zij had zich gebukt bij het onkruid
de soort zachthandig bestreden en
moeizaam het rechtstaan gestart,
gewacht op het wederkeren
van het rustige ritme van het hart
met de zinken emmer en de ravage
in verouderde gewrichten, koos zij
voor een volkstelling in haar tuin
en liet de zonnewarmte prikkelen,
een sensuele aanraking voor de huid
zij had geen slachtpartij zien komen
het laatste vogelhart was er bevroren
pieren kloegen claustrofobische druk
toen de jongen aanbelde voor moord,
tot wurging had hij haar gebracht
zij was zijn ongewenste soort