Wachten

25 apr 2020 · 1 keer gelezen · 0 keer geliket

Zoals elke dag stond ze daar. Haar jurk was rafelig en dun. Ze droeg zelden een jas.

Ze wachtte. Op wat ze wachtte wist niemand. De mensen hadden het haar wel eens gevraagd. Dan haalde ze haar schouders op. Ze waren er mee opgehouden het te vragen. Ze wist het zelf ook niet meer zo goed.

Alleen haar voeten, die wisten het nog. Die droegen haar, elke dag weer, van haar huis naar het water. Daar stond ze dan een tijd.
Soms kwam er een schip. Dan wist ze het weer, en keek of hij van boord zou stappen.

Maar ze wist niet of ze hem nog zou herkennen. Hij was knap, gespierd en bruin. Hij had een diepe stem. Die hoorde ze nog steeds in haar hoofd. Tot volgende week, zei hij dan. Dat zei hij elke keer. Ze telde de dagen van de week. Ze telde de weken, de maanden, de jaren, tot ze de tel kwijtraakte.

Alleen haar voeten, die raakten de tel niet kwijt. 837 stappen naar het water. 996 terug, dan liep ze langs de winkel. Ze dekte de tafel voor twee. Hij zou wel honger hebben als hij thuiskwam, na zo een lange week.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

25 apr 2020 · 1 keer gelezen · 0 keer geliket