hetzelfde had binnengekregen, maar niks hoor…hij heeft wel 6 kinderen gelukkig groot gebracht ! Eén van hen is enkele maanden geleden overleden…vreemd hé : die mis ik wel enorm ! En het is verwarmend als je ziet hoe heel die familie aan elkaar kleeft…Onze lijm is jaren geleden al verdroogd ! Ach man, weet je, laat me de rest meenemen in de wind die me ooit over de Noordzee zal verspreiden. Ik heb genoeg verteld. Laat me sommige zaken in onverwerkte schande in mijn hart en ziel dragen. De koster is gestorven : er is niemand meer aanwezig om de klok terug te draaien. Ik slijt mijn levensdagen in eenzaamheid omdat niemand mijn levensverhaal kan horen…wil horen. Hoe zou ik dat ook kunnen verlangen ? Ik kan het zelf amper aan. Ik draag het met me mee tot ‘The End’ op het scherm verschijnt. Ha, medelijden is niet wat ik zoek…een beetje begrip was mij veel meer waard geweest. Maar dat lijkt wel de grote afwezige in mijn leven ! Ik zal mensen nalaten die het nooit zullen begrijpen…uitjouwen en vervloeken misschien wel. Omdat ze de waarheid nooit zagen en het nu niet meer aan zouden kunnen…net zoals jij het niet wou zien, kerel ! Godverdomme, ik mis mijn overleden nichtje…Zijn begreep me wel !” Ik dronk mijn bier in één teug leeg en schoof zijn onaangeraakte glas opnieuw naar mij toe. “Da’s straf ! En mij mis je niet ? Je bent niet eens gekomen !” Voor de eerste keer sinds ons gesprek verhief hij zelf zijn stem. “Ha ha, sorry hoor, maar da’s echt wel een grap ! Misschien moet je je weduwe ook eens een bezoekje brengen als ze niet bij haar buurman zit en vragen hoe dat verdomme komt ! Heb niet eens zo’n klote-doodsbrief gekregen. Och ja, een kopij via de zoon van mijn broer. En de fucking bitch had er niet eens de namen van mijn kinderen op laten vermelden ! En toch is mijn zoon gegaan, tegen beter weten in…En warm verwelkomd dat hij werd…so not ! Oh ja, heb ook via-via  een doodsprentje gekregen. Was wel leuk wat erin stond : ‘I did it my way…’. Nee serieus, had dan niemand de ballen om de waarheid erop te schrijven : ‘I did it her way…’ ? “Vind je het nu zelf geen tijd om 2 jaar na mijn dood te vergeten en vergeven ? De pijn een plek te geven ?” “Welke pijn, Jos ? Van wie, in hemelsnaam ? Mijn pijn is voorbij en de jouwe nu blijkbaar ook. En om die van haar geef ik geen reet ! Als jij tevreden bent met de 83 jaar dat je geleefd hebt, prima toch ? Maar laat nu één ding duidelijk zijn : dit gesprek komt jaren te laat ! Toen was je een geest die het huis ronddwaalde… breng daar nu geen verandering in. En doe nu wat je je hele leven hebt gedaan : laat me met rust !” En terwijl hij zijn stoel achteruit schoof om daarna te verdwijnen in de menigte, kwam Mady net opnieuw buiten. “Hey Polleke, doe je het een beetje rustig aan met die biertjes ? Telkens 2 bestellen is niet zo geweldig, vind ik zelf” en schonk me één van haar prachtige glimlachjes. “Oké, zal ik doen, Mady. En sorry voor het lawaai”, wat meteen weggewuifd werd. “Kan je me er nog ééntje brengen, alsjeblieft ?” En alweer stond 5 minuten later het gevraagde voor me. Ik nam het glas vast, bleef er even naar staren en bracht het tot net iets boven mijn ogen. “Schol pa… Op Onafhankelijkheidsdag !”

Paul Smeyers
26 2

DE RIVIER

Of ik me na de lunch meteen kon begeven naar het kantoor van onze psychologe. Als Diane je ontbood buiten de 2 dagelijkse groepssessies, had de stront ongetwijfeld de ventilator bereikt. Of zou het te maken hebben met het voorval van vanochtend ? Niet dat ik nu zo bevriend was met de 60-jarige Jos, maar hoop doet leven, nietwaar ? Het was einde juni en broeiend warm. Ik was hier nu 4,5 maanden patiënt, wat in onze volledige afdeling van 28 personen goed was voor brons. En zelfs  voor goud in onze 5-koppige groep ‘A’. Ik klopte aan, ging binnen met mijn onafscheidelijk blikje Cola Zero en op vraag zitten aan haar bureau. Wat ik nu weer fout had gedaan, was vanzelfsprekend een slecht begin, waarna een kleine, maar kordate preek mijn beloning was. Oh, wat kende ze me goed…heel goed…véél te goed ! Godverdomme, wat was nu weer de vraag die ze me zonet gesteld had ? Diane keek me nog steeds aan, terwijl mijn beschadigde korte-termijn geheugen in ‘overdrive’ ging. Of ik ‘iets’ vreemd vond ? Maar wat nu weer ? Ze bood hulp en herhaalde de vraag. Juist ja, Jos was vannacht overleden toen zijn hart rond 04.30 u. had besloten er de brui aan te geven. Jos en ikzelf waren, samen met punker Dave, de langst verblijvenden op haar afdeling van de inrichting. Goh, het zal wel vreemder voor hem zijn geweest, zeker ? Schrijf, schrijf… Waarover we gisterenavond, tijdens het eerste lange gesprek dat ik ooit met de man had gevoerd sinds mijn opname, hadden gesproken ? Goh, eh…niks speciaals. Had hij dan helemaal niks verteld over zijn verleden ? Sorry, laat mij nu net denken dat zoiets behoorde tot het takenpakket van de begeleiders en psychologen. Een wat uitdagende blik is mijn beloning voor deze ongepaste opmerking. Nu ik het toch zelf had opgegooid…dat ik de begeleidster verleden week, wachtend met ons zessen op de tram, had ‘bedreigd’ met het plegen van zelfmoord ? Is dat een ‘bedreiging’ ? En komaan, ze kennen me na al die maanden toch al wel een beetje ? Ik had gewoon gevraagd of ze tijdens de wekelijkse uitstap al ooit een patiënt was verloren en, na het ontkennend antwoord, had gezegd dat ze dan nu maar eens goed moest opletten met de tram reeds in zicht. Of ik zoiets grappig vond ?  Tsja, blijkbaar wel grappiger dan ‘dikke Mia’, onze groepsbegeleidster. Schrijf, schrijf… Maar hadden we het nu niet over de zopas overleden Jos ? Ik mocht mijn gang gaan. Prima, dat het belachelijk was geweest om de volledige afdeling af te sluiten en de patiënten te verbieden hun kamer te verlaten tot nader bericht. Ja, inderdaad…opgesloten als gangsters, terwijl niemand Jos zoiets zelfs maar had toegewenst ! Neen, voel me niet echt een gangster. Ha, terug naar de orde van de dag. Ja, natuurlijk is het enigszins vreemd dat een man, die je na enkele maanden pas de avond ervoor een beetje had leren kennen, de ochtend erna de ultieme en perfecte vlucht had uitgevoerd ! 60 jaar op deze klotebol en inmiddels niemand die om je treurt. Je komt alleen, werkt mooi je lijstje van ‘do’s and don’t’s’ af, die vallen onder de belachelijke noemer ‘Leven’, om dan opnieuw alleen heen te gaan in het bed van een inrichting. Hoe bedoelt U : ‘Er waren toch gevoelens’ ? Oh ja sorry, natuurlijk : het gejuich van de patiënten wegens het opschorten van alle verdere activiteiten van de dag en het gevloek van het personeel voor al dat additionele werk. Enige treurnis ? Mmm, zal ik gemist hebben wegens mijn ochtendgebed. Jep, sarcasme laat zijn lelijke kop nog eens zien. Schrijf, schrijf, scheur… Jos was wel getrouwd geweest, maar had 4 jaar geleden zijn vrouw moeten afstaan aan de heer Kanker. Ach, laten we nog maar eens voor de lever gaan ! Gaat lekker snel en borsten zijn tegenwoordig zelfs al te genezen ! Oh neen, het geluk van kinderen hadden ze nooit gekend. U zegt ? Vrienden ? Ah ja, juist…vriendschap ! Zoiets dat meteen kan verdwijnen na die laatste pint, die ene discussie, die fatale vrouw, juist ? Café-wijsheid van Jos, 30 jaar uitbater en mensenkenner ‘pur sang’. Maar daarom minder waar, denkt U ? Ach, jammer maar helaas : net zoals ik, enkel te weinig kennis over zichzelf ! Ineengestort voor zijn eigen café, ‘gelukkig’ gevonden door de arm van de wet – altijd op zoek naar de zware criminaliteit – en stante pede naar dit ‘hol’ gebracht. Zoef, dit was uw leven ! Hoe, nu al voorbij ? Ja, sorry…kunnen we meteen even afrekenen ? Schrijf, schrijf… Ach, Jos wist dat hij de inrichting nooit levend zou verlaten. Zijn eigen café werd zijn ‘dead man walking’. En laat nu net Mia, zijn overleden vrouw dus – had ik dat al gezegd ? Sorry dan ! – de enige zijn die zijn laatste wil kende en had kunnen uitvoeren, moest de heer Kanker ergens oponthoud hebben ervaren. Ah zo, oké : verstrooid worden in de rivier. Welke ? Hoeveel rivieren kent U zelf in Antwerpen ? Ah ja, U komt natuurlijk uit het Mechelse… Goh, zeker iemand die me dat heeft verteld…Waarom ? Staatsgeheim ? Oké, sorry… De bedoeling was dat het strand van St. Anneke de uitvalsbasis zou worden voor zijn laatste reis in poedervorm. Maar ach…een wei waar de koeien lekker kunnen schijten, zou hem ongetwijfeld eveneens zijn bevallen. Tenslotte : eigen schuld, wei gevuld ! Schrijf, schrijf, scheur… Sarcasme ? Mij volledig vreemd…Vroeg U niet om het op mijn eigen manier uit te leggen ? Hoe bedoelt U ? Wat er verleden week op mijn verjaardag precies is gebeurd in de refter ? Buiten dat feestje met drank, drugs en naakte, dansende vrouwen ? Oei, niet om te lachen dus.  Jammer… God nee, alsjeblieft…niet opnieuw over die appel, hoop ik ? Ik heb die gast toch gemist, niet ? En ik heb zelf de boel opgekuist ! Een verjaardag vieren in een inrichting waar je reeds meer dan 4 maanden verblijft, in gezelschap van een bende andere verloren zwijnen, is echt wel nefast voor de feestvreugde, geloof me ! Haha, nee…ik hoop ook dat ik mijn 53e verjaardag ergens  anders en onder andere omstandigheden kan vieren ! Zeg Diane, is dit een geldig verhoor ? Heb ik geen recht op een advocaat of zo ? Ja, bekend schuldig : heb inderdaad afgelopen week de sportzaal verlaten. Maar eerlijk…dat was echt ook wel het beste voor Freddie Krueger…anders had hij ongetwijfeld kennis gemaakt met de andere kant van mijn tennisracket, de lelijke klootzak ! Woedeaanvallen ? Ja, die komen nog voor. Neen, dank U, ik probeer ze zo wel onder controle te houden ! Ja, ik weet het wel : 2 weken geleden ook al tijdens ‘handenarbeid’. Godverdomme, omdat sommigen zich blijven storen over het feit dat ik nog steeds enkel donkere kleuren gebruik ! Weet dat ik het niet mag verscheuren, maar vond zelf – op dat moment – dat het de beste oplossing was voor iedereen ! Maar laat mij nu denken dat we het hier enkel over Jos zouden hebben. Neen Diane, ik verhef mijn stem niet…ik spreek altijd zo luid ! Schrijf, schrijf… Nee oké, maar is het dan zo onoverkomelijk om een 60-jarige man zijn laatste wens toe te staan ? Tegen de wet ? Tsja, als U het zegt… Hoe ik het dan zie ? Hij wou naar de rivier en jullie hebben ze droog gezet. Nee, dàt was sarcasme : ‘droog gezet’, ziet U ? Oei, alweer gemist ! Omdat ik al zo enorm veel heb moeten opgeven en nu ook nog mijn smaak voor humor ? Liever niet, maar toch bedankt ! Allé, het is dus niet enkel mijn smaak voor humor…Welke dan nog ? Vrouwen ? Zeker weten ! Ah, U bedoelde iets anders… Waarom ik de groep, tegen hun zin, heb verplicht mee te gaan kijken naar de nieuwste Lars von Trier, “Melancholia” ? Omdat het mijn week was om te kiezen en ik soms wél zin heb om mijn brein nog enigszins te bevoorraden. Trouwens, anders was er nog altijd Kirsten Dunst om naar te kijken, toch ? Onenigheid tijdens de kooksessie ? Ah, met de begeleiding…Ja, dat klopt. Had meer uitgegeven dan de voorziene € 2,5 per man. Misschien mijn zaken niet, maar kookt U dagelijks voor man en 2 kinderen aan  € 10,-, voor-, hoofd- en nagerecht inbegrepen ? Oké, zat er flink wat over, maar heb het toch uit eigen zak bijbetaald ? De bedoeling niet ? Alternatief…zal best ! Zakjes en blikjes, maar mag niet : alles moet vers zijn ! Komaan Diane, € 12,50 voor 5 volwassen personen ? Ben al lang blij dat er geen flesje wijn bij moet…oh sorry ja, ‘mag’ bedoelde ik natuurlijk ! Dikke Mia vreet godverdomme alleen al een hoofdgerecht voor dat bedrag ! Of ik het ‘dikke’ wil laten vallen ? Zal wel moeten…zou ze niet eens kunnen optillen… Ha ha…een glimlach ! Braaf, zit, lig : een beloning ! Dàt moet U toch echt even herhalen : mij bedanken voor verleden maand ! Diane, de heer Korsakov heeft me niet ontzien. Weet godverdomme niet eens meer wat ik gisterenavond heb gegeten ! Ja, sorry…nu roep ik ! Nee, niet kwaad op jou…op mezelf. Ja goed, eventjes terug : dus afgelopen maand. Ah, het komt terug : Tom was niet teruggekeerd uit verlof en niemand kon hem bereiken, dus ben ik hem thuis gaan overtuigen om mee met mij te komen. Nee, was niet makkelijk : hij was zo high als een garnaal. Dat heeft hij bij zijn terugkeer dan ook wel geweten, niet Diane ? Ach ja…slaan en zalven. Ha, dat doet me eraan denken : had mijn moeder vroeger beter ook gevraagd om eens aan een zalf te denken. Ja weet het, dat is een sessie-onderwerp ! Nog één ding ? Jennie van de 4e verdieping angst aangejaagd ? Oh man…dàt ! Sorry hoor, maar dat is écht niet mijn eigen schuld alleen ! Ten eerste kon ik niet weten dat boven mijn kamer de isolatiecel van het 4e lag…  en dat wijf was al een gat in de nacht aan het krijsen van “Ze komen me halen…ze komen me halen”… Ik probeer af en toe ook wat te slapen, weet U ? Hoe…wat zeggen ze dan op het vierde ? Oh ja oké, ben weer mee… Ik vreesde al dat ik die nacht geen oog meer toe zou doen. Dus toen het eindelijk rustig was, heb ik inderdaad op de verwarmingsbuizen geslagen met een schoen en geroepen : “We zijn er nu ! En we komen je nu halen, woehaa !!”. Natuurlijk heb ik daar spijt van…heb voor de rest van de nacht inderdaad geen oog meer toe gedaan… Konden ze die niet platspuiten of zo ? Mij ? Nu nog straffer…heb ik het weer gedaan ! Man man…slechts één moment van onoplettendheid en hop : ga meteen naar de gevangenis, ga niet langs start, U ontvangt geen geld ! Schrijf, schrijf, scheur… Mag ik U eens iets zeggen : verleden week, de dag van mijn verjaardag, is mijn dochter eindelijk voor de eerste keer meegekomen met haar moeder en mijn zoon, die me wel meer komen bezoeken. Heb gehuild als een klein kind ! Ik wist dat deze opname slachtoffers zou maken, maar niet zo veel indien ik gewoon was blijven drinken en drugs nemen. Wil enkel zeggen : ben gelukkig niet al mijn menselijke waarden kwijt ! Watte ? Dàt moet U toch nog eens één keer herhalen ! Ik ben diegene waar U het meest vertrouwen in heeft op een goede afloop van gans de afdeling ! Ah, zelfs van onze groep ! Man man…zou er toch niet te veel geld op inzetten (ha ha !). Ja, weet U : doet mij een beetje denken aan de sessie van eerder deze week. Wat zei U ook alweer : “Iedereen verdient een tweede kans !” ? Ben helemaal akkoord, maar het zijn nu net de andere mensen die je dat moeten toestaan ! Ha zo…het begint bij jezelf…ja ja. Zei zelf vroeger ook altijd: ‘no retreat, no surrender’… wat helaas niet ‘an sich’  leidt naar zo’n tweede kans ! Sommigen hier hebben het geluk te mogen terugkeren naar hun eerste kans, die nog steeds staat te wachten op de regenboog aan de hemel. Natuurlijk, dat weten wij ook, meestal ten onrechte. Heeft Uzelf niet gezegd dat zowat 85 % van alle verslaafden hervalt ? Misschien best allemaal meteen in de rivier gooien…zo ‘redden’ we het leven van onze geliefden tenminste toch nog ! Mmm, daar zou u liever een ander keertje op terugkomen ! Tijd voor de volgende sessie nu, zeker ? Ah nee, sorry…vergeten. Natuurlijk zijn er geen sessies meer vandaag ! Dus, wel vrij, maar niet buiten ? Ikke ? Wat lezen en muziek beluisteren, denk ik… Ja, bedankt voor het verplichte gesprek…schrijf, schrijf…scheur ! Even naar buiten…voor een nieuw verhoor van ‘The Fab Four’ én een sigaret ! Problemen ? Nee, natuurlijk niet…Alleen : ben hier nog niet weg, denk ik… We roken alle 5 en besluiten dan maar wat te gaan kaarten. Hartenjagen ? Ja prima hoor… Hoop dat ik win ! Kom sowieso al harten tekort ! Groep ‘A’ : 4 mannen en 1 vrouw, dagelijks vechtend tegen demonen, angsten, verslavingen, depressies, zichzelf…De hardst verslaafden, maar met hoop op een toekomst ! Eveneens het meest gemeden door de andere 23 patiënten. Wij zijn arrogant ! Staan boven de anderen ! Maar ook : vechters, volhouders… Een toekomst in zicht, eens vrijgelaten. Wij zouden ‘genezen’… Vreemd woord : van een verslaving genees je nooit ! Je vecht er dagelijks tegen ! Een thuismatch win je meestal nog wel, mits enige forse volhouding…Een uitmatch wordt al véél moeilijker ! Problemen ? Even Damocles bellen…niemand thuis natuurlijk ! Is alweer op weg met zijn zwaard : op zoek naar ons…ongewapend ! ‘Last people standing’…waarvan er inmiddels 2 zijn overleden (waaronder Tom) aan een overdosis en 2 opnieuw opgenomen…voor een derde kans ? Damocles houdt blijkbaar niet van de kust. Vindt Wenduine niet op de GPS van zijn paard ! Verstoppertje spelen ? Ik kom ! Tot nu toe heeft hij me niet gevonden ! Fier ? Natuurlijk niet : teveel schade  achter me gelaten ! Eén ervan heet ‘invaliditeit’ ! 56 jaar…nog 4 jaar te gaan, Jos ! Zal ik dan misschien wél de zee bereiken in poedervorm ? Misschien…Ik hoop het zo ! Maar inmiddels : schrijf, schrijf, punt…scheur ! 

Paul Smeyers
12 1

MAGIE

Het Sportpaleis in Antwerpen zat afgeladen vol voor wat beloofde een magische avond te worden. Echt verbazingwekkend kon je dat niet noemen : slechts eenmaal om de drie jaar verliet de grote ‘mARTy’ zijn Nederlands territorium voor een wel erg beperkte tournée. Die leidde hem naar Antwerpen, Parijs en Hamburg. Antwerpen kwam steevast als eerste aan de beurt en diende als try-out voor zijn nieuwe show. Daar enkel zitplaatsen waren toegestaan, zat men aan de maximum capaciteit van zowat 15.000 toeschouwers, wat meteen de hoge inkomprijzen voor deze ene show verklaarde. De goedkoopste kaartjes  van € 75,- vlogen de deur uit als zoete broodjes. Maar voor de 40e verjaardag van Willy had Stella niet op een cent gekeken : ze zaten, samen met hun 12-jarige dochter Femke, op de 7e rij van het middenplein, wat haar toch zo’n slordige € 750,- had gekost ! Stella wist wel dat ze zich normaal dergelijke frivoliteiten niet konden veroorloven, maar Willy keek al zo lang uit naar een live optreden van ‘mARTy’, dat het geschenk – waar ze tenslotte allen wat aan hadden – al snel gekozen was. De kranten hadden het maanden geleden reeds uitgeschreeuwd en naarmate januari naderde, namen de artikels in hoeveelheid toe. Zelfs “De Morgen”, Willy’s favoriete krant, ontsnapte er niet aan. En, altijd op zoek naar dat extra stukje ’zalm’, zou de grote Vlaamse ‘Gili’ voor hen het optreden bijwonen om de man te ontmaskeren. Zoals voorzien, werden de zaallichten gedimd om precies 20.30 u. en werd het muisstil in het Sportpaleis. Plots, zonder dat één aanwezige ‘mARTy’ het podium had zien oplopen, lichtte één enkele  spot zich op het midden van het podium. Daar stond hij dan : netjes in het zwarte pak, de Nederlandse Johnny Depp look-a-like die, zoals Google het vermeldde, begon waar anderen eindigden. Volgens vele van zijn fans (je kon hen gerust ‘aanbidders’ noemen) was ‘mARTy’ geen goochelaar, maar een tovenaar…een magiër ! “Kent U de familie Sanders goed, mevrouw Bellens ?” De 67-jarige vrouw keek de agent met bloeddoorlopen ogen aan, inmiddels haar derde sigaret sinds zijn aankomst aanstekend met de zilveren Zippo. “Goh ja, niet intiem natuurlijk, maar we zijn buren zoals u weet. Tsja, en dan kom je elkaar natuurlijk regelmatig tegen op straat, of in de tuin. En als het sneeuwt, komt Willy altijd sneeuw ruimen bij mij. Met Stella sla ik regelmatig een praatje.” “Waarover gaan die gesprekken zoal ?” “Ach, de gebruikelijke zaken, hé agent : de kinderen, mijn kleinkinderen, het weer, de gezondheid…u weet wel. Ongeveer 2 weken geleden kwam ze me nog speciaal vertellen dat ze kaartjes had gekocht voor de één of andere goochelaar. Ik vond het maar een vreemd verjaardagsgeschenk, maar Willy was er blijkbaar in de wolken over !” “Weet u ook precies wanneer de show zelf plaats vond ?” “Jazeker ! Ik mag dan wel al wat ouder zijn, maar in het hoofd werkt alles nog prima. Dat was gisteren, zaterdag, precies één week geleden!” Aan het optreden waren bepaalde condities verbonden. Die stonden netjes vermeld op de tickets. Er mochten geen foto’s gemaakt worden. Verder moesten alle telefoontjes afgezet worden (op straffe van onmiddellijke verwijdering uit de zaal) en, indien je de zaal verliet tijdens het optreden, was er terug binnenkomen uitgesloten. Dus had de familie Sanders de nodige voorbereidingen getroffen : één drankje in de foyer en allemaal nog even naar het toilet. Maar wat hadden ze inmiddels de ogen uit het hoofd gekeken naar de vele bekende gezichten, zoals Bart Peeters, Evy Gruyaert, Goedele Liekens, Showbizz Bart… Ze hadden ze allemaal gezien en herkend ! Het was vanzelfsprekend dat vooral Femke in haar nopjes was met de aanwezigheid van al die beroemdheden : wat zou ze veel te vertellen hebben maandag op school tegen haar vriendinnen ! Inmiddels stapte de vriendelijk ogende ‘mARTy’ een beetje naar voor tot bij de rand van het podium. Achter hem hing een groot wit doek, waarop de details van de show werden weergegeven voor de mensen op de balkons. Tevens, net zoals bij een muziekoptreden, hingen er twee zulke doeken aan weerszijden van het podium. Want genieten moesten de mensen van elke seconde : het was bekend dat een optreden van ‘mARTy’ zelden langer duurde dan een uur ! Maar eerlijk : hij verspilde dan ook geen minuut van de toeschouwers’ dure tijd. Uit zijn vestzak nam hij een boek kaarten, die zo groot waren, dat ze onmogelijk ooit in die zak zouden gepast hebben.  “Hier heb ik een spel kaarten voor de slechtzienden”, begon hij, wat al een kleine lachlawine veroorzaakte. ‘mARTy’ had een zwaardere stem dan zijn uiterlijk deed uitschijnen. Hij overhandigde de kaarten aan een koppel op de eerste rij. “Willen jullie alsjeblieft zo vriendelijk zijn om na te gaan of alle 52 verschillende kaarten aanwezig zijn ?”. Natuurlijk keken de betreffende mensen niet alle kaarten na, maar het bleek al snel dat het inderdaad een buitengewoon groot, maar compleet spel kaarten was. Ze werden opnieuw aan de goochelaar overhandigd, die ze onmiddellijk met een erg sierlijke zwaai de zaal inwierp. Maar het viel al meteen iedereen op : de kaarten ‘vlogen’ niet … ze zweefden ! En terwijl ‘mARTy’ de kaarten met zijn handen leek te sturen, verdeelden die zich over het volledige Sportpaleis…zelfs de verschillende balkons werden niet overgeslagen. Dan, met de palmen van zijn handen naar beneden, liet ‘mARTy’ zijn gestrekte  handen stil dalen, waarop de kaarten hetzelfde deden. Elke kaart bleef wel boven iemands hoofd hangen, zodat die hem enkel uit de lucht hoefde te plukken. “De persoon op balkon 243, stoel 5 : gefeliciteerd ! U heeft schoppen tien !” De vrouw op de betreffende stoel had inderdaad een kaart en had deze meteen bekeken : het was ruiten vier. Ze stond wat ongemakkelijk op van haar stoel en antwoordde stamelend dat het een andere kaart was. “Nee hoor, dat kan niet”, vervolgde de goochelaar. “Kijkt u nog eens rustig en geconcentreerd naar uw kaart ?” Het leek er even op dat de dame in kwestie haar eigen ogen niet wou – of kon – geloven : plots was haar kaart inderdaad schoppen tien, iets wat ze, enigszins van haar stuk, toegaf. Een enorm applaus volgde. “Ma … maar hoe weet u dat ?” vroeg ze, alsof ‘mARTy’ eventjes zijn truc zou uitleggen. “Omdat de heer op balkon 114, stoel 2 de ruiten vier heeft !”, antwoordde hij glimlachend. Alle blikken gingen naar de aangewezen plaats en de betrokken man hield zijn kaart, een ruiten vier, omhoog ! Nu al, slechts 10 minuten na het begin, was de zaal veranderd in een laaiende massa van enthousiaste toeschouwers. ‘mARTy’ noemde nog enkele personen en hun kaarten en zat er telkens volledig op ! “U mag allen uw kaart houden als aandenken aan deze avond ! Oh, mag ik inmiddels de heer op parterre rij 134 – stoel 12 verzoeken om mijn vriendschapsverzoek eindelijk te willen aanvaarden. U mag, bij hoge uitzondering, heel even uw iPhone daarvoor aanzetten”. De verbaasde man zette zich meteen aan het werk en vond de betreffende vraag. “Maar die is pas 2 minuten geleden binnengelopen !” “Dat klopt, mijnheer Lenaers, en binnen 2 minuten is hij ook alweer verdwenen.  Mag ik U vragen om uw telefoon terug af te zetten, alsjeblieft ? Goed zo, dit wordt een fijne avond, denken jullie ook niet ?” De zaal was nu al niet meer in te tomen ! Willy, Stella en Femke genoten met volle teugen van al het fraais waar ze die avond reeds mee geconfronteerd waren ! “Heeft U sinds verleden week zaterdag nog contact gehad met iemand van de familie Sanders, mevrouw Bellens ?” “Euh…ja, natuurlijk ! Op maandagmiddag reeds kwam Stella langs. We hebben samen koffie gedronken en ze vertelde me voluit over de show die ze hadden gezien. Ze leek er inmiddels van overtuigd dat er ‘hogere machten’ in het spel waren. Dat herinner ik me nog omdat ik er zo verschrikkelijk mee moest lachen. En enkele dagen later, terwijl Willy sneeuw aan het ruimen was, vroeg ik hem of hij ook zo had genoten van zijn verjaardagsgeschenk. Nou, de man leek me nog steeds volledig onder de indruk. Maar het heeft wel geduurd tot afgelopen vrijdag tot ik Femke per toeval tegen het lijf liep. Natuurlijk was zij ook verwonderd over alles wat ze had gezien en van haar kreeg ik dan voor de derde maal te horen dat zijzelf een belangrijke rol had gespeeld in zijn nieuwste – en laatste – truc !” “Kan u mij in het kort vertellen wat voor truc het precies was ?” “Na hem 3 maal te hebben aangehoord ? Dat denk ik wel, agent !” “Goed zo, dan heb ik nu een assistent nodig met een onschuldige hand. Misschien iets voor jou, jongeman ?” mARTy wees op een jongen van ongeveer 16 jaar oud op de 4e rij, die met bloedrode  wangen het podium beklom. “Hoe heet je ?” “Euh…Marty, mijnheer…”, alsof er toeval in het spel was. Heel de zaal wist wel beter ! “Goh, wat een toeval”, sprak de goochelaar, wat alweer de zaal deed schudden van het lachen. “Nou, Marty, ik zou graag willen dat jij voor mij 6 paspoorten verzamelt. Liefst van mensen die niet naast elkaar zitten, en je mag gerust ook één of meerdere van de balkons gebruiken. Maar laat het niet te lang duren, he”, voegde hij er glimlachend aan toe, waarop Marty weg sprintte op zoek naar slachtoffers. “Goed, dan ga ik even wat te drinken nemen”, zei mARTy en hij nam een bruine kruik in ontvangst van achter de coulissen. Hij schonk zich een groot glas in met een heldere vloeistof en nam een slokje. “Heerlijk, dat Belgische water.” Hij liep de zaal in met zijn glas en overhandigde het aan een dikke man met een soort Russische snor. “Mijnheer, ook een slokje?” De man weigerde natuurlijk niet, keek mARTy aan en zei : “Da’s geen water, da’s verdorie witte wijn!”. mARTy lachte hem even toe. “Oh man, heb ik weer mijn Jezus-truc bij !”. De daaropvolgende vrouw proefde echter witte limonade en een dame op leeftijd wist zeker dat het Baileys was ! Een mooie blondine herkende meteen de smaak van Gin-Tonic en de laatste slok, voorzien voor Marty, die inmiddels hijgend was gearriveerd met de paspoorten, bleek opnieuw water te zijn ! “Goed, bedankt Marty. Je mag terug gaan zitten”. Wat de jongen, onder luid applaus, dan ook deed.   Inmiddels had iemand op het podium een groot schrijfbord neergezet met een zwarte stift. “Oké, even kijken…Ik leg de paspoorten op alfabetische volgorde op familienaam. De eerste is van Cathy Adriaenssens, geboren op 4 april. Ik noteer op het bord : 4 ! Dan heb ik hier Michel Bogaerts, geboren op 24 november. Dat zijn twee cijfers, dus ik neem de ‘N’ van november.” De derde bleek ene Everaerts, geboren op 12 Januari (J), gevolgd door mevrouw Geeraerts van 30 augustus (A). De volgende 2 paspoorten waren wel beiden van iemand geboren voor de tiende van de maand, dus daar werden de cijfers van genoteerd (3 en 7). “Goed, laten we eerst even de cijfers noteren, gevolgd door de letters. Dat geeft ons dus, zoals jullie allen kunnen zien : 437-NJA ! Is er iemand in de zaal die dit herkent ?” Langzaam werd op het eerste balkon een arm zichtbaar. “Oh, fijn zo”, lachte mARTy de persoon toe. “En u bent…?” “Mijn naam is Caroline Smeets.” “En wat zeggen deze tekens u ?” “Dat is de nummerplaat van mijn wagen !” En voor het applaus nog maar eens kon losbarsten, verscheen op het grote doek achter mARTy de foto van een blauwe Opel Vectra, voorzien van de opgegeven nummerplaat en duidelijk genomen op de parking van het Sportpaleis. De zaal werd gek … dit was onmogelijk ! Toen het applaus was uitgedoofd, nam mARTy opnieuw het woord. “Dames en heren, ik hoop dat jullie het laatste anderhalf uur hebben genoten van de nieuwe show ! Misschien denken sommigen van jullie dat ik met jullie brein speel. Maar … is dat ook zo ? Of is het meer met jullie voeten ? Dat zal de laatste truc van deze avond uitwijzen. Ook deze is gloednieuw en ik heb hem zelf nog niet één keer uitgeprobeerd. Dus dit wordt voor mij even spannend als voor jullie!” Uit zijn vestzak nam mARTy een klein, zwart balletje, dat hij op zijn hand liet rusten. “Voor deze laatste act heb ik de hulp van iemand nodig. Maar dit keer zal die persoon gekozen worden door deze ballon.” Hij legde het balletje op de rechterhand van zijn gestrekte arm. En terwijl de goochelaar het voorwerp zeer intens aankeek, leek het zichzelf op te blazen.  Nee, het was duidelijk : de bal zette uit voor de ogen van de alweer verbijsterde toeschouwers. Hij groeide en groeide … tot hij nog steeds op mARTy’s hand een diameter van zowat een meter had bereikt. “Zo, dan laat ik nu deze ballon los om zelf iemand uit te kiezen en ik beloof dat hij of zij er daarna nog plezier van zal hebben.” Maar mARTy liet niets los : de ballon steeg als vanzelf op van zijn hand en, net als de kaarten in het begin, begon hij ook een toer doorheen het ganse Sportpaleis, waarbij hij soms wel 20 meter de hoogte inging. Hij steeg en daalde weer, alsof de ballon zich prima amuseerde ! Hij zwierf boven de hoofden van de mensen op de balkons, om dan snel een duik naar beneden te nemen. En daar voerde hij precies hetzelfde ritueel op … tot hij plots langzaam … heel langzaam tot stilstand kwam en zich zachtjes liet neerdalen …recht in de schoot van Femke ! “Nou, mevrouw Bellens, da’s best wel een mooie truc.” “Ach agent, ze waren alle drie zo fier dat hun dochter betrokken was bij dat optreden. Ze kregen er maar niet genoeg van om het aan iedereen te vertellen !” “En kan u mij precies vertellen wat er gisterenavond is gebeurd ?” “Agent Somers, ik heb nog steeds een zeer goed zicht en gehoor. Maar helaas kan ik u niet veel vertellen. Weet de familie Sanders u niet meer informatie te geven ?” “Nou eerlijk, mevrouw Bellens, ik zou het enorm graag uit uw mond zelf horen ! Vertelt u me maar wat u zich nog precies herinnert.” “Wel, ik was water aan het opwarmen voor een kopje thee bij de televisie, toen ik het lawaai hoorde.” “En wat voor lawaai was dat dan ?” “Nou, ik herkende natuurlijk wel meteen de stem van Femke, maar omdat mijn keuken aan de andere kant  van de straat ligt, verstond ik echt niet wat ze zei. Daarom ging ik naar mijn woonkamer om even te kijken of alles in orde was.” “Kijk, het lijkt erop dat hij een keuze heeft gemaakt !” Glunderend zat Femke met de enorme, zwarte ballon in haar handen. “Goed, juffrouw : nu hoeft u maar één ding te doen : de ballon stevig vasthouden en onder geen beding loslaten ! Gaat dat lukken, denk je ?” “Ja hoor”, antwoordde Femke met een blos op haar wangen. “Prima … Dus denk eraan : wat er ook gebeurt : niet loslaten, oké ? Goed, daar gaan we !” En onmiddellijk na die woorden gingen alle lichten uit. Het was gedurende een 5-tal seconden pikdonker in het grote Sportpaleis, waarna één voor één de lichten opnieuw gingen branden. Stomverbaasd zagen alle toeschouwers hoe de ballon opnieuw op de gestrekte hand van mARTy lag en Femke een beetje beteuterd zat te kijken naar haar lege handen. “Ma … maar ik had hem écht heel goed vast ! Het leek wel of hij oploste in de lucht!” “Tsja, dat heb je natuurlijk met ballonnen,” lachte mARTy haar toe. Toen hield hij de ballon bij zijn oor, terwijl die langzaamaan zijn oorspronkelijke kleine vorm weer aannam. Opnieuw richtte hij zich tot de zaal. “Zozo, jij heet dus Femke ! Wel Femke, je moet niet treuren : de ballon heeft beloofd dat hij jou heel binnenkort eens komt opzoeken !” en hij stak het inmiddels opnieuw kleine ballonnetje in zijn vestzak. Toen, zonder één verder woord , doofden opnieuw alle lichten in het Sportpaleis, met slechts één witte spot gericht op mARTy. En voor de zoveelste keer die avond liet hij 15.000 verbaasde toeschouwers achter om als het ware in het licht op telossen … Zijn beeld werd flauwer en flauwer … tot hij helemaal verdwenen was. En toen barstten het applaus, het geroep, het gefluit en de andere geluiden los en vulden de zaal. Maar er kwam geen teken meer van mARTy … enkel nog een stem uit de luidsprekers : “mARTy laat weten dat hij hoopt dat jullie een leuke avond hebben gehad. Hij wenst jullie allen een prettige thuiskomst en hoopt jullie binnen 3 jaar allen opnieuw te zien !”     ’s Maandags stonden de kranten vol over het optreden ! Het was overal voorpaginanieuws : MASSAHYPNOSE ? OF TOCH : ‘THE REAL THING’ ? ZIJN HET ACTS ? ZIJN HET STUNTS ? IS mARTy EEN GOOCHELAAR OF TOVENAAR ? mARTy HEEFT ZIJN NAAM NIET GESTOLEN : DIT IS PURE KUNST ! Bij “De Morgen” bleef het bij “EEN AVOND VOL AMUSEMENT”, daar Gili hem niet één keer had kunnen betrappen op een ‘foutje’ !  “Goh agent, kan u het echt niet aan de ouders vragen ? Ik heb het hier zo moeilijk mee!”. “Zij ook, mevrouw Bellens ! Ze zijn gisterenavond in shock opgenomen in het hospitaal, dus u bent op het ogenblik mijn enige hoop.” “Maar nogmaals, ik heb niets gezien. Toen ik aan het raam kwam, stond Femke nog aan deze kant van de straat. En ze riep de ganse tijd : “Hij is terug ! Hij is terug !” Maar toen kookte het water voor mijn thee en begaf ik me terug naar de keuken. Toen ik daar was, hoorde ik enkel de geweldige klap. En toen ik terug aan het raam kwam, bleek het ongeluk reeds te zijn gebeurd ! Heeft de chauffeur niets gezien ?” “Nee, aan de slipsporen in de sneeuw kunnen we enkel vaststellen dat de vrouw er nog alles aan heeft gedaan om Femke te ontwijken, maar met dit weer … tsja … Zij is beginnen te slippen en heeft haar vol geraakt. Femke was onmiddellijk dood. Het is duidelijk dat deze dame…”, waarop de agent zijn boekje tevoorschijn nam, “… ene Caroline Smeets in haar Opel Vectra, volledig vrijuit gaat.” Inmiddels huilend keek de buurvrouw de agent aan : “wat is dit toch een ongewoon en verschrikkelijk verhaal ! Wat betekende nou : ‘Hij is terug !’ en waarom stak ze zomaar, zonder eerst rond te kijken, de straat over ?” “Eerlijk mevrouw Bellens : ik heb geen idee ! En daar niemand gezien heeft wat Femke bezielde zo onvoorzichtig te handelen, is dit wel een heel vreemd verhaal. Het lijkt verdomme wel…magie !”                                                                 

