Vaderverlies

13 sep 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

"Geloof jij erin?" vraag ik haar met rooddoorlopen ogen. Ze kijkt me vragend aan. "Dat er iets is na de dood", leg ik haar uit. Femke slaakt een diepe zucht, alsof ze vermoeid is door het horen van de vraag. "Ik heb er nooit echt bij stilgestaan", vertelt ze me enigszins verontschuldigd. Het is even stil tussen ons. Afwezig trek ik het donsdeken wat hoger over mijn knieën. "Bedankt dat ik zo laat nog mocht komen", breek ik de stilte. "Och, meid toch", klinkt het en ze pakt me stevig vast. Sinds jaar en dag zijn Femke en ik de beste vriendinnen. Haar warme aanraking zorgt ervoor dat ik mijn tranen niet langer kan bedwingen. Langzaam voel ik hoe mijn ogen zich vullen met water en hoe mijn zicht beetje bij beetje verdwijnt. De warme druppels vinden langs mijn wangen een weg naar beneden.

Ik realiseer me dat ik Femke een uur geleden opbelde om samen te praten, te huilen, in de hoop dat iets me beter zou doen voelen. Maar zelfs in haar aanwezigheid is het laatste sprankeltje hoop volledig verdwenen. Hoe kan ik mij hier verdomme ooit over heen zetten? Hoe kan het nu ooit nog goedkomen met mij? Voor het eerst vandaag voel ik geen druk om te vechten tegen de tranen die zich in mijn ogen vormen. Na die vreselijke chaotische uren, kan ik mijn emoties nu eindelijk de vrije loop laten. Minutenlang rust haar hand op mijn rug en baant het zich een weg van de ene schouder naar de andere en terug. Het simpele gebaar zorgt ervoor dat ik weer tot mezelf kom en mijn tranen weet op te bergen.

Ik ga op mijn rug liggen op het bed en kijk haar zuchtend aan. Haar trillende onderlip verraadt dat ze alles het liefst zelf zou uitroepen tot ze zich beter voelt, maar ik weet dat ze zich sterk houdt voor mij. "Ga je wat kunnen slapen vannacht, denk je?" klinkt het, terwijl ze haar hoofd in mijn richting draait. Ik haal mijn schouders twijfelachtig op. Mijn gedachten zijn amper bij te houden, ik krijg de ene flashback na de andere voor mijn ogen. Zal ik hem echt nooit meer zien? Opnieuw voel ik een krop in mijn keel, maar ik doe er alles aan om die tegen te houden. Je hebt al genoeg geweend vandaag, zeg ik tegen mezelf. Herpak je. Hoewel ik de voorbije vijf dagen geen oog heb dichtgedaan op het festival, voel ik dat ik ook vannacht de slaap niet zal vatten. Er is te veel om over na te denken, te veel herinneringen die ik moet vasthouden zodat ik ze niet zal vergeten. En morgen? Hoe zal morgen verlopen? Het nieuws zal hier wel snel de ronde doen.

"Waar denk je aan?" vraagt Femke plots. "Ik ben wat bang voor morgen", antwoord ik eerlijk. "Wie moet ik laten weten wat er is gebeurd? Hoe ga ik de dag doorkomen?" Ze hoort de oprechte schrik in mijn stem. "Zorg jij er maar voor dat je vannacht wat kan slapen, lieverd. Er zijn genoeg mensen die je morgen de dag door zullen helpen, laat dat maar aan ons over." Met die woorden tovert ze een lichte glimlach op mijn mond. Ze heeft gelijk, ik sta er inderdaad niet alleen voor. Ik denk aan mijn moeder en mijn 18-jarige broer, die zich ongetwijfeld even verloren voelen als ik op dit moment. Terwijl Femke het licht uitdoet en naast me in haar tweepersoonsbed kruipt, sluit ik mijn ogen. Ik ban alle gedachten uit mijn hoofd zodat ik even rust en leegte kan vinden. "Bedankt voor alles", fluister ik na enige tijd. "Alles komt goed", fluistert Femke terug met een bepaalde trilling in haar stem die erop wijst dat een eerste traan uit haar oog is ontsnapt.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

13 sep 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket