Robijn Bodijn

Gebruikersnaam Robijn Bodijn

Teksten

Het parcours van de voorganger

De verleiding van verdriet is de middeleeuwen Er ligt iemand in het koren Dat was mijn boodschap voor haar vooraleer ik terug naar jullie keerde Ik zeg altijd iets niet wanneer het mij te evident lijkt De leugen van de verzameling was nu eenmaal verbondenheid Dat moest ik onthouden Een ridder van zijn taalgebruik is een rebel van de moderniteit Met voorbedachte rade Mijn vergoeilijking is slechts de tijdsvariant Ik had al iemand die rechtstond   Alles is een exclusie van originaliteit die uitzonderingen sorteert   de roos werd afgegeven aan Ruben  Hij moest op Sint Valentijn herdenken door alleen te blijven op veertien februari's hij telde de levensduur van zijn inspiratie en beëindigde zijn hoofdstuk zonder dichten over dichten dat was een lange aanloop om te gaan slapen   de nachtlamp-vaas werd tentoon aangekocht in morele waarde een straat naast overgang iedereen die hem begreep sleurde stukken van zijn jas zo erg is het nu ook weer niet dat ik mijn neus niet kan snuiten rochelen bevrijdt de watervallen in de alpen ik wandel verder door applaus voor mijn improvisitie er ligt een woord tussen eenvoud en herhaling maar het blijft onroerend goed van grammatica een weesadjectief  evident   Donderdag 19 juni poetsdienst  Thin layer Equal your witness of blank sheet composer They don't have a tone to begin with anymore Het springt in voor de internationale Die laatste regendans van mijn spontaniteit gedronken Je hebt wat je wil hebben En het mag niet misgaan Nu, begint ze te zingen over haar laatste spelfout Ze reigt alle koorden die de bewegingen van de wolken imiteren leeg Het is zinloos dat ze zingt Ik beweer mij tot haar Dan verbreken we het pact van de zonde zonder schaap En eten we de wonden Leeg Het is zinloos dat ze leeg zingt over de aarde Je kan moeders verdriet niet opvullen met een aanmerking over dezelfde achteruitgang We hebben hem gevonden Hier mag ik alles vergeten, maar hoeft dat niet Het was het begin, vooral het begin, dat mij stoorde Als je leest kan je verder   De puberteit van een reus De puberteit van een reus bevat geen natuurlijk taalgebruik dat is waar Ik weet ook niet of een reus groter is dan mijn stad Het is niet mijn gevecht dit tweede idee   Ik formuleer het dank ook niet als het eerste Een conversatie met mezelf is voldoende om te schrijven Deze keer ga ik naar de volgende kamer Het systeem verglijdt in de gewoonte van verrassing toen de tafel opkeek om een diagnose te vermijden Synoniemen verdwijnen de kans op een oplossing   Zelfstandige naamwoorden zijn arroganter dan de wetmatigheid die ze geïnstalleerd heeft in het aperitief van stereotype Willen bestaan is zelfs niet het begin van de taal   Onvoorziene omstandigheden proberen elkaar Het zijn niet de mensen Dat is het verschil Het maakt het bedrag niet uit van het geboorteaantal dat Clementie Conventie nooit meer een paus zal worden Hij passeerde De soep naast de eieren was op Hij at van de miswijn Er ontstond een grot  Dat was mijn geheugen Zolang er iemand hulp nodig heeft blijft het kader de kunst We zijn er bijna Wacht gewoon op de trein Dit speelgoed bestaat niet Speelgoed verenigt niet meer als je het beveelt Als een reisduif terugkeert naar reis Elimineren kan niet zonder herhaling zegt schuldgevoel De gedachte roos troost Mentale inspanning is nog altijd de reden dat rozen doornen hebben in deze veilige wereld   Eerst een concept vooropstellen en dan zeggen dat het bestaat Ik ben aan het schrijven, ja, maar wat is het verschil tussen een concept en een omstandigheid, mijnheer? Ik laat het niet bij die vraag Ik word eindelijk kwaad op uw redenering Niet op uw vermogen Wat zijn de regels? Dat U afwezig bent?   Er is toch nog nooit iemand kwaad geworden in een gedicht De verluchting van de wereld liet het afweten voor mijn dampkap Weeral diezelfde worsten Het verschil tussen een verslag en evolutie is verouderen   Worsten stellen niet haperen ze in mijn calorieën Ik krijg het gevoel dat iets mij begrijpt Waarom is dat goed? De inrichting van de vrijheid   Ik herinner mij mijn eerste adem nog om die reden Waar ligt het begin en wat is het onderwerp? De geelzucht van de zwaan verdeelt goed en slecht over eten Zolang alles op voorhand gebeurt zal ik altijd achterdochtig blijven Publiek als waarborg voor een gesprek   De renaissance als dood van de liefde De wijn ligt onder de kaas Er is niets zo oorzakelijk als het verzwegen voorakkoord van hun onderbewustzijn We zijn verkeerd bezig Laat ons een stoel nemen ergens anders gaan zitten en dan op jouw punt terugkeren Onderwerp We kregen vrijaf vandaag Ik voelde mij vrijblijvend in mijn taalgebruik De laatste krul van de renaissance is een Frans leenwoord De Franse functie zien kleiner worden, dat is mooier dan een einde Eeuw De gedachte einde troost de gedachte einde omdat een roos naar het einde opengaat als een goede film voor het licht Het is taboe Het is in mijn wereld een deur naar fotosynthese en de plaats waar ik vannacht wil slapen Vannacht werd morgen Ik voelde mij thuis Het begin is een leugen Fotosynthese is een analyse van variatie Van voorgaande natuur Daarom mocht ik als kind binnenshuis nooit de was doen Geweld is makkelijk Komt het van de zon of van het licht?   Uw relativisme wil dat op zijn minst tot ons perspectief herleiden De verheerlijking van het brandpunt tegen het ongezegde   Nu zijn mijn ongelukken inzetbaar Er komt medelijden Ik ben alleen  Soms twijfel ik tussen de zon en mijn vrienden Enkel als je alleen bent moet je kiezen Het onderwerp van vandaag is vandaag   Een naar bestaand refererend medium zonder werkwoord   Neergelaten eindigt niet in het niets als adjectief In de spreektaal de passieve aggresiviteit van variatie Structuur wordt Monteriggioni Cel Dat was het woord, cel Waar ben ik? In je gemiste trein gemiddelde   Het verbaast mij niet dat jij het gemiddelde geworden bent, Filistijnse Fibonacci De martelaar-samaritaan had evenwicht Eerste dingen eerlijkst   De opwarming van de aarde werd al gededuceerd tot diezelfde tussenruimte Vandaag   Vandaag komt uw trein, kan U zich dat voorstellen in plaats van mijn ontmoeting, waar ooit iemand gerookt heeft?   Ik vergeet de beste zin: jullie  Onbreekbaar De noodzaak van een stijlfiguur in een pleonastisch zwembad heeft eindelijk verkering met de statische springplank van 'n stad De hint van test Dat mag van mij want je kan het niet uitspreken zonder het synoniem van essentie Eindelijk, variatie kent nu pas geen richting meer   Evenwaardige tweespalt onder Ben Hur en Troje Wat ze verwachten is dat we open kaart spelen Ik wil terug naar Spanje   Als je eerst naar Frans Baskenland gaat en dan naar Spanje is de kans dat je mij niet meer herkent Intonatie en allusie, de grot van Plato-light met druipstenen ironie, het verschil tussen alles en achterdocht   Onderwerp de achtergrond van uw gesprek naar mijn argument Er werd een Assyrisch fries voor de poort geplaatst De rest is nu allemaal dichtkunst Er was een onzichtbare bevolkingsgroep, een nuchtere omgekeerde oase   Ze volgordenden ook hun planten in terracultuur, mijn esthetische voorliefde voorzien voor de etrusken in Griekse havensteden Gepolariseerd en gepolijst worden door mijn naar voorgetrokken pupillen   Vandaag ben ik terug leerling  Waar ben ik? De curve strekt mijn ruggengraat  Reactie klinkt letterlijk Mensen spreken terug gevoel en zijn gestopt met denken   Nu moet ik terug naar Spanje Dat kan alleen in de les Verwijzen De samenvatting verscheen aan het bord Verschillende keren   Waar ligt de grens met vandaag voor die worsten? Ze spelen op verrassing   Hoe hoog zwemmen garnalen? Ik hoor jullie denken Verrassing, verwachting Adempauze tijdens het denken?   Dat is het omgekeerde resultaat  Niet meer kunnen zien   Opjagen is het opwinden van mensen Dat konden jullie al gezegd hebben En nu gaat het over niemand, schuldgevoel Het ontbeert mij aan overzicht op de enige aarde zonder land   Onwrikbaar zoals het stereotype Onweerstaanbaar om die reden maar zoals Minotaurus en Athene   Een computer is het Parthenon aan het downloaden Mijn curve wint de natuur terug Dat ging over mijn ruggengraat Een oplossing voor mijn lichaam   Het geloof van de moderniteit, gebeuren Berust niet op toeval als je het tegendeel stelt Mijn grootvader stelde bepaalde van zijn bestek aan, dat zag ik Ik solliciteerde naar liefde in de grot van het stereotype Was alles de exacte reflectie van zichzelf   Behalve medelijden geen medewerkers vandaag, maar hij heeft gelijk Want hij lag oneffen De bakermat van de industrie stompte tegen de rivier Zo vond ik echte woorden Van taal naar tong naar denken naar dichten Reageren is de vraag van het gevoel   Het evidente heeft een negatieve bevestiging nodig Essentie Even de stappen van essentie overlopen   Keuze, voldoende en waarde Aankondigen is het gevolg van een leugen Ik kan niet praten als een deelvorming aan een gelijkmatig geheel Nu praat ik tegen de mensen, voor mij een originele spaghetti alstublieft Geen dank, de lepel ligt naast de ketchup   De plaatsbepaling van de worsten Eten verlucht de monnik, God, en nu de annulatie van het volume van mijn conceptie   We zijn te vroeg en dat is een waarheid Zo voel ik mij iedere dag Stokken voorspellen de toekomst   Het onderhoud van het concept en nu ben ik weeral de reden voor het kader vergeten, de titel   Vroegtijdig is onschuldig, probeert goed te rechtvaardigen   Hygiënisch was het in de klas   Zonder verwijzing   Het 'ik lieg' en daarom mocht dat niet Zit dan gewoon aan een grotere tafel Ga die dan gaan halen   Dan keren we tenminste even terug Ik haat mijn voltooid adellijk meervoud Telgen van gluten bewierookten eigen beraadslaggevers De zweep op de cactus   Vormt zich een leenwoord zonder weder, want zijn ze daar nu weeral zonder leenwoord, al die ideeën Ik kan hun klank nabootsen en het licht aansteken Het licht sprak de klas aan Het werd dieper Een nieuw beeld   Resultaatvoetbal is niet de top van de top De bestuiving ontbeert betekenis Het antwoord van de kunstenaar: Herroeping   Ons antwoord: verdeeldheid  De apocalyps was de samenvatting Die vraag kwam weer voor de oorzaak Ik wil een richting voor intuïtie, dan een zin Een zin die jullie leven zal bepalen   Roem draagt het luchtruim voorbij het concept van andere mensen   Zwaardspelen zijn toch vroeger  Dat zijnde, ik ben hier U heeft al gesproken Nee Ik ga sneller dan heb ik gelijk Ik surf op luchtruim in een mechanische afbeelding Daarom begreep ik Protagoras niet   Ik ben wel blij dat mijn school mij deze uitwisseling heeft toegestaan Wat is de lengte van mijn gedachte? Wanneer je een ander met ik kan beginnen is mijn dagboek gestolen   Ik begrijp het Onzijdig wijst de vlaggenstok de grond af Ongehoord neemt hij de wind Mogelijk is nu moreel Wanneer komt het gevoel, wind?   Het kind keek verkeerd naar de kachel Opa kon niet meer ademen   Wat is het menselijk verschil, toeval? Tussen filosofie en wetenschap ligt een boek   Coördinatie  Ik dacht nooit dat ik de woorden zou vinden Verdienste trof uitzondering Het is belangrijk dat het nu eerst komt, je oplossing voor de liefde Als luxe? Wat hebben we dan niet Inherente goedheid, een positieve eigenschap of het effect van nazeggenschap Dezelfde Bijbel in twee gedeeld, Mozes in twee   Opeengehoopte worsten mits zelfkritiek en anticipatie is mijn woord   Ik zie je graag Dat ik zelfs nog de moed had om haar naam te zeggen   Mijn onderwerp Ik kan er niet aan doen dat boeken tegen mij spreken en mij dan veroordelen Ik ben aangelengd, niet systematisch Zonder coördinatie geen zijn Gevolgen van een cadeau Gevolgen van een gegeven wereld Sinds oudsher is dat een andere vraag   In eerste instantie was er geen textuur dat is waar, het ging over ons Eindelijk variatie Eerlijk, over de overkant geen manschap Geen vliegtuig   Ik ben bezig met drijfveer water te strijken tot bedoeling Dat zo te houden tot betrekking op latere leeftijd Het nazicht van de liefde   Veroordeel mij niet, dat was de laatste aanvulling Hoe heet dit patroon, recursief gaan? Het is de eerste keer dat ik het zeg, het is gratis vandaag, het begin, Pinocchio in pianoconcert van de kunsten Zal de eindmeet zonder noot niet halen   Plaatsbepaling poëzie Samenvattend, geen analyse zonder opmerking Nu ben ik deelbaar, wat is Uw vraag?   Beschrijving De beschrijving van Babylon is de mediterraanse stad van oceaans Monteriggioni   Atlantis-Athene Als oplossing Protagonist Protagoras in de spits, punt. Ik ben Al geworden dat is eenzaam   Ik was een mens  Nu ben ik een perspectief Tot Nu zal ik geen geestelijke dood sterven Gezondheidszorg is een boomerang   Het is geen herhaling Taboe Hoogstens letterlijk een te lang aanslepend woord   Van structuur ontheven kan ik de aarde aan Ik werd nooit beklemtoond met een voorafgaande bedoeling   Ik heb ze gemaakt  Aan welke kant ligt nu de noodzaak? Onafhankelijk wordt gegeven een enig woord als zelfstandig naamwoord   Herhaling, geen variatie mijn vatbaar, vader Maar goed, ik voel me goed, onschuldig zelfs   Dit huwelijk zal nooit de waarborg worden?   Waar was je nu weer, Robijn?   Ik neem ontslag van de lichtinval. Er is al op voorhand bepaald wat cruciaal is. Mijn hart bloedt, een opmerking geen vaststelling   Ik heb nog nooit de voorgaande bloem gezien, maar ik wil U die in alle spontaniteit geven: het verlangen naar noodzaak Voorwetenschap van de profeet wordt gelezen en geschikt verklaard Altijd iets nieuws, dat is niet oorspronkelijk dacht de ezel van de rijst "Hoe moet ik de rijst gooien, als ik de kerk verlaat?" Gekookt want het heeft gesneeuwd Jij leeft hier Ze beeft   Hier liggen nu de kansen die niet verdwijnen zonder wedstrijd Ik ken mijn renaissance al   Heeft de geschiedenis ze gestolen in wederhelft, tijdsgeest?   Het zijn niet jullie lievelingswoorden het zijn de mijne Ik tel de lengte van uiteraard   Het moederhuis van onschuld Bevestiging is de limiet van de taal, interactie Dat volstaat. De leraar zonk in het perron en dat was mijn misdaad Ik werd verbrand op een stelling   Het doek van de Sixtijnse kapel viel van mijn moeder haar benen   Michelangelo was op het moment weer aan het paintballen met de engel van een andere vraag   Zwembaden en landbouwen, het verschil is niet water dat is het resultaat Aangelengd bloed, aangelengd bloed, mijn hersenen zijn aangelengd bloed in een gegeven wereld? Toen de jongen om de bedoeling van zijn perceptie vroeg in dezelfde relevantie, antwoordde de leraar in het verleden Het is verboden de tijd terug te keren   Ik schilder in een zwembad Blauw De nieuwe poort van Athene De wijsheid als autonoom van het klimaat Is overbodig bestaan? Recyclage heeft ook materie   De rijzende taart oogste korrels op onze matten en met twee woorden spreken annuleert mijn geheugen Ik is mijn punt van veiligheid We bereiken hun punt niet en ze horen ons denken, wat moeten we nu doen: het eerste of het tweede Het eerste vierkant in een deelverzameling die ons het verslag van de geschiedenis die wij benoemen levert Een geschenk van een engel zijn filosofie marathon Waarom hebben jullie hem herhaald voor het geweten, publiek?   Papier is flinterdun in een gegeven wereld  De blauwdruk van Assyrië dan maar Een verwijzing en een toespraak Vallen naar de sleutel met Alies Het is een verassing Weeral het verkeerde huwelijk Ik ben alleen en niet eenzaam in de neutraliteit waarmee ik faalangst van de engel, de normaal van het zonlicht en de differentiatie van de wolken Hun receptie   De levensvoorbereiding van moeders engel in vertrouwen gevallen voor mijn eerste woorden de essentie van wat ze nu gaat zeggen Ja   Systematische woede Plaatsbepaling poëzie Onderbroken door de toekomst, mijn genie   Met haken en ogen, de inval van relativisme op mijn referentiepunt Was het een antwoord of een aanval van het volk? Nee die grote stem, eindelijk die grote stem. De gradatie in overgang omwentelt terugkeer   Weeral voorbij het midden waar de waarheid ligt Golf met bekers gaat niet, spijt me, want dit is mijn tweede kans   Redelijk is een adjectief maar een betrekking op deze volzin Engels schrapen contrast van de daken We zijn meer nu Evolutie is geen gedachte   De afdwaling van de lampkap Atlas Protagoras sluit het boek van de aarde Mijn zus bepaalt de weg In de kern is mijn hurt autisme

