Kom,
ik wil je
dichter,
tot je
nachtenlang
woest en wild
door me heen valt,
als gloeiend weerlicht,
tot je
op een ochtend
openvalt,
als een ijsbloem
onder mijn wang,
krakend en winterdicht.
Kom,
ik wil je
dichter,
tot je
nachtenlang
woest en wild
door me heen valt,
als gloeiend weerlicht,
tot je
op een ochtend
openvalt,
als een ijsbloem
onder mijn wang,
krakend en winterdicht.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.