Tip van de week

02/11: 'Littekens' van Fatiha Berrazi

Joey Brown is schrijf- en bewustzijnscoach, en auteur van het boek 'Schrijven naar Bewustzijn, Ontdek je ware verhaal'. Ze staat bekend om haar punt-lijn-schrijfmeditatie, haar methode voor zelfreflectie. Jaarlijks organiseert ze retraites en workshops. Zo heeft Joey Brown intussen al honderden mensen begeleid bij hun innerlijk proces.
Centraal in haar werk staan zingeving, verbinding en bewustwording. Haar focus ligt daarbij op het transformerende proces dat schrijven, in combinatie met opstellingen, in beweging zet. 

Joey Brown tipt deze week 'Littekens' van Fatiha Berrazi

"Een mensenleven bestaat uit een aaneenrijging van contrasten. Het sterkst voelen we dat als we oude foto’s uit vergeten dozen halen. Dan zien we het verleden ons nog licht toelachen, en tegelijk voelen we de donkere geschiedenis en het moeizame pad dat daarna volgde. Een goed verhaal schrijven betekent dat je die contrasten eert en vernuftig in elkaar verweeft.

Vanuit een foto “die een lange winterslaap heeft gehouden” neemt Fatiha Berrazi ons mee in het familieverhaal van het hoofdpersonage Kawtar. Een kwetsbaar pijnlijk verhaal, waarin je zowel de rouw, het verdriet en de onmacht voelt om het gebeurde, als de dankbaarheid en aanvaarding om de geschenken die het bracht. We lezen Kawtar, omdat ze in de pen haar toevlucht zocht. Zelfbewust creëerde ze een nieuw verhaal, háár verhaal, dat van kracht en moed getuigt.

Het verhaal staat bol van filmische beelden; je voelt onheil in de verzengende hitte van de Algerijnse zon, de verstikkende wind en de verschroeide aarde. Berrazi heeft ook de durf om te schrijven wat is: dat oude tradities, normen en waarden ook maar vormen zijn, waar je kunt uitstappen als ze je niet meer passen. Met haar pen kiest ze voor vrijheid.

Wat me het meest bijblijft is de manier waarop Berrazi de lelijkheid van verbittering en verbrokkeling transformeerde tot schoonheid en kracht: “Dertig jaar later zijn dit groene vlekjes op de vergeelde foto’s.”

Dankbaar dat ik Fatiha mocht lezen."

Gerelateerd

Tip

Littekens

Kawtar staart naar de foto die een lange winterslaap heeft gehouden in een zolderhoekje. Ze is gehypnotiseerd door het tere silhouet en de sterke persoonlijkheid in groei, tussen werkelijkheid en verlangen gevangen. Ze streelt het fotopapier – zo zacht dat het bijna als katoen tussen haar vingers aanvoelt – en houdt even haar adem in. Ze snakt naar het dromerige zomermeisje van toen, nog niet bezoedeld door een tirannieke vader en geërfde tradities die haar vrijheid doorheen de jaren zouden verbrokkelen tot ruïnes; haar onzekerheid zouden doen aanzwellen als een tumor; de kiem legden voor een reeks ongezonde relaties; haar opstandigheid en rechtvaardigheidsgevoel zouden versterken; haar schrijfbehoefte zouden verscherpen; haar drang naar geborgenheid zouden kanaliseren in een vlucht naar Boekenland. Een patriarch waarvan ze zich nauwelijks een glimlach kan herinneren. Een verbitterde man met twee gezichten, die misschien niet wist dat hij genegenheid voor vrouw en kinderen mocht tonen. Het oordeel van de anderen had meer gewicht dan hun geluk. Het was alsof hij zich God waande. Strenge regels, gehoorzaamheid, preutsheid, maar niet voor de rokkenjager die moraal niet hoog in het vaandel droeg. Haar moeder Rabia was de vriendelijkheid zelve. Ze deed wat ze kon voor haar kroost, maar ze begreep Kawtar niet. Ze kon niet vatten waarom haar jongste dochter per se wou verder studeren en van kunst en cultuur hield. Rabia was analfabeet; getekend door de barbaarsheid van de Algerijnse revolutie en de onderdanigheid waarmee ze verstrengeld was geraakt. Angstgevoelens en heimwee naar haar familie ontwortelden haar. Ondanks de liefde voor en van haar zonen en dochters en de afleiding van de andere vrouwen op trouw- en geboortefeesten viel ze in de klauwen van depressie en tijdelijke waanzin. Dit zou sporen achterlaten bij Kawtar. Grote zus Nabila trok destijds die foto in Djemila, een ouderwets bergdorpje verscholen in een magisch stukje Algerije in rust waar de balkende ezel, blaffende hond en mekkerende geiten vrolijk hun ding doen. Tussen hen in draaft de negenjarige Kawtar. Van de verzengende hitte, verschroeide aarde en verstikkende wind trekt ze zich niets aan. Haar lange zwarte haren, gebruind gezichtje en ernstige blik onder dat grappig zonnehoedje zijn onderdeel van haar charme. Toen al hield ze van hoeden en petjes. Haar kort jurkje met fleurige bloemenprint oogt zomers fris. Kawtar – die de vriendelijkheids- en waarheidsgenen van haar moeder heeft meegekregen – begrijpt nog altijd niet waarom Nabila vaak zo wreed tegen haar deed. In hun kinderjaren stond haar zus op een goed blaadje bij vader omdat ze diplomatisch te werk ging. Leugentjes om bestwil kleurden haar jeugdherinneringen rozer dan de hare. Op de foto is kleine Kawtar in gedachten verzonken, zo ver weg en toch dichtbij. Buiten beeld komt een bende slungelige tieners al lachend op haar afgelopen. Het zijn een aantal neven en buurjongens, en ook Hamza, de middelste van haar jongere broers. Pretdruppels druipen van hun voorhoofd. Hamza, een eersteklas klikspaan, zou later aarden naar haar vader. Ze draait abrupt haar hoofd opzij. Plop, plop, plop. Kiezeltjes vliegen als vuurwerk door de lucht. Haar angstige blik trekt echter snel weg zoals een kameleon van kleur verandert. IJverig manoeuvreert ze zich op de klamme rug van haar trouwe vriend de ezel wiens koppigheid en doorzettingsvermogen bij haar zouden doorsijpelen als een karaktertrek. Eigenlijk best grappig, dat kleine tengere meisje op die weerbarstige ezel. “Dorst, dorst”, weergalmt haar kinderstem door de lucht. “Dorst!” Ze zijn beide uitgeput door inspanning én opwinding. Hop, hop, lief ezeltje, hop richting rivier, op weg naar verkoeling. Een grote stofwolk spat uiteen in oneindige stofdeeltjes die zich op haar rozenjurk nestelen. Dertig jaar later zijn dit groene vlekjes op de vergeelde foto. De beltoon die weerklinkt vanuit haar jeanszak vibreert hardnekkig. Ze negeert ABBA en pinkt snel een traan weg.

Fatiha Berrazi
97 2

Gepubliceerd op

2 nov 2022