11/11: 'Spoiler alert: vrouwen hebben ook namen' van Lore Dewulf
Luuk Gruwez is dichter, schrijver en essayist. Hij is één van de meest gebloemleesde Nederlandstalige dichters en wordt als de belangrijkste vertegenwoordiger beschouwd van de Vlaamse neoromantiek. Naast poëzie publiceerde hij ook proza, verhalen, columns, het 'Siamese' dagboek 'Onder vier ogen' met Eriek Verpale, en de omvangrijke autobiografie 'Het land van de wangen'. Centrale thema's in Gruwezs werk zijn de zwakheid en kwetsbaarheid van de mens en diens onvervulde verlangen naar geborgenheid; ontroering en ironie zorgen voor elkaars evenwicht in de verteltoon.
Luuk Gruwez tipt deze week 'Spoiler alert: vrouwen hebben ook namen' van Lore Dewulf.
"In haar column schenkt Lore Dewulf aandacht aan iets waar haast iedereen mee geconfronteerd wordt. En ja, vrouwen misschien meer dan mannen, doordat zij een vervelende historiek van talloze eeuwen met zich meeslepen waarin hun een eigen identiteit misgund werd. Maar de problematiek is niet enkel gendergevoelig. Vrijwel iedereen probeert met het toenemen der jaren een eigen identiteit te ontwikkelen, waarmee hij zich juist probeert te ontworstelen aan de afhankelijke positie waarin hij of zij aan het bestaan moet beginnen.
Misschien is par excellence diegene die creatief in het leven wil staan daar extra gevoelig voor: ikzelf heb er bijvoorbeeld altijd naar gestreefd te ontsnappen aan het feit dat ik de zoon van mijn vader was, los van de waardering die ik voor hem had. In mijn jonge jaren was ik vooral een zoon, met andere woorden iemand die nog volop 'worden' moest en zich naar de oekazes van zijn omgeving te plooien had alvorens hijzelf krachtig genoeg op zijn benen stond om eindelijk iemand te 'zijn'. Soms moet een zoon ernaar streven een wees te worden. Waarbij 'wees' ook te lezen is als de gebiedende wijs van het werkwoord zijn.
Het probleem dat Lore Dewulf in haar voortreffelijke column beschrijft, is dat men, mogelijk vanwege een zekere gemakzucht of in het ergste geval vanwege een gebrek aan empathisch vermogen, een eigen identiteit pas verwerft vanaf het moment dat men erin slaagt zichzelf te definiëren. Tot die tijd wordt men gedefinieerd en blijft men vastgesnoerd in het korset dat een ander je, ach ja, vaak zonder kwade bedoelingen, heeft aangemeten."