Op een zomerzoete zilte zondag
een dame kuierend aan het strand
haar voeten strelend in het zachte zand
nieuwsgierig kijkend maar enigszins beducht
met een ingehouden zucht
het ruisen van de zee
neemt haar verzonken gedachten mee
in eindeloze golven
lijkt haar hoofd bedolven
meeuwen gieren
zonder te plezieren
en plots met een vriendelijk gebaar
nodigt een warme vrouw haar
uit voor een gesprek
op een plek
waar de witgouden zon ondertussen
haar snoet overspoeld met kussen
en haar best doet wolken weg te drijven
om deze keer even te blijven
en naderhand langzaamaan
kopje onder te gaan
in het mooiste bad van zilvergrijze dromen
die misschien uitkomen
achter een rosékleurige horizon
waar liefde begon
en het besef van leven
weer even
zo dichtbij is als de dood gisteren nog was.