ik ben een beddichter
mijn lakens vormen een tent
waarin ik woorden plooi
zinnen verzinsels hersenspinsels
hele verhalen of beelden
die me die dag verveelden
de slapende kat
terwijl ik als een zombie
mijn knusse nest twijgje per twijgje afbrak
ze vangt graag vroege vogels
maar aan nachtraven raakt ze niet
ik deed alsof het doordeweekse slaaptekort
niet meer was dan de vlek
die koffie op mijn pasgewassen kussen had gemorst
vervelend maar afwasbaar onder de douche
net zoals die blauwe wallen
eigenlijk best verdoezelbaar
alweer lieg ik mezelf voor
dat mijn bed een slaapburcht is
beschermd tegen wifi en Netflix
waar ik de beste koopjes fiks met Klaas Vaak
een prima handelaar
vermoeidheid kun je inruilen voor dromen en gele korrels op je traanheuveltoppen
helaas ligt de oude man op sterven
hij rochelt het strand in een treurig lied op het behang
een klare blik
nette pyjama's en een kopje onmorsbare koffie
dingen waar ik wel van
maar niet over droom
dus plooit mijn eivol hoofd woorden in de lakens
zinnen verzinsels hersenspinsels
beelden of hele verhalen
die zich onmogelijk in nachtrust kunnen vertalen
ze ademen warm uit op mijn wakkere huid
een pikzwart vederkleed
zoals dat bij nachtraven heet
om die reden wegen mijn dekens 's ochtends zo zwaar
en word ik overdag achtervolgd door een spoor van teleurstelling en zwarte pluimpjes
ik ben nu eenmaal beddichter
chronisch koffiemorser
hartgrondig huisdierbenijder
en voortdurend in de rouw om mijn zandman
met wie ik ooit de lakens deelde