We kijken naar de lucht waar
wolken sluimerend voorbij glijden,
dinosaurussen uit lang verdampte tijden.
Ze lacht, zegt hoe ze ooit dacht
dat rook die uit de schoorsteen
walmde een wolkenfabriek was.
Ik zwijg omdat ik niet geloven kan
dat ik nooit op het idee kwam.
Zo krabt zij alweer een laag vernis
van mijn denken. Ik vraag haar
of ze weet dat in het Engels
tovenaar rijmt op hagedis.