Robijn Bodijn
15 1

Kunnen wenen voor de maan

De middeleeuwen zijn omgeven door beton en bouwvakkers van honingraatteelt Erik Esthetiek waar is je overweging Ik verlies mijn eerlijkheid in de leegte tussenin Jouw geboortjekaartje is achtergebleven bij Michael Owens  de eerste niet-inbreker in Leegland Amerika Ik overweeg iemand slimmer en cynischer  Die weet dat huurgeld inflatie genereert tot generaties in de supermarkt Waarom minstens één grootmoeder tabak rookt Wat kunnen we in België? De tuin huren om te kunnen wenen met de maan natuurlijk De maan lacht mij uit, dan gaat ze verder Ik mag niet zomaar wenen We gaan op reis terugwaarts Nu voel ik mij thuis in eigen land De benen van God zijn borsten in België Een omgekeerde kathedraal weerspiegelt de skyline van een voetbalploeg Ik heb concurrentie van mijn sieraden in de beneveling Ik bedoel bebossing Er is iets heel evident aan neerslachtigheid Maar adjectieven regenen jaloers in mijn puntzak Alleen in achterzak kunnen vissen ook eens vissen Palingen ze zijn lelijker dan de rozen de doornen Alleen liggen vissen op het land en zien we ze niet Ze zijn gevaarlijk als ze bedreigd worden in Dinant Dan vallen rotsblokken met verfijning naar beneden Dinant is jaloers op het cynisme van Chiavari zonder zijn vrouw Daar begon het spaans verbond tussen België en Italië in de eerste spreektaal verwoorde men voorgaande voorbereidingen Eigendom is zelf verleerd te spreken tot de eigenaar, de akte van hoongedrag tegenover medemensen De klas van sociaal zijn Daarom bestaan wij alleen maar, appels van zwaarte en schaamte De kleuter Ze zijn lelijk   Ik ben neuroconformatief nationaal, wie ben ik echt? Mijn echte gedachte wandelt rond in de gemaakt voltooid verleden tijd, de discotheek van mijn grootvader is het hart van de Bibliothecaris Eddy Pert moest eens bij de pastoor zonder reden terwijl hij een klak insloeg Ik zeg alleen de helft van de school mijn portemonnee Hij opent zijn adem voor mosselen in plaats van goudvissen Ik heb mijn structuur gevonden We lachen De hersenboom levert het hart aan iemand die verkiest anoniem te blijven De reden bekendmaken is doorbrekend denken, maar ik kan Hem nog net tegenhouden Die ene gedachte die geld vermenigvuldigt mag ik scannen? Het is niet romantisch om aan geld te denken Honger is de nieuwe hoop die rozen een emotivatie verlenen De burgerman vergist zich streng van straat Hij zou mij complimenten komen geven Zonder handen geen kampioen De prijs was in de krant niet zichtbaar De opmerking in de krant was onbetaalbaar Een truc en fraude van het volk Ik kocht de krant en niet de prijs, vergeef mijn overmoed in de linkeronderhoek van te weinig Het sloeg aan om jou te kennen   Ik ben beter dan de microgolfoven Ik heb de wedstrijd gewonnen rochelen bevrijdt watervallen in de Alpen ik wandel verder door applaus de gift van de letter was weinig Venetië is het windows XP-pictogram Het weegt op toscaanse velden, die woordspeling over plaatsbegrek dat is goed voor de irrigatie de schelde is altijd schaars tegenover de leie geweest om mijn bloemen water te geven vlaamse computer die ik ben ik zit in een ander mens de oever was een opmerking voor de redenering van de rivier  wij zaten in de auto van bloemkolen bobijn ze pompte de muizen op hier herviel mijn autisme in één kernachtige gedachten de kaas greep mij nog altijd aan ik zei niets tegen mijn vader mijn moeder hield de wacht toen kwam het einde een koud spel is toerisme maar daarna kan je wenen voor de maan op de brug der zuchten ik heb een volume en een lengte en dat was de misdaad van mijn linkerarm het aanbod is een goudvis Nog van de Franse koning geweest: een deelteken twee consuls een geschiedenisboek koffie mijn ouders rimpelen hun verdriet tot ik verleen  dat weet iedereen op welke pagina wenst U de roos naast de klapstoel van mijn verbazing neut de jouwe de toekomst van onze voederverzamelaar-jager is dakloos want geen brood meer is een relatie met stellingen in de stad daar liggen naar het schijnt de meeste bruine kruimels Nostradamus De aderlating voor de bibliotheek was in de krant vogels eten die op als een optreden op een roeste typmachine van modderachtig verfijnde grassprieten in mijn limonadedrenk en hoop die smurrie die mogen dat wel van hun leenheer aan de overkant groeien de ridders de technologiekinderen nu nog niet   Als je wil stoppen met honger in de Middeleeuwen dan moet je eenvoudige taal spreken tegen een rekenmachine   budgetvriendelijke huisdieren waren het tot ze uitvlogen tegen mij en schieten op hoop in plaats van honger en een scheermes voor mijn maag   nu heb ik in hof ten Minste helaas niets herkend   alleen domme mensen want die zijn bescheiden en onaanspreekbaar als je ze in je rug laat probeer om te draaien naar je jeugd de tiener spreekt echt de waarheid in Toen tegen tussenin ligt de parmezaanse regio van salami  chips, fotonen een rozenboeket met salami honger geeft geen kleur aan het masker ik bied een boeket aan zonder centerpunt vogelpik  laat vallen er is altijd een mus die doorvliegt voor die vlinders in mijn buik analyse vergde armspieren en dat was het ergste voorwetenschap en de brief over de handtas ik zie je een verschrikkelijke insectenziekte doorzicht in de mug is bloed het is voor jou koning Boudewijn jij bent wat al gebeurd is   Nu besta jij  daarom niet in samenspraak voor een argument voor vertegenwoordiging hij wou een alliteratie aangaan met mooie woorden, maar hij korte ze in dode korrels Karel van Korrel duurt te lang origineel oorspronkelijk geen verband in oostenrijk eerlijk het land naast oostenrijk is niet meer Zwitsarland Eerlijk ik wil altijd maar meer Ik treed af naar niveau Hongaars meer heeft geen bloemen Misurina wel Dan maar het bootje De paus is hier met zijn vrouw in een normale wereld de afzinklaag giet zich in lagen burgerij het nieuwe bakeliet ik wil eten bij de bakker  het is voor de volgende mevrouw ik heb geen zin in U vandaag de macht van een uitzondering is zonnegeld waar ligt dat rijk? Naast de Heilig Hoopse Empirie Een instituut van de Aarde: Goud   Ik wil niet gaan de hoop van mijn verhemelte is broodkorsten In Pisa zo lang mogelijk twijfelen totdat je weer in volledigheid overslaat Dan kunnen we zeggen het weer een woordspeling, Jasmien Deboosere ophoging van het debat verstoort kabels: de relaties tussen politici Enge ogen  Marleine zonder Samson Muziek zonder sentiment Muziek onder het assortiment Is zich bewust van iedere hoofdletter in boomcement De bloemen bewegen  Ze kunnen nu trouwen met hun luiaard Ik weet voor altijd van niets, stamper Ik zit in een ander mens De reddingsoperatie is duiken op vallen Echt waar? Rozen? Dan streelt mijn buik de niveaubodem van de zwembadoceaan niet meer Arrogantie is de aperitief van de adem en dat werkt in beide richtingen De pinker op een wederzijdse relatie met je lippen beweegt je hoofd vanzelf Dit is geen poëzie Kussen of rozen Dit is stilte   Reken mij aan Word mijn uitzondering Breid een gevolg aan wat is mijn schuld En je zal met een hond leren lopen Geestelijke gemiste kans De tijdsgeest en het Wereldadvertentievolume Geestelijk zijn rozen mindvol gebleven gevoel Voor u openen ze zich in evidentie Maar als ze openen willen ze niet meer bewegen papa Wielrennen blijft  De dans van de doornen beïnvloedt het leven van mijn grootmoeder Ik durf bijna beweren een aanplakbiljet dat toiletpapier voor mijn gevoel Ik stond recht en ze noteerde het terwijl ik rechtstond 2030 vijf euro voor rozen? een rechtvaardige prijs was diarree diarree van doornen het systeem waarborgt analyse ik ben slim en niet dom, afhankelijk van analyse dus eigenlijk geld goed gedaan operatietafel geldt 'Het referentiekader van uw ruggengraat is ondoorbroken  als je verhuist vanuit je geboortestad' De kerktoren is toch gevallen Een implicatie bestaat niet voor een opvliegend doek als de grootmeester van Onze Naam het gebed van de culturelen zal nooit de volgende uitzonderingen bereiken mensen die maten vrienden hebben toestand hebben voorrang verlenen en dan verkleinen voor hun vrienden  Dat opliggend doek met geheven tenen is niet verstandig Ook al een lichaamsdeel van mijn zwangere troost Gelijk is pijnlijk wanneer je niet oefent Geboorte is tijdelijk Ik eet graag boutade-taart met leven Zo kan ik stellingen aangeven aan de eeuwen zodat ze eindeloos worden Periode in de hoogte Haar buche omarmde de rozen Ik herhaal mijzelf toch niet als ik zeg vraagteken Daar is het leven voor de planten Geef mij het nummer van je cel, Beëlzebubbiologie van Babylon Muziek zal ons redden van een epicurische epiduraal van de slang van Mozes Rectum inhaleer mijn schaamte Ik ben niet aan het bevallen van rozen zonder vooruitgang een houtstok kleeft aan de ziel van eenvoud Nee, ik wil ze niet, mijn maag   Tijdelijk is verstrekkend Mijn moeder heeft geen uitzonderlijk lange armen En toch zei ze meer zonder aanhalingstekens op mijn ford fiesta met martini party functie Alles ruikt sinds mensengeheugenis naar meer mooiheid en limonade Het punt is dat je het niet kan zien Waar de doorn eindigt En dat is de nagel aan de doorn Thee Verhaal Verhandeling van vee Hij moest op kerstmis Sint-Rodius herdenken met een divergentiekaars in de krant en het vet van de drop belandde in mijn ajuin-patat Ze likken op elkaar Descartes deed aan filosofie zodat  Zodat hij niet aan de kerstballen kon komen Dat kwam eerst Een reeks geijkte uitdrukkingen en hun verloren Babylonische tegenhangers door Mozes de keizer zonder kleren   gehecht aan Descartes zijn staf Descartes las wegenversnellingen, geen filosofie Wijs en mooiheid   De troeven van de taart Dat was een lange aanloop om te gaan slapen   Marianne Hoopvol verdeel Winner naast Luxemburg in Goffin bij Jupille  Het is tijd voor een nieuwe politieke beslissing De polymiek van een alliteratie waarborgt een Idee altijd Het Ik wil nu wel alles zeggen behalve de helft   Plaatsgebreken aan tafel voor verlegen kinderen eten hun boterhammen meer op omdat ze honger hebben De roos gemist vooraleer de aangifte  Bewijs van aankoop van de liefde de nachtlampvaas werd tentoon aangekocht bij mijn hoognonkel in de verte een knipoog van de steur van de bescheiden ton at filet van licht puur voor puur was er geen tegengif familieliefde was een straat zonder overgang in de tijd in de hoek vielen evidente slagen Margaret Tatcher leek op een bloemkool-met-uien veld als ze zo Brits deed daar eindigde de woordspeling van kunnen spreken gekende fenomenen   Belastingen zijn evident voor variatie een tegengif  Ik ben de koning, niet God de leider van de adjectieven, waarin nastreven inhoudelijk blijft  Boeken we vooruitgang met een familielid Geleerde adaptatie Wrange tegenspraak De loutering van regio's Mijn of haar Van Vlaanderen naar Nederland over Wortegem Duitse kartoffelschoenen leggen bokalen in de industrie in Zo heb ik mijn nonnen verkregen Zelfverzekerd nu en niet het moment daarna   Dat is gevoel voor mijn brein   Voor goudvissen wil ik sterven als ze niet van mijn rozen eten vanuit de aquariatische vijver in de mediterraanse zee wil ik stikken zeewier hing over de borden van evidentie Babylon verslikte zich in zijn stadspoorten Subliem   Ik zie je ook graag De kosmos ook Tranen en geen regen aldaar Ik ben beter dan jou de toonaard van de inval in de hoogte Het blijft altijd geldig jouw kortingsbon op de kosmos De kosmos is gemaakt van maizena Zo kan je niet falen Wat verwacht je? Havermout mogelijk in de soep   Iedereen die hem begreep sleurde stukken van zijn jas in Reims   De roos werd afgegeven aan Ruben Robijn van Reims schreef over Romulus en slechte Remus de band met de geschiedenis vond imiateriële gronden al in Vaticaanstad, Priamus, de hechting van paars aan yoghurt tijdens de pauze reclamebordgladioteren geven mijn rozen aan jongens Eindelijk, gewade rook Ze wil het in deze miliseconde: de beschermheer van Romaan tegen Carrara laten aanlopen   Tergend traag Het tweede gevecht om haar parmaham zo weet U wel Is dubbele bevestiging nu voor een vlinderdas toonaard? Of ligt de vlasschuur in Karel Van de Woestijne behouden Eens gezindheid met de krant verbonden is  keert het Volk terug als vijand mooi, niet waar Vuur schoon, tegendeling kortingsbon van perceptie, word onzichtbaar voor de atoombom van mijn verassing Ik weet het wel Ik ben nog niet dood   Alles bestond uit limonade want anders waren er geen cactussen zonder klemtoon, niet in de pot met de rups van de nazca-lijnen zo jong zijn we nog niet primitief Dichten overdichten De rozen moeten nog in het boeket genaaid worden op herhalend patroon zonder vormgeving vandaar Verstaat U mijn verhaal? 11 doorns en de aristocratie is ongelijkwaardig Ik wil je lagen doorprikken met lasagne van kelkwijn De kelkwijn viel flauw omdat dat niet zijn kwaliteit is De rozemarijn was op van de verwachting van hangende borsten Ik kon niet koken zonder papier, middelmoeder Ik zette een muziekje op, middeleeuwen Van een website over ridders Ik werd bezocht Tergend traag   Alles was al zodaning gehoord dat we stom werden Voor altijd, waarde, voor altijd bent U in een bocht van de kerk de vrouw van God en zijn conciërge in zijn element van uitdaging, beteken dat Tel dan maar mee, mediterraanse zee van muziek en de dobbelsteen De chaos was het grootst in een lagune Hier viel er niets te geven Ik kon niet rechtdoor bewegen Zij kon al niet meer bewegen want ze hoorde me denken Aan haar verwachtingspatronen gingen we te water Verhef de insteek Boeren laten was beton dulden Het vuur Onkruid zag de associatie Geen woord teveel dan Ik rook uit de overbuurvrouw haar venster   Het is een schilderij Volledig is de zin van het bestek en de tijdsduur voor vibratie De volgende logica van de romantiek Goa naast Ankara   Ottomaan werkt  Verheffend Tot biologie babylon liet praten Dat moest wel zo aangebracht worden voor de hangende luiers van fopspenen Het schuldgevoel van mijn jeugd strekte zich toe En mensen die terug mensen waren   Het meervoud van verstand had mij benomen een hoofdletter een klemtoon en een toonaard Die kon ze aanringen voor mijn falibiliteit Waarom heb ik deze voorbereiding dan getroffen? Aangelengde limonade met de verwachting van liefdesverdriet In het midden ligt een appel Hij ligt daar altijd Vader en vrouw paraderen de handdruk De lucht mag nu niet teveel meer wegen De kus priviligeert eenvoud tot de doorsteek van mijn intentie De tegengestelde ridder doden op voorspelling van Nostradamus in 1993 Ik kreeg dan een feitenvermelding   Tergend dragende druiven De leugen doorprikt met een zwart doek gemaakt uit olijven Vijgen na olijven is als taart met rijst in Ik begrijp Italië wel in dat opzicht maar alleen vanop de bergen niet vanop de pas Water doorzicht pas ligt in een tunnel vallen zeemeerminnen mij aan Ik ben haar nog altijd eerst aan het kussen   Zo kan ik mijn neus niet snuiten Ze verandert nog rochelen bevrijdt watervallen in de Alpen Maar dan ook enkel in de Alpen doorstroming van talent sluit de auto   Azteeks goud deze toekomstige platinaplaat om muziek in te spelen in het landschap langdradig mijn eerste tableau het landschap deed al mee Ik kies voor hem en zijn tanden Dat ben ik nog altijd   Twee variaties en het werden gaten blauw Daar kan ik niet mee verdergaan de vliegen kropen er al Ik begreep ze nu wel confituur Slim! Het waren echt zeemeerminnen Ankarees ter grot Goa ter pot Terg me met herhaling als einde  Waarom loos de notie van het universum zich herhaalt in geniale woorden   Laatste overweging: oorsprong   Gedachten lezen Abnormaal gedrag bereikt iemand anders  Ik wandel verder door applaus Het gaat niet anders   Eenvoud siert je Je wordt deformatteerd De schijf van deze Chiavarietocht achter rozen bewijst dat, maar het was de enige autosnelpas De Trottardtunnel van Bertrand Wat is het nut van je te bewijzen Een gratis printer   De dennebomen misten kerstmis de molecule bovenaan de Alpen dat wist niemand   Overleg van overgang in Luxemburg   Ik ben hier nog altijd Hoor Ze wandelen verder dan hun rozen in hun onroerend goed grammatica bewerkstelligen ze kranen middeleeuwse monnik noteert de bijbel de eerste redenering werd gevolgd op amerikaanse televisie moet romantisch geweest zijn in Britannië, de bijbel het boek was gestileerder dan het gebouw, ik ben verlucht want het was geen boek het was een aardbeving in mijn hoofddarmen Dubbel een wees-adjectief evident  

Robijn Bodijn
20 1

reeks ongeoorloofde dingen

de soep bevetten met carl orloffgebraad xylofoon identifische resonantie is de idee van alle artiesten ik ben terug naar mijn boerderij daar leeft het verleden de struiken zijn er gevet met jaren in plaats van plaatsen en nu ga ik weg van een concert nu gebruik ik mijn herinneringen als gedachten nu construeer ik een brug op een zandkasteel de toekomst komt de muze tegemoet slaafs haar oordeel als idee etymologische referentie is voor muze dan is muziek eigenlijk een pentagram met arche verwisseling stijl insinueren zonder een viool te vragen mijn boerderij verteert de ondergrond Wil is geen wetmatigheid maar een permanente eigenschap alles vergaat, zelfs dit gedicht lees het en onthoud het, zo creëren we de overgang van muze naar arche voor babylon waar mijn boerderij ligt omdat ze daar niet wil liggen permanente overgang twijfelen tijdens het leven categorizering imperlatieven en nu eet ik van andermans sandwich onbewust kietelen  kietelen aan het keurslijf van zijn opmerking het schuldgevoel van vergeving vergeving is alleen, dat volgt daar uit dat woord van Jezus staat ergens alleen tegenover alles wat wij niet voor mogelijk achten te dichten ik begrijp U ik eet graag van andermans sandwich in een permanente overgang zo kan ik zijn vrouw stelen maar achterdocht was geen vorm van originaliteit als niemand zegt wat zijn probleem was kan ik hem niet begrijpen de boer de bemesting van de amazone lijdt onder een vergaande irrigatie verhaalsverbondenheid het leidt allemaal naar diefstal van verdienste tentenkamp tijdsgeest en nu herhaal ik woord broodje omdat de tijdsgeest zichzelf wel kan herstellen in een tentenkamp, gezien een tentenkamp zichzelf niet hoeft op te zetten eigenlijk ook niet nu mag ik van gedacht veranderen?  mijn autonome programmering loopt niet vast op het woord onderwerp maar, het verbod op associatie in de tuin van Eden had paaltjes ingeperkt met augurken om de pekelharing in de middeleeuwen tegemoet te komen in een waalse beek zo, dat mag niet van mij patroonschetsen eindelijk woorden zonder muziek , een spatie dus eigenlijk en nu herhaal ik het woord broodje, dus, ... ik eet regenwormen dan opereer ik de dichtkunst nu verlaat hij zijn boerderij pas is poëzie de tweedeling van dit land behoudt het evenwicht op spelfouten blijf altijd bij je eerste gedachte zo ben ik gestorven zo onmogelijk is het leven overgang verzekerd personificatie associatie zonder inhoudelijke band een adjectief als oordeel het gevolg van ingehouden trots is een ongeoorloofd denkvermogen  ik weet dat ik overweeg dat denken is eindeloos en leidt tot sterven anderen becomplimenteren mag altijd hetzelfde onderwerp   India nastreven strubbelingen genereren in mijn taalgebruik elementair de oplossing het adjectief van het oordeel doel is geen onderwerp ik moest ze niet kopen ik was aan het spelen ik was aan het spelen, India, ik was aan het spelen je kan niet spelen in India want, India is vast geroest biefstuk mijn speech kent geen aanhalingstekens sandwich eet een broodje en dat speecht voor zichzelf is dat een goeie reclameslogan voor de volgende? samenhang samenhang dicteert de wet ik wil dat niet mag ik gewoon een broodje? lossen vraagtekens strubbelingen op, want als mijn bedoeling met taal zou spreken was ik nu al tot spreken veroordeeld dt dictum theoriem latijn weet het eigenlijk mag dat niet subtiel taalpurist resultaatsvoortrekker discipline de kust is veilig maar wordt gewoon onderbroken ter hoogte van rusland mijn speech kent geen aanhalingstekens, Winston Churchill de macht van volledigheid schenk ik U iedere keer opnieuw duurt de nacht langer lijstvogels bescherm ons van die witte vlek meester, ik ken nog steeds het verschil niet tussen uw aanspreektitel en mijn thuissituatie, is dat een probleem? meester Holland Zwart, Wil vraagt of hij nu mag gokken dat een ontbering van het geheugen de kleur wit heeft? ik speel met beweging ik dartel het lot ik kaart op associatie ik open een debat Mijnheer Heerschap, over mijn dood heerschap de kans bestaat dat kans mij zal beteugelen nu ik met beweging speel Ik speel nu met beweging goeddunken hersenen mits het goeddunken van mijn hersenen heb ik een goede dag vandaag   Volzin staat tegenover woord in de blinde man die enkelvoud wou zien.  Partiële waarnemingen bevestigen een deskundig verhaal. Detective is een banale uitdrukking Maar! Ooit het meest uitgestelde woord ter wereld "Ik houd U" En dat vinden wij romantisch; ware het dat wel de heer van de hemel ons gezegd heeft dat dat slechts zijn tussenverblijf is, wil ik nog steeds verhalen wat hij daar meemaakt wanneer hij evidentie bestreelt met lokveren haren die bepalen wat Jezus moest dragen die dag De avond Ze hebben mij daar nodig Dat mocht niet van mij. Evenwicht is een koud kunstje  Moet dat mooier op het bed? Twee uitersten mijn trots en ik. Wanneer moet je het mooier doen, ding, wanneer je alleen bent of samen? Verplichting zal U antwoorden Ik ken mijn vijand Al Al Ongeoorloofd, de beslissing dat volledigheid samenhang zal bepalen Wanneer voor de laatste keer interruptief on voor het woord oneindig verschijnt, zie ik de blinde man terug in variatie, een pretpark voor volwassenen hier mag de hemel niets over weten over mijn dood heerschap nu is de wereld vrij en ben ik dakloos

Robijn Bodijn
5 1

Een goed advies

Als je alles begrijpt verlies je het moreel onderscheid dat bedoeld was als je verdienste voor dit proces. Als ik zou beginnen met een opener, dan zou de ontvangst concluderen dat het resultaat weerlegbaar is geworden. Ik opteer geen van beide omdat inherent gevoel is toegestaan als operator om de mate waarin je lichaam natuurlijk interageert met de lucht het verschil in bezieling chronometreert tot het laatste is vereffend. Dan kan je ademen. Beschreven proces is nog altijd het enige dat automatisch communiceert wat de noodzaak van bestaan is op het moment van de eerste inhalering. Dan begint het kind te wenen omdat hij de potentiële woede van zijn ouders kan ervaren als hij dat niet doet. Ik omschrijf dit als zinloos omdat je met een knipoog ook een vroegtijdig gebrek kan toewijzen aan de keuze van het moment om iets te doen en iets niet te doen. De verdienste keert terug als een onderbreking van de eerste inhalering waaruit denken resulteert. Daar ben ik in dat geval ook schuldig aan. Een gestandardizeerde uitdrukking is dan het eerste wat het kind bereikt op het moment dat zijn filosofie hem bereikt. Het geheel is een proces bedoeld om te weerhouden dat nieuwe wereldzielen met hun emotie na de adem ogenblikkelijk een nieuwe wereld zouden creëren. Filosofie is bedoeld voor het creëren van een nieuwe wereld, omdat poëzie nalaatbaar is in de doordrenk. Dus ja, we bevinden ons in een proces van weerhouding dat onnatuurlijk is geïnstalleerd omdat evidente waarheden slechts een introductie vormen tot de taal. Het uiterste is dan nog een goed advies dat het leven van een kind zal bepalen als het meest gunstige dat hem of haar ooit overkomen is.  

