Hoe je je lippen zacht uiteen
ademt met een zucht,
zo licht dat zelfs een zomerbries
jaloers op je zou zijn.
Hoe je je blik neder vlijt
zoals een bij een bloem bestrijkt
- luchtig lichtgeraakt -
de nectar binnenzuigt.
Hoe je je vingers toetsend
huppelt over mijn wang,
mijn mond besluipt
die voor jou open wijkt.
Hoe je zwijgend kreten slaakt,
mijn hart bewoont als een eiland
dat jij toevallig hebt ontdekt
- de wereld een verloren tijd.