Ik hak twintig olijven
allemaal zwart
en zet de radio aan
liefdevol verwijder ik darmkanalen,
smeer de vuile prut op een stuk keukenrol
nog twee keer slapen
… er wordt gezocht naar een jongetje in de Samber
hij viel van een plezierboot
zonder dat zijn ouders dit merkten
Terwijl ik uien pel
schenk ik mezelf een glas wijn,
gezondheid, zeg ik – denk ik –
morgen misschien de zalmroze jurk
en hoge hakken, natuurlijk hoge hakken.
Zet de radio luider
… er wordt nog steeds gezocht naar de jongen
die van een bootje viel
zonder dat zijn ouders dit opmerkten
Nog twee keer slapen
– of misschien toch een jeans?
Rode lipstick, de roodste die ik heb –
ras-el-hanout, een vleug kurkuma.
Hoe zou ’t met Magda zijn,
en met Jacoba? Ik eet een olijf
… de jongen in de Samber is gevonden.
Hij was van een plezierbootje gevallen en
zijn ouders hadden het niet gemerkt.
Zijn ouders hadden het niet gemerkt.
Zijn ouders hadden het niet gemerkt.
Ik neem de scampi met tapenade uit de oven.
Ik vraag me af waarom vliegen verdomme hun poten niet verbranden
en wie beslist dat je die ouders in elke uitzending moet herhalen.
Nog twee keer slapen.
©Goedele op 30/08/2016