Paul Smeyers
0 1

TRIESTE OGEN

Op het einde van mijn vijfde – en voorlopig tevens laatst geplande - bezoek aan Harare, de koningin van Zimbabwe en, bij uitbreiding, van heel zuidelijk Afrika, weet ik het nu wel zeker : deze stad is ongetwijfeld een dame van stand ! Ze gedraagt zich immers geheel anders dan een gewone vrouw. ’s Ochtends rekt ze zich nog eens lekker uit, nog wat moe van de vorige avond, en wacht op haar butlers om zich klaar te maken voor de dag. Dat heeft vanzelfsprekend zijn tijd nodig, zodat ze pas tegen de middag stilaan op gang komt. Maar terwijl de uren verder wegtikken, komt ze op dreef. Dan leeft ze, werkt ze…beweging is haar ding ! Aan de namiddag heeft ze een hekel : een hoop drukte in haar straten zonder enig belang. Maar ‘s avonds… Ha, ’s avonds maakt ze zich op, klaar om de honderdduizenden mannen te verleiden. Arbeiders, bedienden en toeristen zal ze in haar armen ontvangen. De kleine, voor haar onbetekenende vlekjes werkt ze zorgvuldig weg : ze bekijkt hen, lacht hen luidkeels uit en spuwt ze uit haar gebied…haar eigendom…haarzelf. En als eindelijk al de werklozen, gehandicapten en bedelaars uit haar zicht zijn verdwenen, is ze helemaal klaar om bemind te worden door de rijken ! Ja, de rijken zal ze aan haar borst drukken en troosten indien nodig…ze zal hen voorzien van de broodnodige liefde ! Oh ja, er is geen twijfel…deze stad is een dame, bemind door sommigen, veracht door velen. Ach, ik weet wel dat haar plaatselijke economie niet de mogelijkheden heeft om nog langer “Bencom” producten te importeren, maar wat dan nog… Birgit, mijn echtgenote en tevens de verantwoordelijke voor de boekhouding van ons bedrijf, begint zich echter vragen te stellen over het nut en – vooral – de daaraan gekoppelde kosten van deze tussenstop, na mijn zakelijk bezoek aan het immer voorspoedige en winstgevende Zuid-Afrika. Maar hoe kan ik haar in hemelsnaam verklaren dat ik, na typisch “mannelijke steden” zoals Johannesburg, Durban en Kaapstad, hunker naar Harare en haar inwoners ? Dat ik bij aankomst in Johannesburg voor een rondreis van zowat 2 weken, reeds uitkijk naar de aantrekkelijkheid van mijn volgende bestemming ? Want ik moet het toegeven : ik hou van haar ! Ze heeft een tiental jaar geleden mijn hart gestolen en weigert het terug te geven aan de rechtmatige eigenaar. Want oh ja, de liefde is wel degelijk wederzijds…vooral ’s avonds, als ik haar donkere straten bewandel op zoek naar plaatselijk vertier ! Het is een vreemd idee, dat besef ik maar al te goed, maar het lijkt wel of zijzelf het 5***** hotel ‘Meikles’, gelegen in de wat rustigere Jason Moyo Avenue, speciaal voor mij heeft laten bouwen. En tevens het fantastische personeel zelf heeft geselecteerd ! Ook al kom ik er slechts eens om de 2 jaar, toch word ik steeds onthaald met het – in mijn oren en hart - geweldig klinkende “Hello, mister ‘B’ ! We’re so glad to have you back !”. En eerlijk : weinig beelden doen mij zoveel als het verschijnen van de ‘Meikles Mercedes’, die me bij aankomst reeds staat op te wachten om de 10 kilometer van de luchthaven naar het hotel zelf, te overbruggen. En verdomd als het niet waar is : zelfs de chauffeur is gebriefd : “Welcome back, mister ‘B’ !”. Maar ‘thuis’ voel ik me pas echt wanneer de prachtige en zo efficiënte receptioniste Jahzara mij verwelkomt. En, zoals steeds, wordt deze korte stop meteen gevolgd door het eerste bezoek aan de “All Night Bar”, waar barman Younes me ontvangt als een lang verloren vriend. En de ‘mister ‘B’ blijft maar op me afkomen : poetsvrouwen, tuinmannen, de stoere kerels die het zwembad op het dak onderhouden, enzovoorts. Vanzelfsprekend weten ze allemaal dat ik Benny heet, maar ook hoe ik geniet van de stijlvolle bijnaam. Mijn eerste stop bij Younes is altijd de langste van het verblijf. Ik wil de tijd rekken, genieten van elke minuut in dit hotel…in deze stad ! Eens op mijn kamer, behoorlijk in de wind, besef ik natuurlijk dat Birgit gelijk heeft : wie kan er zich in deze tijden in dit land onze prachtige, maar dure koffers, trolleys of rugzakken veroorloven die tot ons assortiment behoren ? Allemaal prachtspullen, volgens onze eigen wensen gemaakt in Europa en onder onze eigen naam verdeeld. Voor ons bedrijf geen rommel uit het Verre Oosten ! Onze laatste ultrazachte lederen laptopzakken waren een schot in de roos geweest en via een bevriend transportbedrijf kon ik ze wereldwijd goedkoper exporteren dan welk ander bedrijf ook. Ik besefte op mijn laatste avond in het ‘Meikles’, dat zeer spoedig enorme aantallen zouden besteld worden via onze hard werkende agent in Johannesburg. Helaas moest ik eveneens aan mezelf toegeven dat zowat 10 % van de verdiende winst in Zuid-Afrika, er op één enkele week werd doorgejaagd in deze stad ! En dat was deze reis zeker niet anders geweest : een dagtrip naar Victoria Falls, van daaruit naar Hwange Park voor 2 dagen safari en het onvermijdelijke bezoek aan Bushman Rock voor de plaatselijke, uitstekende wijnen. En vanzelfsprekend alles in eerste klasse via het redelijk vlot lopende Air Zimbabwe, in samenwerking met Lufthansa. En overal, elke dag opnieuw, een tiental uur zon, gekoppeld aan een zalige temperatuur van zowat 30° Celcius. Oh man, besloot ik voor de zoveelste keer, dit kan…dit mag niemand mij afnemen. Zelfs niet, ook al heb ik de afgelopen 6 dagen slechts 5 (kleine) bestellingen mogen noteren, een vlaggetje dat de lading absoluut niet dekt ! Maar, besloot ik, dat waren zorgen voor later, wanneer Birgit me nog maar eens zou confronteren met haar zwarte inkomsten/uitgaven boek ! Vandaag is het vrijdag en morgen reeds zal, tegen de middag, de ‘Meikles Mercedes’ me opnieuw  naar de luchthaven brengen voor de uiteindelijke thuisreis. Maar zover is het nog niet, want op vrijdagavond is de dame absoluut op haar best ! Dan opent ze armen en benen voor welgestelde mannen van midden veertig met veel Euro’s op zak… Mannen zoals ikzelf ! Ik trek mijn pak van Hugo Boss uit en neem een verkwikkende douche. En dan moet er opnieuw gekozen worden. Ik neem een nieuwe boxershort van Punto Blanco en kies voor een Jeans van Armani, hemd van Kapaza en mijn makkelijke schoenen van Dione. Voor alle zekerheid doe ik mijn lederen vest van Usual Way ook maar aan, want ’s avonds kan het hier flink afkoelen. Als ik met de lift beneden in de lobby aankom, zit de verplichte pianist reeds een muzak-versie te spelen van Elton John’s ‘Blue Eyes’…hoe origineel ! Ik begeef me dan maar naar de “All Night Bar” om  wat in de stemming te raken. Terwijl ik aan mijn tweede Macallan (‘no ice please, Younes !’) nip, bedenk ik dat ‘Operatie  Murambatsvina’ in 2005, vanzelfsprekend in gang gezet door President Mugabe, waarbij alle sloopwijken met de grond gelijk werden gemaakt met duizenden daklozen tot gevolg, het land nog dieper heeft weggeduwd op de kaart van Afrika en een ware exodus naar Zuid-Afrika heeft veroorzaakt. En daar stonden ze nu ook niet meteen klaar om deze mensen met open armen te ontvangen ! En tevens de talrijke Europeanen, waarvan de meeste Engelsen, vluchtten terug naar hun thuisland, nadat hun gronden waren afgenomen en verdeeld onder de lokale bevolking. Het stond in de sterren geschreven dat binnen de kortste keren alle landgoederen werden verwaarloosd, met een depressie en ongeziene devaluatie als gevolg. Dezer dagen wil niemand nog betaald worden in ‘Zim $’, daar die niets meer waard zijn. US Dollars en Euro’s  daarentegen zijn méér dan gewild ! Inmiddels is de werkloosheid en armoede ongezien en het sterftecijfer stijgt jaarlijks… “Another one, mister ‘B’?”, onderbreekt Younes mijn gedachten, maar ik besluit om nu eerst een hapje te gaan eten. De Mercedes wordt weer voorgereden en ik geef hem de naam op van ‘Paula’s Place’, waarop hij onmiddellijk koers zet naar Samora Machel Avenue. Ach, eerlijk : ik zou de  afstand makkelijk te voet kunnen afleggen, maar de plaatselijke veiligheid ’s avonds (en een belangrijk gevoel van status) raden me aan de meeste verplaatsingen per wagen te doen. En oh man (wat heeft Birgit er trouwens een hekel aan dat veel van mijn zinnen hiermee beginnen…of eindigen !), ik zou een moord doen voor de ‘Lemon Baby Chicken’ bij Paula’s ! Minstens even belangrijk : ze maken meteen een tafel vrij voor mister ‘B’, alsof het twee jaar heeft staan wachten op mijn volgend bezoek. Het is er, zoals steeds tijdens het weekend, enorm druk, maar bij de deur komen de zalige reuken, de prettige sfeer èn Paula zelf me reeds tegemoet. “Hey mister ‘B’, long time no see” begint ze, terwijl 2 stralend blauwe ogen en een lach als één uit de duizend, me verwelkomen in haar ‘Place to be’. Paula zelf ziet er geweldig uit in haar nauwsluitend rood kleedje en haar kortgeknipt blonde haar. We praten wat bij en, zoals elke keer opnieuw, brengt ze me een lokaal drankje (waar ik niet echt gek op ben). Maar het is gratis en met liefde gemaakt, wat alles goed maakt. Andere dranken zullen moeten wachten tot later op de avond. En terwijl prachtige Portugese Fado uit de luidsprekers weerklinkt, vertelt Paula me (nog maar eens) dat ze alle albums van Dana Winner (‘Do you know her ?’) en Helmut Lotti in haar bezit heeft. Het streelt mijn ego niet echt, maar pretendeer alsof dit een onwaarschijnlijke zaak is. Dan wordt het jonge kippetje met citroen en gebakken rijst geserveerd, vanzelfsprekend begeleid door een geweldige Syrah uit Stellenbosch en verlaat Paula mijn tafel. Dat de maaltijd een werkelijk mond-orgasme is, hoef ik haar niet langer te vertellen. Een knipoog en een glimlach zeggen haar voldoende. Ze glimlacht terug en weet het : mister ‘B’ is tevreden ! En dat betekent als vanzelfsprekend een extraatje in de kassa vanavond ! Het dessert laat ik aan mij voorbijgaan : ik ben niet gek op zoetigheden. Maar de koffie, begeleid door een ‘Black Bowmore’, staan reeds voor mijn neus voor ik ze besteld heb. En de ober houdt tevens een houten kistje open met een keur aan sigaren. Ik kies voor een Panatella en word onmiddellijk voorzien van het nodige hout, lucifers en asbak. Oh man, wat een zalig, maar toch ook triest einde aan mijn voorlopig laatste reis naar dit land…onvergelijkbaar met enige andere reis die ik jaarlijks moet ondernemen. Na de rekening te hebben voldaan en een flinke tip te hebben achtergelaten, begeef ik me weer op straat. Ik kan natuurlijk de ‘Meikles’ bellen voor hun service of opteren voor de veelvuldig aanwezige lokale taxi’s, maar besluit om tijdens een wandeling nog een keer de Afrikaanse lucht op te snuiven. Misschien zal ik die nog wel het meeste van alles missen ! Genietend kuier ik door de straat van mijn maîtresse. Ik wil echter niet teveel afdwalen van de hoofdstraten.  Niet dat ik snel bang ben – helemaal niet zelfs – maar je moet er natuurlijk ook niet om vragen ! Zoals ik reeds zei, lijdt het land aan een enorme armoede en je moet die negers ook niet teveel vertrouwen, ook al lachen ze je toe ! Geld ja, daar zijn ze op uit ! Maar ervoor werken…ho maar ! Oh man, wees maar zeker : ze zijn allemaal in het bezit van een GSM, laptop, grootbeeld televisie, enzovoort. Maar ze vergeten verdomme wel aan wie ze dat allemaal te danken hebben en wat hebben we ervoor terug gekregen ? Opstanden, moorden, verkrachtingen, brandstichting en ga zo maar door… Ik word verstoord in mijn gedachtegang door muziek die duidelijk uit een nabijgelegen café of dancing komt. Ik herken het meteen : de mannen van U2, samen met BB King en ‘When love comes to town’. Ik beslis om op het geluid af te gaan en eens te kijken of daar nog iets te beleven valt voor mijn laatste avond. Want dit is de dame die me ten dans vraagt en zo’n uitdaging kan je niet afslaan ! 