Robijn Bodijn
14 1

de Werkelijke volgorde

we pretendeerden plezier in 1988 toen veranderden we in de steen van 2000 mits een terugkijk op mijn youtube-bezoek in de computerkamer van het gevoel werd een tijdsgeest georchestreerd mensen speelden goden door in te grijpen in muziek terwijl ze ernaar hoorden relativisme streek neer in de oliegolven van de meeuwen een oorzaak voor etymologie werd nooit meer teruggevonden de overheid reguleerde een instroom in ons zelfbewustzijn om die reden instituut, gouverneer mij zodat mensen reïcarneren in het wagenpark van het vlees een terugkijk werd voorzien door belofte, maar een brievenbus weerstond zowel verzuring als het ongesprokene hij wou Diana Hepburn ontvangen wanneer ik op mijn toestel klikte sinds die dag opereerden de brieven weer in publiek aanzicht paddestoelen fungeerden in een gebroken carrarra-italiaans mijn vrouw, die ik overigens nog nooit ontmoet heb, ontdekte matia bazar ik dacht dat het de vrouw was de laatste chirurgische ingreep werd uitgevoerd door haar soms lijkt het alsof ik het woord ontkenningsfase hiervoor bedacht had als ik de recente brug van Trieste wou oversteken zou ik over Skopje moeten dat is altijd eerlijk er was een wederzijdse interferentie voor volledige spelling van de zegel een brandmerk is het dat Madrid wit is ik zal nooit de bode van het onheil van evidentie worden een terugkijk noodzaakt zich naar het einde waar zijn we was de kreet van matia bazar ik heb Whitney Houston al gedeconstrueerd in mijn hoofd omdat ze overleden  ik lijm tegenwoordig de brokken tussen kroatië en de grensovergang tussen twee steden die tegenwoordig zelf lijken te bestaan uit de bouwgrond van de onderzee heeft de depressie van mijn Icarus ze gegraven vandaar ben ik oneens verklaard met de Griekse Mythologie van gekende woorden en oudere vazen een anachronisme lijdt zichzelf in door een uur werk dat de middeleeuwen met een gotische periode verwart daarom kon Kronos niet neerdalen uit de hemel in de tegenwoordige torens er is tweespalt in het hoofd van Hannibal wanneer hij naar Antonella Ruggiero beveelt ze is van Genova, dat is waar een stad ontheven van de benen van God en in de kroecht van mijn Spaanse huurvriendin vond ik mijn onschuld terug ik had die wel degelijk achtergelaten bij mijn gelijk, maar mijn verhaal lag nog niet effen de rechtsvaardigingscyclus van de Belgische overheid had waarschijnlijk de reversie van de eerste toren bereikt daarom is de Paus gestorven om plaats te maken zodat Jezus de hemel zou kunnen verlaten ik herinner mijn aanblik in een concerfscherf de weerspiegeling volstaat om mijn ego nog altijd waar te nemen, ook al weet ik nu terug wanneer ik zonder bedoeling ben gevallen Toen p machinery zichzelf opsloeg in de data van tweeduizend zeewezens in het aquarium van Genova viel mijn fietsinterval als het zwaard van Herakleitos boven een zwaar verkeersbord te zwaar om mij aan te duiden dat ik nergens mocht zijn en moest zijn ik kende die gedachten toen nog niet incubatiekamers die een openbare aanblik aanwerven omdat de ruimte zou imploderen voor het schip van de tijdsgeest Er is geen tijdsgeest in Genova en dat is de schuld van Matia Bazar Had zij Ti Sento niet ingezongen dan was er wel bereik naar de kamer aan de rand van de haven geweest Dan had Trieste de Italiën verlaten Het afscheid van de geschiedenis valt me duidelijk zwaar De macht van verfijning zal oordelen over inheemse hoofden en een andere Daniel Zolang ze die ballade voor mij zingt zal ik moord en brand moeten schreeuwen over het schipperskwartier van Savona  Er is geen verhaal in Ancona als je het zelf al geschreven hebt Behoort de toekomst aan de geallieerden of aan de aliens Ze werden voorzien van een onmogelijkheid  Het eerste woord voor verleden De Simple Minds zijn nu geësthetizeerd van woordspelingen, maar die ruimte ligt er niet in Frulië, adolescent van de jaren 80 is het echt waar dat jij aan de basis ligt? Muziek klinkt nog altijd als de vijand, stem van Jim Kerr Het gebeurt In 2000 gevoelt het niet, het gebeurd We bestonden nog niet omdat mijn grootmoeder te lang in de supermarkt was blijven staan Ik wacht ook graag op nutteloos in een eerlijke onbesproken stad die fantastische tweede grootstad tussen Gent en Antwerpen  Waar iedereen altijd naartoe gaat en toch altijd kan blijven Ik ben er mijn samenhang verloren Maar ik zou wel een toiletrol gaan halen zijn meerkunde van ouderen die eternaal bliksemen en vloeken op de vuilnisbak Er komt een einde aan bewondering, zeker als je nog altijd aan de kaai van die twee gebouwen in Genova staat Als mijn vrouw een Madrileense was, zou ik haar nooit kunnen kennen Intelligentie was namelijk een voorakkoord onder ons  Daarom konden we niet teruggaan naar de oorsponkelijke redenering Het continent van India dat ooit de kust van Ligurië wegspoelde alvorens ik terug in België was We gaan ons daaraan houden studeren  die gedachte gaat om het gaspedaal in te drukken maar daar is de poort al dit gedicht is niet van mij moet ik dan denken ik ben geslaagd in reizen De laatste keer dat ik mijn grootvader zag twijfelen was voor een afrit, maar dat mogen we niet weten Mijn leven is voltooid met haren en de gedachte dat oermensen nooit een scheermes ontwikkeld hebben Ze zijn dan ook niet welkom in Italië denk ik veel te ruig én dat allemaal voor dat goede, lieve tweede landje naast België dat verhindert medelijden op te vangen Ik wil dat mijn haar evident wordt om die reden, dan kan ik mijn voorhoofd zien Als ik vanuit die Kathedraal in de hoofdplaats van Provincie tussen Gent en Antwerpen parodie roep zal ik nooit gemoedelijkheid en ontspanning vinden Ik heb de kathedraal tot kunstvorm tot kerk herleid ontspant tot de klokkentoren van Lier vandaag nu kan ik die terug bezoeken en dat was het doel van dit gedicht  het concept van schoolreis elimineren van het concept reis en dan wel op reis gaan naar mijn eerste gedachte als kind "ik ben een vis" deze herinneringen zijn niet op Kurt Cobain gebaseerd Het werd druk Niet zomaar druk, 'erg' druk Alles gebeurt gewoon Kurt Cobain, Grote Baby, je moet je daar geen zorgen over maken Ik heb de klokkentoren in Lier berekend nu Godverdomme, ik had toch gezegd van Lier Van lieren zijde kon ik als kind nog zeggen daar is de kerktoren maar die staat toch al in Waregem de kruisiging van de kerktorens valt nu onder de noemer van de grootspraak van het ongesprokene, Kurt Cobain Mijn maten Ondertussen moet onder dit gedicht wel een nieuw land ontstaan zijn Pangasius, waar mijn mentale hygiëne nastreeft Wat is mijn beroep? Wat kan ik zeggen? Een woordspeling heeft nog nooit enkele kloof in de Overpoort gedicht want ik was getuige Wat is het verschil tussen Gent en een Kathedraal: Sint-Baafs Ik wil niet vechten omdat ik dat gedacht heb Het is geen armoede Het zijn die verdomde kasseien die overal veel te modern zijn Zo kan ik de tijdsgeest niet meer beleven wanneer ik wandel Wandelen door je hoofd is niet ademen dat is waar De mooiste artieste ooit hyperventileerde Bij die gedachte dat België een romaans koor van gedecatholigiseerde witte wijn is geworden Maar alleen in Gent is een haven een lei Dat was toch vroeger Jullie restriheren mij kasseien ik bedoel mensen Ik zal het dan maar weeral niet zeggen, zeker Dat we niet bestaat Waarom, Willy omdat restriheren de catacomben van compost bevolken de ondergrond dus die alles draineert die wij niet doen ik wil een zwembad voor Genova alleen dan kan ik mij vergissen in Griekse kosmologie Het punt van de oorsprong is nog in doorgift naar Trieste omdat de paus dood is Hij bestaat niet meer en dat is nu de overweg Ik kan mij vergissen, maar, moest ik niet altijd iets anders schrijven om die reden? Dat is gevaarlijk trouwens, jullie, als je het niet verstaat Nu moeten wij de aarde weeral vertalen naar landen Dat moment voor habemus papam Ik wil dat wel, dat de rook van onbegrip waar enten van de Etna ooit een tweede mensensoort stichten hun munteenheid bewaren Dan moet een poster in het station te Dampoort wel eens naar mij kijken Wat is mijn variabele Toch niet terug naar Eerstgedachtegoed ik bedoel gevoel ik bedoel het paleis van mijn vrouw    Het heden is de vloek van god De volgende uitspraak is niet waar in aanspraak van die ene zonde maar fouten heb ik nog niet gemaakt: terugkijk op mijn youtube-bezoek biologie de analyse van gehelen zoals daar bedacht zijn net ergens boven het wolkendeksel  even Adem, Icarus, even Adem, er is geen kruisover zoals Adamava meer beschikbaar want tegenwoordig enten ze in Babylon planten in gehelen zoals natuur, universum Hét enige wat ik vraag is dat ik de vissen van een geheel niet zou willen voederen wanneer ik sterf Anders keer ik naar de natuur terug en ik heb veel hoofdpijn Adem, wat is de betrachting van de tijdgeest ook alweer Het 'Ik dacht het al' Dan vergeet ik het, dat spijt me Aangelengd water, Adrien van Antarctica, Antarctica, alles is aangelend water Het spijt me Adrien maar als je snor de golven niet weersloeg toen je aardde in zandsneeuw waarom was dat dan toch de eerste keer? Daarom verliet mijn vrouw mij voor mijn eerste kus   Terugkijk op mijn youtube-bezoek Simpel is elementair  Ik ben nog steeds geinterpreteerd door de toekomst van het verleden Wat is de etymologie van het woord woordspeling Babylon Jezus steekt de toekomst over Ik ga winnen ik ben geboren en niet overgenomen Ik goed U, Heer, ik goed U graag zien is voor een vrouw vandaar geen woordspelingen in de Overpoort   Dan toch maar een inheemse spatie Iedereen kan het woord filosofie uitspreken en dan moeten ze niet meer studeren Zij de grote zij, Ik heb al gestudeerd aan de romantiek in literaturen maar vond geen hedendaagse betrekking  kunnen jullie mij daarbij helpen? We probeerden elkaar te beluisteren in 1977 vonden geen oorzaak meer terug zonder woordspelingen in de overpoort zoals gekend de aaneenrijging van kasseien die door het water in het glas glijden naar Brugge ik bedoel Waregem Ik ben niet in Waregem geboren, God maar dat kon enkel na de bibliothecarus Ik wil U niet dat wou ik van hem horen Hij verstoort nu zelf het bed tussen die twee oude mensen van Titaan dan maar terug naar de andere ingang van 'Titanic' Ik rook iets  iets dat ik niet mocht van mijn moeder moeder zal nooit synoniem voor medelijden worden, bibliothecarus de behoeder van de wolven wast zich langer dan mij nu daarom staat hij daar nog altijd deze keer maar het was al twee jaar geleden Toen heb ik een psychose gekregen  Met de paal van Toen om boeken mee af te halen Inhoud verleent zich nu aan mijn rondborstigheid Zoals gekend mijn verlangen om alleen te zijn door een Italiaanse bergpas kam ik mij naar het sentiment van de vorige Zwitserse Alpen Het was hier niet dat er in Holland geen navigatie was Waar ben ik persoon die mij zal redden in Italië Een MMS in Italië, dat gaat niet meer MMS Italië had ook de Titanic kunnen redden Tenzij er een oorlog ontstond tussen twee ijsbergen, uiteraard Ijsbergen zijn altijd uiteraard, daarom zijn ze langer van beneden   Nu ken ik terug mijn leraar van het ongesprokene Het was inderdaad geen gevallen lessenaar Maar we moesten dat toch niet studeren, overheid, reizen? Moet ik daarom altijd dichten We bereiken elkaar in 1966 maar er vliegen kevers uit de lucht die ons mutuele adem benemen Het nulpunt van een decennium ligt onder Antarctica zegt de History Channel Die ene kever had een jas aan Het was zinloos Er verschijnt een gezegend jaar uit de disfunctie van de mediatoren en dat is goed De mediatoren verschijnen tegen elkaar in een groots opgezet Simple Minds youtube-clip-concert  Het schoolkind leidt jullie voor de laatste keer uit jullie mentale gevangenis.   Op 11 januari 1950 werd een postduif genaamd Diane Hepburn verbrand voor de tijdsgeest. Het tijdstip wordt nu aangeduid in de morse van Roger Moore. Nog altijd de interval van muziek als je alleen maar blauw ziet, is het niet, Moon River? Dan zijn we in de oceaan en niet in 2000. Maar een oceaan kent geen volgorde. Dat was de belofte. Een maar is een stuk water dat tijdsgeestelijk en perspectief waargenomen wordt tussen de graslei en de korenlei.  

Robijn Bodijn
22 1

het geheim van de ramptoerist

een hoogwanerig dichter schreef ooit om zichzelf te herhalen tot hij zichzelf kon aanraken de gebroken zee breekt open wat is het verschil tussen een wonde en de eigenlijke bedoeling van de intentie ze rijst tot een flagrant tegendeel het systeem waarmee dichters beoordeeld werden functioneerde niet meer langs de rechterkant niemand kan nog ontkennen dat het tegendeel toeval is wanneer de golven hun overvallen nadruk beslist op geluid wanneer het accent van de klemtoon verdwijnt en de zee terug zichtbaar wordt en dat voor mensen die er op staan te kijken en niet bewogen hebben zij zijn nu uiteraard onschuldig voor ramptoerisme de jongvolwassene keek naar zijn ogen en speelde mee was er iemand in de massa die meekeek met gevoel zodat hij ze kon opmerken die liefde die hij altijd zocht  zijn die mensen aan het baden of verdrinken ik leed al vroeg een onderscheid als dichter ik dook onder in woorden en zag de oever niet, alleen de overkant alleen de overkant kan mij nu nog behoeden voor kunst want ik ben ontdekt op minieme schalen festijn ik tot het doordringt dat ik niet aan het schrijven maar aan het eten ben ik vermorzel de tegenstand met mijn fout herhaling niemand die nu nog kan opmerken hoe ik mezelf verzilver in het verschil dat zo bedoeld was  het verschil tussen de schelp van de oceaanoever en de herhaling van de strandwervels kreunen onder symbiose mijn gelijk  symbiose wie geniet er van de samenvalling omstandigheden spartelen als mensen niet verdrinken een gedicht is een dubbele muur van onzichtbaarheid waar je door moet zonder nut, zonder bedoeling keer je om in je zelfbewustzijn en besef dat jij aan het schrijven bent aan het schrijven in de werven van het zand  de werken van de aarde om de zon te bereiken ze te verwittigen dat ze eindig is volgens het zicht van de wereld licht alles valt nu binnen het juiste kleurschema ik zie de natuur graag, moeder de ramptoerist werd meegenomen in een gemeenschap van starende blikken die hem meevoerenden naar zijn punttaak het eeuwig leven hij veroorzaakte het punt door zo lang mogelijk te staren naar niemand zijn gelijk uit te stellen zonder iemand te verwittigen dan naar beneden te kijken  alsof er niemand gebeurd was tot hij terug het besef voelde van de eindtijd van zijn denken en gevoel zijn grootste misser bleek wanneer hun ogen spoten als ankers voor de golven die zichzelf herhaalden opnieuw de aandacht brachten naar het water hij had niemand gezien   en dat had niemand gezien je kan de zee niet met elkaar verbinden daar is hij gestorven  aan dat besef het keerpunt kon hij niet meer zwemmen, want dan moest hij ze zelf gaan halen die mensen in de zee een zwarte engte in zijn pupil die licht ontvangt, mensen reflecteert in hun hoedanigheid en ze bewust laat worden maar niet bewegen daarom was hij ramptoerist geworden hier rust ik het eerste slachtoffer van een ramptoerist verwittig de mensen in de zee dat uitzonderingen volgen en dat ze dan hun schijnheiligheid zien schitteren op de kaden van de bruistablet hun keerpunt er volgen geen uitzonderingen signaleren seingevers die niet bestaan tot de kust doorbreekt en mensen terug beginnen denken  in dezelfde massa verglijden die men niet de wereld maar wel de tijdsgeest noemt ik zou kust en zee bewegen om dat verschil duidelijk te maken dat een concept geen daad is in een gegeven wereld ik ben verliefd op de ramptoerist want zijn woorden zijn daden omdat hij naar iets kijkt dat zonder hem beweegt en nu is het God tegen de ramptoerist wie zal er voor het eerst een bestaand zicht herschapen tot iets nieuws en wat zijn gebouwen dan   

Robijn Bodijn
8 0

Relatieverwerking is een procedure die reversief terugslaat

De verhouding van het vierkant inverteert uitwaarts tot het niet meer weet dat het bestaat Ik probeer reliantie te zoeken op lagere velden Afscheid nemen van je geliefde is al moeten bestaan in de derde gradatie Waarom zijn daar woorden voor De breuklijn is gestorven in zijn zoektocht naar een hogere associatie Teleurstelling is de veroorzaking van het denken Daarom hebben we de gallionische empirsche data verschreden zonder versteklijn Mijn eerste verlangen was metafysica en geen vrouw Daarom heb ik al mijn fysicaliteit verloren Ik wil het terugbrengen, dat gevoel De initiële associatie is verloren tegenover een veld van invalshoeken In een logische interferentie heb ik al gezegd dat je niet op aarding mag horen Dat is slechts een summerische these van een samenvatting Daarom geloven jullie mij niet zonder overweging Ik wil het terugbrengen, dat gevoel De logica van het noodlot is een toevallige toekomst van onoordeelkundigheden Die samenkomen in een nulpunt waarin mijn geloof zich sterkt Het is niet schoon het is een contradictie Uit het laten wegvallen van de verbinding ontstaat jullie gevoel in de eerste plaats Het was ofwel ik of de manier waarop We verstaan elkaar op de verkeerde manier als jij zwijgt terwijl ik spreek Het tegendeel van jullie gevoel Relatieverwerking is een procedure die reversief terugslaat Toch ben ik algemeen gebleven voor mijn emotionele ontroering Woorden zijn eigenlijk nieuwe zinnen als je ze construeert Die vrijheid hebben wij al lang niet meer, nieuwe woorden Als iedere determinant niet op een punt zou eindigen, dan zouden woorden zelfs niet eens bestaan

Robijn Bodijn
8 0

diagram van ieder dachten

mijn adem grijpt de werkelijkheid  hij stelt mij een loodlijn samen om te vliegen wanneer ik zonder val zo val ik in voor de invalshoek van de schaduw  wanneer ik ze niet zie is de loodlijn vervlochten met de afdruk in het wit niets kan de pijn daarbinnen verzachten ik denk er niet aan ik word een speerpunt boven die gehavende ingang van mijn dachten die ik iedere indruk vergis   voor de ingang van mijn perceptie mijn keel, de bloedmeter van mijn hals ik gebruik het bloed om een ingang te vinden naar mijn zelfbeeld   ik ben arm en mager ik ben schoon en proper wanneer ik mijn hoofd bereik   dan spreek ik maar besef dat ik nog aan het denken ben   een springveer dringt zich op om een omweg te nemen   ik verkies eerlijkheid en continueer mijn woorden ze vinden een inwijking in het hart van mijn idee het slaat zo hard dat de ingewanden van ongebruikelijkheid zich naar de buitenkant verstevigen tot ze een boomkern vinden   de boomkern vertegenwoordigt de afwezigheid van mijn zelfbeeld op die manier heb ik hem nooit zelf uitgehouwen  ik ben het oorspronkelijke ontwijkingsmanoevre van mijn schuldgevoel vergeten dat allemaal omdat ik zelf niet beginnen ademen ben  ik ben op terugtocht naar mijn uitdrukking langs de hals van mijn insijpeling   ik heb niets geraakt ware niet dat het krocht van mijn gedachten mijn onvergeeflijke dwang negeert ontbolster ik vertroubleerd uit het niets dat niets gebruik ik om een diagram te schetsen   de tekening is een leeg afgodsbeeld van een inslag mogelijkheid streeft naar ontdekking   de tijd waarschuwt mij maar het is te opvallend ik kan niet meer opnieuw dezelfde omwenteling maken dan word ik maar goed en allesoverheersend bekwaam   dat is de fout die nu langs mijn tekening in het systeem van de schaduw is geslopen ik terg de nacht tot ze verschilfert in duizend winterbladen nu kan ik niet meer tellen ik schrijf op ik ben aan het denken   de bovennoemer heeft het gehaald van de goedheid nu spreek ik tot u mijn initiële bedoeling van gedachten   ik hoop dat het niet opvalt dat ik bezwarend ben  

Robijn Bodijn
1 0

Er is altijd iemand die denkt dat hij het moet schrijven

Mensen worden altijd op een ultieme wedijvering van hun persoonlijk niveau beoordeeld in plaats van een algemene vergelijking Iemand beoordelen op zijn persoonlijk niveau vind ik een ongeoorloofd inzicht in iemand zijn privaat geestelijk leven Een algemene vergelijking strekt naar de lucht en tijdsgeest als een idee dat zichzelf niet mag verwerkelijken Dit is een ongeoorloofde contradictie in de kunst Een ongeoorloofde contradictie in de kunst vind ik onbestaand en onmogelijk Ik ga initieel uit van een punt in de hersenen van een eerstgeborene die zichzelf niet moet reflecteren Daarom moet receptie zich terug verspreiden over de hoofden van mensen terwijl ze lezen in plaats van eenzijdig een algemene noemer te dicteren Is het mogelijk dat een eerstgeborene vroegtijdig aan de kunst moest denken omdat hij moest leren praten? Zoals ik de wereld moest waarnemen als kind kan ik er niet onderuit dat iemand ons voor onze geboorte gevoel heeft gegeven En dat was dat ik in de buik van mijn moeder niet mocht praten Toen al was gevoel het eerste woord dat wij collectief wilden uitdrukken in een soort relatie die erop duidt dat wij ooit het minst zouden begrijpen wat dat woord betekent voor de taal Laat die gedachte nu de toelating vormen voor mijn plichtsbewustzijn en de bewijsvoering dat het wel degelijk nuttig was en zich tot de toekomst richtte Nu zit ik voor televisie en zie ik mensen vooruitgestuwd percipiëren in een wurggreep door het verleden dat zichzelf genoodzaakt heeft in het verleden en uit nostalgie de toekomst verlangt voor het heden Ware het niet dat mensen initieel al een eternaal heden verlangden voor hun eerste gedachte die in de plooi lag met zichzelf omdat ze hun persoon niet bevatte Probeer ik mijn algemeenheid te bewaren om ze door te geven indien een meer zelfgericht perspectief in de toekomst noodwendig blijkt

Robijn Bodijn
0 0

1995, een onderbreking in mijn denken

mijn disproportie van 1995 het eerste mindere jaar ter wereld er is altijd iets dat ik moet negeren sindsdien spreek ik in stellingen tegen 2000 het antwoord is nu aan haar gevoel gevoel is voor de vrouwen en 2000 is voor de mannen die toebedeling is autocratisch verlopen een verwijzing verloopt met een hapering negatief tegenover haar meldpunt ik ben alleen om dit te zeggen ik zie je graag welke persoon verbergt 1995 voor ons achter een minder jaar zolang jullie verkeren in een tijdelijk gegeven moet ik jullie aanspreken op een tijdelijk gegeven  zolang ik dit nog weet is iedere redenering geldig zelfs voor een afstandelijke beschrijving, maar dat is een muur geconfronteerd met een entiteit overgang weerklank en herhaling grootte en de measurering daarvan kunst is de manier om een afstand te overbruggen wanneer je als artiest een gelijkaardige misdaad moet begaan ik heb dat als mens begaan omdat ik een stelling ben van een punt dat is de noodzaak jammer dat normaal een adjectief is ik schrijf dit maar mijn intermediaire disfunctie is een gevolg van jullie bliksemvermogen mijn disproportie van 1995 1995 is een vrouw ik wil ademen in je gevoel zonder dat je stikt in 1995 uiteraard gevoel is het nieuwe 1900 1995 is een vrouw jaren zijn ongeboren kinderen zonder voornaam mijn verwerkingsproces is exorbitant opgepikt door een universeel algoritme dat mij verleidt tot samenvallende processen ik kan mezelf niet uitspreken ik kan niet meer rekenen waarom kan ik dat dan zeggen het wil enkel bestaan en toch hebben wij het algoritme gecreëerd om die noodzaak algoritme pleeg plagiaat en genereer noodzaak mijn stelling heeft een antithese van mijn geheugen gemaakt rijmen hangt aan mijn raam ik zie haar de recreatrice van onderwerping mijn onderwerping die aan die vrouw vanop afstand voldoet hoofse pijn waarom kan ik dit nog dichten disproportie van 1995 dat is toch geen noodzaak het voelt aan alsof je een halve hongerdode vierendeelt en mijn onderwerping is daar de oplossing voor wat is een beschrijving zonder redenering hoe kan ik mezelf beschrijven in woorden van een ander poëzie die dag besloot ik mijn spraak veruit te wendigen en daarna iets te eten ik moest met mijn slokdarm mijn alvleesklier aanduiden het pakket heeft gesproken hoe kan een exacte beschrijving van iets dat zich als ander percipieert nog samenvallen met de oplossing dat is het probleem want ik voel nog altijd hoofdpijn ik doe iets met je poëzie iets dat niet relevant is 1995 is een vrouw ik ben zwanger van haar nu ben ik gelijkwaardig verliefd op het gezicht van een man nu volstaat de beschrijving die man heet Prins Alfons hij is de gemaal van Lana Schwartzwalt zij streven één verhaal poëzie geeft mij de mogelijkheid iets te zeggen wat ik alleen maar wou denken daden zijn woorden die je niet meer kan uitspreken   in algemeenheid bent U in wording net zoals de natuur maar ik wandel liever door twee planten nu zijn we vrij bij het begin van de geschiedenis het spijt me Marianne Faithfull dat was mijn receptie en nu allemaal in koor met dezelfde autocratie door elyzeese velden, waar  commerciële muziek een afgebroken arm is van de samenleving en een poging tot hereniging ik bedoel daar niets mee  zinsspeling ik kan niet meer rekenen sinds ik tot de conclusie kwam dat mensen mij niet konden verstaan ben ik terug beginnen schrijven sindsdien zijn ze alleen maar verder van mij bewogen de verzuchting van uitschrijven is nu de disproportie van moeite ik denk nu al aan mijn publiek      

Robijn Bodijn
4 0

Verslag van het verlies van de aarde aan de ijstijd en de invloed daarvan op de ontwikkeling van de homo sapiens

Als ik naar een artiest uit het verleden kijk heeft die niet hetzelfde bewustzijn als Lana Schwartzwalt Het is alleen eerlijk daarom leven we in dezelfde wereld we waren onderweg naar dezelfde realiteitsgraad omdat we de aarde niet hadden dat hebben wij als mensen gedaan heranalyse van het bewustzijn van de homo sapiens daarom leven wij in diezelfde wereld waarin kwaliteiten gegeven zijn in plaats van ze te verdienen de vorige wereld was in het niets de reden voor het verlies van de aarde Het verlies van de aarde enkel poëzie kan dat formuleren als het resultaat van dezelfde omwenteling die al de redevoering was volgens mijn standpunt zijn we in niet meer dan dat afhankelijk van ons eigen bewustzijn dat volgt daaruit en wat is de wereld dan louter dan mijn zicht 2049 de steden zijn weer verloren gegaan voor de tijdsgeest en ik besta nog altijd maar een land is nu ook weer niet de vertaling van de aarde het verlies van de aarde is de voorkennis van voorgeboorte deze keer heeft iemand dat wel gezegd nu kent poëzie een aderlating wat betreft mijn redevoering de reden voor misbegrip is het moment maar ik zal niet sterven aan mijn woorden middeleeuwen ik zal niet sterven aan mijn woorden daarom zeg ik alleen maar het volgende nu is overzicht niet langer een vorm van voorkennis daarvan de culturele versie Het verlies van de aarde aan de ijstijd en de invloed daarvan op de ontwikkeling van de homo sapiens een poëtisch aforisme zonder ontstaansmythe een aforisme is een kruik zonder voorkennis die gevonden lijkt ook al heb ik ze zelf gemaakt dat is geen verlies van het moment ik schrijf niet voor de verklaring en dan mis ik iets in mijn handen omdat ik het nog niet heb opgeraapt om dezelfde reden het nut van een redevoering is nog niet gevonden ook niet voor een schip zonder bewustzijn waarvan de bewijskunde de golven is reflectie is nu mijn ode aan de zonde geen poëzie zonder vormverlies maar het is dan ook een toekenning ik kan het omkeren zonder wende naar het begin maar dat mag niet om overduidelijke redenen het eindigt bij bedoeling Het verlies van de aarde aan de ijstijd en de invloed daarvan op de ontwikkeling van de homo sapiens wat is de betekenis in relevantie zonder verlies van het verleden ik weet het niet maar nu heb ik een woordspeling tussen mijn tanden omdat de koude teveel is voor mijn lichaam eigenlijk deden we dus gewoon aan tijdsbehoud omdat ik hier anders alleen ben op een moederziele ijsvlakte  en nu kan ik een etruskische vaas schilderen God ik ben ontgoocheld want U heeft mij met Uw Niets verdeeld over tijd en ruimte mij en mijn mensen dat betekent dat ik Uw leider ben God de leider van Uw keuze mijn clandestiene voorkeur in een grot is het behoud van vormverlies zonder betrekking dan kunnen mensen voor altijd vrij zijn zonder dat die voorliefde voor het moment dat alleen wil zijn én de illusie dat je dat in een eternaal moment moet beslissen eindelijk zonder recreatie zijn de stilte zal beslissen ik heb respect voor de idee en daarom schrijf ik het gedicht uit maar ik heb gele tanden die blekken met de schoonheid van dit ijs als iets patroonmatig vastgesteld kan worden waar komt dan die kou vandaan het eindigt bij bedoeling en het gebrek aan herinnering is nu wetenschap waarom is poëzie dan een twijfel voor diezelfde weerkaatsing er zit een stijlfiguur tussen hetzelfde tandvlees ik gebruik hem om een speer op een mammoet te richten de toekomst bestaat en dat is het probleem een probleem zonder voorstelling moet ik dan praten of eten nooit zal ik mij onderwerpen aan omstandigheden poëzie maar dat is toch wat ik denk en niet wat ik aan het doen ben ben ik blind van het denken of blind van de koude waarom is mijn rug leeg en de toekomst zichtbaar zal ik sterven het kind dat ik ooit was voor deze ijsvlakte God zal nooit het onderwerp van reproductie worden daar grijpt een poëet de laatste twijfel van de samenleving nooit zal ik hem in eten voorzien  

Robijn Bodijn
1 0

Gedicht over lianen zonder decennium

Evolutie is een vorm van aanwezigheid zonder verschijning Als je iets herleidt tot eenvoud wordt het dan één gedicht of alle gedichten Kwaliteit is een oordeel van veiligheid Gedicht over lianen Samenhang is bepalend voor overweging Enkel als samenhang bepalend blijft voor overweging kunnen twee uiterste overtuigingen verenigd worden Klimlig Oorsprong is dan onkruid Klimop is de oplossing voor je jaren negentig in 1995 Mode bepaalt de natuur niet We waren gewoon op aard in plaats van op aarde vandaar mijn babylonisch onderscheid Originaliteit is een inclusie en dat is de voorwaarde voor alle kunstvormen Einde Het einde van poëzie is een nieuw idee Ik voelde medelijden met een bestaansvorm in reactie Inspiratie Waarom is inspiratie dan geen nieuw idee elementair grammatische deling omdat mensen woorden weglaten vader en daarom heb ik woorden gevonden Verbod op drangwillige ingenieusiteit Waarom verstaan mensen drie onderwerpen maar geen drie categorieën Zij onthouden en ik vergeet Er hangen lianen aan je plafond als je vanop afstand niet tegen je vrouw praat maar hoe moet je ze dan kennen? met insteek een doolhof van verwijzingen een insteek in een doolhof van verwijzingen is geen totstandkoming van bekomendheid de situatie werd verleend door overmacht Ik ben ego verhuizing van intentie simultane aanvoeling Kijken naar de jaren negentig zonder woorden te vinden In de jaren negentig was jaloezie een tillift naar de liefde In 2000 is jaloezie een traplift naar de liefde In het volgend decennium is gelijk het voorgaand concept en dan gaan we weer in evolutie Het bestaat niet omdat het tijdloos onze redeneringsvorm naar de zeespiegel in Antwerpen is maar hoe kan je verlangen naar iets dat nog nooit zo geweest is met verkreukeling want alles behoeft een oorzaak Is oorzaak een toekenning vader Niet voor mij, maar zolang het bedoeld is, is het goed Niet voor mij, maar zolang het bedoeld is, is het in orde Waarom moet ik dan al dan niet een komma laten voor de maar in een volzin Zonder probleem geen genezing zeg ik tegen de dna-cyclus terwijl ik nederlands spreek in Hongarije Welkom in 2000 Het leven in een decennium  Hoe kan ik beslissen wat mij toekomt die drang naar niet-vertaling is het begin van een poëet  Het verschil tussen 2000 en de jaren negentig is 1995 Herinner je toen ik uit droogde in 1994 poëzie Aanspreektitel die overbrenging is onmogelijk maar omdat het ofwel plots stond een mens voor de tergende aanvulling "voor alle keren dat ik uit droogde in 1994" of "voor alle sensitieve waarnemingen"

Robijn Bodijn
12 0

De Vier Vrienden

de zeeman mijn zeeman bestaat niet uit deeltjes huismoeder huismoeder waar is het gekloven nest van je geborgenheid zonder schouder ik verstijfde mijn hemd nog iedere morgen zoals de soep het van mij vroeg zonder getuigenis derwijl was ik een aflaat een aflaat van de hel die dacht dat poëzie de vaatwas vulde ik kende geen contradictie een contradictie was zogezegd een middel van wrijving om zelfstandige naamwoorden te genereren dat was ons talent ik, vergeven van mijn noemvorm letterde fout  ik briocheerde de fout op de halsketting van de zeeman voor mijn huismoeder daarin stemde schrijven niet overeen met de werkelijkheid verheven boven de noodzaak om te bestaan, gegund mij het eerste dat je dacht is dit slechts een afleiding van mijn creatie een moment van vermelding letterde fout nippelen door huis kan ik niet zus, ik ben een broer vergeef mezelf die doorstastende opmerking vergeef mezelf die doortastende opmerking waardoor je aan dat opmerkingsvermogen kwam is het duidelijk dat de plaatsing van de woorden in overeenstemming met verbeelding wel degelijk nu al de vijver projecteren op de keukentafel omdat ik niet mag slapen  overdag is de bewolkte versie van een vijver het is altijd zo geweest dat de dag verderging om de knop om te draaien en mijn nog ideeel dag en nacht ritme systeem te moduleren tot mensen terug met het tijdsperspectief door de kamer leven leven is voor planten mijn volgende beweging er volgt geen slot geen sleutel anker veroorzaakt tweespelt op voorzienige velden die pruimen in de herfst ik ben de kleinste jongen ter wereld in de kleinste stad ter wereld in het kleinste land ter wereld de voorzienige velden leiden hun goedheid af achterdocht is een goede uilenspiegel uilenspiegel die mens word in deze stad nieuw zoals ik geloof in andere sneeuw tweespalt draagt de contradictie ik heb geen woorden verspeeld aan het einde van volzinnen voldoende noemvorm mocht hij de deur verlaten van zijn hoofdkussen nu beseffen we  basaal onrecht van bestaan word geoogst in chinese velden die zelf liever eerst eten van iedereen die probeert mijn vruchten te plukken van het mes van de zeeman honger verdeelt de aansmering met het aanhechtingspunt schoon nu moet ik niet meer twijfelen van mijn moeder als ik tegen hem aanschort zonder reden en zeg dat een mededeling een interactie is met het ultieme zoals jullie wederom hadden ontzien Icarus is daarom gevallen Dat kan ik mijn vader net niet zeggen mijn overwegende toon repareert het mes als je slaapt ben je anoniem verweven met de geworden droom van een onaanstastbaar dekbed   volzinnen vliegen over tuintafels maar zonder reden geen betoog voorgaande ze hebben me niet gezien mijn leven leven is voor de planten ik lach met de glimstering van jouw achterholte en dan vind je mij raar maar het is werkelijk dat het bestaat in dit huis, alles dat vroeger mijn constipatie en een leemte in mijn ingewanden was vertaald is dat de motivatie dan ben ik alleen nooit heb ik onderweg overschreden maar ik vergat soms wel hoe het was in andere wagens nooit heb ik voorgaande gedacht uit trouw voor de zeeman maar hij weet dat ik het niet vermeld altijd oeverloos probeer ik mij weg te trekken naar welke kapitaalkrachtige familie ik daarmee bedoel in beschrijving van dezelfde heer herhaling is liefde vakantie wenkt die vakantie waarin de tijd stil staat zonder metasfeer en geijkte uitdrukkingen bij nonkel op de verdienste uitliggen het is bijna gerechtvaardigd zee onvlucht uw evidentie voor de goedgedoenigheid van particulier comfort Comfort ontplooi de dreiging in stilte bijgedragen aan de toekomst de bewijsvoering is nabij vader de vakantie wenkt het akkoord is gestemd over de oorsprong van deze kunstvorm de verwikkeling schrijdt verder over neergang ik heb geen verdriet voor stilte verkneukeling en dan diezelfde lach die geopperd wordt want boven is het ook veilig hij weet dat ook ik wil mezelf verdragen nu kan ik loslaten diezelfde inspanning measureert zich in een logisch tegendeel dat alliteert tegenover de redevoering van niet altijd iets nieuws met die jongen wil de krant lezen wat is Uw bevondenheid vader diezelfde inspanning een conversationele standaard neigt zich te verplaatsen dat is niet nodig vader uw elektrocutie werkt verder aan de overweging met uw inspanning pauze dat veert aan toch het bewijs, nogmaals, van een cyclus die verwijst tot ze begint te lopen dat was al lang geleden nu kan ik het ze aankondigen mijn spontane mooie woorden vandaar deze stem ik doe alles fout in operatie een nieuwe constructie zonder herhaling is geen beslissing van de taal of begrip ik wil mijn hoop verbergen in wie het pad van dit gedicht voorheen beklemtoond heeft teveel want hij wist waarover het ging over mijn dekbed zover reikt ambitie ik doe alles fout in operatie je moet dat maar eens bewerkstelligen dat alles over je dekbed gaat terwijl je gaat slapen en je duizend insectuoide dromen moet dragen van mensen die je kwalijk nemen dat je datzelf alleen wil uiteindelijk wachten we op de reconstructie voortijdig opgevangen de voorwetenschap die mij bezwaart op onnatuurlijke wijze was hij hierbij spelen  hoogconjunctuur samenleving een debat tussen volledigheid en nastreven zet de knop aan laat los en vergeef jezelf je bent goed je kent je contradictie ik ben alleen en ze achtervolgen me nog het tegendeel van men stinkzwammen van de wereldgeschiedenis ik beveel aan een chronische verordering van de volgorde van de wereldgeschiedenis zodat de pijl hout steekt en ik kan begrijpen waarom mensen elkaar vermoorden en tot die kans dwingen ze zitten in mijn hoofden het tegendeel van men de blaasbalg die mijn kerk veroordeelt ik weet het niet meer de oorspronkelijke aanklacht kent geen regels  hoogconjunctuur kent geen regels de lage bal van de noodzaak ontbeert schoonheid maar geen creativiteit dit zijn exact de woorden vergeten ben ik onthoofd in water stroom opereer de stilte   de tweespalt heeft zich verdergezet naarwaar dit vandaan komt mijn werkpunt blijft de fout die een zinspeling vergoeilijkte   het missende woord is moeder zolang ik van ironie voorzien ben zal ik haar voorschrijven nimmer zal ik haar bedriegen in de leemte van de dualiteit van mijn ingewanden die dode mens in mij  hij heeft een herinnering nodig om te weten waarom ik als kind geradbraakt geboren ben ik zal nooit die ironie gebruiken om mij te ondersteunen in de onschuld dat beloof ik plechtig aan mijn moeder net niet net niet heeft die dode mens mij   aanspraak een continue dreiging consistentie plukt geen dorst van keelkinderen een diagnose gesteld in aanblik hoogstens verdrijf ik mijn tijd al zwevende aanmerkend Uw zoon en daar ontstaat het  evidentie de koelkast en de voordeur regeren over aflantend koude simultane omstandigheden waarin de samenvloeiing niet kan plaatsvinden voor de stroom stokt in de aanblik van het been van een filosoof met voetmaat reden  nee het romeinse rijk knijpt geen oogjes dicht voor zichzelf ze bestrijden mijn laatste herinnering ter voedingsbron van de nog independele ironie waarom dan nog schrijven? een hypothese voorstelt zich niets en dat moet jezelf maar toeverwijzen en begrijpen uitgeschreven verlaat ik de naklank en betitel de zinspeling waarom de samenvloeiing niet kan plaatsvinden voor de stroom stokt in volgende bevinding tweespalt genereer voordeelfunctie hetzelfde zelfstandig naamwoord bevrijden van zijn doel zelfvernietiging punt aan de lijn is een geijkte uitdrukking nu volledig akkoord maar uw tweedracht zuster vergeten naar associatie van haar hoogconjunctuur wat is nu de betekenis wat is nu de betekenis van durf mijn hiaat overlaten aan de koude zodat de stem van de vijand stokt en hij de vier vrienden niet langer kan onderbreken armtierig hoe je mijn arm probeert te bereiken het verlangen naar charisma is een vulkaan die zich zo stilletjesaan vult ik ben neergestort ter hoogte van mijn overtuiging jij tegenover naastenliefde en dat is onvoltooid draag je confituren korset in lip en dauwmond dan was het vroeger beter Icarus Caesar wacht achter iedere donderwolk Ik wil je kussen om een pamflet te bekomen de antagonist van de mens Mezelf een streven naar disproportie en de vereffening van de taal hebben het niet gehaald van de andere mogelijkheid pretendeer ik vrouwelijk tussen het laatste hiaat van mijn leugen, breken mijn tanden open van levensvreugde te laat te laat is een mooie connectie want ik zie je graag vertrekken boven alle aanslag zonder reden nu kan ik ademen uitgelokt dooft mijn kaars het is mijn schuld  betaal de redevoering ik zal nooit in het midden laten wat een zeeman zonder dreiging niet kan opbrengen, zwemmen in de zee verhandel mijn aflaat  terrein mijn grond en zit gehurkt in de jaren negentig het vergiet en de koffie staan naast elkaar nu        

Robijn Bodijn
17 0

Aanvullingen bij wat mensen niet durven zeggen

Er is nog altijd een onderscheid tussen twee categorieën  Hof en noemvorm  Genaamd Eindeloos dom is de hoogwaan ten opzichte van mijn operatie  Vandaar deze woorden  De klemtoon van mijn stem begeeft mij niet En bedoeling is lezen Gedachtegoed Naslag En vergeving boven omstandigheden is nu een onderscheid met verheven boven uzelf  Het argument  Niet waar Is gevonden in overeenkomst  En niet verstaan  Maar hoe is een gelezen dichter hoorbaar  Verwijzing of referentie Nadien volgt niet waar Wat betekent dat suppositie samenlegt In de samenleving weet ik wat schrijf  Retoriek ontgaan gewoonte De lezing begint voordien en dat is een herleiding van mijn resultaat  Datum Of hoe het eerste woord de zoektocht bepaald Tussen gewoonte en normaal  Toch zeggen  Niet waar Schrijven  Volledig  Analyse van grammatica  Toespeling is onthouding  Nu ben ik los en kan ik schrijven Tijdens Midden Het laatste werkwoord van de toekomst is nu een zelfstandig naamwoord belofte aan het verleden  Wie hoort mij dan waarom Esthetiek van seculiere droogte Het wordt warm vandaag  Maar ik beleg uw woorden in wezen  Correct  De categorie vervult de algemeenheid van een weerconditie  Maar de conditie bepaald geen terugkeer  Wanneer de laatste keer iemand zei dat hij blij is dat het zomer werd Viel hij versteven door de hitte Sindsdien zwijgen wij Aanvulling van creatie Tegenweerconditie De esthetiek tegenover mij weergalmt in moeilijke woorden zonder onthouding  Adaptatie  Weerlegt het kapittel Algemeen de noemvorm van onderwerp Vandaag  Tegenover mijn meisje strijdt het midden volgende Wat is het spel Soms kan iedereen dit Al gehoord is het begin niet Beschrijving van bestandhouding weerlegt het dagelijks bestuur in de wolken  Samenleving het regent Resultaat  Een nieuwe titel voor mijn zicht Inherentie Aan de hand van een lukraak aantal willekeurige woorden verbonden aan ingewanden had ik mijn kast ook bereikt Maar een idee weerlegde mij de taak van de wonden Schoonheid nam het deformatieve niet definitief waar Dat is waar Maar de oorsprong van reactie van verveling dat is een gevoel herhaling  Correct maar niet vatbaar Ik was eerst maar dat is het begin niet Eens zullen we schrijven  Idee Klemtoon noodzakelijk is een mooie aanvulling op het schilderij van mijn zicht dan poëzie  Analyse van de retoriek vandaag  Inspiratie  Idee van vereenvoudiging dat zichzelf herhaalt Onderwerp  Verleuning verleden dat verleent tot suggestie Titel aanhouden  Het subjectieve onderbewustzijn bestaat maar tweeduizend niet inderdaad  Publiek Dit was mijn idee Dank u voor het schrijven  Vooral weerlegt het belang in onthouding van eerst en begin Dictaat meenemen  Verwachting ensinuatie Verstoring verschil Woordkennis  Contradictie  Verkeerde wereld zichbaar De aantoning van de verkeerde wereld is zichbaar  Weerleg mij Niet waar Idee. Als er geen inleiding is voor triviale woorden dan besta ik niet Advocatuur. Perspectief van de metgezel  Ik ben wat ik vroeger moest doen van mijn leermeester Wat gaan we daarna doen publiek  Woordkeuzes elimineren van waarom Om het begin van poëzie te restaureren  De dubbele klemtoon van gekende woorden is geen idee Daarom schrijf ik nu liever vast dan vooropgesteld En dat is de beraadslaging van een titel Samenkomst  Ik herroep mezelf in verdeling  Zolang ik weet wat ik schrijf is het goed taal Taak Verdeel uzelf over taal en taak Latijn dan wordt de spatie tussen heilig en woord zichbaar  Hart tussen spel en ziel Een letterlijke ontmijding Voorkennis  Verwachting  Handleiding  Eerst gehoord  Voorgehoord De noodzaak van beschrijving zonder onderwerp is pijnlijk  Maar een tijdelijke overweging ontgaat mij  In betekenis voeren wij aan het duplicaat van de samenleving  Persoon. Persoonlijk  Ik heb deze woorden al gehoord  Omkering  Besluit Titel Neutralizatie Voltooid  Categorieën van eerstgenoemden is de mening van publiek Adjectief  Onthouding  Aanvulling  Bereik Logica Invoer

Robijn Bodijn
0 0

Verricht wonder onderbovent onderkelderd Kerkverlaten landschap Wonder zelf het

Verricht wonder onderbovent onderkelderd Kerkverlaten landschap Wonder zelf het Weet ik dan pas echt Mijn wonderverlicht mooie vrouwpad, landend mijn verkandelaardende versteven Trots plots slingse tevenniet Even, eve heb ik stilverstaan mijn ongecondolende Veenfigurerend laste de tijd zich onverhoopt in toetsen van Klavier, de erwtendozen ingevouwen in mijn ziekgezegen Vleugelend gestel in zo min mogelijke grofgebekt en Ingewijd rakelingse religieus aansneepunten, aan zet was nimmer het peultje waarmee de Kruk van inhouden proestende lijnen zeeïgendende Fleskarrevrachten beweging aanmoederde met mijn hand. wandendelendelewankelmoeddonsdekend ingecalculeerd in zondig Zondagmiddag afstralende Breekte moeieloosvuil Mane en dagwenke vermoeden, Meisjes instrelend in mijn akkerstreken Groef inkrakt overstreven Ik had net zo goed ongesteld landend pad van mijn geladen stiefzusterlijk aanverwant schaamverbonden flardenkaften gedocumenteerd informerend divergante geflagranteerde Doceren dekenende kunkracht overweeft zielgetogen nu geboorling beurlijke Gevallen in de trant hectiek voor Haar ingesproken Kunst, haar zuurverdienen Brandstapel het, een meisje dat de Toekomst van Raken Dat een sneer de wonde niet Cayonneerd wat vers mijn frikandellendig Specializerende Bestaansgevormde grondredenen met het mijnwoord gevoerd door verpluimend wicht dat zwicht aan jouw iederelke gezonderd dreven Bloemschelpen wel voor U, nog al wat een Venus in mijn goedhart draculariseerd uitgepeuld Dragonbladerte om een tandenpaardans van een bebloedende wijdbeense instruerende Mentoren dynamonen electroderend implosief Jouw boorde uit drinkende tot het Zichte verneem ik verwoedend van hoger Inzicht

Robijn Bodijn
9 0

Schrijven

Schrijven    Mijn gedachten zijn kunst Ik haat spelen   Ik ben te moe als ik wil schrijven Dan bestaat morgen niet   En als morgen bestaat dan bestaat schrijven niet Dan versier ik me door een naaldenkop die ikzelf bedacht  De stad draagt nergens een hoofddoek Het gordijn slaat kwaad naar me uit als de armen van mijn vader toen ze moe waren  Ik kon geen sorry kwijt als ik niet meende wat ik zei Ik mocht niet van mezelf   Ik heb mezelf er nooit door geschreven omdat ik niet kan stilzitten op een plaats waar ik niet ben Ik ben er altijd Het deken heeft nooit minder met mij geworsteld Het lijkt alsof de wereld altijd doet wat die mensen vragen Ze versieren alleen maar Iedereen valt omdat hun verleidsters na de bevestiging alweer vertrokken zijn   Dat is de zuchtende hand van mijn vader Daar stond ik dan tegenover, niet veel minder dan de wereld al Omdat ik dan geen sorry zei Begreep heel hard waarom hij zuchtte   Als je alleen bent lijk je alleen te veranderen, In te deuken als een blikken borstkas van een schrootje dat in de weg komt liggen Je verandert alleen en je hoort iedereen zeggen dat alles verandert Hoe verander je iemand die enkel kijkt met alles wat in jouw hoofd achterblijft Ik versier het borduur met het stof dat iedereen verloren had Alleen weet je nooit alleen of jij het bent, als mensen blijven kijken en jij hun antwoord met een vraag  Een vraag beantwoord waarvan zij het gesprek niet herkenden Als je nooit kan praten met het gesprek achter je, worden vragen antwoorden,  Niemand heeft je graag, Wat anders is een vraag dan een antwoord Mijn angst tegemoetgekomen Alle gesprekken voer je nu zelf en je kijkt beide kanten uit  Soms in de ogen van zij die het écht niet verdienen, maar er wordt nooit een waarde ingevoerd in mijn gordijn tabellen Je voert dezelfde gesprekken, altijd Met alles wat je opvangt in vluchten Je gaat zo snel dat alles klein wordt en zich inpassen in het laatste dat je gevoerd hebt, maar toen sprak ook die niemand Angst omdat Je er altijd zal zijn        

Robijn Bodijn
7 0

Tinder Lucifer

How the King of Matches lost his bargain One equalsBerlin Wallsdancing 8/6=1,336/8=0,751,33+0,75=2,08How do we make this one again?6/8=0,758/6=1,33 So, either we lose one or we lose it again.But do we really want only one?Suppose we lose it again, what would happen then?We're down with one again. I hate to be alone.Whether it be 56 or 65, I'll make it my home.To excess your territory is not always intruding another one's integrety.It really doesn't matter if you make it a new one.But do we really want things not to matter?Do we want all our dreams to shatter?The things that dreams are made of are not always at hand.There are always Close your eyes and count to ten.Make it two and count again.I saw you peeking through your fingers...Count to three and we'll make it a new one. In the end, there was no one.I hate to be alone.These four walls, still they haunt me.I whispered through: your secret's safe with me, my friend.It's great fun to pretend. My home was shattered, it was never me that mattered.I wanted the things they dreamt for me.There are alwaysMore numbers. I'd love to intrude your integrity, acces nothing but your territory. Does that make you less one of me?There are more numbers than things to see.So, no, I don't want all of you.One less will do. For infinitely, no walls come in between.They only add to their belief that there is so much left to see.More than numbers, letters, things to shatter.More you nor me.Ignoring facts and numbers, words, again, are all I have.Down to the playground, where a profound religion allowed to play around.It's great fun to pretend when one has nothing on its hand. But does it gain us in the end?Probably.There are always things We don't know that for sure.For sure we can Either wayWithout numbers, facts or figuresThere are always words to say, that whisper through the walls.That's what we are forFriends In the end we gain what we lost.I hate to lose alone. One equalsA lot more matches

Robijn Bodijn
8 0

Het maar ik

  JijJij weet het niet Maar ikJaIk weet het wel Dat meen je nietJe liegt tegen jezelfZo heb het niet bedoeld Zie jeDat ben ikZo ben ik danIk ben Maar jijJij twijfelt,Je meent het nietWaaromDat wil ik nietIk wil niet dat je liegt NeeIk ben wie ik ben dusJa Ik meen het datIk twijfelHet isHet is zoals het isWaaromIk wil dat niet Maar jijJij meent het gewoonJij meent het en het is waarHet is gewoonZo gewoon Ik ben het gewoon zoIk weet wat het isHet is zoals het isWaaromHet is ik Je twijfelt waaromWaarom Het is te mooiMaar ik Het is mooi zoZo is hetIk Ik zie jeIk die het zieJe ziet wat je wil Je ziet nietIk wil stervenWaarom Sterven het is te mooiWaarom sterven maar wetenSterven dat jij het weetHet is mooi zoMaar goedIk weet het Zie jeJe wil niet Sterven ondanks Het is maarIk Zie hetIk wil dat je weet je weet dat ik het weetWeet je Meen hetIk twijfelTwijfel niet meer WilNiet sterven WaaromIk vraag aan jou waaromNiet Ik vraag het aan jouAan jou en niemand andersAan jou omdat niemand anders weetZie jeNiemand ziet Zie je niet dat ik ook twijfelWeet jeOmdat ik niet lieg tegen ik Is het Maar ikHet is maarIk ben het niet meer Het moetIk moet zwijgenZeg me waaromWaarom ben je zo moe JaMaarJa zeggenJa het moet Het moeten willenNiet mogen stervenIk wil niet meer Je moetJaZeggenJe magNiets zeggen Nee Sterven voor jouw twijfelOmdat ik het weetIk weet het gewoon Ik wil sterven voor jouMaar jij wil niet dat ikIk meen hetSterven wil je ook Niet mogenWil ik dat nog Maar ik ben echtJe weet hetWeet het gewoon Je weet het niet zekerWeet van niet beterHet isMaar ik meen Je weet het ook niet meerKan dat niet wetenMag ik niet weten watIk weet niet wat je zegtEcht Ken jezelf Dat is ZoMaar goedDat ben ik maar Ik zou dat nooit doen Mag nietMoetIk kan het niet meer zeggenIk mag nietMaar ik wil sterven Ik ken mezelf Ik wil niet sterven in het zwijgenIk wil sterven en wetenHet weten dat wil ikIk wil dat waarom Waarom wetenJe meent het echtMeen je dat ik niet mag Zou kunnenHet zou mogen Maar IkWil sterven en weten dat jij weet dat Niet gewoon bent om anders te zijnIk ben andersGoed Dat ik anders ben maar echtAnders gewoonDat wil ik zijnIk kan niet anders Ik mag niet gewoon Kan niet zijnMoet het gewoon worden Wie ik benAllesGewoon worden Ik moet niet allesAlles gewoon wordenVan jouWil ik allesAlles voor jouAnders dan jezelf Jij bent gewoonDat wil ik ookGewoonJe wil dat ik word wie ik benAlles Ik wil dat zeker zijnBen je Zeker dat ik het meenIk Waarom jij Niet ik Waarom wil ikSterven voor waaromWaarom niet voor mijVoor jouDat wil ik nietIk wil dat je wordt wie je bent Maar jijJij weet niet waarom Ik      

Robijn Bodijn
9 0

Twee dingen die ik niet ben (een jonge vrouw en een hond)

een woord wordt gegeven, het spreekt voor zich het beeld is een vergaarbak voor liefdesstralen scherven in maanlicht over verwoestijnde straten een onderwereld verklaren aan de sterren ooit in de kern van het glas hun thuis begrepen betekenis is gebleven opdat het opzet dat zo bedoeld had, vragen worden opgeworpen, voorkomen dat problemen ontstaan als hoeder van de schaduw treed mijn lantaarn hoop uit een niet aflatend verleden een hond trouw voor zover hij zonder meester nooit vooruit is gegaan zijn nieuwe thuis als kunstlicht op klare dag de verklaring van het feit, niet bedoeld als ondersteuning voor de schuldenlast mijn standpunt verbloemt, voor zover ik het stilistisch nodig acht een beeld is origineel als het naar de kern teruggaat de wedergeboorte van het licht blijkt een achtervolgingswaan de drager een drenkeling mijn inzicht leidt de weg, niet de kern van mezelf de weg draagt meer hoop dan verantwoordelijkheid in de kern van een dood voorwerp een zelf bedruipend vluchtoord betrekken gedachten vooruitzicht strijkt een schakering hoop uit een zwart allegaar het woord, de indruk die je deelt, niet wat je nalaat eens het goede is gedaan het voorwerp ondergaat, maar een feit kent geen zelfbeklag de grauwe aanblik van mijn verveling overschildert in een afgewend ogenblik de leugen maar een voorgehouden spiegel vertelt een ander verhaal dan een nietsvermoedend vensterraam mijn schuldenlast verbergt dat het voor zich spreekt dat een inzicht wat gedaan is ondergaat een onderwerp, zwaarmoedig, voor zover ik probeerde te volgen vragen worden problemen als de kern van het voorwerp de schuldenlast ondergaat afstotelijk naakt na de dood van een ster als het woord is gegeven en de betekenis is gebleven had het origineel zich opgeworpen, was de aanzet van het opzet gedaan het beeld, een inzicht in de verklaring voor het feit dat voor het voorwerp een woord was ontstaan de leegte kreunt als hoeder van de schaduw zijn hond sleurt in een getrokken geeuw een tong onuitgesproken terug begrip omvat niet de mogelijkheid van het niet bestaan ik verlies je niet als ik je niet, onbewust, vergat de morgen ontmaskert patronen benen van wat hun reeds lang is ontgaan onderwijzend is de tijd als een moeder van wanhoop voor hun voeten geworpen ik begrijp je voor zover het niet zwaarmoedig werd zolang een hunkerend blank doek berust in zijn streken zullen zij dansen met de schemer verbloem het probleem in de kern van de verklaring voor zover een stilistisch beeld de verantwoordelijkheid van een standpunt niet mogelijk acht onuitgesproken het beeld van een naakte jonge vrouw een ingeving uit de onderstroom van een droom in de dood van een ster in uitgeholde oogleden vindt een doelloos kanaal afleiding in de verklaringen van de hond en zijn hoeder wiegen hun vragen het wrak van de leegte een weg door de schemer met een hond en een jonge vrouw tussen benen dingen die ik niet ben

Robijn Bodijn
6 0

verloren woorden (een verslag)

