Tip van de week

12/03: 'De schrik van de schrijver' van Danny Vandenberk

John Vervoort is literair criticus voor De Standaard der Letteren en Het Nieuwsblad. Hij is Shakespearefreak, thrillerspecialist, leesbeest en docent aan SchrijversAcademie, onze driejarige opleiding voor aspirant-auteurs. Vanaf 15 maart tot 15 mei kan je je kandidaat stellen voor dit traject, dat vanaf september start in Antwerpen en voor het eerst ook in Gent. 

 

John Vervoort tipt deze week 'De schrik van de schrijver' van Danny Vandenberk

"Ik vermoed dat schrijvers en andere kunstenaars, meer dan boekhouders of skileraars, het meest reflecteren op wat ze doen en hoe ze dat doen. Talloos zijn de autobiografische romans, memoires, brievenboeken en wat dies meer zij waarin auteurs schrijven over leven, liefde en werk. Ook Danny Vandenberk doet dat in ‘De schrik van de schrijver’. De sleutelzin in zijn goed geschreven mijmering is: schrijven is vrijheid. Een kunstenaar moet alleen de innerlijke stem volgen die de richting aangeeft bij wat hij wil vertellen en hoe dat moet gebeuren. Voorop staat altijd de sterkte van de tekst. 

Met één ding ben ik het niet met hem eens wanneer hij schrijft: ‘Ik ben een player. Niet met gevoelens, maar met taal’. Een taalplayer moet je zeker zijn als je van woorden zinnen en van zinnen literaire teksten wil maken. Maar elke tekst die literair genoemd wil worden moet zowel zintuiglijk, emotioneel en intellectueel prikkelen. Zintuiglijk door de schoonheid en de rijkdom van de taal uit te dragen, emotioneel door lezers te raken op welke manier dan ook (de lach, de traan, de verwondering, de verbazing, de woede en al die andere emoties) en intellectueel door lezers uit te dagen om na te denken over zichzelf, relaties, de maatschappij en (de struikelstenen van) het leven. Wie dat allemaal in een tekst verwoord krijgt, schrijft gegarandeerd pakkende literatuur. Het enige wat een schrijver nooit moet hebben is schrik."

Gerelateerd

Tip

De schrik van de schrijver

Mensen die mij graag lezen, vragen zich weleens af of alles wat ik schrijf autobiografisch is.  Sta me toe dat ik heel even filosofisch word. De kwaliteit van je leven hangt af van de kwaliteit van je gedachten. Die hoeven heus niet altijd even verheven of hoogstaand te zijn, maar hoe positiever je denkt over jezelf, hoe leuker de wereld om je heen lijkt en hoe fijner je ervaringen worden. Misschien bepalen je eigen gedachten wel welke wereld je aantreft. Misschien is de wereld die je elke dag waarneemt gewoon de echo van hoe je denkt.  Tot zover de theorie. Het leven is zo afwisselend en onvoorspelbaar dat het fantastisch fijn en even later onrechtvaardig en keihard kan zijn. Dat is het hele aardappelen eten. Soms kan je van het ene moment op het andere in de puree raken en dan prakt de praktijk heel de theorie door mekaar. Wel, het leven van de schrijver is ook niet altijd een lolletje. De lezer hoeft daar niet per se van op de hoogte te zijn. De fan tast in het duister, maar de fantast in het duister ben ik. Ik overdrijf. Ik verdrijf doorgaans donkere gedachten. Doorgaans mag je letterlijk nemen. Een mens moet doorgaan. Altijd. Het kan heel bevredigend zijn om rechttoe rechtaan te schrijven over jezelf en over je leven. Dat doe ik dan ook heel frequent en met heel veel plezier. Als schrijver heb je nochtans de keuze. Of je schrijft over je leven zoals het is, of je vermijdt en leukt de boel wat op, of je wentelt jezelf in de negativiteit en maakt alles nog wat erger dan het in werkelijkheid is, of je vlucht in de fantasie. Dat zijn op z’n minst vier keuzes. Zoals een schilder over een palet beschikt om zijn verf te mengen, kan je als schrijver met enkele pennenstreken je eigen wereld creëren door bijvoorbeeld naar hartenlust te mengen met die vier keuzemogelijkheden. Ik zeg maar wat.  Dat vluchten in je fantasie doe je best niet overhaast of halsoverkop. Je verzint eer je begint. Niet panikerend, niet in het wild weglopend, maar stappend, anders ‘loop’ je het risico dat hetgeen je bedenkt van een bedenkelijk niveau is. Beredeneerd vluchten, dat is het. Er is immers geen dreiging. Je zit aan je schrijftafel en je ontsnapt terwijl je ontspant. Dat kan mentaal of met taal. Ik kan mezelf immers zo in taal verliezen dat het mentale als vanzelf op de achtergrond verzeild raakt. Ik ben een player. Niet met gevoelens, maar met taal. Schrijven is spelen. Met gedachten, met woorden ... Soms zo intens dat je min of meer in extase bent. Schrijven is vrijheid. Jezelf verliezen, spelen en vliegen, terwijl je schijnbaar saai op een stoel zit. Schrijven is dubbel, want terwijl je innerlijk volop leeft en beleeft, lijkt de wereld rondom je aan je voorbij te gaan en kan het aanvoelen alsof je iets mist, als je uit de trance van het schrijven komt en je merkt dat alles en iedereen een heel kleine beetje geëvolueerd is. Alsof het ware leven aan je voorbijgaat. Dat maakt me angstig. En de keuze tussen schrijven en niet schrijven enorm moeilijk. Passie voor het schrijven en passie voor het leven ... Ook al ben ik een man van uitersten, ik bewandel de gulden middenweg. En tussendoor beschrijf ik ‘m.         

Danny Vandenberk
60 4

Gepubliceerd op

12 mrt 2025