We zijn als de maan en de zee,
er is een kracht tussen ons twee.
We deinen tussen eb en vloed,
op rustige golven elkaar tegemoet.
En plots bij springtij,
roeren onze golven het zand,
breken schelpen op het strand.
De storm slaat om in laagtij.
Later in de heldere nacht,
zijn we weer dicht bij elkaar,
het licht spiegelt breekbaar.
Een reflectie van die kracht.