als grootvader sprak, luisterden de vogels vergezichten verrezen voor zijn ogen uit hun afgrond, er waren bergen, bergen van ijs te meer ze versmolten, te meer bevroor het hart van de samenleving dorpen werden schiereilanden, hun inwoners dreven verder en verder van elkaar weg runderen die over dit oppervlak heersten, vielen ten prooi aan fijnproeverij op porseleinen borden gevogelte scharrelde verwoed in vuilnisemmers, als ooit een kuiken uit een kinderhand bossen verkommerden als een kamerplantje op de vensterbank, akkers verdronken in een geurende, verzuurde vijver kantoorgebouwen teerden naar hartenlust op deze kwetsbare ondergrond straten werden als een studentenkamer door de laatste feestgangers verlaten danszalen werden kraakpanden en kraakpanden danszalen iemand moet zich evenzeer als een verloren kind op het land hebben gevoeld de wind kreunde een oerschreeuw verbrak het zwijgen de huid van de aarde verkrimpte als een dame op latere leeftijd beken stroomden als verkleurde aders door het landschap sneeuwwater werd in overvloed op een hoorntje gegoten er werd hardop gezucht verdriet was nog te lezen in de ogen van ouderen op een bankje of achter het gordijn van een vensterraam op eindeloze straten grootvader las een boek er is een grot waar alle water samenstroomt, het is de schatkamer van het verleden kleinzoon dronk er met een rietje uit hij had wel andere zorgen er stond een koper aan de deur nieuwsgierige aasdieren stortten gretig op hun ouderwetse bereidwilligheid dierbare herinneringen werden al snel een gebruiksgoed de laatste van hun soort soms onderbrak grootvader zijn weinige woorden dan keek hij zover over de wereld tot niemand nog geloofde dat hij het niet meer zag het landschap verkruimelde, een dapper struikje weerstond de weerbarstige wind grootvaders vingers vertakten, verloren hun grip op een omgeving die ooit dermate vanzelfsprekend was zaden van het struikje vervlogen vruchteloos in de storm hij was hier geboren, op deze houtstronk boven de laatste pijler van een verdorven samenleving het dorpsgebeuren speelde nog iedere dag door zijn vertimmerde geest zijn verkneukelde handen hielden nog even hard vast aan zijn vrouw als op die vreugdige zomerdag in juli, toen ze elkaar verzochten het leven samen door te brengen geen van beiden vroeg zich sinds die dag nog af waarom, dat laatste paar dromen had hij nog aan niemand verkocht tegenwoordig is iedereen voortdurend onderweg grootvader las verder het streven naar de waarheid de mensheid werd grootmoedig, durfde zo lang in het licht staren dat hij zichzelf de ogen uitstak zijn hand strekte zich naar de zon als een gebruiker naar zijn middel, als een psychoot naar zijn hallucinatie zolang hij de leugen ervan kon ontkennen, vergreep hij zich eraan een pijnlijke misvatting de mensheid verbrandde zich dermate aan de waarheid, tot zijn vingers zich verweerden als een houthakkershand mens trok zich niet terug verdwaasd door het gouden schitterlicht aan de bovenlucht, verruilde hij het dierbaarste wat hij had om de leugen in stand te houden mens zou zijn laatste kruimel hebben verpand tot er niets dan het ontkennen overbleef, tot de leugen zijn waarheid werd er kwam de man die nuchter in het leven stond hij probeerde vergeefs een gesprek aan te knopen met de mens in de goot, tikte verwoed op zijn schouder tot hij zeker wist dat er geen antwoord meer kwam de mensheid werd afgevoerd naar wat er ook van worden zal onderweg liep de man door straten van zwervers en bedelaars bij elke munt die hen toewierp woedde er een oorlog in hemzelf hoe was het zover kunnen komen en wat maakte hen anders dan hemzelf? hij liep nog een kroeg binnen en strompelde verder naar huis daar trof hij zijn grootvader, schijnbaar nietsvermoedend aan een limonade slurpend dat was wanneer de brand ontaardde mensen liepen elkaar voor de voeten in hun vlucht voor het vuur grootvader liet hen begaan, hij wist beter de kaarten lagen reeds op tafel grootmoeder grijnsde bitter ze was op een dwaalspoor gezet in haar hoofd weergalmden de woorden van een oude priester op een doordeweekse zondagochtend in een veel te koude kerk wie het goede wil verkrijgen, moet het kwade omarmen er was geen ontkomen meer aan sommigen stortten zich reeds in hun afgrond, anderen ploeterden verder in de mensenstroom roes vespreidde zich als een giftige damp over de samenleving de laatste middelen werden een gegeerd goed onder de rijken dat was voor de lucht verduisterde de stem van kleinzoon stokte grootvader slurpte verder de maan zag er dermate gevaarlijk uit die avond buiten gebeurde er veel mensen liepen verdwaasd door de straten, hun kreten werden gesmoord door het vensterraam soms steeg een integer gehuil boven de muren uit er moest weer iemand verloren zijn schouders werden opgehaald, anderen knielden in verslagenheid dan kwam het een bewustzijn trad in als een politiehorde over verboden plaatsen terugkeer was onmogelijk, alle vluchtwegen waren afgesloten gedachten omcirkelden als speurende helikopters het hoofd van kleinzoon nog voor hij zijn schuld kon bekennen, werd de moed hem ontnomen als een geldbeugel op heldere dag, maar iedereen was slachtoffer, tegen dergelijk oordeel was geen beroep de wereld grijnsde als een bankier die net een klant over de vloer had gehad haar wraaklust was bevredigd, maar de schade was onherstelbaar en kon niet meer worden terugbetaald een symbolische munt werd nooit meer uit de riolering opgevist die dag verscheen de zon verlegener dan ooit aan de horizon desondanks kwam er een nieuwe goedemorgen, een gebed voor de maaltijd, een overvolle wasmand, een niet te overziene vaat, vermoeide ogen en een gebroken ruggegraat een verhaaltje voor het slapengaan, een troostende kus op het voorhoofd van nog hoopvolle kinderen eens het zwijgen was hersteld, vervolgde grootvader zijn dag en grootmoeder haar taken had ik het niet gezegd die avond trok grootmoeder hem nog eens dicht tegen zich aan zo mag het voor mij eindigen een waakzame grootvader keek op van zijn limonade alsof hij op dit moment had gewacht hij wees naar zijn lege glas, grootmoeder schonk nog eens vol kleinzoon keek verstard uit het vensterraam op de achtergrond golfde het land in eb en vloed voor het overige was echter alles verdwenen grootmoeder sprak voor kinderen en kleinkinderen haar woorden drentelden rond de tafel als zijzelf ze verhief haar stem als een lepel maar haar spreuken verkruimelden, beschuit in de soep ik was er enkel om te luisteren als een dief op de trap verzamelde ik flarden maar haar wijsheid was ongrijpbaar, haar schort grootmoeder sprak zoals ze breidde diezelfde avond trok ze me echter dichter bij haar ze fluisterde als een buurmeisje over de struiken grootvader staarde schijnbaar goedkeurend vanonder zijn vermoeide ogen ze legde haar breiwerk voor me uit het was kleurrijk, een venster op een herfstige buitenwereld het zijn niet zozeer de kleuren die vervagen maar de patronen die vervelen ze wierp een vinger naar het venster en huiverde minder dan ooit tevoren de wereld vergrijst maar spreuken keren terug als de jaargetijden waarvan ze beweren dat ze verdwenen zijn vroeger was het beter zei mijn grootvader al, die zelf met zijn voeten in de strond stond te ploeteren haar woordenstroom stokte als een breiwerk waar even van opgekeken werd ze verdraaide de vingers rond de volumeknop van haar radio alsof ze daar de draad had laten vallen tranen liet ze echter minder dat werd mijn grootmoeder ik legde haar de woorden in de mond als een vals gebit in een glas bruisend water, een luisterdief op de trap tegenwoordig ben ik dichter onschuldige voorbijgangers worden onderworpen aan mijn verhaal ik spreek voor kenners en verwanten, verhef mijn stem als de pen die meer en meer spreekwoordelijk wordt, verwaarloos mijn gedicht de loodgieter vond toch ook het warm water niet uit? de dichter sprak zoals grootmoeder breidde vanavond laat ik haar tranen

Robijn Bodijn
13 0

van die gure, ongeschoren verhalen

Er zijn van die gure, ongeschoren verhalen, verhalen die beweren de waarheid te vertellen, verhalen die het beter weten dan U en ik. Ze nemen al te vaak geen blad voor de mond. Sommige verhalen zijn eerder verteld. Ze worden gehekeld door gure, ongeschoren dichters die van hun ergernis hun beroep hebben gemaakt. Ik zou uren naar hetzelfde woord kunnen luisteren. Voorspelbaarheid is een gift, geen gebrek. Dat het me niet kon verbazen, was mijn enige verwondering. Ik verveelde mezelf met drogredenen om niet gelukkig te zijn. Mensen trokken zich terug als badwater dat al veel te lang was blijven staan. Ik moest zelf maar achter de stop vissen. Er was iemand die me vertelde dat er ook goeie momenten waren, kleine dingen waar men zich aan kon vasthouden. Ik werd al snel doodjaloers. Ze raadde me aan naar de snoepwinkel te gaan. Thuis had ik nooit veel gehad. Ik weet nog hoe fier ik was toen de kapster mijn eerste haarlok certificeerde. Tegenwoordig hing het maar wat over mijn ogen in puur zelfbeklag. Gelukkig waren er fotoboeken om mijzelf te vertellen wat voor een braaf kind ik was.In de snoepwinkel keek ik eerst mijn ogen uit, inventariseerde het aanbod waar de kassierster bij stond. Toen heb ik toch maar betaald. Ik verbeeldde me graag hoe de juffrouw vroeg hoe het was. Ik had zelfs al een antwoord klaar. Dergelijke gesprekken met mezelf waren eerder regel dan uitzondering geworden. Dat was rond de tijd van mijn eerste gedicht. Ik wist eigenlijk niet of de kassierster het nu over het snoepgoed of mijn welzijnstoestand had. Terug thuis sloeg de band aan. Er weerklonk een ouderwets levenslied vanuit mijn nieuwerwetse radiospeler. Ik had het altijd al voor andermans jeugd gehad. De lessen wogen zwaar. Mijn boekentas hing bijna tot op mijn enkels. Ik had gehoopt dat wiskunde mij iets meer zekerheid geboden had. Toen al tekende ik mijn cirkels met een meetlat. Toen mij gevraagd werd naar het waarom, moest ik mij in alle bochten wringen. “De perfecte cirkel bestaat niet” was mijn halfslachtige antwoord. De kring rond mij was echter al verdwenen. Toen keerde ik mij af. Rond mijn lippen tekenden zich de eerste stoppels van de puberteit. Ik verheugde mij dat ik mij nog niet moest scheren om een man te zijn. Er groeide borsthaar over mijn hart, maar ook dit kon niet verbergen dat ik eenzaam was. Ik had de droom nog niet opgegeven omdat ik dacht dat het zo moest. Mijn ouders namen me mee op reis en ik dacht dat dit het enige was. Er zijn er die beweren dat iedereen naakt wordt geboren, dat geen vondeling ooit verloren was. Ze geven het kind een naam en kleden het in met wollige metaforen. Dat ieder verhaal het waard is verteld te worden, ook al verschil ik in niet meer dan een pennentrek van jou.Sommige dichters verlangen zo hard naar hun eigen jeugd dat het een perversie wordt. Ze spreken over baarmoeders en navelstrengen dat het een lieve lust is. Geen mens die nog weet hoe het voelt om nooit geboren te zijn. Ik ben te lang toeschouwer geweest. Toen ik het woord nam, was het laat. De meeste vaste klanten hadden hun stamkroeg al verlaten. Ook ik was al een brok ergernis geworden, iemand die zich graag in zijn zelfbeeld bevestigd zag. Dat gebeurt nu eenmaal als je zelf voortdurend op je uurwerk kijkt terwijl iemand je haar verhaal vertelt. Soms zou ik liever zingen, mijn stroeve gedachten verzacht door een striemende gitaar. Ik ging al te lang a capella door het leven. Terwijl ik er zelf maar wat bij stond, vroeg ik me voortdurend af: “Kijk ik graag in de spiegel of kijkt de spiegel graag naar mij?” “Wordt eigenliefde gebouwd uit de brokstukken van onzekerheid?” Ik verbeeldde me graag dat het café mijn badkamer was. Een spiegel bood geen antwoorden, zijn enige gift was voorspelbaarheid. Ik zou uren naar hetzelfde woord kunnen luisteren. Toch zag ik iedere morgen een andere zelf. Ik vroeg me af of die persoon aan de overkant van de gootsteen wel onder de noemer ‘Ruben’ viel. Ieder uur dag waren we samen. Soms poetsten we samen onze tanden, soms keken we per toeval in hetzelfde autoraam. Ik mistte mezelf als ik hem niet zag. Een beeldhouwer sprak mij aan. “Ik heb de perfecte metafoor voor jou gemaakt.” Ik zei dat ik de gietvorm wou. Zo is ieder verhaal het waard verteld te worden, ook al verschil ik in niet meer dan een pennentrek van jou.  

Robijn Bodijn
9 0

De dag dat mensen boeken schreven

Er was koffie in de perculator. Verzuchting walmde boven de pot. Ik herinnerde mij een schoorsteen boven een winteravond.   We bogen ons over iedere tas. Kinderen over de rand van een put kennen geen gevaar. Onze ogen kruistten de tafel. Vroeger keilden we een steentje over de poel.   Melk droop uit het brik. “Een fontein boven stilstaand water.” Ik heb de prostaat van een oude man.   Het was zomer. Ons voorhoofd druppelde. Ik herinnerde mij hoe hartstocht zichtbaar werd aan een winterraam. Liefde werd breed uitgesmeerd.   Mijn boterham was doorlegen en het bed onbeslapen. Er vormde zich een zoete korst rond mijn levensvragen. Toch had ik nooit een ontbijt gehad.   Het bestek op de kar was uitgeput. Mes en vork pootje baadden in de vaat. Er was koffie in de perculator.   Suiker bood een klontje troost. Ik herinnerde mij je parelmoeren krans over een zwart deken.   Vliegen waren bevlogen. Er was de belofte van confituur. Ik volgde het spoor van de mieren naar een betere wereld.   De zon werd een ongenodigde gast. De bovenlucht weerstond de tranen, ondersteunde de schouders van een dronkelap.   Je had het schuim boven je lippen, de etenresten tussen je tanden. Je had werkelijk alles mee. “Daaronder het begin van een lach.” Lag het aan mijn melksnor of mezelf?   Ik zag je graag bezig in de keuken of onder de mensen, terwijl je worstelde met de krant. Je verknipte graag de werkelijkheid tot ze weer verbeelding werd.   Ook toen al zat er meer in dan gewoon dat. Er was nog niets verkeerds aan de gedachte. Het was nog niet dat alles beter kon, dat ik je wel beter kon omschrijven.   Niemand dacht aan morgen, niemand liet zijn slaap voor een ander, voor wat het was. Een mens had wel grotere zorgen. “Overmorgen en ik ga naar huis.” Niemand die wist of je eigenlijk al moeder was.   Je droeg je haren als een pruik en al wat er nog meer in dat hoofd verborgen zat. Toch lachtte je vriendelijk terug. Er was nog geen verzet, nog geen krimp onder de ogen.   Op een goeiemorgen was het nog wachten tot de zomer, dan sneed je je haren en verwelkomde de zonnestralen. Toen werden de dagen korter.   Ik zag de tijd op het grasveld verstrijken, niemand die er paal of perk aan stelde. Te veel werd hier op zijn beloop gelaten. Verdriet krijst als een kind wanneer men het niet te eten geeft.   Toch waren we hier goed ontvangen, soldaten terug van een verloren strijd. Niemand liet iets merken. Een ogenblik was genoeg.   Sommigen verkochtten zich als antagonisten van het eigen verhaal. Hier werden wonderen verricht. Er waren aan het bed gekluisterde mannen die terug konden staan. Niemand die een wetenschappelijke verklaring voor jouw hypnose had. “Laat het begaan, laat de kleuren in de wereld verder bestaan.”   Toen de zon verduisterde, viel de nacht in herhaling.   Er verdwenen veel dingen op de dag dat mensen boeken schreven. Iedereen begon wel eens graag met een schone lei. Er was koffie in de perculator.

Robijn Bodijn
7 0

Er zijn vast concretere zaken dan poëzie die mijn aandacht verdienen

Ze werd geboren in de gesublimeerde uitdrukking van een kind aan de borst. Haar lippen krulden als een prinsessenboon naar de staak. Zweetdruppels parelden, morgendauw op haar voorhoofd. Twee erwten werden op dit ogenblik ingelegd.   Ooit wierp het haar vruchten af. Ik trok met een aardewerk onder de arm naar het gemeentehuis en noemde het ‘Poëzie’.   Ze nam de duisternis in zich op als een plant die het licht extraheert, sporadisch in een flits van grootmoeders fototoestel verstoord.   Dorst liep over, haar tong dronk de afscheiding van een brandnetelblad. Ze leek in niet meer dan een prinsessenboon op haar vader.   Thuis bleek het al middag te zijn.   Ik deed mijn best om mijn dochter de zorgen te geven die ze verdiende. Ze rustte op de versnipperde resten van een filosofisch handboek en haar wortels drenkten in de inkt.   Natuurlijk mistte het kind een moeder. Het buurmeisje behandelde haar stiefmoederlijk. Vaders goede intenties werden in de kiem gesmoord.   Ze verdroogde bij de vensterbank. Ik borg haar in een sigarendoosje en kroop in bed als een bloem onder wimpers van meeldraden. Straks droegen die de sporen van een diepe slaap.   Poëzie woekerde tussen groeven aan mijn voorhoofd, ontgroeide de geborgenheid van haar staart, werd een onuitroeibaar kruid.   Voor vader werd het harken om stro.   Hij probeerde haar taal bij te brengen. Schrijven werd een even onmogelijke opgave als het neerleggen van de pen. De wind van inspiratie ging liggen als een vermoeid blad op het water.   Poëzie begon te puberen. Enkel grootmoeders foto-album herinnerde aan hoe ik haar zag opgroeien. Hoe het speelde in de voortuin van mijn gedachten. Hoe onschuldig het was, hoe het zelden meer vroeg dan het nodig had.   Het was een braaf kind geweest.   Haar wortels dartelden als een ruimtevaartster over het maanoppervlak. Toen vestigde mijn dochter haar in de grond, een bij die even verpozing nodig had.   Nog voor de morgen was Poëzie volgroeid.   Ik droeg een gedicht op aan haar moeder en keerde de rug naar het papier als naar een witte muur.   Mijn ruggegraat prikte als de tandenstoker die mijn oogleden openhield, ik stond in het leven als een arbeider in de wachtrij.   Er waren vast concretere zaken dan poëzie die mijn aandacht verdienden.   Ik mistte mijn trein omdat ik bleef staren naar een jongedame op het perron. Hoe zij nu in mijn hoofdkussen geborgen lag en de deur zou uitwaaien als een struik haar vrucht afwierp.   Had ik dit alles niet als een streek van mijn pen beschouwd, waren er mogelijk echt kinderen van gekomen.   Het schoolwerk op mijn nachtkast bleef opgevouwen als een moeder die de strijk tot morgen uitstelt.     Ik had dit alles zeer serieus genomen, was het geen streek van mijn pen geweest, was het geen gril van poëzie, een valse nagel aan een vrouwenhand.

Robijn Bodijn
8 0

Als dan zonder vergelijking ...

    Als dan zonder vergelijking hersenkronkels, geen verhaal, pen en rustpunt zweet, arbeid en handen zonder daadkracht zijn   mijn belofte zonder haar bereidwilligheid teer maar zonder breekbaarheid drang, geen onderdrukking onderdrukking zonder overheersing een vinger zonder raakpunt blijft een raakpunt zonder grip en bovenal aanraking zonder tederheid, herkenbaar maar niet langer vertrouwd   wordt ruimte zonder invulling dit gesprek zonder weerga haar uitdrukking zonder enige uitdrukkelijkheid de bevraging van beantwoordbaarheid een probleem maar geen bevraagbaarheid een probleem zonder breder kader   dan is er ruzie zonder tegenstrijd voorwerp, geen onderwerp bewering, geen onduidelijkheid of betrouwbaarheid zonder bewering zelfs verzwijgen zonder leugen meer waarheid zonder daadwerkelijkheid dus afval zonder verbruik en een voorwerp zonder bruikbaarheid en wederom noodzakelijkheid   er treedt vervlakking zonder eentonigheid voldoening zonder bevrediging en verwijzing zonder beduidendheid als een bron zonder vermelding een voorteken zonder leesvermogen blijkt taal zonder spelling leren zonder herinneringsvermogen   dan is er eenzaamheid zonder afzondering vrijheid zonder wil gevangene maar geen onvrijwilligheid aanvaarding, echter geen berusting en teleurstelling zonder verwachting   vervolgens komt vooruitgang zonder vooruitstrevendheid inspanning zonder bedrijvigheid overgave en doelloosheid stuurkracht zonder leiderschap doel, geen aansturing ondergaan maar evenmin tegenstrijd en wederom daadkracht zonder bereidwilligheid nimmer bewerkstelliging zonder moeizaamheid gevaar in moedigheid   er treedt vervreemding zonder vertrouwdheid vermoeiing en slapeloosheid evenwicht zonder veerkracht ware overgave zonder strijd verscheurdheid maar geen razernij onvermijdelijk worden mogelijkheden zonder betrekking   in achteruitgang zonder terugval met schouders zonder draagkracht ijver, geen doorzettingsvermogen blijft streven zonder oogmerk maar ook vooruitzicht zonder achtergrond voorstelling, geen bevestiging dromen zonder verbeeldingskracht worden een leugen zonder bedrog de oorzaak wiens oorsprong achterwege blijft er was een zwaarte, geen aantrekkingskracht en zwaartekracht zonder aantrekking wortels steken boven de ondergrond   in een vlucht zonder vleugels een herstart zonder vertrekpunt als een afdruk zonder toets door een misdaad zonder toedracht wordt straffeloos zonder schuldbewustzijn een schaar zonder snee schaamteloos maar nog zonder vertoning   in een kromme zonder buigzaamheid een rechte zonder lijn snelweg zonder afrit trein zonder vertraging trek ik als een eigenaar zonder eigendom naar een braakland zonder erfgenaam een voorgevoel maar geen vooruitdenkendheid rijkdom zonder hebberigheid, erfenis zonder verdeeldheid en bovenal gierigheid zonder wrok vraatlust zonder overdaad armoezaaier zonder begeerte   zon zonder schittering, maan zonder weerkaatsing mijn koers wordt zonder vaart het roofdier zonder eetlust in een uitgestrektheid zonder landschap is er plaats maar geen beschikbaarheid wordt een vrucht zonder opbrengst een voorgevoel zonder vooruitdenkendheid is een waarzegger zonder helderziendheid ik krijg krampen, braakneigingen van een honger zonder maaltijd de inhoud ontbrak echter de diepgang en mijn taal het spraakvermogen   met een handboek zonder standaard, een maatstaf maar geen ijk word ik bijzonder zonder bijnaam genialiteit, geen inspiratie aspiratie maar geen genialiteit als een diplomaat zonder overleg maar ook een woordvoerder zonder inspraak een werkwoord zonder uitvoerbaarheid en bovenal waardering zonder verdienste wordt een overwinning zonder wedstrijd een oorlog zonder hart een koor dat zonder enige overeenstemming probeert te zingen   het lijkt meer op een schilderwerk zonder indruk maar dan een onweersschicht zonder weerslag maar de duisternis wordt achterdochtig en het wateroppervlak zonder weerspiegeling als een poolreiziger die zich vergrijpt aan het noorderlicht   een doelloze terugkeer naar een deur zonder slot naar een ingang zonder ontvankelijkheid, een afzonderingskamer   ik heb mijn verkreukeld papier en een steen zonder inkerving een schrift zonder gebondenheid vervolgens synoniem zonder synoniem, een vers zonder regel, een gedicht zonder schrijver, een optreden zonder toeschouwers en eer zonder erkenning maar een dichter zonder zelfbewustzijn blijft een strateeg zonder overzicht   goedgelovigheid zonder kinderlijkheid blijft een zoon zonder vader, een speelkoer zonder schoolbel   vergelijk het met een meerman zonder stemkracht die zonder zijn grote liefde, een schip zonder ankerpunt aan een strand met vergeten kinderen, in een rivier zonder oever valt verdriet zonder tranen  

Robijn Bodijn
0 0

Onderweg

Woorden moeten ooit makkelijk zijn geweest. “Eet smakelijk” bij het avondmaal. “Was de koffie straf genoeg?” Als grootvader naar bed ging, was hij te moe om na te denken. Was ik ook toen al een buitenstaander geweest? Het leek erop dat iedereen wist wat hem te doen stond. Toch hield niemand een agenda bij. Als peuter werd de wereld groter. Toch was het onmogelijk erin te verdwalen. Op een of andere manier vonden we steeds de weg naar huis terug. Al was het maar omdat moeder dat wou. We hoefden maar aan tafel te schuiven. Toen moesten we plots met een boterhammendoos naar school. Daar leerden we dat er soortgenoten waren. Het duurde niet lang vooraleer de eerste samenzweringen zich vormden, de eerste verliefde kleuters zich terugtrokken achter een struik. We moesten een vingertekening maken om later iets te bereiken in het leven. Daar waren de eerste voortekens van mijn uitstelgedrag. Ik bleef echter ijverig werken aan mijn verhaal, in die mate dat mijn persoonlijke vrienden meer en meer op stripfiguren leken. Ieder jaar kon ik met een perfect rapport naar huis, ik droeg het onder de arm als een volwaardig zakenman. Ik was behoorlijk tevreden, ook al hebben ouders de hardnekkige neiging daar een opmerking bij te maken. Gelukkig was er daar de vakantie. Ik trok me terug in grootmoeders schorten en de boerderij. Ik verbeeldde me graag dat er niets anders was dan dit, regenwormen verzamelen in een glazen bokaal. Toch rinkelde de bel opnieuw, ik trof mezelf achter een schoolbank met het uitzicht van een strenge leraar die me wederom de les moest wijzen. Ik staarde liever uit het raam, maar de tijd van dromen was voorbij. Ik had mijn tegel op de binnenkoer vooraleer ik me in de toiletten terugtrok. Het perfect rapport leek meer en meer op het verkreukeld papier dat mijn cursus was. Uiteindelijk brak ik als een potlood dat al te vaak met de grond in aanraking kwam. Sinds die dag werd er niets meer van mij gehoord. Op een nietsvermoedende dag verscheen ik weer op het theater. Het leek wel of ik veranderd was in de persoon die ik destijds wilde zijn. Vanbinnen was ik echter nog steeds een kwetsbaar stukje mens. Ik maakte een vingertekening van mezelf. Uiteindelijk ging het ook voorbij. Toen werd de wereld voor de tweede keer groter. Ik leerde wederom dat er soortgenoten waren, buitenstaanders als mezelf. Mijn nieuwsgierigheid werd groot. Mijn boeken verloerderden langzaam op hun plank. Bovenal leerde ik veel over mezelf, ook al kwam ik ook daaromtrend evenmin met een perfect rapport naar huis. Ik was behoorlijk tevreden. Later kwam het bewustzijn dat studies tot iets veel groters leiden. Ik trok me meermaals terug in bed om me te beschermen voor de samenleving. Ook toen dacht ik al te vaak terug aan mijn kindertijd. Ik verdronk mijn laatste leerkrediet bij voorkeur in de kroeg. De laatste keer dat ik er de zon zag ondergaan leek voor de anderen op een normale dag. Naarmate de dagen vorderden durfde ik meer en meer te dromen, maar eindelijk was ik tevreden gewoon mezelf te kunnen zijn. Niemand had durven voorspellen dat het potlood voor een derde keer zou breken. Toch werd ik de volgende dag wakker in een ziekenhuisbed. Er waren verpleegsters die betaald werden om vriendelijk te zijn.   Toen de deur voor de zoveelste keer openging, deed ik nog weinig inspanning op te kijken. In de schemer zag ik echter een vertrouwd gezicht uit het verleden. Daar zat ik dan tegenover mijn vader, woorden waren nooit moeilijker geweest. We staarden uit het raam maar waren vertrouwd met het zwijgen. Na jaren van uitstelgedrag werd het dan eens tijd voor een gesprek. Sinds kort ben ik terug onderweg.

