als een zalm wil ik de waterval op
naar de tragere bovenstroom
langs de berenklauw
voor het bevel blijf ik doof
de kromme wet is dode letter
en ja-knikkers slikken hun moed in
minister betekent ‘dienaar’
en premier ‘de eerste onder zijn gelijken’
ik grom om mijn stem te oefenen
ver van de sloppen spelen magnaten schaak
ik wil een bord met meer velden, als een pion
de overkant halen, mezelf inruilen voor een dame
ik wil de gifbeker leeggieten
en Socrates klare wijn inschenken
om hem de krampen te besparen
de prop van de mensenrechten
wil ik uit de papiermand vissen
met gewassen handen gladstrijken