Ze gooit woordeloos
alle overbodigheid overboord
Niet meer verzonken, verdronken
in oppervlakkigheid.
Zichzelf schilderend
met een rimpel en een lach
ziet ze de kraai verhaallijnen printen
Zo raakt elke dag
door elke barst
haar ziel
Hij knielt
En ziet haar schitteren
Reflecterend in eenvoud
Verdrinkt hij in haar verhaal
leest haar
taal
Verzonken
Mijmert hij
Dit is het mooiste boek
Mij geschonken
