Weg voor altijd

Imane
31 mei 2021 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Tara keek naar links en hoorde het oorverdovende lawaai van een passerende trein. Ze voelde de wind op haar handen en gezicht, die ijskoud aanvoelden. In de verte hoorde ze weer een geluid en toen ze ernaar keek zag ze dat er weer een trein het station binnenreed. Hij verminderde vaart en stopte op haar perron. Tara bedacht zich geen moment. Ze sprong op en liep snel de sprinter in. De warmte kwam haar tegemoet. Ze zag dat hij richting Maastricht ging. Tara ging zitten op het eerste plekje dat ze tegenkwam. Voor haar gevoel duurde het eeuwen voor de trein begon te rijden en ze irriteerde zich mateloos aan de vier dames die in de stoelen naast haar luid zaten te discussiëren. Eindelijk voelde ze dat ze vooruit bewoog en eenmaal het station uit zag ze het landschap steeds sneller aan haar voorbijgaan.

 De rails was niet helemaal op vlak terrein gebouwd, dus voelde Tara dat de trein lichtjes gekanteld werd. Ralf. Ze voelde druk op haar borst en had moeite om lucht te krijgen. Ze zou er alles voor over hebben om hem nog één keer te voelen. Aan te raken. Hem alleen maar te zien. Ze hoorde niets meer en had het gevoel dat ze een hartaanval kreeg. Waarom hij? Waarom moest het haar verloofde zijn die ging? Haar hart klopte in haar keel. Eindelijk reden ze weer normaal. Het waren de kleinste dingen die haar aan het ongeluk deden denken. Langzaam keerde ze terug naar het heden. Ze voelde dat ze bezweet was en toen ze opkeek zag ze dat er ineens een man tegenover haar zat. Zijn mond bewoog. ‘Wat?’ Vroeg ze. ‘Gaat het oké met u?’ Herhaalde hij. ‘U leek even heel ver weg.’ ‘Ja… Ik ben oké.’ Tara, die nog steeds niet helemaal bekomen was, excuseerde zich snel even naar de toilet. Onderweg zag ze dat de trein stilstond. Ze snakte naar frisse lucht en snelde naar de dichtstbijzijnde deur. Ze dacht even na, maar haar behoefte om uit dit voertuig te gaan was zo groot, dat deze overwon. Met haar tas om haar schouder geslagen stapte ze uit. ‘Vught’ Las Tara. Ze liep naar de uitgang van het station en ging op de trap zitten. Ze wilde naar Eindhoven AirPort. Maar hoe ging ze daar komen? Het enige wat ze tot nu toe had kunnen denken was: WEG. Ze moest daar weg. Wat ze had gedaan was verschrikkelijk. Ze walgde als ze er aan dacht. Ze moest weg. Weg uit Den Bosch en weg uit Nederland.

 Tara liep door de koude, stille straten van Vught. Ze voelde zich niet langer veilig. Ze had geen idee hoelang ze daar al liep toen ze ineens tegen een hoog, massaal gebouw opliep. Het was van beton en ze zag voor sommige raampjes tralies. Tara keek omlaag en zag een bordje: ‘Penitentiaire Inrichting Vught’. Weer kreeg ze het warm en voelde ze diezelfde enorme druk op haar borst. Ze kon het gevoel dat ze hier hoorde niet ontkennen. Misschien moest ze het maar opgeven en zichzelf aangeven. Wat moest ze anders? Had ze zichzelf nou echt wijsgemaakt dat ze weg kon rennen van de politie? Misschien was dit nog de beste oplossing. Maar net op het moment dat Tara naar voren wilde stappen, zag ze een paar agenten naar buiten komen. Ze verloor direct alle moed die ze verzamelt had en rende zo snel ze kon weg. Ze rende en rende, voor haar gevoel duurde het wel een uur voordat ze de moed had om te stoppen. Nou ja, eigenlijk had ze geen keus. Haar lichaam was op. Het liefst ging ze hier liggen en stond ze nooit meer op. Maar Tara moest verder. Ze had geen geld voor een overnachting, het kleine beetje dat ze nog had moest ze sparen voor de reis. Ze kroop tegen de etalage van een winkel aan en sloot haar ogen.

 Tara droomde die nacht wat er was gebeurd in het ongeluk met Ralf. Ze droomde hoe ze met hem op de parkeerplaats stond voor het café waar ze altijd kwamen. Ze namen net afscheid van hun bevriende stel Marijke en Jonas. Nu stapte Ralf in de auto en ook zij opende haar portier. Ralf reed wel vaker met wat te veel op, dus zorgen maakte Tara zich niet. Tenminste, niet op dat moment. Nu schreeuwde alles in haar dat ze dit niet moest doen, dat ze weg moest uit deze hele situatie, maar haar ledematen luisterde niet. Tara was machteloos. Ze wist dat dit niet goed was, dat nu het verschrikkelijke stuk zou komen, maar ze was als verlamd. Ze kon zich niet verroeren. Hoe moest ze zichzelf en Ralf nou waarschuwen? Maar het was als een film. Ze kon alleen naar haarzelf en Ralf kijken. Ze kon niet uitstaan hoeveel lol ze hadden. ‘Kijk nou uit!’ Wilde Tara roepen, maar er kwam geen geluid uit haar keel. Het regende erg hard, dus het was enorm glad. Ralf reed veel te hard uit zijn enthousiasme en de auto slipte. Hij kreeg net op tijd weer de controle over het stuur wanneer hij zag dat hij een tegenligger had. Met alle macht week hij uit, maar door de gladde weg kon hij niet meer terugsturen. Langs de weg lag een berm en Tara voelde dat ze schuiningen en er als het ware in werden gezogen. Het duurde allemaal in een fractie van een seconde, maar het leek wel uren te duren. Het laatste wat ze voelde was een klap. Daarna werd alles zwart. Tara werd met een schok wakker. Ze was bezweet en haar hart racete alsof hij net de marathon had gelopen. Het duurde even voor ze zich had gerealiseerd dat het een droom was. Ze herinnerde zich weer waar ze was en wat er de vorige dag was gebeurd. Hoe Marijke langs was geweest en ze in deze prut terecht was gekomen. Waarschijnlijk waren ze nu al wel naar Tara op zoek. Langzaam kwam ze uit haar verkrampte houding. Al haar spieren deden pijn van de harde grond. Tara keek om zich heen. Er waren wat lantaarnpalen die brandden en ze kon zien dat ze in een soort klein winkelcentrum lag. Ze had geen idee hoe laat het was, maar ze wist dat wakker blijven geen zin had. Ze probeerde nog te slapen, maar veel geluk had ze niet. Ze kon de slaap niet vatten.

 Ze merkte nu pas dat haar maag rammelde en nam wat te eten van de karige voorraad die ze bij zich had. Ze had spijt van de weinige hoeveelheid spullen die ze mee had genomen, maar op het moment dat ze moest vluchten was er geen tijd voor veel overwegingen. God zij dank had ze nog haar fake paspoort meegenomen. Anders had ze nu nooit per vliegtuig naar het buitenland kunnen vluchten. Soms was de drugshandel die Ralf dreef toch nog handig. Ook al had hij haar al tienduizend keer beloofd te stoppen. Er waren steeds weer smoesjes zoals: nog één grote klus, dit is een heel rijke klant, dus dan kunnen we lekker op vakantie in de Bahama’s, oké? Hij keek daarbij altijd zo lief dat Tara hem wel moest geloven. Toch hadden ze voor de zekerheid neppe paspoorten laten maken, voor als ze een keer heel snel moesten vluchten omdat er iets misging. Die kwamen nu zeker van pas. Ze had geen tijd gehad om te kijken welke van haar was toen ze de paspoorten uit de kluis haalde, dus had ze ze allebei maar meegenomen. Ze greep in haar tas en kon in het donker moeilijk lezen. Wel kon ze Ralfs foto onderscheiden. Ze voelde de tranen weer prikken in haar ogen, maar liet ze niet toe. Ze moest nu niet huilen. Ze hoorde het Ralf nog zo zeggen: ‘Als je alleen maar huilt om de dingen die er niet meer zijn zul je nooit gelukkig worden.’ Daar had hij wel gelijk in, maar het maakte het alleen niet makkelijker.

 Toen het een beetje lichter begon te worden stond Tara op en liep in de richting van het treinstation. Hoewel het haar benauwde, had ze geen andere keus, ze zou wel met de trein moeten. Een ander vervoersmiddel had ze niet en een taxi was te duur. Gelukkig ging de reis beter dan de vorige rit. Ondanks het onprettige gevoel, was er niets vervelends gebeurt. Wel hadden een paar mensen haar raar aangekeken, wat ook niet zo gek was, haar haar was immers ongekamd en haar kleding vies. Ze had zich daarom ook in de wc omgekleed en geprobeerd om zonder borstel haar haren een beetje te fatsoeneren. Daarna was ze languit in een stoel gaan zitten en was ze een beetje ingedut. Ze was wakker geworden van de man die eten verkocht en dit luidkeels liet merken, en gelukkig maar, want ze zag achter hem de conducteur komen om alle kaartjes te controleren. Snel had ze haar weinige bezittingen bij elkaar geschraapt en was de coupé uitgelopen. Het was de bedoeling dit zo nonchalant mogelijk te doen, maar in werkelijkheid bonsde haar hart in haar keel. Ze liep naar de wc en sloot de deur. Na ongeveer een kwartier hoorde ze dat ze waren aangekomen op station Eindhoven. Ze had nog gewacht totdat de trein helemaal stilstond, voordat Tara langzaam de deur open deed. Er was niemand te zien dus liep ze snel de trein uit. Ze ging de roltrap af en liep naar links. Ze keek eenmaal aan de achterkant naar buitengekomen welke bussen er hoe laat gingen en zocht een plekje tussen de mensenmassa. Het was nog vroeg, zo rond half negen, dus er waren vooral mensen die op dit moment naar hun werk gingen. Voor hun was dit een doodgewone dag, een uit duizend andere precies dezelfde dagen. Maar Tara’s leven stond sinds een dag op haar kop. Als ze nou gewoon terug kon gaan in de tijd, als Marijke nou gewoon één dag later naar haar huis was gekomen, was ze er al niet meer geweest, ze was al langer van plan om naar haar moeder op Kreta te gaan voor een vakantie, maar het kwam er maar niet van. Echter toen Ralf verongelukte wist ze zeker dat ze wat tijd bij haar moeder nodig had. Die éne dag, had letterlijk het verschil gemaakt, tussen leven en dood. Het bleef zichzelf maar opnieuw afspelen in haar hoofd, ook al probeerde ze het uit te schakelen, het was als haar droom, ze kon niets doen. Ze móést kijken. Ze zag hoe ze haar bagage voor het ruim al klaar had en naar de foto van Ralf keek. Er sprongen spontaan tranen in haar ogen. ‘Waarom hij? Waarom moest hij opslag dood zijn na één stom ongeluk? Waarom mocht ik niet in zijn plaats zijn gegaan? Hij is dood en het enige wat ik heb zijn een paar schrammen. Waarom is het leven zo oneerlijk? Ik heb nu niemand meer.’ Dacht ze. Tara hoorde beneden de deur dichtslaan. ‘Tara? Tara kun je even komen? Ik- ik moet met je praten...’ Het was de stem van Marijke. Tara had haar niet meer gezien sinds de begrafenis 2 dagen geleden. Ze vond dat Marijke afstandelijk deed tegenover Tara. Ze was haar niet eens komen redden toen het haar te veel werd tijdens haar speech. Ze kon haar tranen niet meer in bedwang houden. Het was Jonas die uiteindelijk naar haar toe kwam om de rest van Tara’s speech voor te dragen. Marijke zat daar maar, als verdoofd met tranen die over haar wangen rolden. Kon ze dan niet zien dat dit nog zoveel erger was voor Tara? Marijke was een vriend kwijt, maar Tara de liefde van haar leven. Ze zuchtte en pakte de grote tas die ze mee ging nemen als handbagage. Ze legde de foto er zorgvuldig in en raapte al haar moed bij elkaar. Langzaam stond ze op en liep de trap af. Marijke stond een paar meter van de voordeur verwijderd met haar handen op het hengsel van haar handtas. Alsof ze van plan was een bom te doen ontploffen en dan snel te vluchten. Ik had alleen geen idee dat dat ook zo was. Marijke stapte naar voren. Schoorvoetend begon ze: ‘Luister Tamara,’ Tara wist dat het wel heel serieus moest zijn als ze haar bij haar volledige naam noemde. ‘Ik wil je iets vertellen waarvan ik niet wist of ik het wel moest doen, maar ik vind dat je het recht hebt om te weten hoe het echt zit. Het is namelijk zo...’ Tara zag dat ze haar tranen probeerde in te slikken. Marijke aarzelde en wachtte even, maar begon toen te vertellen: ‘Ralf en ik hadden een affaire. We waren van plan weg te gaan. Naar Amerika. Hij kon daar...’ De rest hoorde Tara niet meer. Het was alsof Marijke het laatste kleine beetje dat over was van haar hart had verbrijzeld. Tara had liever gehad dat ze binnen kwam en een mes in haar hart stak. Dit was veel erger. Ze voelde de boosheid, pijn en vooral alle machteloosheid die Tara al had opstapelen tot een grote hoop, en wat Marijke toen zei was de enige vonk die nodig was om iets wat eerst enkel een weerloze stapel brandhout was, te laten ontvlammen tot een hellevuur. ‘Ik ben zwanger en ik- ik weet dat Jonas geen kinderen kan krijgen, dus is Ralf de va-‘ Een woede waarvan Tara niet eens wist dat hij in haar zat nam haar hele lichaam over. Ze zag niets meer, behalve Marijke. Ze hoorde niets meer, behalve haar eigen hartslag die met 200 slagen per minuut door haar lichaam raasde. Het enige wat Tara dacht was dat ze stond tegenover de duivel. Ze kon niet meer nadenken. Het volgende moment dat ze zich kon herinneren keek ze Marijke aan, die blijkbaar iets zei, aangezien haar mond bewoog, maar Tara hoorde niets... ze voelde een brandende pijn opkomen uit haar keel. Ze moest vast haar longen uit haar lijf hebben geschreeuwd, maar ze herinnerde zich niets. Haar vuisten deden pijn en waren bebloed. En nog steeds zag Tara maar één gevaar. Één vrouw die met enkele woorden meer schade had aangericht dan alle soldaten op de hele wereld bij elkaar konden. Nu was er nog maar één ding wat Tara moest doen om ervoor te zorgen dat dat gevaar voor altijd geweken was.

 Ze voelde dat ze overal zweette. Ze voelde onder haar een koude harde ondergrond. Hoe ze daar was gekomen wist ze niet meer. Langzaam keerde Tara terug naar het heden. Ze opende haar ogen en zag dat er een vrouw van middelbare leeftijd over haar gebogen stond die haar mond bewoog en een telefoon aan haar oor had. Tara moest wel weer een paniekaanval hebben gehad. Heel langzaam drong het tot haar door waar ze was. Ze was aan de achterkant van het station in Eindhoven. Er stonden een heleboel mensen om haar heen en de vrouw met de telefoon in haar hand keek bezorgd. Tara kreeg door dat de vrouw 112 gebeld had. Maar dat kon niet! Dan kwamen ze erachter dat ze voortvluchtig was! Ze moest hier weg. In haar paniek stond ze snel op en rende met haar spullen zo goed en zo kwaad als het ging weg. Ze rende zonder een idee te hebben waar ze naartoe ging. Ze voelde diezelfde kant in zichzelf naar boven komen als toen. Toen Marijke daar voor haar stond. Het was een donkere kant van haarzelf waarvan ze nooit had geweten dat ze hem had. Een duivel in haar die het roer overnam.

 Eindelijk stopte ze met rennen en stond stil. Rustig Tara. Wordt rustig. Dit is een drukke stad en mensen mogen niks doorhebben. Ze probeerde zichzelf te kalmeren. Wat moest ze nu doen? Hoe wilde ze bij het vliegveld geraken? De bus? Nee, ze had al geen pinpas en OV-chipkaart meegenomen omdat de politie die kon traceren. Met de trein kon ze nog zwart rijden, maar met de bus was dat veel te opvallend. Een auto of de fiets? Hoe moest ze daaraan komen? Langzaam begon Tara’s hoofd te panieken. Ze voelde door haar hele lichaam stress en wist niet wat ze moest doen. Eerst weer kalmeren, dacht Tara.

 Ze zocht ergens langs de weg een plekje met gras op en ging zitten. Ze keek voor zich en zag het enorme Philips stadion staan. Ze wist nog dat ze helemaal in het begin van hun relatie met Ralf hier naar een concert was geweest. Alle herinneringen kwamen weer als een stroom terug. Wat miste ze hem. Ondanks het verhaal van Marijke kon Tara niet ontkennen dat ze nog steeds ontzettend veel van hem hield toen hij stierf en nu. Ze had zich nu al duizend keer afgevraagd of hij ook van haar gehouden had. Was het allemaal voor de show? Of was het verhaal van Marijke een leugen? Het enige wat ze niet kon verklaren was, als het verhaal van de verhouding verzonnen was, waarom Marijke dat dan in hemelsnaam zou beweren. En zonder antwoord op die vraag, had ze geen andere optie dan het wel te geloven. Wat moest ze nu? Had het überhaupt wel zin om door te gaan zonder hem? Maar Tara wist ook dat ze geen keus had. Ze moest door. Denk na Tara. DENK NA!

