Waarom ik u nooit
heb gekust toen
ik het wilde
pas toen mijn liefde
door mijn meisjeshuid verdampt
en ik in van dat ijle schuldgevoel
waar geen alleengelaten
hart zich ooit nog aan verwarmt
Hoe lam legt angst
ons in haar diepte neer
bepaalt ons
bochtig banen door de tijd
het is geen kwestie van de ware
of van voorbestemd
het is hoe strak het touw zit en
hoe hard het snijdt
Wij zijn al lang geen
zeventien meer en verliefd
en toch ontwar ik nog
wat kleeft van vroeger aan mijn wanden
dat schuwe hart
- al hoeft de straf niet levenslang -
voor altijd schuldig aan verzuim
en zoekend naar genade
en uw milde, milde handen