Tip van de week

02/06: 'Jij bouwt een dam.' van Lieve Fimmers

Uschi Cop is fictieschrijver en oprichter van Hyster-x, een schrijverscollectief voor womxn. Haar proza en korte verhalen verschenen onder andere in Deus Ex Machina, Kluger Hans en op diverse online platforms. Ze woont in Brussel en werkt momenteel aan haar debuutroman en een reeks korte verhalen.

Uschi Cop tipt deze week 'Jij bouwt een dam.' van Lieve Fimmers

"Tussen alle fantasierijke, bombastische en uitbundige teksten op dit platform, grijpt de eenvoud van het gedicht van Lieve Fimmers naar de keel. Met ‘Jij bouwt een dam’ schrijft ze een bedrieglijk simpele tekst, die niettemin een hele wereld aan betekenis oproept.

Een oppervlakkige lezing laat indrukken na van klimaatopwarming, de strijd tussen mens en de natuur en het verval dat daarmee gepaard gaat. Maar snel wordt duidelijk dat dit een veel persoonlijker gedicht is. De oldtimer in de laatste regel is een verwijzing naar ballast of trauma: mentaal afval waar de ‘jij-persoon’ geen afscheid van kan of wil nemen. Het onleefbaar terrein in dit gedicht doelt dus op het onleefbare leven van een mens.

Actief en passief worden hier erg goed gebruikt. Alle werkwoorden zijn actief.  Ook de eerste zin zit vol leven en daadkracht: de aangesproken persoon bouwt een dam uit angst dat er schade zou zijn aan zijn of haar bezit. Dit alles staat in contrast met het passieve vervolg van het gedicht, waarin de jij-figuur ondergaat, ‘uitgeput’ is zoals een waterbron of een te vaak gebruikte akker. Het gif en de oldtimer nemen hier de hoofdrol op en verzieken ‘het terrein’.

De versregel ‘Het lekt uit de oldtimer die op je akker roest.‘ doet denken aan Willem Elsschot. Lieve Fimmers gebruikt natuurmetaforen en het landleven om iets te zeggen over de aard van de mens. Slim om in deze zin hier het lidwoord te gebruiken en het woord ‘gif’ slechts te evoceren en niet daadwerkelijk neer te schrijven. Het ‘iets’ dat lekt roept associaties op met een bloedend of rottend lichaam dat daarmee de akker onvruchtbaar maakt.

Een kleine suggestie. In de laatste versregel was ‘jouw’ akker volgens mij treffender geweest. Het expliciet toewijzen van de akker aan de hoofdpersoon, maakt het gedicht des te pijnlijker. De draad van de eerste ( ‘jij bouwt’) naar de laatste versregel (‘jouw akker’) wordt hierdoor strakker gespannen. Niet alleen klankmatig [αu] is er zo een sterkere link , maar ook het contrast tussen de niet-ambigue ‘jij’ en ‘jouw’ enerzijds en het gebruik van ‘je’ (dat zowel als persoonlijk en als bezittelijk voornaamwoord kan worden gebruikt) in de rest van de tekst anderzijds wordt hier spannender.

Kortom, een straf gedicht, dat door zijn lengte en eenvoud doet verlangen naar meer."