VDAB: wat een soep
Samen sterk?
17 oktober 2016, 14u30. Door de gutsende regen kom ik drijfnat en vol verwachting aan bij de VDAB. Ik heb een eerste afspraak met Laure, mijn 7de GTB-trajectbegeleidster in 7 jaar. Kom ik vandaag dichter bij de job van mijn leven?
In eigen werk
Samen sterk in werk. Zal Laure de slogan van haar werkgever waarmaken? Voor mij, werkzoekende met een handicap? Of voor zichzelf? Haar voorgangers serveren altijd dezelfde smakeloze soep. Beetje Maggi(e) erbij? Ik proef geen verschil. Ik blijf op mijn honger zitten. Zelf koken geeft me meer ongelukken dan maaltijden. Doodgaan van de honger? Daar ben ik te levenslustig voor. Hulp bij het koken: dat lijkt me wel wat.
Aan tafel met Laure grijp ik mijn kans. Ik bespreek meteen mijn lievelingsmenu: een werkweek tot 20u bij één of meerdere werkgevers. Kijken en luisteren. Informatie delen, schrijven of spreken met en voor mensen: da’s mijn ding. Ik wil inspireren en vooruit helpen.
Een werkstage georganiseerd door de VDAB? Geweigerd. Ik werk 1 dag per week. 1 dag te veel.
Al 15 jaar ben ik administratief medewerkster. Ik factureer schade en registreer verblijfsgegevens bij een vakantiedomein. Ik kan en wil meer.
Zeg ik mijn vast contract van 8u per week op, dan pas ik perfect in het profiel dat VDAB voor ogen heeft. Garandeert stage en begeleiding van VDAB mij een job van meer dan 8u per week?
Met grote ogen kijkt Laure me aan. “Vrijwilligerswerk?” probeert ze. “Het levert werkervaring en je toont wat je kan”. “Doe ik” antwoord ik. Eén voormiddag per week help ik vrijwillig aan de inschrijfkiosk van het ziekenhuis. Met mijn aanwijzingen registreren patiënten zich voor hun afspraak bij de dokter. Solliciteren bij het ziekenhuis? Doe ik. Bij elke passende vacature opnieuw. Nooit iets van gehoord. Ondertussen staat er wel een pas aangeworven onthaalmedewerkster aan de kiosk naast die van mij. Wat heeft zij meer dan ik? Uiteraard 2 benen die het doen. En verder? Ik zie bij Laure de moed in haar schoenen zakken.
Het ziekenhuis voert een nieuw systeem in voor parkeren met de blauwe parkeerkaart voor mensen met een handicap. Terwijl ik aan de inschrijfkiosk help, hoor ik de receptioniste sakkeren. Het invoeren van de gegevens van de parkeerkaart neemt veel tijd in beslag. Ze komt niet meer aan haar andere taken toe. Misschien zitten daar wel werkuren in voor mij? bedenk ik me luidop.
Ik vraag Laure of ze een afspraak maakt met de personeelsdienst van het ziekenhuis om een stage als onthaalmedewerkster of receptioniste te bespreken.
“Ja” zegt Laure. Ik denk dat ik haar niet goed versta en vraag om haar antwoord te herhalen. Ja, ik hoor het goed: “ja”. Samen sterk in werk.
Vandaag, 28 november, nog niks gehoord van Laure of het ziekenhuis. Wel van uitzendbureaus. Enthousiast bellen ze me op: “Of ik nog werk zoek?”. Ik, even enthousiast: ”Ja”. Een beetje voorzichtig voeg ik eraan toe: “Je hebt gelezen dat ik rolstoelgebruiker ben en deeltijds werk zoek?” Keer op keer stilte aan de andere kant van de lijn, gevolgd door gestamel: "Oei, nee, niet gezien".
Samen sterk in eigen werk. De slogans van VDAB en haar commerciële collega’s houden vooral zichzelf in stand.
U begrijpt dat
“Juffrouw, u begrijpt dat ik geen muren ga uitbreken om een lift of toegankelijk toilet te installeren?” is het antwoord van meer dan één personeelsverantwoordelijke tijdens mijn sollicitatiegesprekken.
Cijfers & letters
Ook GIBO en VOP overtuigen niet om me aan te werven. Heb jij er al van gehoord, van GIBO en VOP? Het zijn maatregelen recht uit de soep van de VDAB gevist. Soep die niet smaakt, verkoopt niet. Beseft de VDAB voldoende wat werkgevers nodig hebben?
Als ik me in de schoenen van werkgevers verplaats dan kom ik hier op uit: tijd kost geld. Een loonsubsidie maakt die tijd niet goed. De GIBO is een interne beroepsopleiding op de werkvloer, gekoppeld aan een arbeidscontract. Tijdens de opleidingsperiode ervaart de werkgever hoe goed ik pas in het profiel dat hij nodig heeft. Details komen in beeld: kan ik overweg met de mastodont van een printer/kopieermachine waar ik nauwelijks overheen kan kijken? Ja hoor, al duren mijn handelingen net iets langer.
Om dat en ander rendementsverlies te compenseren, bestaat de VOP. De VOP dient tot in ’t kleinste kamertje: mijn collega en ik gaan op hetzelfde moment naar het toilet. Terwijl ik haar de wc hoor doorspoelen, zit ik er net op. Met een gemiddelde loonsubsidie van 50% ben ik naar alle waarschijnlijkheid één van de goedkoopste werknemers met een bachelor-diploma. Op zoek naar werk. Het doet me denken aan het aantal dure en minder dure auto’s op onze wegen: hoewel een Dacia Logan een betaalbare auto is, zie ik hem weinig rijden. Het aantal Mercedessen dat ik onderweg tegenkom, kan ik niet op 2 handen tellen.
Like & share
Ben jij een werkgever die positieve ervaringen heeft met een werknemer met een lichamelijke beperking? Met een GIBO of een VOP? Deel die ervaring met je zakenpartners, werkgeversorganisatie, de VDAB, de redactie van deze column…
Wie weet, vind ik zo mijn toekomstige werkgever? Of hij mij. Samen sterk in werk, toch?