Tip van de week

01/03: 'De ademhalingscoach waar mijn broer seks mee had' van Fanny Wildermeersch

Pen Stewart is auteur, illustrator en kunstschilder. Ze schreef de geïllustreerde verbeeldingsroman 'Wintercode' en de futuristische young adult 'Onderuniversum'. Als fantasy-auteur en -ambassadeur timmert ze aan de weg voor het genre in Vlaanderen en Nederland. Voor Creatief Schrijven geeft ze de cursusreeks 'Fantasy'. Ze is lid van Het Schrijverscollectief waarover ze op de Schrijfdag op 29 april komt getuigen. 

Pen Stewart tipt deze week 'De ademhalingscoach waar mijn broer seks mee had' van Fanny Wildermeersch.

"De kracht van woorden bestaat erin dat ze onze emoties raken, en soms onze kern. Voor schrijvers zijn woorden uiteraard nog veel meer dan dat: ze zijn de zuurstof van ons innerlijke leven, van een geest die wil reflecteren over de wereld, om vervolgens met de getrokken conclusie die wereld opnieuw te willen raken. De schrijver is de landbouwer van ideeën.

Deze tekst raakte me omdat ze net dat doet: het onder woorden brengen waar veel schrijvers mee te maken krijgen, soms zonder dat ze daar tot dan toe bewust over hebben nagedacht. Er is moed voor nodig om het schrijversleven te omarmen, en voor heel wat schrijvers duurt het best een tijd alvorens ze bereid zijn die knieval te maken. Vaak zitten schrijvers gevangen in een langdurige ontkenningsfase over wie ze zijn en deze tekst herinnert ons daar aan. De uiteindelijke knieval, het omarmen van het schrijver-zijn, kan op de meest vreemde momenten komen, ook hier in deze tekst, bij een ademhalingscoach waar de broer van het hoofdpersonage seks mee had. Hier verrast het verhaal ook, want de lezer verwacht dat er een seksscène zal volgen, omdat de hoofdpersoon daar
met dat doel heengaat. Het eindresultaat is echter iets heel anders. Tegelijk speelt de auteur mooi met metaforen en schept ze een mooi beeld met het schuim in de afvoer, als symbool voor het leven dat ze droomde, maar niet omarmde en dat nu met elke wegstromende zeepbel van haar wegvlucht.

Zoals ze het zelf beaamt: de gedachten op nul, iets anders doen om niet verleid te worden om te zijn wie ze had willen zijn. Tegelijk eindigt de tekst met een belofte: de vreugde die ons wacht als we de persoon die we in de kern zijn, omarmen, en i.p.v. het verkeerde leven, ons juiste leven écht leven.

Nog een tip voor de schrijfster: wat meer taalredactie mag je zeker doen om die laatste taalkundige schoonheidsfoutjes weg te werken."

