Toen ik vijftig werd, regende het. Mijn plan was om in de voormiddag een wandeling te maken in het stadspark. Dat was nu geen optie. Ik ging aan het raam van de woonkamer staan en stak een sigaret op. Het was de laatste van het pakje. Misschien was het wel een goed idee om te stoppen met roken, nu ik vijftig was.
Rond lunchtijd rinkelde de telefoon. Mijn vader. Of ik morgen eens naar zijn televisie kon komen kijken, want die was stuk. Toen ik hem vroeg of hij niets vergat, antwoordde hij dat ik niet flauw moest doen. Vijftig was nu ook weer niet zo speciaal.
Na het telefoontje besloot ik dan maar zelf deze dag wat feestelijk te maken. Ik ging naar de bakker en kocht er een frambozentaart en drie elcairs. Dat ik die alleen zou opeten, hoefde niemand te weten. Daarna ging ik naar de krantenwinkel. Ik haalde er een ‘Win for life’ krasbiljet en een nieuw pakje sigaretten. Stoppen met roken kon ook nog wanneer ik zestig werd.
Thuis legde ik de cd van Eros Ramazzotti op. Iedereen heeft recht op een guilty pleasure, zeker op haar verjaardag. Ik haalde een fles wijn uit de kelder en zocht naar kaarsjes. Ik vond er maar één van. Die moest dan maar volstaan. Het maakte het uitblazen ook een stuk makkelijker.
Ik ging zitten op de bank met het gebak en nam de ‘Win for life’ uit mijn handtas. Voor één keer die dag had ik geluk: ik kraste vijfhonderd Euro. ‘Lang zal ze leven,’ zong ik en nam een hap uit een eclaire.
Zo werd het toch een mooie dag, die dag dat ik vijftig werd.