5 minuten later en 2 straten verder bereik ik de ‘Nelson Mandela Avenue’, waar ‘Club Sphinx’ zich bevindt en Bono’s stem me tegemoet komt. Terwijl ik me afvraag wie er in deze tijd nog wil en kan investeren in het uitgaansleven in Harare, begeef ik me naar de inkomhall, die duidelijk al een flinke cent heeft gekost. Ik betaal het inkomgeld (‘Oh man, één drankje inbegrepen’) en begeef me naar de vestiaire, waar ik – alweer tegen betaling – mijn lederen jekker achterlaat. En nu maar hopen dat het later op de avond nog steeds de mijne is ! Jonge kerels en nog jongere meisjes eisen hun plaats op de dansvloer op. Maar op enkele blanke  stelletjes en – voornamelijk – single mannen na, is ook hier de hoofdkleur zwart. En dat terwijl het inkomgeld toch niet minnetjes was. Maar plezier hebben ze voor tien ! Ze swingen, dansen, zingen en zenden inmiddels hun signalen uit naar elkaar. De dansvloer is zowat vol, de tafeltjes allemaal bezet, maar gelukkig is er aan de bar zelf nog voldoende plaats. Inmiddels wordt de dansvloer één grote deinende menigte, wanneer de Simple Minds het roer overnemen met ‘Alive and kicking’. Met veel moeite, vanwege het volume van de muziek, bestel ik aan de barman, die zowat zijn oor in mijn mond steekt, een Jack Daniel’s met ijs. De hitte binnen is enorm, ook al draaien de airco’s en rookwegzuigers op volle kracht. De barman zet de Jack Daniel’s voor mijn neus en schuift er een papiertje onder. ‘Prima’, denk ik, ‘blanken worden hier nog vertrouwd !’. Ik draai een halve ronde op mijn lederen barkruk en zie de menigte…lachen, kussen, dansen, koppelen. En terwijl ik me opnieuw naar de bar draai om een nieuwe Daniel’s te bestellen, staat ze daar…plots, zonder enige waarschuwing, vlak naast mij. Ik kan niet anders dan haar bekijken : zowat 30 centimeter kleiner dan ikzelf en meer dan 50 kilo kan ze nooit wegen. Ze heeft lang, zwart krullend haar dat valt tot op haar kont en bekijkt me even met grote, bruine ‘Bambi’ ogen. Het volgende dat me opvalt is hoe geweldig ze gebouwd is en dat al haar aantrekkelijke vormen fantastisch uitkomen in het rode, aanspannende kleedje dat ze draagt. Opnieuw kijkt ze me aan en schenkt me een blik op een prachtige lach met spierwitte tanden. Dat ze – bovenaan – geen lingerie draagt, is me meteen opgevallen en ik laat mijn blik zakken naar perfect gevormde benen en kleine voetjes, een beetje verstoken in mooie, zwarte pumps. Haar huidskleur is als koffie met een klein scheutje melk…maar mijn gedachten zaten nu al eerder bij de ‘suiker’ ! Onze blikken kruisen elkaar opnieuw, samen wachtend op de barman, die het duidelijk erg moeilijk heeft om te volgen. En dan zegt ze plots iets tegen mij, dat lijkt op ‘Makadi’. Haar stem gaat op het einde een beetje omhoog, wat me doet vermoeden dat het hier om een vraag gaat. Ik kijk haar even fronsend aan, waarop ze me meteen begrijpt en lachend herhaalt : “How are you, sir ?”. Oh man, ik kan echt niet anders dan haar verzekeren dat het momenteel meer dan prima met me gaat en vraag meteen naar haar naam. Ze antwoordt “Diara”, waar ze meteen aan toevoegt, “that means gift.” En een geschenk, dat was ze zeker ! Zelf ben ik atheïst, dus ik heb geen idee welke god verantwoordelijk is voor dit heerlijke schepsel, maar al snel onderbreekt ze me in mijn gedachten. “You buy me drink, sir?” Ik weet – uit ondervinding – wat prinsessen drinken en bestel meteen een fles Piper-Heidsieck en twee glazen, die verrassend vlug op de bar verschijnen. Diara neemt me bij de arm en leidt me naar een inmiddels vrijgekomen tafeltje aan de dansvloer. Ik zet alles neer op de tafel en besef natuurlijk dat ik zwaar ben afgezet wat betreft de prijs voor de bubbels. Maar dat zal ik allemaal wel op mijn thuisbasis uitleggen…nou ja, verzinnen. Voor Birgit blijft het toch maar bij die ene gedachte : ‘Kan het afgetrokken worden?’. En trouwens : moeten potentiële klanten niet gepamperd worden ? We raken aan de praat en hoewel Diara van oorsprong Shona spreekt, gaat het Engels haar helemaal niet slecht af ! Inmiddels wordt het rustig op de dansvloer : DJ Gamba heeft zonet Michael Bolton opgelegd met zijn (enige bekende ?) song ‘How am I supposed to live without you’, waarop Diara mijn hand vastneemt en me begeleidt naar de dansvloer. Onder het dansen vertelt ze me dat ze 18 jaar jong is en volgend jaar hoopt haar opleiding als kapster te kunnen voltooien in Johannesburg. Ik hoor haar wel, maar mijn gedachten dwalen af naar het lichaam dat ik momenteel in mijn handen hou. Haar hoofdje rust tegen mijn schouder, terwijl mijn handen stilaan afdalen van haar rug naar haar kont, waarmee ze geen problemen lijkt te hebben. Na Bolton is het opnieuw prijs met Billy Idol en ‘Dancing with myself’, waarop we terug naar onze tafel keren en ik een nieuwe fles bubbels bestel, tot groot genoegen van Diara, die er flink weg mee weet. Even komt ook de toestand in Zimbabwe zelf ter sprake en dat brengt ons tot ‘Bencom’. En dat ikzelf de stichter en dus bedrijfsleider ben, lijkt Diara in een soort van verafgoding te brengen. Ze kijkt me nu constant aan, lacht veel en (schijnbaar) gemeend en even voel ik mij als een soort god die voor haar ogen is verschenen. En dan…het moment…ik voel haar kleine handje op mijn dij, wel erg dicht bij mijn kruis, waarop ‘Little mister B’ onmiddellijk reageert. En dat is haar duidelijk niet ontgaan, gezien de ondeugende glimlach die op haar gelaat verschijnt. “Where you stay ?”, vraagt ze in het haar eigengemaakt Engels. “Meikles Hotel”, antwoord ik naar alle eerlijkheid, waarop, voor de eerste keer sinds ik haar heb ontmoet, de glimlach van haar prachtige gezichtje verdwijnt. Ik vraag me af waarom, een beetje angstig dat deze nacht met haar me wel eens door de vingers zou kunnen slippen. “You know it?”, vraag ik. “You don’t like the hotel?”, voeg ik er nog in mijn meest simpele Engels aan toe om een oplossing te kunnen vinden voor alle problemen die de komende nacht in de weg zouden kunnen staan. “Yes, of course I do, but…”. En dan plots zwijgt ze en kijkt enigszins beteuterd naar ons tafeltje, waar de tweede, eveneens half opgedronken (vooral door Diara) fles bubbels nog in de ijsemmer staat. Ik word nu wel wat zenuwachtig…Ga ik deze nacht met haar missen ? Probeert ze me erin te luizen ? Was het haar enkel om de drank te doen ? “But what ?”, vraag ik haar, klaar om elk mogelijk probleem, dat mijn laatste droomnacht met Diara in de weg zou staan, op te lossen ! “Well…I am not allowed in there…They don’t like me at that hotel.” En even…heel even sta ik stil bij het feit dat Diara dus blijkbaar reeds in gezelschap in het ‘Meikles’ is geweest. Er steekt iets dat ik niet langer voel wanneer Birgit flirt met een andere man. Jaloezie ? Wantrouwen ? Ik kan mijn vinger er niet precies opleggen. Maar ik moet er meer over weten ! “So”, en opzettelijk neem ik even een pauze, “You have been there before ?” De blik die ze me op dit moment schenkt, lijkt me een mengeling van schuld, schaamte maar eveneens opstandigheid !! “You same as them ! You think I whore !” schreeuwt ze uit, zo luid dat zelfs enkele dansers opkijken. Terwijl ze me nog steeds enigszins beledigd aankijkt, schenkt ze haar glas nog eens vol. “Yes, I have been there once, but wasn’t allowed to enter ! I just wanted to drink something at bar and go to toilet”, zegt ze op een rustigere toon en ik ben meteen geneigd haar te geloven. Zeker wanneer ze eraan toevoegt : “I never go to hotels to pick up men. I no whore.”. Vanzelfsprekend laat ik me leiden door haar kant van het verhaal ! Ik besluit ook om de zaak te laten rusten. Nog één boze uitval en ik kan een streep maken over mijn droomnacht, daarvan ben ik nu wel overtuigd! Trouwens, wat had ik nu gedacht ? Dat een 18-jarige schoonheid op meer dan 8000 kilometer verwijderd van mijn woning zou zitten wachten op mijn uiteindelijke verschijning ? Maar geen enkele gedachte is zo erg om haar te zien vertrekken. Ik word wat kwaad op mezelf…ben verdomme 46 jaar en al bijna 20 jaar leider van ons bedrijf ! En hier zit ik…tegenover een zwarte schoonheid met woorden tekort ! Ik besluit om de stier nu echt wel bij de hoorns te nemen ! “Listen”, begin ik, “if you want to stay with me tonight, I will take care of everything.”. Mijn zin komt goed over : langzaam richt ze haar blik omhoog van haar glas naar mijn ogen en even vraag ik me af wiens glimlach het grootst – en meest gemeend – is ! Na de 2 flessen champagne neemt zij nog één ‘Sphinx’, de huiscocktail, terwijl ik opteer voor nog één enkele whisky. En dan, zonder enig  probleem, verlaten we samen, hand in hand, de club en nemen één van de vele taxi’s die vertrekkensklaar staan aan de dancing. Ik verzoek de chauffeur ons naar de ‘Meikles’ te brengen. Het antwoord klinkt ietwat grommend, zeker gezien de korte afstand, neem ik aan. Bij aankomst besluit ik dan ook het vereiste bedrag te verdubbelen, wat hem duidelijk in een andere stemming brengt. En daar, op de brede trap van het hotel, met de nachtportier reeds in aanslag, slaat plots de gevreesde twijfel bij me toe ! Verdomme, ik neem een iets ouder, maar jonger lijkend meisje dan mijn eigen 15-jarige dochter Sandy, mee naar mijn hotel…naar mijn kamer ! En dat ze overduidelijk onder invloed is (hopelijk enkel van de alcohol !), maakt deze affaire er echt niet beter op. Maar dan kijk ik weer even naar haar en mijn eigen lul overtuigt me. En dan moet ik de zwaarste drempel nog nemen : de prachtige Jahzara, die nachtdienst heeft, kijkt me reeds lachend aan, tot ze eveneens Diara in het oog krijgt. De glimlach verdwijnt en de ogen verliezen hun glans, om plaats te maken voor een kille blik. ‘From a view to a kill’, gaat het door mijn hoofd. Ik steek een Camel aan en begeef me – alleen, zoals afgesproken – naar de receptie. We bekijken elkaar, maar woorden worden niet gewisseld. Ik hoef me ook helemaal niet aan te dienen bij Jahzara : ‘Meikles’ werkt niet langer met sleutels, maar met de tegenwoordig gebruikelijke lezerskaart. En die hou ik als vanzelf in mijn eigen portefeuille. Maar ik laat mijn hand schuiven over de counter van de receptie en wanneer ik mijn hand weghaal, is het briefje van 20 Euro even snel verdwenen als verschenen. Ik besluit om ter plaatse nog heel even het ijs verder te breken (of is het angst ? Zenuwen ? Twijfel?). Ik neem Diara mee naar Younes’ bar, waar – zeker op dit uur, ook al is het dan vrijdag – nog flink wat mensen aanwezig zijn. We nemen plaats aan de bar zelf en Diara besluit ‘haar overwinning van de avond’ te volgen en eveneens een whisky te bestellen. Dan verschijnen opnieuw de Bambi-ogen en terwijl ik erin verzuip als een onopgeleide duiker zonder zuurstofflessen in het nabijgelegen meer, hoor ik haar zachtjes zeggen : “I lied to you, mister ‘B’ ”. Ik laat haar woorden even tot mij doordringen en vrees de ergste dingen…Is ze dan toch een prostitué ? Een man ? Nee, onmogelijk ! Oh man, toch niet bij de lokale politie ? Maar veel tijd om de ergst mogelijke waarschijnlijkheden door te nemen, krijg ik niet. Het verdict volgt onmiddellijk : “I only 14 years old !”. Een ijskoude priem doorboort mijn hart en brein. Maar op hetzelfde moment lijken mijn buik en kruis in vuur gezet. Mijn balzak spant zich aan en de grootte van mijn lul lijkt nu van een onevenaarbare lengte ! Het lijkt wel of Diara op een reactie zit te wachten, maar die blijft even uit. Mag ik dit ? Kan ik dit ? Maar alle vragen worden van tafel geveegd door één enkele andere vraag : Wil ik dit ? Verdomme, ja natuurlijk ! Ik spreek mezelf ook moed in : ‘Ach komaan, op dit continent zijn meisjes al lang geen maagd meer op die leeftijd ! Dit heeft ze al meer gedaan. Dus…waarom zou ik er niet van mogen genieten ? Als ze niets had gezegd over haar leeftijd, had ik het toch ook nooit geweten ? Ik ben verdomme ook geen robot, wel ? En ik kan onmogelijk mezelf – en mijn steeds harder kloppende lul – nu nog teleurstellen. Dus laten we, zonder nog meer tijd te verliezen, de knoop maar doorhakken ! Ik neem haar hand vast en leid haar, om de receptie – en vooral Jahzara – te ontwijken, naar de lift aan de ‘Eastwing’. En, zonder inmiddels nog één woord te wisselen, komen we zowat 5 minuten later aan bij kamer 308, waarna ik haar, als een echte gentleman, de kamer binnen laat. Terwijl ik ons nog een drankje inschenk uit de minibar, komt ze achter me staan. Ze tast met haar rechterhand naar mijn kruis en fluistert : “Wow, you’re big for a white man !”