Gerelateerd

Tip

De ademhalingscoach waar mijn broer seks mee had

Ik lag op bed reclamefolders te lezen in mijn appartement in Brussel. Het was 11 uur en ik mocht eens gaan douchen. Aangebrande toast van buren kwam via de gang onder mijn deur geschoven binnen. Het was duidelijk toast maar ik beeldde me in dat het een brand is die vanuit de liften komt, en door de gang de weg naar mijn deur vond. Niet dat ik ervan droom om hier de dood te vinden, maar om ervan gered te worden. Ik moet ergens van gered worden, alsof ik al jaren lig leeg te bloeden in het wrak van mijn Citroën, in de graskant langs de Brusselse ring, maar niemand die traag genoeg rijdt om me op te merken. Geen kijkfiles, alleen maar haast. Ik stond op om te douchen maar ik bleef een tijdlang scrollen op mijn gsm op toilet en ging naar de zestien ongelezen berichten van mijn broer op Whatsapp. Ik demp sowieso al zijn meldingen, anders denk ik constant dat ik gebeld wordt. Hij vertelde over zijn ademhalingscoach en de seks dat hij ermee had de avond voordien. Over zijn enorme eikel en de radijs of raap getatoeëerd aan de binnenkant van zijn dij. Hij zei dat hij gegeneerd was om zijn penis te negeren en te vragen of die tattoo eronder een radijs of een raap is. En dat hij denkt dat het iets met ‘het aardse’ zal te maken hebben. Een soort aarding, of gewoon zijn liefde voor vlaamse tuintjes. Ik dacht dat het wel gewoon een onnozele grap zou zijn waar hij intussen spijt van heeft, maar ik stuurde terug ‘lekker’ en ging vlug douchen. Als de conditioner uit mijn haar gespoeld was bleef ik nog even genieten van de tijd die het warm water me gaf, starend in het afvoergat tussen mijn voeten waar het water in wijzerzin in wegstroomde. Ik zweer dat ik het laatste van mijn ziel zag mee verdwijnen. Want op dat verlamde moment doken gedachten in me op, die ik, met wat rekenwerk, vierentwintig jaar geleden voor dood had achter gelaten. In het laatste hoopje schuim zag ik het leven als schrijver dat ik jaren bijeen gedroomd had, voor elke dag een minuscule zeepbelletje. Ik zag het weglopen alsof het bang was van me om nog eens afgewezen te worden, door mij, met mijn genadeloze drang naar vooruitgang, mijn drang om de cirkel der sukkelaars te doorbreken, mijn doel sinds ik van bij mijn ouders weggegaan ben. Dat schrijversbestaan leek me één van de valkuilen waar ik overheen moest stappen, zoals alles wat kunstzinnig was, me bezighield, en geen geld opbracht, alleen tijdverlies. Daarom werk ik in een boekhoudkantoor, en in mijn vrije tijd zet ik mijn verstand op nul, om niet verleid te worden tot wie ik had willen zijn.  Dat was vorig weekend. Vandaag ging ik naar de ademhalingscoach waar mijn broer seks mee had. Ik deed het om mijn broer een plezier te doen, of misschien wel om van zijn aandrang af te zijn. Ik zei dat ik het zou doen om zijn radijs te kunnen zien. Maar in werkelijkheid wou ik gewoon controleren met wie mijn broer seks heeft. Ik werd vriendelijk maar met een zwaarmoedige blik ontvangen, alsof mijn aura hem zwaar verblind had van bij het binnenkomen. We hadden in zijn keuken op hoge barkrukjes zitten praten over mij. Dat gaf me wel een warm gevoel, zo eens alle interesse gericht op iets in mezelf dat ik straks zou te weten komen. Hij stelde voor om een ademhalingssessie te doen in de kamer hiernaast, en dat was dacht ik ook waarvoor ik gekomen was. Mentaal had ik niets te verliezen, dat wist ik intussen wel, ik kon alleen maar tot diepere inzichten komen. Ik volgde zijn instructies terwijl ik op mijn rug op een zacht tapijt lag, met mijn armen gestrekt naast me en ik ademde diep in en uit, iets sneller en harder dan gewoonlijk. Hij had me verteld dat mijn ego me zou verlaten en enkel mijn innerlijke zelf zou overblijven als een bang wezentje dat zich verlaten en machteloos voelt zonder ego. En effectief, na een tiental keer in- en uitademen verkrampte mijn onderlip en verlieten legers aan tranen mijn ogen. Mijn ego had me verlaten en liet me alleen achter met de schrijver die ik ben, maar die nooit aandacht had gegeven sinds mijn vijftiende, en plots lig ik hier bijna veertig te zijn. Na de sessie en nog wat gesprekken terug in zijn keuken ging ik naar buiten als de vrouw die ik moest zijn, als schrijfster. Ik kan voor mezelf geen gelukkiger gevoel bedenken dan dat moment. Ik was gered van bijna het verkeerde leven.  

Fanny Wildemeersch
159 6

Gepubliceerd op

1 mrt. 2023