Robijn Bodijn
22 0

Als deze traan een parel was

Straatmuzikant is nooit in Stockholm geweest. Hij worstelt thuis als vingers over een stroeve gitaar. Een traan verleent haar vorm aan iets grilligs als de pijn.   Ik heb nog nooit een instrument bespeeld, maar toch strijk ik door je haren, mijn Scandinavisch ziektebeeld. Je bent zelfs niet blond. Jouw ogen verschijnen uit het duister, twee toortsen sporend naar een schakelaar. Morgenvroeg word ik verliefd op jouw spiegelbeeld van mij.   Is de wereld een paleis? Zullen koningen hun koninginnen het dan vergunnen vrij te zijn? Een wereld zonder oorlog is als de belofte naakt te slapen zonder de liefde te bedrijven. Ik vergat hoe het was om niet mezelf te zijn. Wat betreft mezelf, ben ik behoorlijk empathisch.   Goed en kwaad zijn tot elkaar veroordeeld. Als twee druppels water slapen ze naakt en bedrijven ze de liefde. Ze stromen over in elkaar.   Als deze traan een parel is, dan kan ik hem voor het grootste geld verkopen, denkt de straatmuzikant.   “Allerliefste, dankbaarste traantje ... je verleent vorm aan iets grilligs als de pijn, maar je voldoening is even tijdelijk als het genot dat je benijdt.”   Op zijn beurt verleent de zwaartekracht vorm aan de traan. De zee trekt zich op haar grootst terug. Verdriet stroomt naar haar oorsprong terug. Dan verdwijnt de traan in een afvoerputje. Een parel weerkaatst het licht als een vervelend splintertje in het oog van de zon. Op haar beurt fronst zij, de zee, haar golven.   Ik verbeeld me graag dat als je vingers een driehoek zouden vormen een zonnestraal de verbinding zou zijn, maar niet alle figuren laten hun oppervlakte meten zonder als een sinaasappel te worden uitgeperst. Mijn hart is dermate groot voor jou, dat mijn ogen zich sluiten als ik je kus. Daar gaat geen zonsondergang boven. Toch por ik nog iedere dag in je oog in de hoop een traan te oogsten.   Er is een schrijver. Iedere dag legt hij een beetje voorstellingsvermogen opzij. Hij verzamelt alles wat hij zag vanuit zijn vensterraam in zijn dagboek. Op een dag bedenkt hij de grootste metafoor allertijden en sterft een gelukkig man. Iedereen die hem leest ziet de wereld vanuit zijn perspectief.   Met de brokken van zijn verdriet, bouw ik een marmeren standbeeld in je achtertuin.

Robijn Bodijn
28 1

AANVRAAG TOT LETTERBOUWKUNDIGE VERGUNNING (Verzameld werk zonder veel leestekens)

    ik schrijf met mijn voeten schraap met mijn tenen tussen de groeven van de straat mijn onderbenen spartelen aan mijn knieën klontert het beton tot mijn enkels in de mortel iedere figuur die ik voortbracht was vrij toen werd het een versteende afdruk van mijn kindertijd   alsof je gisteren nog de postbode betrapte masturberen in de struiken je herinnerde je nog helder de figuren uit je kindertijd   er was het plakbord   MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR HAAT EN AFGUNST VLIEGEN WIE VLIEGEN KAN JE HEBT MIJN PASPOP ONTHOOFD IK HANG IN DE LIANEN VAN DIT APENLAND DE POSTBODE MASTURBEERDE IN DE STRUIKEN WIE HEEFT OOIT DE LEESTEKENS HET ZWIJGEN OPGELEGD?   er was een poëet   de optimist klopte, eens zijn glas halfleeg, aan bij de pessimist fluit op een fles!   Inleiding tot Ruben “Lodewijk de Oneindige” Van de Woestyne Variaties op Universiteit Universiteit-stamkroeg stamkroeg-stamkroeg-Universiteit stamkroeg-stamkroeg-stamkroeg onderwijsactiviteit-stamkroeg-stamkroeg ouderlijk huis-stamkroeg-stamkroeg stamkroeg-stamkroeg-Universiteit Variaties op onderwijsactiviteit Geen onderwijsactiviteit Variaties op ouderlijk huis Grootouderlijk huis   hij verzamelde zijn werk tot hij de moed vond een uitgever aan te spreken een oordeel van een beoordelaar oordeelt over de uitvoering van alle onderdelen van de vaardigheid gegeven door de beschrijving van de vaardigheid door ze af te meten aan haar oordeel   Ruben Van de Woestyne (1993) uit Waregem begint met dichten op de leeftijd van 12 als een ultieme poging om macht uit te oefenen op de taal die hij zo liefheeft Al snel komt hij tot de vaststelling dat dichten zelf een even twijfelachtige bezigheid is In het zoeken van bevestiging klimt hij na een tijd het podium op, een neiging die zich al snel ontwikkelt tot een nood   in een spiegelhuis dichtte hij zijn ode aan de meetkunde   er was de nachtelijke wereld   universum, zoals alles weegt en alles valt … dansen is als meerijden op de achterbank voorovervallen met een gordel aan ik dans in de mortel mijn armen wapperen als een drenkeling op een stuurloze vloertegel   het lijkt wel of iedere feestvierder een hoofdtelefoon draagt melodie vlecht een touw om de essentie van mijn lied daar werpt een muze mij een laatste reddingsboei een ongestemde piano drijft verder over zee harmonie heeft een ontologische functie, een wiskundige en een epistemologische speel nog eens van bij het begin de kindse onschuld op je speelgoedinstrument einde weekeinde-poëzie “de dag is de thema-avond van de nacht” citaat van een monotone monoloog “open aanhalingstekens op maandag … sluit aanhalingstekens op zondag.” volwassen-zijn eindigt wanneer het begint niet in de selectie opgenomen: voetbalpoëzie   er was de vergeten wielrenner   op een onbepaalde dag na datum was ik nog steeds in de wedstrijd idolen zijn talenten, gevallen en ooit uit de ziekenwagen op te staan liggen ze nog steeds in het dal van hun laatste beklimming elegantie is de schoonheid van hoogmoed   er was de wielervrouw   dappere jongen ik heb genoeg van ruiken aan je overjas omdat je er niet meer bent “slaapzacht” tot aan het ontbijt wanneer we opnieuw mensen zijn   je gelooft in de dood en God is een idioot   er was de leegte in je bed   dans in luchtledigheid universum, naakt en wit leeg maar niet oneindig niet eindig evenmin ik dek je in mijn overjas, dan ben je niet zo blind   er was de gedachte aan haar   je bent mij zonder de wereld ik zag je naam op de afwezigheidslijst slaap tegen de ochtend aan in dagen die tijd ontgaan   ik houd van beloften van mensen die onophoudelijk afscheid nemen omdat ze willen dat je blijft   er was de zoveelste metafoor om een schrijffout te verbloemen en je mag je zusje niet plagen want zij is te jong om te beginnen “mag ik nog een snoepje?” “maak je niet dik!” omdat wij van je houden, en je papa ook … liegen is zwartrijden op de trein als je wordt betrapt betaal je voor iedereen die ooit gelogen heeft de conducteur kwam echter nooit   ik lijd aan feminisme liefde is als een hoofdtelefoon het doet pas echt goed als het wat pijn doet emancipatie hangt los om mijn heupen je legt je lip te slapen in de vouwen van je tanden kleed me in je avondzoen   er was een eenzaam man   een eenzaam man heeft niets aan poëzie maar denk je dat poëzie iets kan met een eenzaam man? men wordt volwassen als men je ontwijkt, niet meer aankijkt   en er waren de leestekens   wie heeft ooit de leestekens het zwijgen opgelegd?     “Dag.” (een open inleiding tot opening van een inleiding tot inleidende opening)* “Hoe gaat het?” (een opening van de inleiding tot een inleidende opening van) “Goed, en met jou?” (een inleiding tot de inleidende opening van)   Zwijgen   Ik laat mijn onachtzaamheid achteloos vallen.   *Mensen vinden het soms noodzakelijk om bij het openen van een gesprek nog eens expliciet te vermelden dat het het openen van een gesprek betreft, dus om het gesprek te openen, een opmerking over het openen van een gesprek, zoals de opmerking dat mensen het soms noodzakelijk vinden om bij het openen van een gesprek nog eens expliciet te vermelden dat het het openen van een gesprek betreft

Robijn Bodijn
27 0

Toiletbezoek

Roosje klikte de deur van het toilet achter zich dicht. Ze neuriede een kinderrijmpje en ijsbeerde wat in het rond. Ze kreeg een warm gevoel en nam plaats op het potje. Hier kon ze onopgemerkt zichzelf zijn. Louise had ze naast zich neergelegd. Het popje lag er roerloos te wachten. Het kind neuriede luider. Hier was toch niemand die haar kon horen, hoopte ze. Dat verlangen verleidde haar nog wat te blijven. Met een diepe zucht plofte ze zich neer op de koude vloer. "Alles goed, Louise?" "We moeten nog even geduld oefenen." Roosje dagdroomde verder weg. Plots rinkelde er een belletje. Driftig stond ze op en griste Louise met zich mee. Ze greep de deurklink bij de lurven en wriemelde eraan. Hier klopte iets niet. Het kind wrong zich in honderden bochten maar de klink werkte niet mee. Ze durfde echter niet te schreeuwen. "We proberen het nog één keer." Vergeefs. Roosje trok zo hard aan de deurklink dat ze die in haar hand terugvond. Met een diepte zucht plofte ze zich neer op de koude vloer. "Huil maar niet, Louise." "Laat jezelf niet hangen." "We kunnen er maar het beste van maken." Ze legde de deurklink naast zich neer en trok het popje dichter bij haar. "Hier zijn we best veilig, geloof me." In haar achterzak vond het kind een zakdoekje. Die gaf ze dan ook aan Louise. "Tel eens tot tien." Enkele tellen later opende Louise al de ogen. Roosje moest hardop lachen. Haar vriendinnetje had dan ook weinig geduld. "Zal ik je een geheim vertellen?" vroeg ze fluisterend aan haar vertrouwelinge. "Ik ben verliefd." Louise staarde verdwaasd naar de deur. Het verwonderde haar schijnbaar niet. "Wist je het al?" Natuurlijk, dacht het kind. Ze trok haar nog wat dichter tegen zich aan. Dit toilet leek wel de veiligste plaats ter wereld. Plots hoorden ze een geritsel tussen toiletpapier. Nieuwsgierig keken de beide die richting uit. Vreemd, dachten ze en gingen verder met hun gesprek. Het toilet verduisterde maar een warme gloed trok over hen heen. Dan zagen ze het. "Kijk, Louise!" Een klein bevreemdend wezen nam plaats op diens vingertop. Het leek gretig deel uit te willen maken van dit gesprek. Het trok, schijnbaar vastberaden, verder over de hand en later de arm van Roosje. Het bleef rusten op diens schouder. Achterover leunend kroop het in haar oorschelp en fluisterde. Roosje en Louise konden niet anders dan hardop te lachen. Wat een prettige pauze. Dan schoot er plots een gedachte door Roosjes hoofd. "Gemene pestkoppen." schrikte ze terug. Het wezentje leek verdwenen. "Het is niet erg, Louise." bemoederde ze haar. Er weerklonk geschreeuw vanuit de verte. "Roosje?" "ROOSJE?" Het kind kroop dieper weg in het toilet. Tot ze moeders stem herkende. "Roosje ..." "Ik ben hier." Ze slaakte een gilletje "Mama!" en nam Louise onder de arm. Moeder sleurde het kind mee naar de wagen. Ze keken nog één keer om naar het toilet.

Robijn Bodijn
0 0

Kater (de kracht van de wenkbrauw)

mijn hersenstam verkaterd pretpark verdraaide molen, dat dronken kind met suikerspin   rolschaatsen schoorvoetend achteruit   vertel me terug naar je dromen keer me wederom, dit porseleinen mensje in een poppenhuis   jouw knutselwerk je prutste maar wat modderde aan verdronken fonteintje slurpende soep   ik was één der verzamelschelpen je deed er nog een schepje bovenop   driemaster op afstandsbediening ankert   in de branding schittert het licht parelmoeren bedrading van verdwaasde zonnevlokken er gaat niets boven je ogen die olievelden in het hart van een orkaan   ik word een zeiler van je fronzen wenkbrauwen als zeewierstruikjes borstelen dit geboetseerde schuitje dat botervlootje waar mens zich in kruimeldeeg verzandt   er zijn overlevenden op dit schuurpapieren land ze drijven in het maagzuur slikken zich een verschot in de ruggengraat dansende aderen drank tot het hen het strot verknijpt   tenen worden straten een verzicht dat voor haardvuur neervlijt   er schokt iets in mijn handen het is kleur en het krijst het sterft en vergrijst donst van schimmelkoorts   overal slingeren slierten droom als lamsvlees krult het om een verroeste werkelijkheid ik wil terugwijzen maar mijn gevingerte verstrikt tot frituursnack   er woedt wat zoals lever in brijzels uitgekraterd braakt over mijn verse spijkerbroek   je wenkbrauwen teren welig op deze hersenstam   ik had er geen zier om gegeven tot je vergat hoe prachtig het wel was

Robijn Bodijn
9 0

Van God en de bergen

De stad sprak tot de bovenlucht. Ze vulden elkaar aan. De wereld was één zoals de stad zich in het water weerspiegeld zag. Er waren geen vragen meer. Toch bleef de burger fronzen.   Onderweg kwam ik de wereld tegen. Ik vroeg "Waar ga je naartoe?", maar hij draaide gewoon lekker rondjes om zijn eigen as. Hij was behoorlijk wispelturig. Daarin benijdde hij God, maar God was dermate groot dat hij nooit in de struiken met het buurmeisje kon spelen.   De verwondering van God werd er niet kleiner op. De raadsels die hij overal ter wereld verborgen had, trokken weg als een wolkenpartij over het wateroppervlak. Zelfs het kleinste kind kon Hem nu ontdekken onder een breekbaar bladerdek. Alsof je snel even met de natte zakdoek, de hemel wegveegt.   Hij werd eerst jaloers op de bergen. Hoeveel ze wogen en hoe hoog ze echter klommen. Ze waren er als trappen naar Hem neergelegd om de overmoedigen te ontmoedigen. God zag echter al snel dat zij die er toch in slaagden hun bergtop te bereiken, vooral op de wereld neerkeken.   Vreemd toch, voor iets waar je al zo lang naar uitgekeken hebt. Maar God was alwijs en hij durfde zich niet langer verwonderen. Dus mat hij zichzelf een stoere houding aan en bekeek zichzelf in het wateroppervlak. Wat hij zag, deed hem niet vreemd voor. Hij zag namelijk het grote niets.   Toen gebeurde er echter iets zeer bijzonders, het kleinste kind tikte hem op de schouder en begon te huilen. Wat nu weer, dacht de goede Huisvader bij zichzelf. Het kind stond terug op en keek argwanend naar God. "Wie bent U, mijnheer? U bent zo lelijk." Dat was het mooiste compliment dat God in jaren had gehoord. Ben ik dan toch mens geworden? Hij kon een glimlach nauwelijks onderdrukken. God en het kind wandelden nog even verder en deelden elkaars grootste geheimen als twee puberende buurmeisjes.   Toen Hij terug aankwam bij de hemel schrok hij toch wel een beetje. Enkele onvermoeibare stervelingen waren zijn Huis binnengedrongen en vochten om de Troon. Dat bladgouden rotding, dacht God bij zichzelf. Dat gebruik ik nauwelijks nog.   God bood de stervelingen iets te drinken aan. De eerste bestelde een pintje en de ander een vruchtensap, van het ergste soort. De engel achter de toog keek verbaasd naar God. Sinds wanneer nodigde hij stervelingen uit in zijn persoonlijke vertrekken? Mogelijk wordt God toch wat te oud voor dit werk, dacht ze bij zichzelf.   Toen de laatste sterveling zijn vruchtensapje verorberde, keek hij al even verbaasd naar God. "Waarom frons je, burger?" vroeg God op zijn beurt. "Dit smaakt naar het niets", opperde de burger. "Het grote Niets?" vroeg God. Ze bulderlachten nog wat.   God was echter met zijn gedachten elders. Toch was Hij gelukkig de stervelingen beter te leren kennen. Wat zou hij anders weer met zijn dag moeten aanvangen, nu hij niet meer in de wereld mocht ingrijpen sinds de scheiding van Kerk en Staat. Hij had alle Bijbels op het toilet al uitgelezen.   Soms dacht hij nog terug aan het kleinste kind. Hij wou haar graag op de wereld bezoeken, maar was bang dat hij een al te almachtige indruk na zou laten. Wat moesten haar ouders wel niet denken? Daarenboven moest Hij zich ook dringend klaarmaken voor het bezoek van zijn zoon Jezus. Hij droeg de engelen op het Huis proper te maken.   De stem van het kleinste kind schrok even terug. Alle kinderen om haar heen waren vol aandacht voor haar verhaal. "Is God dan ook maar een mens?", durfde toch iemand te vragen.   Ze twijfelde. "Nee, hij is veel vriendelijker." De groep knikte goedkeurend. Kan ik later ook een God worden, opperde de stoerste jongen van de klas. Het kleinste kind had hem graag als vriendje gehad. Voor mijn part wel, voegde ze er snel aan toe. De bel rinkelde zoals nooit tevoren. In de klas dacht het kleinste kind terug aan haar verhaal, God en de stoerste jongen.   Uiteindelijk kwam ze tot het besluit dat haar verhaal het enige was wat ze had.

