Toots (ode aan de ket)

Stijn
25 aug 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Een baronnenleven lang
waaide
blies
en zaaide
de ket zichzelf
ver over de metalen grenzen
van zijn tijd

-speeltijd-        

  

Op zijn golven
nam hij ons mee
beklom al zijn ladders
Ogen dicht
zielen open
hij ademde

in,
hield vast,
ademde uit,
hield vast…

 

Telkens opnieuw
spoelde hij ons aan,
Schiep op de lijn van zijn
vloed
een thuis
badend in de warmte van de –telkens opnieuw-
op één na laatste noot

 

Hij alleen,
was de gastheer van zijn
woordenloze taal

Één keer nog, boog hij,
zoog

en blies
een laatste zoen

Nu nog
blinkt op zijn ene wang een traan
(ze weet van geen roesten)
Op zijn andere brandt een lach
blijvend en troostend
als goud

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Stijn
25 aug 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket