Natuurdagboekje juli 2015: Steracteur winterkoning, een echte Don Juan (Troglodytes troglodytes)
Een keuze maken tussen al mijn belevenissen is een zware taak.
Schrijf ik over het egeltje dat ik dit jaar ontmoette bij valavond op mijn grasveld? Of over de bonte vliegenvangers die elk jaar terugkeren vanuit het zuiden en die ondertussen al een kleine populatie vormen hier in het bos? Of over de kikker die in de prille lente voor mijn deur had postgevat, zodat ik er haast over struikelde? Ik zette het beestje met een stukje keukenrol in het struikgewas, maar vergat het te kussen… tja… dat is dus heus wel een gemiste kans!
Ik zou jullie ook kunnen vertellen over Guust de kraai die een nieuw nest bouwde vlak voor mijn huis. Een prachtige locatie, maar niet zo veilig want de eekhoorns en de eksters belaagden het van in het prille begin. Het jong van Guust stierf dan ook in mijn handen… het was uit het nest gevallen en mijn onhandige poging om hem te redden versnelden enkel zijn jammerlijk einde.
Het is niet allemaal Disney hier, ook in een sprookjesbos lopen sommige verhalen niet goed af.
Een nestlocatie zoeken is voor mijn gevederde bosvrienden een zaak van leven of dood. Letterlijk.
Als wij mensen een verkeerde woonlocatie uitkiezen, worden we meestal geplaagd door wat ongemak, maar voor vogels kan een verkeerde keuze zware gevolgen hebben. In de natuur geldt de regel nog steeds: eten of gegeten worden.
Ik bewonder de energie die vogels steken in het ouderschap dan ook mateloos. Ze hebben héél veel over om te zorgen voor een gezond en kwiek nageslacht! Tegen augustus - ruitijd - huppen of fladderen de meesten dan ook rond met een pluimenjas die tot op de draad versleten is.
Van alle broedende vogels die ik hier opvolg, vind ik het verhaal van Juan de winterkoning toch het bijzonderste.
Een winterkoning is goed herkenbaar aan zijn rechtopstaand staartje. Het is een kleine vogel tot 9 cm groot die heel actief is. Hij leeft van insecten en het mannetje maakt meerdere nesten, waar het vrouwtje er eentje van uitkiest om in te gaan broeden. Sommigen noemen hem dan ook wel ‘de immobiliënmakelaar van het bos’. De winterkoning maakt een koepelvormig nest. Hij gebruikt mos en gras om zijn nest te maken. Wanneer het vrouwtje een keuze heeft gemaakt, bekleedt het mannetje het nestje met veren. Als zij op de eieren zit probeert het mannetje een ander vrouwtje op één van de andere nesten te lokken.
Je leest het, een echte ‘moderne man’ is de winterkoning niet.
Maar Juan is heus wel bijzonder. In 2008 merkte ik hem voor het eerst op toen hij een nest bouwde in een sierkrans die als een pronkstukje aan de wand van mijn houten huisje hangt. Het is een plekje pal boven de houten tuinbank, waar ik op zomerse dagen vaak vertoef. Bij de ‘bouwwerken’ wist Juan dus héél goed dat ik het project zou kunnen opvolgen en eventueel kon verstoren. Het werd een prachtig nest dat al vlug bewoond werd door een vrouwelijk winterkoninkje dat ik de naam Cléo gaf omdat ik vond dat het vrouwtje een iets markantere ooglijn (à la Cleopatra) had. Maar dat is louter suggestief want het onderscheid tussen een vrouwelijke en mannelijke winterkoning is niet te bespeuren door een menselijk lekenoog. Cléo had al gauw een nestje met een stuk of vier kleintjes. Ik volgde alles van dichtbij op en schreef over hen in mijn eindwerk Natuurgids dat ik nét die periode aan het uitschrijven was.
Milou, mijn toenmalig hondenmaatje, beschermde het nest héél goed tegen de eekhoorns die de locatie spijtig genoeg al gauw ontdekt hadden. Het was aandoenlijk te zien hoe Cléo onbevreesd voorbij de zware hondenkop van Milou tippelde… ze wist verduiveld goed dat ze een pracht van een bodyguard gevonden had. Toch was deze beschermengel-hond niet àltijd aanwezig en op 30 juni 2008 werd het nest tijdens onze afwezigheid geroofd. Wat bebloede veertjes en een vernield nest, dat waren de getuigen van het drama dat zich had afgespeeld. Ik was ontroostbaar.
Juan - die zoals de boeken verhalen het opvoedkundig aspect volledig aan zijn eega overlaat- kwam die zomer nog regelmatig op bezoek en fladderde dan zenuwachtig in en uit het vernielde nest. Ik kon het hem niet vertellen, de leegte was groot.
Dat zelfde jaar in augustus verraste Juan (of Cléo?) me met een bezoek in het gezelschap van enkele wattenpropjes… enfin zo zagen ze er toch uit. De dappere oudervogels hadden blijkbaar een nieuw broedsel dat dit keer helemaal gelukt was en waren ook de oude nestlocatie niet vergeten. Vertederd zat ik achter mijn raam te kijken hoe de volwassen winterkoning de kleintjes aanleerde om te ‘landen’ op de - voor deze taak uitstekend uitgekozen - houten tuinbank. Ook het aanvliegen naar het half vernielde nest was duidelijk een goede oefening voor het kleine grut dat er aandoenlijk uitzag met hun nog steeds verwarde veertjes op de piepkleine vogelkop.
Dit vogelverhaal leerde me dat, een mooie locatie niet altijd een goede locatie is, en ook: eens het nest ontdekt is door predators, is het haast onmogelijk om de jongen te beschermen.
In de daaropvolgende jaren zag ik Juan (of één van zijn nazaten?) regelmatig terugkeren naar de ruïne van het oude nest. Hoe oud een winterkoning wordt weet niemand precies, maar het feit dat deze vogel de locatie van het nest zo goed kende, doet me toch vermoeden dat het een ‘oude bekende’ was.
Dit jaar, zeven jaar na de eerste poging, bemerkte ik dat Juan (?) opnieuw de krans aan het inrichten was! Een nieuwe poging.
Ik hield mijn hart vast.
Uiteindelijk zou de beslissing toch genomen worden door een vrouwtje winterkoning, dus het nest bleef misschien enkel fungeren als ‘modelappartement’.
Enkele weken later zag ik dat de winterkoning het nest afwerkte met de witte hondenhaartjes van mijn adoptie hondje Westie (een witte terriër) en toen wist ik het: het nest was terug uitgekozen én bewoond.
Vandaag leef ik in blijde verwachting….
De jongen zijn ondertussen uit het ei en worden met héél veel zorg grootgebracht door moeder winterkoning die als een klein jachtvliegtuig over mijn terras zoeft, zich totaal niet storend aan onze aanwezigheid. Net zoals indertijd Milou, fungeert Westie als beschermer van het jonge kroost en zelfs in deze hitte ligt hij onder de tuinbank te waken zodat er geen ongure elementen in de buurt kunnen komen. Een tuinparasol zorgt voor schaduw en bemoeilijkt ook het aanvliegen van grotere roofvogels.
Moeder winterkoning zorgt uitstekend voor haar 3 jonge bengels die met deze zomerse hitte door het gat van het mooie nest hangen te koekeloeren.
Het gevaar is nog lang niet geweken, maar een ‘Happy End’ is ons enige einddoel.
We doen ons best.
Een hoopvolle groet vanuit een zuiders aandoend sprookjesbos,
Carine