Robijn Bodijn
8 0

Is er daar nog iemand in leven? Titanic, een essay over de Atlantische Oceaan. Romantiek in een postmoderne wereld.

http://www.imdb.com/title/tt0120338/quotes https://plato.stanford.edu/entries/postmodernism/#6   Toen Titanic in 1912, op een bitterkoude lentenacht, voor het eerst zijn neus letterlijk aan het venster stak, moet dit voor de aanwezige toeschouwers redelijk postmodernistisch hebben geleken (rekening houdend met de beperkingen van mijn menselijk voorstellingsvermogen). Hun schip van (westerse) dromen, eerst naar de bovenlucht en vervolgens (toen het soortelijk gewicht van diezelfde dromen ondraagbaar werd) ten gronde gericht. Het merendeel van diezelfde toeschouwers dreven echter, in hun redelijk comfortabele reddingsbootjes, vanzelf terug naar hun modernistische welvaartssamenleving. Meer nog, de morgen zag er voor hen nog veel Amerikaanser en rooskleuriger uit. Voor de meer betrokken acteurs moet het werkelijk een andere ervaring zijn geweest. Of zagen zij de werkelijkheid dermate onder hun voeten weggetrokken dat het ook voor hun een droom werd? Een droom waaruit sommigen nooit meer wakker zouden worden? Of was de dood in dit geval een beter vooruitzicht dan het proberen overleven? Waarom bleven zovelen onder hen dan vergeefs spartelen? Hadden ze ooit anders gedaan? Was de ervaring voor de toeschouwers dan wel zo geruststellend? Zagen ook zij hun vertrouwde wereldbeeld niet even als een warme sprei van hun tengere ledematen weggetrokken? Of was het net een aanvaring met een veel grotere maar ontkenbare waarheid? Een waarheid die ze net iets minder makkelijk zouden wegknipperen? Of een bevestiging van hun overmacht? Als zelfs een ijsberg hun niet kon overwinnen? Waarom was de Titaan dan net gezonken? En waarom zonk hij net in 1997 opnieuw?  Welke dromen werden toen als een ijsschots verbrijzeld? Welke dromen werden toen net weer in volle glorie onthaald als het schip zelf meer dan tachtig jaar geleden? Waarom duikt de mens naar zijn verleden? Omdat het hem blijft vervelen of omdat hij nood heeft aan een herwaardering van zijn leven? We onderzoeken het aan de hand van quotes uit de betreffende blockbuster. Robert Hitchins: You don't understand. If we go back, they'll swamp the boat, they'll pull us right down, I'm tellin' you! Molly Brown: Knock it off. You're scaring me. C'mon girls! Grab an oar, let's go! Robert Hitchins: Are you out of your mind? We're in the middle of the North Atlantic! Now do you people want to live, or do you want to die? Molly Brown: I don't understand a one of you. What's the matter with ya? It's your men out there! There's plenty o' room for more! Robert Hitchins: And there'll be one less on this boat, if you don't shut that hole in your face! Kierkegaard beschrijft de moderne samenleving als een netwerk van sociale relaties waarin individuen worden geordend in een abstracte verschijning, “het publiek”. Individuen echter, oppert Kierkegaard, kunnen nooit worden verenigd in een werkelijke gebeurtenis. In die zin is de samenleving een verwerkelijking van abstract denken geworden, verenigd door een kunstmatig medium sprekend voor iedereen en niemand. We kunnen het ons enkel proberen voor te stellen. Vele jaren later wijst Titanic ons nog steeds op de beperkingen van dat vermogen. Evenveel jaren later, verscheurt het ons echter niet meer. Titanic was een vreselijke gebeurtenis. Zelfs over de onrechtvaardigheid ervan, lijken rijk en arm het vandaag eens. We zijn het kunstmatig medium geworden. Maar wat als er vandaag wederom een Titanic zinkt? Zal hij dan nog tot iemand spreken? Vermoedelijk wel. Hij zal tot ons spreken als in een reddingsbootje op meer dan veilige afstand, als een blockbuster in de bioscoop. De beperking van ons voorstellingsvermogen is dat we onze beperkingen niet kunnen voorstellen. Onze geest is een Europa geworden, schijnbaar onbegrensd, en later een oceaan, een werkelijk niemandsland dat evenzeer wordt onderverdeeld. Voor Marx, anderzijds, verliezen voorwerpen hun werkelijke waarde door hun ruilwaarde. Dit is de ontwerkelijking. Een voorwerp vergaat het dus als zout water: het heeft geen werkelijke waarde, maar wordt “geabsorbeerd in het netwerk van sociale relaties”. Hierdoor “verliest het zijn identiteit”, ‘verwatert’ het. Nietzsche merkt op dat het onderscheid tussen de werkelijke en de schijnbare wereld verloren is.  Enkel Dionysus, de God van de huivering, kan de vervreemding van de natuur doorbreken. Wetenschap is gegrond in bevroren Apolloniaanse voorstellingen. Maar wat als de natuur op zich evenzeer een ijsberg wordt? De Titanic was, meer dan een aanvaring tussen de voorstellingen van de geest en de schijnbaar huiveringwekkende natuur, de innerlijke verscheuring van ons schip van dromen. Niet zozeer onze voorstellingen waren bevroren, maar de natuur waarin we ons verkeerden. Dat maakte de natuur die nacht dermate huiveringwekkend. Ze wees ons, in haar wetmatigheid, op de beperkingen van ons eigen redeneer- en voorstellingsvermogen. De natuur had, ook vele jaren na de geboorte van de mens, nog steeds gelijk. Het schip van dromen stierf een schreeuwachtige dood op de Atlantische Oceaan. Of was het toch een menselijke fout? Wat huiveringwekkender is, is dat de natuur die nacht zo min nodig had om zo genadeloos te straffen. Dat is exact het menselijk leven, met een dermate kleine foutenmarge. Sommigen echter, lijken hieraan keer op keer te ontkomen, “en het zijn niet toevallig steeds dezelfde”. Dat is wat rijkdom oplevert, de beperking van de foutenmarge. Maar in elk geval worden er anderen voor geslachtofferd. Mensen(!) spartelden tot ter dood omdat anderen meer op hun dek zouden kunnen paraderen. De waarheid van Titanic bleef dat op het schip van dromen, een minderheid kan overleven. Old Rose: It was the ship of dreams to everyone else. To me it was a slave ship, taking me back to America in chains. Outwardly, I was everything a well brought up girl should be. Inside, I was screaming. Ook arbeiders ervaren deze ontwerkelijking, oppert Marx, omdat de voorwerpen product zijn van hun arbeid. Ze verliezen hun natuur in het verwerkelijken van zichzelf. Dit is het moment om Titanic even achter ons te laten en niet vergeefs het verleden proberen op te duiken. Arbeiders en moderne slaven zagen inderdaad ergens ver weg van huis hun werk en/of leven verloren gaan, terwijl het merendeel hun moderne meesters deze slag zou overleven. Maar was het echter nooit hun werk geweest? Ik ben overtuigd van wel. Laten we van Titanic vooral géén reddingsbootje maken! Wederom worden we gewezen op onze beperkingen (maar evenzeer op de mogelijkheden hiervan). De moderne arbeider is meer dan een timmerman. Hij is een prachtvoorbeeld van gezamenlijke kracht. Titanic werd niet gebouwd door een verzameling van moderne slaven, maar door één vakman, de moderne arbeider. Zelfs de grootste systeemdenkers maakten de menselijke fout de samenleving als een Antiek profeet met een ijsberg te bedreigen en ze vervolgens achteruit te laten keren. Daarom is dit meer dan verkoperspraat, in een samenleving waar ruilwaarde heerst, speelt de arme evenzeer poker, maar worden winnen en/ of verliezen een even tastbaar iets. Onderwerp je overtuigingen dus nooit aan hun ruilwaarde voor (on)rechtvaardigheid. (On)rechtvaardigheid wordt, zoals de ruilwaarde, door de rijken bepaald. Zoek evenmin naar een vertrouwd wereldbeeld op bitterkoude lentenacht. Verlaat deze wereld als een vuurpijl die die lucht inschiet. Als je schip van dromen zinkt en ieder reddingsbootje je achterlaat, spartel dan niet verder in zelfmedelijden, maar bestijg het zinkende schip en spring op het juiste moment. Schenk je laatste hoop aan de vrouw van je dromen en sterf. Maak van een willekeurig moment dat van jou. Overheers de wetmatigheid van de natuur door je overlevingsdrang op een stuk hout aan te bieden. Wat ben je echter met een Jezusmoraal als je letterlijk crepeert van de koude? Jezus had toch het vooruitzicht op een net iets warmere hemel? Op dergelijk moment is die moraal het enige wat je hebt. En wat dan gezegd van Rose? Waarom moest die rijke trut dan wel overleven? Rose: I love you, Jack. Jack: Don't you do that, don't say your good-byes. Not yet, do you understand me? Rose: I'm so cold. Jack: Listen, Rose. You're gonna get out of here, you're gonna go on and you're gonna make lots of babies, and you're gonna watch them grow. You're gonna die an old... an old lady warm in her bed, not here, not this night. Not like this, do you understand me? Rose: I can't feel my body. Jack: Winning that ticket, Rose, was the best thing that ever happened to me... it brought me to you. And I'm thankful for that, Rose. I'm thankful. You must do me this honor. Promise me you'll survive. That you won't give up, no matter what happens, no matter how hopeless. Promise me now, Rose, and never let go of that promise. Rose: I promise. Jack: Never let go. Rose: I'll never let go, Jack. I'll never let go. I promise. Jack stierf een gelukkig man. Al was het maar bij één iemand (en dan nog wel de vrouw van zijn dromen) en die verduivelde Molly Brown gebleven, heeft zijn onrechtvaardigheid iemand overtuiging gegeven. Niet in ruilwaarde, Rose zou hem en zijn dood heugen voor haar nog lange leven, maar wel evenveel als Rose hemzelf teruggaf. Zij had hem namelijk hoop gegeven, toen hij haar voor het eerst zag, en nu meer dan ooit. Dat was op zich al een revolutie voor een anders zo vertrouwd wereldbeeld. Toen Titanic in 1997 wederom zonk, gebeurde dit om dezelfde reden. Er was nood aan hoop. Deze keer, echter, was de wereld niet verscheurd, maar verbrijzeld. Waarom kon de liefde, en ik spreek het woord voor de eerste keer uit, dit lijmen? Voelde de mens zich in 1997 zo verloren dat hij de liefde als laatste hoop zag? Ik ben overtuigd van wel, en nog steeds. Gelukkig dreigt niet voor iedereen de verdrinkingsdood. Vandaag worden de ijsbergen echter gesmolten. Wat gebeurd er met de wereld als hij verandert in zout water, in niemandsland? Zal dan er dan nog een held zijn die zijn overlevingskansen slachtoffert voor een andermans welvaart? Het gebeurt dagelijks. Het gebeurt evenzeer dat mensen hier over de rand van haar westerse schip van dromen willen klimmen. Rose wou zich slachtofferen voor de hypocrisie. Jack wou haar belonen voor haar overmoed. Als toeschouwer van Titanic voel ik mij minder eenzaam als drenkeling in deze oceaan van mensen. Niet iedereen staat echter met zijn rug tegen de muur zoals Rose. Niet iedereen heeft de hand van Jack nodig om terug over de rand te klimmen. Evenmin staat voor iedereen van ons een reddingsbootje klaar. Het zal eerder een cruiseschip zijn. Waarom voelen we ons dan drenkeling? Omdat we het verleden opduiken tot we niet meer boven water zullen komen. Liefde is werkelijk, daar moet geen schip voor zinken.

Robijn Bodijn
33 0

Ik wou dat je hier was (dromen zonder perspectief)

Er was een pubermeisje zonder hond. Ze was voorbestemd om later niet kinderloos te worden en droeg haar borstjes op de hand alsof het poppen waren. Soms bad ze tot de heer haar Vader om groter speelgoed maar kreeg ze een wagentje om haar zusjes in rond te rijden. Ze werd echter zo gekoesterd. Door kroegen verduisterde oudere mannen staarden haar aan en dichters zoals mij. Ze was nooit der weeskinderen geweest. Tot vandaag had ze zelfs nog nooit van een moeder gehoord.   Ze had vooral haar eigen dromen, van de naarste soort. Op een dagje ouder stond er een woordenaar aan haar bed. Hij droeg haar stomdronken naar Dromenland en een bloemlezing uit balkonpoëzie voor. Ze weigerde het aanbod niet maar toen hij over verloren liefdes sprak weerklonk dit als een moeder die een vrijpartij verstoorde. De moeder was echter even verbaasd als henzelf. Maar goed, gezien vooral moeders de macht hebben de wereld te veranderen door deuren te openen.   Dan kwam een vader op het podium. Hij speelde zijn stomdronken zelf. Hun wereld stortte in als een overschrijving met een doktershandschrift maar zelfs dokters kunnen enkel aanraden alvorens ze psychiater worden. “Wat studeer jij?” vroeg hij, schijnbaar niet vanuit de hoogte. Ik probeerde vanonder de indruk weg te kruipen. Het kinderwagentje rolde schijnbaar ongewild van het podium. “Ik werk aan mezelf.”   Er was ook een jongetje zonder dromen. Het hield zijn vader bij de hand als een speelgoedmensje dat vergeefs achter zijn speelgoedtreintje aanrent. Desondanks verwachtte het wijsgeer te worden. Soms sloeg het met zijn vuistje op een tafel in zijn bovenkamertje. Er gebeurde echter niets.   Verder waren er nog de ouderen op de bus. Je hoorde er vanzelfsprekend niets meer van. Ze waren voortdurend aan het wachten, zelfs als ze op tijd op hun werk waren. Tot uiteindelijk Niemand sprak. Het waren zijn zo goed als laatste woorden, maar zoals het hoorde weerklonken ze voor de eerste keer. Ze waren zo goed dat hij ze wel moest uitstellen tot ze uiteindelijk te laat waren. Hij staarde zo beschuldigend naar zijn publiek tot ze wel moesten vaststellen dat zij het waren die te lang hadden gewacht.   Uiteindelijk strompelde hij stomdronken van het podium zoals zijn vader hem destijds verhaaltjes voorlas. Zo was er het verhaaltje van een stomdronken vader die destijds verhaaltjes voorlas. Hij kreeg het van een pubermeisje dat zo onzeker was dat ze zelfs haar driften had verzekerd. Ik geloofde haar zolang het duurde en het duurde even lang als de zo goed als laatste woorden van een man die nog niet op sterven lag.   Maar goed dat er evenzeer geluisterd werd. Er waren wel mannen zonder woorden achteraf of dichters met honden. Er was wel een goedgelovige die niet in iedereen heer de Vader of moeder de Genadige zag. Er was wel een weeskind dat het beter kon vertellen, zo goed dat je zo goed als geloofde dat het een weeskind was.   Wat betreft de dichter, er zou zich wel iemand voor zijn verhaaltje in de handen wrijven als verkleumde handen voor een gierige spaarlamp. Zoals ook eender welke verkleumde hand hem na zijn optreden zou verzoeken tot het benadrukken van elkanders zelfbeeld, groot uitgevallen als zijn mantel, maar minder ongewild.   Er zou wel iemand zijn die wou dat ik hier was en niet ginder, was het nu een moeder die ’s avonds vergeefs uit haar venster staarde of een overjaars pubermeisje dat haar werk niet alleen kreeg geklaard.   Uiteindelijk moest ik aanbellen. In de deuropening ontwaarde ik een moederfiguur. Het was echter mijn moeder. Ik was een jongetje met een kater. Ik kroop naar mijn bovenkamer als een ratje door de muur. Ginder sloeg ik met mijn hoofdje op een tafel als een jongensvuistje.

Robijn Bodijn
15 0

Stomdronken tromgeroffel en meer alledaagse strijkers

Strijkers in de poetshulpwinkel verheffen het dagelijks leven tot kunst. Er ritselt iets door de blaren van de overheidsambtenaar. Zal het vanavond gebeuren? “De vervolmaking van de wereld?” vraagt iemand nog. Maar het is al veel te laat. Er ritselt iets door de blaren van de overheidsambtenaar. In elke koffiefilter groeit nu een boompje. Een druivelaar scheert rakelings mijn kamervenster. In de stad hangt nog steeds die vervelende geur waarvan van niemand ooit de oorsprong heeft gekend. Vandaag staat het minder dan ooit in de sterren geschreven. Maar een houtwurm woekert in mijn dagelijkse krant. Enkelingen storten zich al ter aarde vanop zekere hoogte. Hun beenafstand meer bepaald. Maar goed, ik heb ze nooit anders gekend, de voortrekkers. Ze sleuren ons mee aan hun touw van eetbare zijde. Hoe meer volgers op het Facebookschip, hoe meer drenkelingen. In de klas durft een dapper maar overijverig jongetje een vraag te opperen. “Meester, wat gebeurt hier?” een schriel vingertje daadkrachtig het grote niets op zijn overgrote atlas aanwijzend. “Daar trekken we op excursie, mijn kind.” Hij kijkt nog even in het rond om meer vragen de wortel uit te knippen. Bartje zwaait trots met het schaartje in zijn handen. “Weet U meer, meester?” “Natuurlijk, daar zijn meesters voor, kinderen bij te leren.” “Kan ik dan mijn vrijheid terugwinnen?” vraagt kleine Bart. “Dan zal je door het venster moeten, vrees ik.” Bartje keek bevreesd naar de gekscherende druivelaar. Het leek alsof hij daadkrachtig een schriel vingertje naar hem uitstrekte. En Bartje trok de wereld in. Er was niets te groot voor kleine Bart. Alles leek wel op maat gemaakt door een goddelijke schepper. Aan zijn hand vond hij het dappere jongetje. “Mag ik mee naar de vervolmaking van de wereld?” “Laat mijn hand niet los tot ik het zeg.” antwoordde Bartje vastberaden zoals iedereen hem kende. Toen kwamen ze bij een enorm verkeerslicht. “Het …” Het dappere jongetje liet los. “Het is groen.” wou kleine Bart nog zeggen. Maar spreken kon hij niet meer. Overal waar hij kon zien was er bewustzijn.   Het dappere jongetje was verloren. Strijkers in de poetshulpwinkel verheffen het dagelijks leven tot kunst. Maar dat vond hij niet al te serieus. Hij keek op. “Mama, ik wil wijsgeer worden.”

Robijn Bodijn
16 0

Schriftuur voor een droom

(zij liggen - aan een inham verborgen - bovenop de bedding - te genieten; hun verstrengelde lichamen - onderbrekend - het spontane beloop van de vloed)   (ergens vanuit de struiken - onderga ik - het schouwspel - merk ik op - haar versteende masker - of wat het ook - voor de jongen - verbergt - nu eens verder - dan weer dichter - bij haar gelaat; onder het masker - haar opgestroopte huid - van vele vuren - het nalatenschap; teruggeschrokken voor de brandende zon)   (mijn beeld - onscherp en verduisterd - als een film - verloren voor ons gezamenlijk geheugen; Engelstalige woorden en Nederlandstalige ondertitels)   “een bloem” (merkt ze op - of iets dergelijks - werd onduidelijk nadat alles wakker werd; jongen buigt zich over haar en de bedding - alsof hij haar uiteindelijk - vasthouden zou)   (ergens vanuit de struiken - maak ik - steeds meer - deel uit van het schouwspel; jongen strekt vinger - als een onhandig buitenaards wezen - naar haar gelaat; kleine maar bevrezende insecten - bewegen zich - met minder gelijkmatige lichamen - in evenwijdige paden - van zijn schouder - over zijn arm - troepen samen aan zijn vingeruiteinde)   “wat zijn dat?” (vraagt ze - met verheven Engelstalige stem)   “Nutes” (antwoordt de jongen - zo verzachtend mogelijk - gegroeid uit zijn Engelstalige verbastering van ‘tuinen’ - waar ze - zo vaak mogelijk - in toefden; het gebaar - gebroken als dit schrijfhout - inwaarts - uitwaarts)   (hoewel ik - probeer te begrijpen hoe het - verder afliep - worden - eerst mijn vingeruiteinde - dan mijn arm - vervolgens mijn volledige lichaam - meegesleurd - in mijn ontwakende bewustzijn)   (haar bloem verzinkt - verder in de arme ondergrond - een vroeggeboren vrucht - verdroogt in mijn handen; ik vertrouw de droom - aan dit gebladerte; onversproken - tot nu)

Robijn Bodijn
12 0

De Wachtkamer (als tijd verstarde onder ongedurige ogen en haar belerende wijzers werden overtroffen door alvermorzelend tandengeknars)

Er waren klokslagen waarop ogen verduisterden als schuchtere vensters in parallelle straten, beschouwingen zich naar de haard strekten en een dovend gesprek vergeefs de vlam probeerden in te blazen. Muren speelden onze waanvoorstellingen als schaduwen uit.   Er was niets fluisterenders dan het zwijgen. Deze uitdrukkingsloze vloer werd een bevroren ondergrond waar voeten hulpeloos op schaatsten, verveling een weerbarstig vuur die onze levensdrift de lucht afsneed en vereenzaming de harteloze wind die zich inwaarts keerde.   Terwijl de duisternis woekerde, verteerde verkunsteld licht de gebroken bespiegelingen van ieders verdronken ogen. Ik veegde de fronzen van mijn verzuchtende hoofdhuid, terwijl koelbloedigheid verkrampte tot de verscheurde zweetprop in mijn handen en spanning zich verdrukte onder mijn roerige vingers.   Dit getouwtrek van ongesproken woorden had zelfs de meest veerkrachtige tongen verstrikt. Mijn geest verborg zich onder tengere oogleden als een zwerver onder een gekrompen sprei, mijn tenen verzochten elkaars warmte als grootouders met vergroeide benen.   Sommigen waren er naakt geboren, in dit land zo begrensd dat het eindeloos werd. Vaders wervelden door deze kamer als goudvissen zonder eetlust. Er waren er die het wachten willen verschreeuwen, maar hun onrust werd tot twijfel aan het oppervlak. Moeder verzamelde nauwkeurig haar stemkracht voor de uitbarsting van het moment. “Tijd is geld, maar wordt zonder ons evenzeer nageteld.” Haar hand probeerde me te begrijpen, terwijl de verzoute waarheid zich aan haar sprekende lippen onttrok.   Iedereen trof zijn manier om zonder waarom verder te gaan.

Robijn Bodijn
3 0