 ‘Hallo? Gaat alles goed?’ Tara keek op. Waarschijnlijk moest ze er wel heel wanhopig uitzien, want de vrouw die voor haar stond keek nogal bezorgd. Tara nam haar goed in zich op. Ze leek haar rond de 25. Ze had een lief gezicht en haar lange bruine haren stonden alle kanten op. Ze droeg een simpele spijkerbroek met een groen T-shirt en had twee volle boodschappentassen bij zich. Tara realiseerde zich dat ze al een paar seconden het meisje aan zat te staren en stond snel op. ‘Ja, het gaat wel.’ Dit was natuurlijk een antwoord dat om een uitleg vroeg, maar ze wist niks meer te zeggen. Twijfelend keek ze naar de grond. ‘Kan ik je helpen?’ Vroeg het meisje. Tara keek naar haar gezicht en zag oprechte behulpzaamheid. Er was iemand die haar wilde helpen! ‘Nou, ik moet naar het vliegveld, maar ik weet niet zo goed hoe. Ik wil niet met de bus omdat…’ Bedenk iets! Wat dan ook, maar zeg iets! Dacht Tara. ‘Omdat ik daar wat nare ervaringen mee heb gehad.’ Ze probeerde het zo kalm mogelijk te zeggen, maar vanbinnen was ze totaal aan het panieken. Was dit geloofwaardig? Ze keek de vrouw aan. Haar gezichtsuitdrukking was zowaar nog bezorgder geworden. ‘O wat vervelend! Kan ik je misschien brengen?’ Het voelde als een geschenk uit de hemel. Dit was de perfecte oplossing! Het zou natuurlijk beleefd zijn om eerst te weigeren, maar Tara kon het risico niet lopen dat de vrouw haar aanbod zou intrekken. ‘Zou je dat willen doen?’ Vroeg ze. ‘Ja natuurlijk. Mijn huis is hier niet zo ver vandaan dus dan kom je vast nog op tijd.’ Antwoordde het meisje. ‘Dat zou echt geweldig zijn, dank je wel.’ Het meisje begon te blozen. ‘Ik ben Isabel, loop je mee?’ Tara pakte haar eigen tas uit het gras en bood aan een van de twee boodschappentassen te dragen. Voor de zekerheid stelde ze zichzelf voor als Marion, de naam op haar paspoort.

 Ze liepen in zo’n tien minuten naar Isabels appartement. Onderweg praatten ze over niks belangrijks. Tara vertelde dat ze naar het buitenland ging om haar moeder te bezoeken en Isabel vertelde over de stad Eindhoven en hoe ze er terecht was gekomen. Als Tara er bij nadacht was dit de eerste keer dat ze zich had kunnen ontspannen sinds het ongeluk van Ralf. Ze dacht even nergens anders aan. niet aan de gruwelijke dingen die waren gebeurd, maar gewoon het hier en nu.

 ‘Momentje, ik pak even de sleutels en zet mijn boodschappen even in de koelkast, oké?’ Vroeg Isabel. Tara knikte en bleef voor de flat staan. Ontspannen ademde ze de frisse Nederlandse lucht in. Het zou lang gaan duren voor ze dat weer kon doen. Toch voelde het goed, een nieuw begin was precies wat ze nodig had. Dus genoot ze nog even extra van dit moment. Voor ze het wist stond Isabel alweer naast haar. ‘Klaar om te gaan?’

 Isabel had een klein rood autootje, wat Tara niets verbaasde. Het weinige wat ze tot nu toe van haar wist kwam er zeker mee overeen. Eenmaal het drukke stadsverkeer uit draaide Tara haar raampje open en genoot van de wind door haar haren. Het ritje duurde haar dan ook veel te kort, maar opgelucht was ze wel. Eindelijk, ze was er. Isabel zette haar af bij de Kiss and Ride en stapte nog even mee uit. ‘Echt als ik je nog ooit kan bedanken zeg het maar.’ Begon Tara. Isabel leunde terug de auto in om het dashboardkastje open te maken en haalde er een kaartje uit. ‘Je kunt me als je weer terug bent trakteren op een kop koffie.’ Was haar antwoord met een lach op haar gezicht en ze gaf Tara het kaartje. Die zag dat erop stond: ‘Massagesalon Isabel’ en het telefoonnummer stond in de hoek erbij geschreven. ‘Dat zal ik doen.’ Tara pakte haar tas uit de kofferbak en liep zonder omkijken naar de vertrekhal. Wetend dat ze dat nummer nooit ging gebruiken.

 Nerveus wachtte ze bij de gate. Alles was tot nu toe goed gegaan. Ze had een goedkoop vliegticket kunnen scoren naar Heraklion en niemand had haar paspoort in twijfel getrokken. Toch was ze nerveus, wat als het op het laatste moment nou nog misliep? Niet aandenken. Toch moest ze nog driekwartier door zien te komen in deze stress, want dan pas vertrok het vliegtuig. Nu ze niemand had om tegen te praten en niet op wilde vallen kon ze bijna niet anders dan te verdrinken in haar eigen gedachtes. Weer zag ze het voor zich. Hoe ze vol in paniek naar boven was gerend. Denk! Wat moest ze doen? Wat kon ze doen? De politie bellen? Nee, dat was geen optie ze moest weg, ze walgde van zichzelf. Hyperventilerend ijsbeerde ze door de slaapkamer. Ze voelde overal zweet. Haar handen zaten onder het bloed. Ineens werd ze kotsmisselijk van zichzelf. Ze leunde met haar handen tegen de muur aan en bleef staan. Ze moest rustig worden anders ging ze flauwvallen. Hoe deden ze dat ook alweer? Een zakje. Ze had iets nodig om in te ademen. Ze rukte een shirt uit de kast en drukte hem op haar mond en neus. O nee, dit was een polo van Ralf. Ze ademde zijn geur in. Het was overheerlijk en walgelijk tegelijk. Wat miste ze hem, maar ze was ook nog nooit zo boos op iemand geweest. Walgend gaf ze over op het tapijt. Snikkend zakte Tara tegen de muur. Nee, ze mocht hier niet blijven. Weg. Ze moest hier zo snel mogelijk weg. Ze raapte al haar laatste kracht bij elkaar en stond op. Ze keek naar de tas op het bed. Ze wist wat ze moest doen. Ze was nu meer vastberaden dan ooit. Ze liep naar de badkamer en waste haar handen en gezicht. Ook haar kleren waren bebloed. Ze trok ze uit en liep terug naar de slaapkamer. Zodra ze binnenkwam rook ze de geur van braaksel, maar dat was wel het minste waarover ze zich druk maakte. Snel deed ze wat aan en smeet willekeurige kledingstukken in haar tas. Ze trok de kledingkast open en haalde hun kluis eruit. Met trillende handen opende ze het slot. Snel gooide ze de paspoorten en wat los geld in haar tas. Ze hing hem over haar schouder en liep naar de trap. Tara aarzelde, ze wilde absoluut niet geconfronteerd worden met haar daden, maar dit was de enige uitgang. Vastbesloten liep ze naar beneden. Niet naar rechts kijken. Niet naar rechts kijken. Gewoon vooruit lopen richting de keuken. Nu begon bij Tara de tijdsdruk toch echt op te spelen. Het was vaag wat er precies was gebeurd, maar aan haar zere keel te voelen had ze geschreeuwd. Misschien had iemand wel de politie gebeld. Ze pakte zo snel ze kon een fles water en de schare voorraad eten die ze nog in huis had. Boodschappen doen was nou niet bepaald haar prioriteit geweest de afgelopen dagen. Ze wist dat ze weg moest uit dit land, dan kon ze misschien nooit meer terugkomen, maar had ze wel nog haar vrijheid. Ze moest naar het vliegveld, met de trein. Het station was niet ver van hier, daar kon ze naartoe lopen. Tara rende naar de achterdeur en maakte de fout om nog één keer om te kijken voor ze de deur achter zich dichttrok. Ze keek recht in het gezicht van Marijke dat wezenloos voor zich uitstaarde, met een bebloed mes naast zich en steken in haar hart en buik.

 Tara liep snel door naar haar plek. Rij 28, nummer A. Ze stopte haar schoudertas in het rek boven haar en ging zitten. Rust zou ze pas hebben als ze in de lucht waren, of veilig geland op Kreta, of misschien als ze haar moeder zag… Ze wist niet of ze ooit nog rust zou kunnen vinden en haarzelf vergeven voorlopig nog niet. Ze zou voor altijd spijt van het beëindigen van niet één, maar twee levens. Langzaam zag Tara de auto’s kleiner worden en de huizen verdwijnen. Ze sloot haar ogen en zag voor het eerst niet meer het plaatje van Marijke voor zich. Ze zag een toekomst. Het was alsof al haar problemen samen met de wereld klein waren geworden. Nee, vergeven kon ze niet, maar misschien wel vergeten.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Imane
31 mei 2021 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket