een woord wordt gegeven,
het spreekt voor zich
het beeld is een vergaarbak voor liefdesstralen
scherven in maanlicht over verwoestijnde straten
een onderwereld verklaren aan de sterren
ooit in de kern van het glas hun thuis begrepen
betekenis is gebleven opdat het opzet dat zo bedoeld had, vragen worden opgeworpen, voorkomen dat problemen ontstaan
als hoeder van de schaduw treed mijn lantaarn
hoop uit een niet aflatend verleden
een hond trouw voor zover hij zonder meester nooit vooruit is gegaan
zijn nieuwe thuis als kunstlicht op klare dag
de verklaring van het feit, niet bedoeld als ondersteuning voor de schuldenlast
mijn standpunt verbloemt, voor zover ik het stilistisch nodig acht
een beeld is origineel als het naar de kern teruggaat
de wedergeboorte van het licht blijkt een achtervolgingswaan
de drager een drenkeling
mijn inzicht leidt de weg, niet de kern van mezelf
de weg draagt meer hoop dan verantwoordelijkheid
in de kern van een dood voorwerp
een zelf bedruipend vluchtoord
betrekken gedachten vooruitzicht
strijkt een schakering hoop
uit een zwart allegaar
het woord,
de indruk die je deelt, niet wat je nalaat eens het goede is gedaan
het voorwerp ondergaat, maar een feit kent geen zelfbeklag
de grauwe aanblik van mijn verveling
overschildert in een afgewend ogenblik de leugen
maar een voorgehouden spiegel vertelt een ander verhaal dan een nietsvermoedend vensterraam
mijn schuldenlast verbergt dat het voor zich spreekt dat een inzicht wat gedaan is ondergaat
een onderwerp, zwaarmoedig, voor zover ik probeerde te volgen
vragen worden problemen als de kern van het voorwerp de schuldenlast ondergaat
afstotelijk naakt na de dood van een ster
als het woord is gegeven en de betekenis is gebleven had het origineel zich opgeworpen, was de aanzet van het opzet gedaan
het beeld,
een inzicht in de verklaring voor het feit dat voor het voorwerp een woord was ontstaan
de leegte kreunt als hoeder van de schaduw
zijn hond sleurt
in een getrokken geeuw een tong
onuitgesproken
terug
begrip omvat niet de mogelijkheid van het niet bestaan
ik verlies je niet als ik je niet, onbewust, vergat
de morgen ontmaskert patronen
benen van wat hun reeds lang is ontgaan
onderwijzend is de tijd
als een moeder van wanhoop voor hun voeten geworpen
ik begrijp je voor zover het niet zwaarmoedig werd
zolang een hunkerend blank doek
berust in zijn streken
zullen zij dansen met de schemer
verbloem het probleem in de kern van de verklaring voor zover een stilistisch beeld de verantwoordelijkheid van een standpunt niet mogelijk acht
onuitgesproken
het beeld van een naakte jonge vrouw
een ingeving
uit de onderstroom van een droom
in de dood van een ster
in uitgeholde oogleden
vindt een doelloos kanaal afleiding in de verklaringen van de hond en zijn hoeder
wiegen hun vragen het wrak van de leegte
een weg door de schemer
met een hond en een jonge vrouw
tussen benen
dingen die ik niet ben