11/01: 'Brooddronken, een kerstnovelle. Geschreven in het Kortrijks omdat het zich in Kortrijk afspeelt.
Jan Ducheyne is dichter, schrijver en performer, muziekselecteur, presentator, programmator stalmeester van De Sprekende Ezels, maar eigenlijk vooral zichzelf. Hij heeft al meer dan twintig jaar podiumervaring in binnen- en buitenland. Hij won tot nu toe nog geen enkele Libris literatuurprijs, noch Gouden Uil, maar die lacune berust slechts op de meedogenloze speling van het lot. Jan is samen met Stijn Vranken drijvende kracht achter de enige, echte De Sprekende Ezels-scheurkalender, 365 dagen literair scheurvertier gegarandeerd.
Jan Ducheyne tipt deze week 'Brooddronken, een kerstnovelle. Geschreven in het Kortrijks omdat het zich in Kortrijk afspeelt van Miguel.
"De feestdagen zijn voorbij. De meesten onder ons zijn heimelijk blij dat ze van die feesten af zijn. Al zijn er ook mensen die er écht van genieten van die tijd met familie en vrienden. Het lekkere eten en de goed uitgekozen cadeautjes.
De foto van het postembleem trok mijn aandacht. Net als de titel. En dan vooral de grappige toevoeging ‘geschreven in het Kortrijks omdat het zich in Kortrijk afspeelt.’
En ondanks het feit dat de feesten dus voorbij zijn begon ik toch de kerstnovelle te lezen. Het is een echte tranche de vie. Het kan bijna niet anders of de schrijver heeft het postwezen wel degelijk van dichtbij meegemaakt. Hij weet er gewoonweg teveel over. En als dat niet zo is, dan is dit verhaal écht wel héél erg ‘het leven zoals het is, postbode in de jaren 70, 80.’ Iedereen rookt, iedereen drinkt, er worden konijnen verhandeld voor kerstavond, er wordt gescholden en gekleineerd, van ‘safe space’ heeft men in dit verhaal nog nooit gehoord, en als er al een voorzichtige poging zou worden gedaan door de zoon die voor zichzelf toch echt wel een andere toekomst ziet dan de zoveelste postbode te worden die de familie rijk is, dan krijgt hij wellicht ‘op zijn muil.’
Miguel schrijft grappig en gevat. De fondue is raak. De kerstspecial van de Flair evenzeer.
Hier en daar valt hij iets te veel in herhaling, zoals bijvoorbeeld het schetsen van moeder Marjolein die geëvolueerd is van een knappe vrouw naar ‘de walvis’ zoals Reginald, de man en protagonist van het verhaal haar noemt.
Als ik dit verhaal lees, wat ik tot het einde heb gedaan, dan heb ik echter het gevoel dat hier veel meer in zit. Het is een boek in de dop. Op het einde, wanneer ook de tweede zoon zijn opwachting maakt, en zijn moeder deze vraagt om haar te helpen bij het verzetten van een tafel, heb ik het gevoel dat het verhaal pas echt beginnen zal.
Ik zou graag de kerstavond lezen. Ik zou graag lezen hoe het helemaal uit de hand loopt. Ik was getriggerd door de tragische situatie van Jimmy en vraag mij nu af of hij zal ontsnappen aan het door zijn vader bepaalde lot om deze op te volgen.
Los van de juistheid van het volkse drama dat zich afspeelt in dit verhaal hanteert Miguel een rijke taal, met grappige, spitsvondige wendingen. Ik vind ook het kaderen van het verhaal waar Miguel zich rechtstreeks tot de lezer richt heel geslaagd.
Ik ga mij dan ook even rechtstreeks tot Miguel richten: schrijf dit verder, maak er een boek van, schaaf nog wat aan de passages waar je in herhaling valt, en dan heb je volgens mij een heus boek dat wel eens door veel volk zou kunnen gelezen worden!
De helaasheid der dingen revisited up ze Kortrieks!"