. En op dat moment vallen alle twijfels weg : ik ben dus niet de eerste ! En na beiden een slok te hebben genomen van de beschikbare champagne van het huis, neemt ze me vast en komen haar jonge lippen langzaam op de mijne af. Ik laat het gebeuren en proef kersen op haar lippen. En wanneer ze haar mond opent, lijkt het wel of een klein, nieuwsgierig visje, mijn tong, tanden en verhemelte wil verkennen. Haar tong gaat rustig zijn gang, alsof ze steeds nieuwe dingen ontdekt. En rustig…heel erg rustig… (oh man, ze is pas 14 jaar !) laat ik mijn handen een verkenningstocht houden over haar ganse lichaam. En dan voel ik dat ze nog beter gebouwd is dan ik ooit had durven te dromen ! Voorzichtig neem ik de schouderbandjes van haar rode kleedje vast tussen mijn duimen en wijsvingers en laat het langzaam langs haar jonge en zo aantrekkelijke lichaam glijden. En ja hoor, bij het licht van één enkel nachtlampje, is er geen twijfel meer mogelijk : dit is het mooiste lichaam dat ik ooit heb mogen aanschouwen ! Ik bekijk haar smalle hals, de rechte schouders, haar prachtige – en grotere – borsten dan verwacht! Oh man…en verder…de zorgvuldig geschoren venusheuvel, de naakte oksels, de grote tepels en twee benen die haar uit de hemel lijken te zijn geschonken ! Zonder enige vorm van verlegenheid, lacht ze me toe en begint mij zachtjes uit te kleden, tot ik enkel nog in mijn – inmiddels flink gevulde – Punto Blanco voor haar sta ! En dan plots – zonder enige waarschuwing – vlijt ze zich neer op het mega-waterbed en neemt een onverbiddelijke pose in… Het lijkt ingestudeerd, maar is het zo ? Ze gaat liggen op haar rechterzijde en laat haar hoofdje rusten op haar rechterhand. Ik heb zicht op haar prachtige kont, daar ze deels met haar rug naar mij ligt. Met haar linkerhand gooit ze haar lange haar naar achter, waarbij ze me even aankijkt, haar ogen half sluit en haar tong over haar lippen laat gaan. Ik kan me niet herinneren wanneer – en of – Birgit dergelijke houding ooit voor mij heeft aangenomen. Nog steeds met haar rug naar mij gekeerd, vraagt ze : “You come, baby ? I know you want Diara… You need Diara ! And you know ? Diara wants you as well.” Dan draait ze haar hoofdje een beetje verder naar links en bekijkt me  zoals enkel prachtvrouwen met een ingestudeerde act dat zouden kunnen ! Grote ogen, die je verlangend aankijken en een lach waar je moorden voor zou begaan ! Maar dan, met al die schoonheid op mijn bed, gebeurt er iets… Mijn lust, bijna zelfs liefde voor haar, verandert. Ze maken plaats voor mijn gevoel van overmacht, net als bij ‘Bencom’. Ik ben de leider…zij leidt mij niet, verdomme ! Oké, thuis, in bed met Birgit, werken we de gebruikelijke volgorde af tot we beide enigszins tevreden zijn. Maar hier…hier heb ik het leiderschap. Oh man, in het begin probeer ik deze gevoelens nog onder controle te houden. In kruip achter haar op het bed, kus haar in de nek en steek mijn rechterhand onder haar lichaam om met mijn hand uit te komen bij haar clitoris. Mijn linkerhand bevoelt haar mooie, stevige borsten en ik voel me hemels. Ik leg haar op de rug, kus haar, langzaam zakkend van nek via borsten en buik tot aan haar vagina en begin haar te beffen. Ze kreunt en hijgt wel, maar blijft verdomme lachen ! Is dit een komedie ? Speelt die kleuter verdomme met mijn kloten ? ‘Okay’, denk ik bij mezelf, ‘maak dan maar kennis met my way of pleasure.’ Terwijl ik haar verder bef, zoeken mijn beide handen naar haar borsten en beginnen ze wat ruwer te behandelen. Ik knijp hard in haar beide tepels en nog even wordt het gekreun luider, maar al snel maakt het plaats voor het geluid van een dreinend kind dat zijn zin niet krijgt. Ik knijp nog harder…en dan volgen plots de eerste woorden waar ik op wacht : “Please, no hurt sir !”, roept ze uit, maar geen hond die ons kan horen ! Ze huilt inmiddels en na een korte penetratie, waarvan ze opnieuw schijnt te genieten, draai ik haar op haar buik en, als een geboren leider die weet wat hij wil, steek ik mijn lul zonder enige waarschuwing diep in haar kont. En geloof me of niet, maar na het geluid dat ze op dat moment voortbrengt, weet je wel zeker dat ze op die plaats in elk geval nog maagd was ! Want als huilen plots omslaat in gillen, weet je gewoon dat je een nieuwe bron hebt aangeboord ! Om mijn leiderschap over haar nog groter te maken, ga ik zo diep mogelijk, en schuif zelf omhoog, zodat mijn kin net op haar hoofd rust. En om haar alles helemaal duidelijk te maken, schuif ik mijn rechterarm onder haar keel en grijp ermee naar haar linkerborst. Eindelijk voel ik me nog eens oppermachtig…en niet alleen op het werk, maar ver van huis in het buitenland. Ze willen hier niet bestellen ? Goed, dan bestel ik zelf wel… Ik ben godverdomme niet voor niks naar dit kutland gekomen ! Als het gillen nog erger wordt, gebruik ik mijn linkerhand om haar eindelijk te doen zwijgen en leg ze om haar keel. Ik voel het zaad in mijn zak borrelen…denk even : geen condoom…Goed bezig, Ben…En dan nog  langs achter… Maar oh man, het is te laat : terwijl het gegil verstomd (eindelijk geniet ze ook !), voel ik alles omhoogkomen en spuit als nooit ervoor ! Verdomme, wat een gevoel : klaarkomen in een kont van een14-jarig meisje… Dichter bij de hemel kan je niet komen ! Ik geniet minstens 30 seconden van een nog nooit eerder meegemaakt orgasme. Ik hoor mezelf brullen…en dan, zachtjes, laat ik mijn lichaam opnieuw  zakken tot ik opnieuw op Diara’s rug lig en geef mijn hart de tijd om opnieuw een normaal ritme aan te nemen. Inmiddels kus ik Diara’s hoofd, nek en schouders. Ik plaats mijn mond dicht bij haar oor en fluister : “Did you like it ?”, misschien een nogal overbodige vraag, gezien het gehuil en geschreeuw dat onze neukpartij begeleidde tot ik haar hoofd tijdens het neuken ook wat dieper in de aanwezige kussens had geduwd. Diara blijft stil en ik besluit haar ook wat rust te gunnen, dus trek me langzaam terug uit haar. “Sorry, better now ?”, vraag ik, maar opnieuw moet ik het stellen met volledige stilte. Voorzichtig – ze is immers slechts 14 jaar – draai ik haar opnieuw op haar rug, om dan plots in 2 wijd opengesperde en – vooral – trieste ogen te kijken. Ik fluister opnieuw haar naam, maar stilaan besef ik dat ik geen antwoord meer hoef te verwachten. De ogen…de enorme rood-blauwe plek op haar keel…de complete stilte…alles aan haar zegt mij meer dan voldoende. Ik schuif zo snel als ik kan van haar af, doe zo vlug mogelijk opnieuw mijn kleren aan en pas dan grijp ik naar de aanwezige telefoon ! “Hallo”, zegt een bekende stem, “you’ve reached Jahzara at reception desk. How may I help you ?” De angst en twijfel overvallen me, maar zoals steeds moet ik wel doorzetten ! “Hi Jahzara, this is mister ‘B’. There has been an accident in room 308 !” “I will be right there”, antwoordt ze rustig, alsof ongelukken in kamers zich dagelijks voordoen, en legt de hoorn onmiddellijk neer. Bevend zet ik me terug neer op het bed en kijk nogmaals in de trieste, maar dode ogen van Diara. Het lijkt een eeuwigheid te duren, maar slechts 3 minuten later wordt er op mijn deur geklopt. Ik open de deur tot zover de veiligheidsketting het toelaat en zie, tot mijn opluchting, enkel het fijne gelaat van Jahzara. Ik laat haar binnen om meteen daarna de deur opnieuw te sluiten. Inmiddels bekijkt Jahzara de kamer en neemt meteen de toestand op. Ze zegt niet één woord en, na wat een enorme periode lijkt, draait ze zich beheerst naar me om en kijkt me recht in mijn ogen. “The usual, mister ‘B’ ?”, vraagt ze me, zonder een teken van enig gevoel. Verlegen, betrapt…maar vooral opgelucht, zoals ik me telkens voel wanneer ik hier verblijf, kijk ik enigszins beschaamd naar de vloer en knik met mijn hoofd. Ik neem € 250,- uit mijn portefeuille en geef ze, zonder één verder woord te uiten, aan Jahzara. En ze zijn even vlug opnieuw verdwenen. “And now…as always please”, spreekt ze me vriendelijk, maar toch tevens bevelend aan. Inmiddels heeft ze nog niet één gelaatsspier veranderd. Opnieuw knik ik, kijk nog even in de trieste ogen van Diara en verlaat dan de kamer op weg naar Younes in de “All Night Bar”. “Hey, mister ’B’, last night here again ? I remember it’s always difficult for you to fall asleep the last night”, verwelkomt hij me. Ik besef wel dat hij geen weet heeft van de afspraak tussen mij en Jahzara, maar het zijn inderdaad de enige avonden dat ik nog zo laat zijn bar betreed. “Yes, Younes… Tomorrow, it’s back to cold Belgium again.” “Well, mister ‘B’, we will sure miss you around here !”, antwoordt hij, terwijl ik even vermoed dat er genoeg zijn die daar anders over denken. Maar Younes merkt dat ik – zoals steeds op de laatste avond – niet veel zin heb om te praten, schenkt me een dubbele Macallan’s in en gaat dan verder de bar afruimen. Naast mezelf, is er nog één koppeltje aanwezig van rond de dertig. Ze kijken elkaar constant in de ogen en houden handjes vast, alsof er een angst bestaat dat ze er anders zullen afvallen. Ik nip van mijn glas, kijk op mijn trouwe Rado om vast te stellen dat het inmiddels 03.35 u. is. Nog 25 minuten te gaan. Verdomme, op deze momenten duurt elke minuut een kleine eeuwigheid…en dan geef ik Jahzara meestal nog zowat 10 minuten extra. En het hotel verlaten behoort niet tot de mogelijkheden, gezien de veelvuldige aanwezigheid van veiligheidsagenten en de instructies van Jahzara. Ze zouden zich ongetwijfeld afvragen waar een blanke man om dit uur nog heen zou gaan… Dus bestel ik nog een Macallan en vraag Younes – naar gewoonte op de laatste avond – wat hij van mij wil drinken. Met zijn gebruikelijke glimlach schenkt hij zichzelf een biertje in. Het laatste koppeltje verlaat de bar met een duidelijke zin in andere dingen…Ik check even : 03.50 u. Younes merkt lachend op dat het geen koppel is (alsof dat mij momenteel interesseert), maar beiden werkzaam bij dezelfde firma, die deze week een congres houden in het hotel. En, voegt hij er ter informatie aan toe, dat zij uit Zweden komt en hij uit Nederland. We praten nog even bij en eindelijk – tot mijn groot genoegen – stel ik vast dat het 04.00 u. is. Ik neem nu voor de laatste keer afscheid van Younes en begeef me rustig – op kousenvoeten – terug naar kamer 308. Ik haal mijn kaart door de lezer en ga binnen. Nooit…echt nooit zal ik gewoon worden aan dit zicht : de kamer ziet er piekfijn uit, alsof er de laatste weken niemand verbleef en gewoon wacht op een nieuwe toerist of bedrijfsgezant! Ik kleed me opnieuw uit en kruip meteen onder de nieuwe lakens, om als een blok in slaap te vallen…vreemd genoeg begeleid door de dromen der onschuldigen… De volgende ochtend sta ik vroeg op, neem een verkwikkende douche en trek dezelfde kledij aan als gisteren. Beneden gekomen neem ik een uitgebreid ontbijt en check dan uit bij een mij volledig onbekend meisje. ‘Natuurlijk’, denk ik bij mezelf, ‘Jahzara had nachtdienst.’ En ja hoor : daar staat hij weer te blinken, mijn eigen ‘Meikles Mercedes’ om me terug naar de luchthaven te brengen en de volgende 19 uur te overbruggen…terug naar België, het land van…Tsja, van wat eigenlijk ? En oh man, hoe goed ken ik de vragen van de 2 personen die me staan op te wachten ! “Hoe is de verkoop gelopen ?” en natuurlijk ook : “Wat heb je voor mij meegebracht ?”. En ja hoor, wat zal ik blij zijn om ze beiden in mijn armen te sluiten, van ze te houden…ze te beschermen tegen alle kwaad dat deze wereld overheerst ! En oh man, wat zal ik genieten van de komende 3 weken…bestellingen, logistiek, het zwarte boek dat Birgit gelukkig maakt en Sandy alles kan geven wat ze zich maar kan wensen ! Maar meer dan 3 weken kan èn mag ik dit niet volhouden : dan vertrek ik voor 8 dagen naar Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten voor een verblijf in het reeds geboekte hotel ‘Silverene Tower’, waar zonder enige twijfel Aaliyaa en Varisha me zullen staan opwachten ! En daar kijk ik nu reeds naar uit, want Dubai…. Die stad is pas een echte dame van stand ! Oh man…

Paul Smeyers
0 1

STOERDER DAN DE ANDEREN

Daar lig ik dan. Helemaal alleen in een spierwitte kamer, die op zich al niet goeds voorspelt. En de keiharde brancard onder mijn koude kont, geeft me niet meteen een beter gevoel. De stilte die er hangt, is even overweldigend als alarmerend. Ik draai mijn hoofd weg van de tafel, waarop de marteltuigen reeds netjes naast elkaar liggen te blinken. Man, ik hoop dat zo meteen de plaatselijke verdoving haar werk zal verrichten. Verdomme, hoelang hier ik hier nu al, enkel gekleed in een wit T-shirt van mezelf met vanaf mijn navel een handdoek van dezelfde kleur, reikend tot aan mijn enkels ? Ha, leuk, denk ik nog even om mezelf gerust te stellen, natuurlijk maakte uroloog Dr. Steurs een grapje, eerder die morgen in de lift, toen we hem per toeval tegenkwamen. Misschien was zijn timing niet perfect, maar een mop moet altijd kunnen. “En Paul, lekker geslapen vannacht?” Ik kijk hem, vanzelfsprekend hondsmoe aan en antwoord : “Euh…gaat nogal, maar veel belangrijker voor mij is momenteel of uzelf een goede nachtrust hebt gehad ?” Nee, van enig gebrek aan humor kon je deze jonge dokter niet betichten. “Paul man, je moest eens weten. Ben lekker gaan eten met het vrouwtje en tsja, je kent dat hé : een beetje blijven plakken aan de bar. Eerlijk gezegd voel ik mij op dit moment niet zo lekker. Goh…en moet je dit zien”, mij inmiddels een wel zeer trillende rechterhand voor de verschrikte ogen houdend. Mijn toenmalige echtgenote scheen zijn humor, in tegenstelling tot ikzelf, wel te appreciëren. Maar eerlijk is eerlijk : had ik – als man van de wereld – haar niet zelf voorgesteld om de ingreep te ondergaan ? “Tot zo”, riep hij nog vrolijk, “want jij bent de eerste vandaag !”, waarop we de lift verlieten. Ik meldde me aan en werd meteen opgevangen door verpleegster ‘Hulk’, duidelijk zonet de grens bereikend van de bekende transformatie. Ik nam afscheid van mijn vrouw, alsof het de laatste keer was dat ik haar nog zou zien, wat in werkelijkheid pas 16 jaar later zou plaatsvinden. De ‘Hulk’ bracht me naar de kerker des onheils waar ik me momenteel bevond en zei dat ik me nu wel kon ontkleden. Was het écht zo of enkel in haar ogen, maar het was wel duidelijk : ik twijfelde net iets te lang. “Ik heb er écht al wel meer gezien, hoor…en ze zijn allemaal hetzelfde.” zei ze, vlak voor het laatste kledingstuk van belang werd uitgetrokken. Ze bekeek rustig haar onderwerp van interesse en wierp me toen een ‘Iron Lady’ blik toe. “Heeft men u niet gevraagd zichzelf te scheren de avond voor de sterilisatie?” Opnieuw keek ik haar enigszins schuldig aan. Ik begreep dat er maar 2 alternatieven waren : liegen (“Nee zuster, zullen ze vergeten zijn”) of de waarheid vertellen (“Ja hoor zuster en we hebben echt ons best gedaan, maar het is een beetje uit de hand gelopen”), maar geen van beiden leek me erg aanvaardbaar. Gelukkig hoefde ik de keuze niet te maken, want zonder een antwoord af te wachten, zei ze nijdig “Ik ben zo terug !” en verliet de kamer des hels. Nu klonk die “zo” van haar mij geneigd om te antwoorden dat ze gerust haar tijd mocht nemen wat mij betrof. Maar nee hoor, geen 2 minuten later stond ze alweer over mij gebogen. Die eerste glimlach van haar sinds onze eerste ontmoeting, schonk me nu niet meteen een doel voor enige feestvreugde…het ouderwetse, maar glimmende scheermes in haar rechterhand nog veel minder! De handdoek werd verwijderd en toen ging ze tekeer alsof zijzelf de operatie eventjes ging uitvoeren. Maar goed, slechts 3 minuten later was ‘de haag’ – haar woorden – gesnoeid. Ze maakte van de gelegenheid meteen gebruik om mijn piemel, inmiddels in zijn schulp gekropen, maar toch nog goed voor zowat 9 fiere centimeters (“That’s my boy” !), aan mijn buik vast te tapen. Met nog wat gemompel verliet ze de kamer. Ik lichtte mijn hoofd een beetje op en keek recht in het oog van de eikel. Erg vrolijk oogde die ook al niet. Het leek wel of hij me waarschuwde : “Met de werknemers doe je wat je wilt, maar van de CEO blijf je af, oké ?” Maar dat was verdomme nu wel al zowat een kwartier geleden ! Ik was toch de eerste patiënt van de dag ? Of hing Dr. Steurs momenteel, gebogen over een toilet, zijn lekker etentje met bijhorende drank, langs een wel heel verkeerde plaats, terug te sturen ? Maar eindelijk, nog zo’n 10 minuten later, ging de deur open en kwam de uroloog, met zijn eeuwige glimlach, de kamer binnen. Hopend dat deze slachtpartij nu eindelijk kon beginnen, had hij toch nog een kleine verrassing voor mij ! “Paul man, ik heb goed en slecht nieuws” en geloof me, dat tweede deel van die zin wil je écht niet horen, enkele minuten voor je edele delen onder handen worden genomen ! “Kijk”, ging hij verder, “ik heb geprobeerd om kaartjes te verkopen om de voorstelling bij te wonen. Maar helaas, heb ik er maar 5 aan de man kunnen brengen.” De duidelijke verbazing op mijn gelaat achtte hij het moment om nog een stapje verder te gaan. “Luister”, zei hij intiem, alsof we de beste vrienden waren, “het betreft 5 stagiaires. Je vindt dat toch niet erg, hé ? Ze moeten het tenslotte ook allemaal ergens leren, niet ?” Ja…euh…neen…Godverdomme, natuurlijk begrijp ik dat…waarom nu net bij mij ? Er bleef echter geen enkele tijd over voor enige aarzeling want, alsof ze achter de deur op dit precieze moment hadden staan wachten, kwamen 2 jonge kerels en – ja hoor – 3 even jonge meisjes de kamer binnen. Ze verschansten zich meteen achter Dr. Steurs, alsof het daar enkel veilig was. Het was zover : de handdoek verdween opnieuw en even vroeg ik me af of ik mijn piemel en teelballen al ooit had tentoon gesteld aan 6 personen tegelijk. Ja oké, in het leger of na het sporten onder de douches, maar dat waren wel mannen onder elkaar (vanzelfsprekend ook steeds stiekem vergelijkend). En dan nu eventjes tegen de lezende heren : mannen, laat jullie niets wijsmaken ! Die ‘plaatselijke verdoving’ doet je verlangen naar een pijnlijke, niet verdoofde wortelkanaalbehandeling, uitgevoerd door Dr. Lecter zelve ! Maar dan, plots, voel je niets meer vanaf je navel…horen, ruiken en zien des te meer ! De gedetailleerde uitleg van de uroloog (die je niet wilt horen), eventjes later de mooie, kotsende stagiaire (dat je  niet wilt ruiken), gevolgd door 2 van de 5 ‘deelnemers’ – urologen in spé, verdomme – die de kamer ‘moesten’ verlaten (wat je niet wilt zien) ! Maar geen nood…meteen kwam er een poetsvrouw – wegens hoogdringendheid – de kamer opnieuw doen glanzen. Ach…hoe meer, hoe beter zeker ? Toch kon ik nog net mijn hoofd opnieuw een beetje oplichten om de uroloog aan te staren en hem te vragen : “Euh…Dokter Steurs, wat bent u daar beneden aan het uitvoeren ?” De op zijn gezicht gekleefde glimlach stelde me enigszins gerust. “Ach ja, zulke dingen gebeuren nu eenmaal als ‘ze’ het voor de eerste keer meemaken.” Inmiddels werd er geknipt, gelast, genaaid dat het een lieve lust was. Ongeveer 20 minuten later verlieten de laatste stagiaires de kamer en kreeg ik nog wat raad mee van de  dokter. Hij overhandigde mij ook een soort sportslip, die ik de komende weken moest dragen. Over de draadjes hoefde ik me geen zorgen te maken : die verdwenen vanzelf (ik herinner mij de verdomde opluchting die deze zin teweeg bracht). Het was wél belangrijk dat ik op gepaste tijden een staal sperma moest inleveren, tot alle leven eruit verdwenen was. “En inmiddels : veilig vrijen met het vrouwtje, hé Paul”, alsof dàt onder de gegeven omstandigheden het enige was dat op mijn lever lag ! Het witte T-shirt, inmiddels doorweekt, werd verwijderd en meteen weggegooid…die kregen we nooit meer fris en helder, alle Omo’s, Dixan’s of Persil’s ten spijt !   We verlieten de operatiezaal, waar mijn echtgenote reeds zat te wachten en ik haar opnieuw vastnam, alsof ik net een hart-, long- en niertransplantatie had overleefd. We werden nog even uitgenodigd in de spreekkamer van de jonge uroloog, waar hij zich meteen – hoe wist hij dat ? – tot mijn vrouwtje wendde om haar uit te leggen hoe ze de verzorging op haar moest nemen. En toen – eindelijk – verlieten we het hospitaal en meteen was het allemaal meer dan de moeite geweest. Ze stopte, gaf me een kus en schonk me één van haar prachtige glimlachjes. En toen…toen zei ze wat elke man op dat moment wil horen : “Ventje, ik ben echt fier op jou en ja hoor…je bent stoerder dan de anderen ! En even – heel even – voelde ik mij ook zo !

Paul Smeyers
0 1

DANSEN IN HET DONKER

DANSEN IN HET DONKER 22 NOVEMBER 2007 "Jij enorm stom klotezwijn !" Alsof zo'n arm beest er ook maar iets aan kon verhelpen dat de heiligste persoon in zijn armzalig bestaan, Peter 's ochtends achter zijn bureau had betrapt met een snor, waarin de laatste restjes bloemsuiker van een veel te groot uitgevallen donut, leek te zijn gewreven.  Het tweede lijntje coke, klaar om via het andere neusgat dezelfde gewenste richting te reizen, werd wild en zonder enig mededogen door Hare Heiligheid richting het lichtblauwe tapijt geblazen. Toen de deur van zijn werkkamer met een luide knal werd dicht geslagen door Jessie, bleef er enkel nog het trieste beeld van een man die op één hand en twee voeten, gewapend met een opgerold biljet van € 5,-, een paar gelukkig gevonden korreltjes coke opsnoof. Helaas waren deze vermengd met het onvermijdelijk aanwezige stof, wat achteloos weggeworpen neuskeutels en opgedroogde stront waarin Peter had getrapt tijdens zijn ochtendwandelingen in het bos, toen zijn gezondheid nog iets voor hem betekende. En terwijl hij zich met een vreemde mengeling van gelukzaligheid én schaamte naar Jessie begaf, inmiddels luid snikkend in de woonkamer van hun appartement, besefte Peter dat hij maar beter snel een aanvaardbare reden kon bedenken voor zijn veel minder aanvaardbare gedrag, wilde hij de rest van de dag - én, als het even kon, zijn 2e huwelijk - overleven. Op het moment dat Peter de living betrad, besefte hij echter meteen dat zelfs Rocky Balboa dit gevecht onmogelijk kon winnen. Nog steeds huilend zat Jessie achter haar gloednieuwe laptop (een geschenk van hemzelf aan zijn eigen godin, nota bene) reeds on-line verbonden met het in Peter's ogen zo gevaarlijke - en vooral : gevreesde - Self-Banking programma van hun financiële instelling. "En nu wil ik verdomme wel eens onmiddellijk van jou horen hoe het komt dat er in minder dan 10 dagen meer dan € 1000,- van onze rekening is opgenomen !" Het val niet te ontkennen dat zelfs Peter schrok van het aan wit poeder en ander lekkers gespendeerde bedrag. Maar verdomme, was het dan écht enkel en alleen zijn schuld ? Wie gaf er handenvol geld uit aan stijlvolle en sexy merkkledij ? Schoenen en laarzen in allerlei modellen, maar steeds even duur ? Kappers, manicure, beauty-centers ? Oké, de bijna onbetaalbare Lingerie van onder andere Agent Provocateur, La Fille D'O of Victoria's Secret zou hij niet vermelden, daar Peter die meestal zelf kocht voor zijn prinses en dat tot beider plezier. Want het dient gezegd : op haar 42e jaar had ze nog steeds het onweerstaanbare figuur sinds hun eerste ontmoeting, zowat 17 jaar eerder. En haar gelaat, gedomineerd door 2 ogen waar Bambi jaloers op zou zijn en een lach die ijsblokjes op 10 meter afstand binnen de 5 seconden deed smelten, maakte nog steeds alle leden van de orde der Lepidoptera springlevend in zijn buik...én zowat 15 cm lager. Maar inmiddels vuurde ze opnieuw een in curare gedrenkte pijl af...en trof alweer doel. "Is het voor dat soort rommel dat ik dagelijks op mijn rug ons geld moet verdienen ?" Peter staarde, dodelijk getroffen ditmaal, wezenloos naar de grond. Want hij mist maar al te goed dat haar nieuwe "carrière" hen het soort leven had geboden waarvan ze beiden steeds hadden gedroomd. En terwijl hijzelf toch ook genoot van een aantrekkelijk maandelijks inkomen, verdiende Jessie het veelvuldige ervan in amper 2 of 3 weken. Peter wist dat een snel én correct antwoord van hem verwacht werd, maar het zopas gebruikte narcotisch middel had de, onder normale omstandigheden, harde werkers in zijn brein, net even een break toegestaan. "Maar nee", stamelde hij, vol inspanning om de arbeiders in zijn hoofd opnieuw aan het werk te krijgen. "Het gaat hier écht niet om wat jij denkt, lieverd." Zulke zinnen, wist Peter, gaven hem de tijd om even na te denken en met een redelijk aanvaardbaar antwoord op de proppen te komen. "Ik koop pillen van een havenarbeider om af te vallen. Je wou toch dat ik enkele kilo's kwijt zou raken ? Ben je dan niet tevreden met het verschil van zowat 20 kilo en dat op zo'n korte termijn ? Alleen zit die vent momenteel zonder pillen en is het product enkel verkrijgbaar in poedervorm. " Nu was het inderdaad zo dat Peter bekend stond om zijn eerlijkheid en even, héél even, dacht hij - of liever : hoopte hij - met deze smoes weg te raken. "Manneke", begon Jessie, wat trouwens een heel slecht teken was, "ik zit al 2 jaar in deze branche en geloof me, ik herken cocaïne wanneer ik het zie." Nu was Jessie zelf zo 'clean' als een pasgeboren baby. De enkele trekken aan een sigaret met wiet hadden haar meestal tot een onbedaarlijk lachen gebracht en één keer was ze er zelfs van flauw gevallen. Daardoor had ze besloten verder volledig afstand te nemen van het roken ervan. Het overmatige gebruik van àlle bestaande hallucinogene middelen door haar collega's bij "Lady Di" ('The Best in Europe !'), hadden haar echter de nodige deskundigheid terzake bijgebracht. "Allez komaan zeg...dat geloof je toch zelf niet ? Ik aan de coke ? Het zijn gewoon pillen die ervoor zorgen dat ik minder eetlust heb. Bovendien zijn ze gemaakt uit natuurlijke producten. En ja, dat geef ik toe, ze zijn inderdaad niet goedkoop, maar ze hebben wél effect, niet ? Wil jij dan niet even fier zijn op mij als ik op jou wanneer we samen ergens heen gaan ? Ik wou gewoon terug de Peter worden die jij in 1990 hebt leren kennen, verdomme !" "Dat, Peter, ben je al lang niet meer !", luidde het afschuwelijke verdict na een liefdevol verbond van 17 jaar, waarvan 12 - blijkbaar vooral in Peter's ogen dan toch - gelukkig getrouwde jaren !    10 FEBRUARI 2011 Om de één of andere duistere reden, was donderdag nooit één van Peter's favoriete dagen geweest. Het verbaasde hem dan ook niet dat hij precies op die dag, huilend en bevend, met de immer geruststellende hand van zijn eerste vrouw, Yasmine, in de zijne, op een houten bank zat van een psychiatrische Spoedinterventie. Tijdens het wachten op het intake-gesprek, probeerde hij Yasmine zowat 6 maal te overtuigen huiswaarts te keren. Na elke kordate afwijzing, begaf Peter zich dan naar buiten om een zoveelste sigaret te roken. De depressieve luchtlagen waren buiten al even erg als binnen het gebouw. De eerste oogopslag van een zekere Els bij aanvang van het gesprek, in aanwezigheid van een dokter, diens jonge assistent en vanzelfsprekend Yasmine, sprak boekdelen. Tot Peter's grote wanhoop - en nog grotere angst - werd binnen een wel erg korte tijdspanne beslist hem op te nemen in de psychiatrische inrichting "De Nieuwe Ronde". Tot op die dag, was zijn enige confrontatie met een hospitaal het resultaat van een ontsteking aan de blindedarm, die er echter enkele minuten voor de geplande operatie, totaal de brui aan gaf, wat leidde tot verdere ontstekingen en een opname van 10 verschrikkelijke dagen. Meer dan wat dan ook, was het vooral de geur...de geur van zijn moeder die thuis kwam van haar werk als verpleegster...de geur van angst ! Helaas zou een operatie in dit specifieke geval geen soelaas bieden (of men moest nu al een trepanatie overwegen), daar Peter's psychische noden het gevolg waren van de veelvuldige verslavingen na Jessie's uiteindelijke vertrek op 1 februari 2008. "Mijnheer Van Genechten, u mag mij nu volgen !", een bevel dat door slechts weinig mensen zou worden genegeerd, gezien de gestalte van zijn eerste kennismaking met de staf van zijn afdeling in "De Nieuwe Ronde".  En man, wat had hij zin...een overweldigende zin in alcohol en drugs. Vreemd wat er allemaal door je hoofd kan spoken terwijl je gedienstig en stil een verpleegkundige volgt die je naar je 'nieuwe thuis' brengt...alvast voor de eerste 2 maanden. Stil betekende in dit geval wel : Peter's bijdrage tot het gesprek. Immers, op weg naar zijn afdeling, ratelde verpleegster Annie ("Zeg maar Annie, hoor") aan één stuk door. De snelheid waarmee ze de talrijke gangen door liep en Peter's hersenen die het nu wel helemaal lieten afweten (er was duidelijk een staking aan de gang onder de arbeiders), zorgden ervoor dat hij slechts enkele woorden kon opvangen. "3 dagen crisisopname", "observatie", "pyjama" (had hij niet eens) en vooral het veel gebruikte woord "verboden" passeerden zijn hoofd, terwijl Peter enkel oog had voor het enorme achterwerk dat Annie met zich meezeulde. Toen ze eindelijk de afdeling bereikt hadden, riep één van de arbeiders : "Vluchten !", die duidelijk een compromis zocht om de staking te beëindigen. In plaats daarvan volgde Peter Annie gedwee naar kamer 3, waar hij tot zijn ontzetting moest vaststellen dat er in de betreffende kamer 4 bedden aanwezig waren. Hij had - tot op dat moment - nog niemand anders gezien. "Het middagmaal wordt nu verdeeld", verklaarde Annie hem...en of hij zin had om... Peter brak de zin af : eten was écht wel het laatste waar hij nu aan dacht. Hij zag een bed, een nachtkastje en een kast. "In the army again", spookte het door zijn hoofd. Veel had Peter (nog) niet uit te pakken : Yasmine was bij hem thuis alle benodigdheden gaan halen en zou deze 's avonds komen afleveren. Dus kreeg hij een korte rondleiding van Annie die, zoals gevreesd, begon in de refter. "Je hebt geluk", begon Annie opnieuw aan een onmogelijk te volgen tempo waarop haar woorden een zin vormden. "Je bent de 28e patiënt en dat is het maximum aantal personen dat we op deze afdeling toelaten." Nu bestond 'geluk' in Peter's ogen niet écht uit 53 naar hem starende ogen (een patiënt was blind aan één oog), alsof hij per opzet hun lunch kwam verstoren. Even later volgden de keuken ("Zet je naam  op zelf gekochte producten, anders is iemand anders ermee weg", wat Peter niet meteen een 'veilig' gevoel gaf over zijn medepatiënten), de 2 televisiekamers, de douches, toiletten en eindelijk - tot zijn grote vreugde - een kleine kamer met 3 stoeltjes, waar op de deur stond geschreven : "Rookkamer". "En hier is het glazen huis", meldde Annie hem, alsof het een andere naam kon hebben. Het was een vierkante ruimte, pal in het midden van de gang van onze afdeling, die inderdaad volledig uit glas bestond. Daarin bevonden zich op dat moment 2 verpleegsters ("Begeleidsters is de juiste naam", verduidelijkte Annie) die druk met elkaar in gesprek waren. Van Annie kreeg Peter een vragenlijst (ongeveer 400 stuks !), die hij naar alle rust kon invullen, want zijn 'crisisopname' zou duren tot en met de week later op dinsdag...En inmiddels was het hem strikt verboden de gang te verlaten. Annie vroeg hem terug naar zijn kamer te gaan, want zo meteen zou één van de begeleidsters wat bloed komen aftappen. En dat bleek Kelly te zijn : een mooie, jonge blondine van zowat 25 jaar, die lachte alsof ze dat aftappen helemaal zag zitten. Peter voelde zich slap, eenzaam, angstig en depressief. Hij beefde als een riet en zag de nabije toekomst wel door een érg donkere zonnebril. Hij sleepte zich vooruit naar de keuken, nam een daar beschikbare beker en vulde die met de gratis te verkrijgen koffie. Daarna begaf hij zich naar het einde van de gang, waar enkele tot op de draad versleten fauteuils stonden aan het raam, met uitzicht op 2 café's. Wou hij dit écht wel ? Voor wie dan ? En waarom ? Hij vond dat hij al genoeg had gestreden in zijn leven en had menig veldslag gewonnen...maar het voelde aan alsof hij de oorlog zélf had verloren ! Hij bevond zich nu 2 uur in zijn nieuwe habitat (en vond dat al lang meer dan voldoende), toen hij opkeek en merkte dat er een ongeveer 40-jarige, leuk uitziende vrouw voor hem stond. Haar naam was Els en ze zat momenteel in de observatiegroep, die 2 weken in beslag nam. "Waar heb jij die beker vandaan ?", waren de eerste woorden van een patiënt tegen Peter...Hij zou ze nooit meer vergeten. "Euh, uit de keuken" stamelde hij ietwat onrustig. Dat was tot enkele dagen geleden wel anders geweest, toen hij zich vol vertrouwen door het leven begaf, met de nodige drank en genotsmiddelen aan zijn zijde. "Dan heb je precies 5 minuten om die koffie op te drinken, de beker af te wassen en opnieuw op zijn plaats te zetten in de keuken, want dat is dus wel de mijne, begrepen ?" Zonder zich nog verder van iets aan te trekken, draaide ze zich om en liep opnieuw de gang in, weg van Peter. Maar niet zonder voor alle duidelijkheid nog eenmaal met haar rug naar hem gekeerd te herhalen "5 minuten, oké ?". En weg was ze. Iets verder op de gang had een andere patiënt (later bleek dat hij Danny heette), hen klaarblijkelijk geobserveerd. Van waar hij stond, riep hij een zin die Peter zich de komende maanden nog vaak zou herinneren : "Enkel de moedigen overleven hier, maat...Enkel de moedigen !" Peter keek hem even aan : een wat zwerfachtig type met onverzorgd grijs haar en gekleed in kledij die Peter in zijn eerdere leven ‘lompen’ zou hebben genoemd. Hij keek ook even naar zijn lach, of wat ervoor door moest gaan…een gebit waar menig tandarts met plezier aan het werk zou willen gaan ! De man bleef hem aanstaren en bewoog verder niet. Peter vroeg hem dan maar : “En de anderen dan ?”. Tot Peter’s groot ongenoegen werd de glimlach nog groter, net zoals het duidelijk gebrek aan tanden. “Dat”, antwoordde de man, “zijn enkel verloren zwijnen” !   31 DECEMBER 2014 Het volledige verblijf in "De Nieuwe Ronde", herinnerde Peter zich, had in totaal bijna 6 maanden in beslag genomen. En eerlijk : tot vandaag had hij sinds zijn opname, bijna 4 jaar geleden, geen druppel meer gedronken, geen joint gerookt, geen coke gesnoven, geen shot gezet. Maar ondanks de vele therapieën, gesprekken met dokters, psychologen of psychiaters, hadden ze hem niet kunnen bevrijden van de geest van Jessie, die nog dagelijks door zijn hoofd spookte. Hij had de confrontatie opnieuw moeten aangaan, maar nu zonder 'hulpmiddelen', en dat viel hem zwaar...té zwaar ! Ze was hem niet één keer komen bezoeken in "De Nieuwe Ronde" en nu bleek ze sinds afgelopen oktober opnieuw getrouwd – getrouwd godverdomme ! - te zijn met een zekere Ben. Het was koud in het appartement op de 6e verdieping. Buiten was het op dit uur (23.30 u.) slechts 3° Celcius en Peter's raam van de woonkamer stond wijd open. Het appartement was helemaal leeg. Dat moest wel, want één dag later, op 1 januari was hij verplicht de sleutels ervan te overhandigen aan de nieuwe eigenaars. Toch zouden ze de laatste 4 dingen nog zelf moeten verwijderen : de kerstboom, het zopas uitgelezen "1Q84" van Haruki Murakami en de 2 lege flessen Glenfiddich (hoewel de tweede nu nog maar voor een kwart leeg was). Zijn gedachten fladderden rond, alsof de arbeiders niet wisten waar ze momenteel het beste aanwezig konden zijn. Hij dacht aan zijn medepatiënten van Groep A, geheel bestemd voor de zwaarste gevallen, maar waar men nog hoop heeft op beterschap wegens weinig of geen hersenbeschadiging. Ze waren met zijn vijven geweest. Els en Ruben waren inmiddels terug opgenomen geweest en Karel en Wim zelfs overleden aan een overdosis. Dat maakte van Peter de enige volhouder. Prima, dacht hij, en wat is nu de meerwaarde ? Waar zijn nu de vrienden ? De beloofde 2e kans ? De heropstanding ? Ach, vriendschap… Wie zong ook alweer : ‘één keer trek je de conclusie, vriendschap is een illusie” ? Vrienden…mensen die weten dat je vanavond alleen bent, maar er zich geen kloten van aantrekken. Hey komaan, iemand zin vanavond in een trieste alleenstaande ? Don’t think so ! Let’s party, boys and girls ! Natuurlijk…nog grappiger is familie ! Peter zei ‘grappiger’, maar bedoelde het natuurlijk sarcastisch ! Zijn broer was een bezopen portier – of zoiets – die zijn ogen amper nog half open kreeg en zijn vader was zowat een jaar geleden overleden. En het ergste : de vent was echt niet van de kwaadste, maar ook hem had Peter bij zijn overlijden al zowat 20 jaar niet meer gezien. En eerlijk : hij kende zijn vader niet eens ! De man had van ’s ochtends tot ’s avonds gewerkt en ook in het weekend was hij niet beschikbaar voor uitstapjes of trips, naar waar dan ook. Peter had dan ook de begrafenis aan zich voorbij laten gaan. Al was het maar om ‘haar’ te ontwijken. ‘Zij’, die er alles aan had gedaan om zijn leven te verwoesten. ‘Zij’, die niet eens een tweede kind wou ! En als het er toch zou komen, moest het echt wel een meisje zijn. Maar hoe onvoorbereid kwam Peter ter wereld : hij was niet alleen ongewenst als tweede geboren kind, maar had dan ook nog de pretentie deze klotewereld in te stappen met alweer een piemel ! Het leed geen twijfel : dit had hij per opzet gedaan…en hij zou het weten ook ! En man…Peter had het geweten ! Op zijn 17e had hij met zijn familie gebroken om zijn dienstplicht te volbrengen. Vanaf dan was het allemaal snel gegaan : Danni, zjn eerste (Joodse) vriendinnetje die al vlug moest kiezen tussen hem of haar geloof, Yasmine, die het na een tiental jaar voor bekeken hield en ten slotte Jessie, waarvan hij had gedacht (gehoopt ?) dat hij eindelijk iemand had gevonden om samen oud mee te worden (Jessie antwoordde altijd op zulk moment : “Ja, da’s lekker makkelijk ...Jij bent al oud !”). Maar de geschiedenis herhaalt zich altijd, nietwaar ? Na zijn eigen ouders èn die van Yasmine, was het nu de beurt aan Jessie’s ouders om hem te haten. Jessie was immers reeds 3 jaar getrouwd geweest, wat hun de nodige investeringen had gekost ! Maar er was geen speld tussen te krijgen : toen onze blikken elkaar voor de eerste keer wisselden in een café in Antwerpen, sloeg de vlam meteen over : liefde op eerste zicht bestaat !! Trouwens, even terzijde, ook op laatste zicht ! En ze hadden beiden een goedbetaalde job, waardoor ze soms zelfs in de dag met elkaar werden geconfronteerd ! En toen sloeg het noodlot (nog maar eens) toe : de firma waarvoor Jessie werkte werd overgenomen door een Duits bedrijf en een hoop mensen, waaronder zijzelf, werden ontslagen. En toen kwam het telefoontje dat Peter nooit meer zou vergeten : een vriendin van Jessie werkte als ‘call-girl’ bij ‘Lady Di’ en verdiende een klein fortuin. De vraag liet niet lang op zich wachten : ze had reeds een foto van Jessie laten zien en de Lady’s interesse was gewekt. En toen de bedragen op tafel kwamen : die van Peter en Jessie ook ! Er gingen dagen en nachten van praten aan vooraf…pro’s en contra’s…wan’ts en don’ts…can’s en can’ts… Maar hoewel Peter zijn twijfels bleef hebben, wist hij dat Jessie haar beslissing reeds had genomen. “Wat maakt het nu uit of je je hersenen een hele dag ter beschikking houdt van een baas die toch nooit tevreden is en je onderbetaalt, of je lichaam voor iemand die nooit klaagt en véél meer geld binnen brengt ?” Waardoor liet Peter zich leiden ? De wens van Jessie ? Het geld ? En hij kon niet anders dan  toegeven : het geld stroomde binnen ! En de afspraken werden perfect nageleefd : niets zonder condoom, wat wel en/of niet was afgesproken tussen hen beiden, de werkuren, enzovoort. Wat echter nooit in hun plannen had gestaan, was de zich opdringende klant – ‘getrouwd, maar mijn vrouw begrijpt me niet’ – die iets meer van Jessie nam dan enkel haar lichaam…ook haar gedachten, haar lach, haar verliefdheid…haarzelf ! De hoerenloper, de ‘wandelaar’, waaraan Peter haar tenslotte toch verloor ! Wat precies de toestand teweeg had gebracht waarin hij zich nu bevond ! Natuurlijk kon hij haar niet echt verantwoordelijk houden voor zijn drank- en drugprobleem dat daarop was gevolgd, ook al was hun scheiding het begin van de grootste ellende die Peter ooit in de ogen had gekeken ! Bij zijn thuiskomst lagen de rekeningen, herinneringen, brieven van advocaten en notarissen op hem te wachten. Met behulp van Yasmine en zijn eigen notaris had hij het appartement, dat hem zo dierbaar was, verkocht. Jessie had natuurlijk recht op de helft, en met de rest betaalde hij netjes alle rekeningen die nog open stonden. Daarna bleef er niet veel over, maar hij wou en kon niemand met zijn schulden opzadelen. Peter herinnerde zich een liedje van lang geleden : "Echte mannen huilen niet, ze stikken in hun stil verdriet !". En zowel huilen als stikken...verdomme : hij deed het elke dag opnieuw. Vragen die hij Jessie na haar vertrek nooit had gesteld, kwamen nu opnieuw boven als dolfijnen voor lucht. Wanneer was haar liefde veranderd in genegenheid ? Op welk moment werd het zelfs onverschilligheid of woede ? Elke "Ik goud van jou", Peter's speciale manier om zijn liefde te uiten, was gemeend geweest. Zelfs de laatste dag, toen ze gepakt en gezakt klaar stond om te vertrekken. Maar het bekende "Ik ook van jou" had plaats gemaakt voor "Ik weet het". Waren haar lieve woorden daarvoor reeds met bittere gal aan elkaar gekleefde woorden geweest ? Waren Peter's "rupsen", die zich hadden ontpopt tot prachtige vlinders met levenslange garantie, bij haar nooit meer geweest dan een kermisattractie met dezelfde naam ? Wanneer begint "Liefde" ? Bij een eerste met glinsterende ogen uitgewisselde blik ? Bij een eerste kus ? De eerste seksuele ervaring ? De eerste scheet die je durft laten in haar omgeving, nadat alle soorten lichaamssappen reeds waren gevoeld, geproefd, uitgewisseld ? En vooral...wanneer eindigt ze ? Bij Peter was inmiddels tevens een zwaar geval van 'Borderline' vastgesteld en sinds februari 2012 was hij officieel 'invalide'. De ooit zo grote strijder kon zich zijn laatste overwinning niet meer herinneren. Want tenslotte, waren zijn strijd en overwinning op Koning Drug en Keizer Drank écht zo belangrijk geweest ? De enige 'ons' die voor hem nog bestond, was die in het woord 'ons-tabiel' ! Misschien was hij beter het 'enorm stom klotezwijn' van 7 jaar eerder gebleven. Nu was hij een eenzaat...een verloren zwijn, klaar voor de slacht. Ooit was Springsteen's 'The Rising' een metafoor geweest voor zijn eigen queeste...nu kon het zich niet verder van zijn leven bevinden als ooit ervoor. De parels waren ooit voor het zwijn in hem neergelegd. Hij had ze verwaarloosd en gezocht naar truffels. En nu ? Hij zou nooit meer bij iemand thuis komen voor het finale donker. Dat was trouwens niet eens iets van zijn grootste zorgen ! De dagen als ’invalide’ raakte hij wel – met moeite – door…Haar gemis, vooral ’s avonds en ‘s nachts, helemaal niet ! En ach, was deze avond belangrijker dan de anderen ?  Hoogstwaarschijnlijk niet…maar Peter wist hoeveel fantastische oudejaarsavonden hij met haar had doorgebracht ! Hun leven samen was één lange, fantastische reis geweest…en dit was de eindhalte ! Hij nam de zoveelste slok uit de bijna lege, tweede fles whisky en begon zachtjes te huilen. Hij haalde zijn GSM uit zijn achterzak en bekeek voor een laatste keer alle foto’s van haar die hij erop had gezet ! Peter kon zijn tranen niet bedwingen : hij wist dat het zijn allerlaatste waren ! 23.55 u. Peter bedacht dat niet de alcohol of de drugs hem ten onder hadden gebracht : de verslaving aan Jessie's liefde zou hem tenslotte het leven kosten. En morgen zouden ze komen : de nieuwe eigenaars, de veroveraars, de indringers, schaamteloos beslag leggend op zijn laatste bezit vol mooie herinneringen. Maar alleen zouden ze nooit zijn. Want, zo bedacht Peter terwijl hij de laatste druppels van zijn fles nam, vrees niet, toekomstige bewoners : er is hier plaats voor nieuwe gezinnen, hechte familieleden, goede vrienden en brave huisdieren...zolang jullie maar een klein plaatsje voorbehouden voor één klein, weliswaar onzichtbaar, verloren zwijntje. Dus dult mijn aanwezigheid. Heb geduld met mij : ooit zal ik volledig uit jullie leven verdwijnen, maar laat me inmiddels, zonder jullie – hopelijk - gelukkige leven op één enkel moment te verstoren, nog even blijven op de enige plaats die ik ooit ‘thuis’ heb kunnen noemen ! Peter trok de stekker van de lampjes uit om de kerstboom, net zoals zichzelf, in het donker te hullen, keek nog even of de huissleutels op de buitenkant van de deur zaten en wandelde door de woonkamer via het open raam naar zijn terras op de 6e verdieping.  

Paul Smeyers
7 1