Het leven loopt in strepen maar de krekel was in springen thuis. Die dag koos hij voor zijn gouden sokjes, richtte zijn antennes en stuurde in een code die enkel zij begrijpen kon: de blauwe lucht doet me tranen, vandaag spring ik naar de zon
Zij zag nog net de gouden twinkeling als een dovende glimworm achter de horizon verdwijnen. En ze verspilde geen tranen aan momenten die al versprongen waren, maar met het staren in de zon liep de tijd met dikke druppels over haar wangen tot ze opnieuw verdronk in dromen (over zinkende huizen en verzuipen in zoenen)