mijn slaapkamergenoot
tot aan zijn trouwring
na 46 lentes
plots naar de overoever
altijd bescheiden broer
mijn praat- en luisterpaal
onze gezamenlijke jeugdherinneringen
verdwijnen in de mist
van mijn geheugen
door de altijd schavende tijd
onbegrijpelijk
ik behoud het beeld van zijn handen
die schiepen, herstelden en steeds gaven
het maakte hem zo gelukkig