Sofie zit in de schommelmand. Met het vallen van de avond zijn alle kinderen naar huis vertrokken en de speeltuin ligt er verlaten bij. De zomerse namiddaghitte verliest aan kracht en een zachte bries streelt door haar krullen. Het sussend wiegen van de schommel kan de onrust in haar wachten niet kalmeren. Zou hij komen?
En dan staat hij daar, boven op de glijbaan. Als een ervaren surfer laat hij zich naar beneden glijden en eindigt op zijn knieën aan haar voeten. Met blauwe pretogen kijkt hij haar aan en haalt een extra grote Twix uit zijn zak. ‘Zullen we?’